Pagina's

dinsdag 11 augustus 2015

Toen... Die ene zomer (7)





Augustus 1995

Het was een drukkend hete dag.
Zelfs 's avonds was het nog erg zwoel.
Toch trotseerden honderden festivalgangers de warmte bijeen gepakt op een klein festivalterrein ergens in West-Vlaanderen omgeven door eetstandjes en dranktenten.
Het was een klein maar niet onbelangrijk alternatief rockfestival waar voornamelijk bands optraden die slechts bij een klein en select publiek gekend waren.
Eén van de acts had op het laatste moment afgezegd en de organisatoren gingen koortsachtig op zoek naar een vervangende act.
Zo kwamen ze uit bij Grace & Beauty. En ja hoor, daar wilden ze wel graag spelen.
"Als we daar een goeie beurt maken, dan doen we een meer dan goeie zaak," zei Lou enthousiast.
Dus verzamelden ze al hun instrumenten en ander materiaal en laadden ze het in hun camionette
Het was een afdankertje van de firma Bastiaens waar Lou werkte.
Lou vroeg aan Dirk Bastiaens, zijn baas voor hoeveel hij zijn camionette wilde verkopen.
"Wel jongen" zei Dirk.
"Gij moogt hem hebben voor niks.
Ik heb respect voor jullie bandje.
Jullie doen dat heel goed, jullie hebben courage.
En jullie maken verdomd goeie muziek.
Maak er maar het beste van, ik gun het jullie".
En dus werd de oude witte bouwvakkerscamionette met zitplaats voor zes personen en met een zeil afgedekte laadruimte het vervoermiddel waarmee de leden van de band Grace & Beauty in de zomer van 1995 het hele land afreden van het ene optreden naar het andere.

Ze arriveerden in een klein dorpje pal op de Franse grens.
"Lijkt me wel grappig, het feit dat als ge bij uw overbuur op bezoek gaat, dat ge dan in een ander land zit", zei Lou lachend.
Gracienne keek dromerig uit het raam.
"Hier zou ik ooit wel willen wonen.
In een klein huisje met mijn eigen groentetuin en boomgaard.
Tenmidden van de natuur, de fluitende vogeltjes en de zoemende bijtjes".
"Nee", reageerde Lou.
"Veel te afgelegen van alles.
Ik zou me hier snel dood vervelen.
Altijd weer diezelfde gezichten.
Dat geroddel, die sociale controle.
Nee, ik zit goed waar ik zit.
Niet te klein, niet te groot.
Je hebt het dynamische van de stad, en toch zit je op tien minuutjes rijden met uw fiets midden in het groen.
Da's perfect voor mij".
Lou draaide een weide op.
Achter de bomen konden ze het podium zien staan.
"Inrit artiesten, entree artistes" stond er op een houten plank geschreven.
Een klein mannetje met zwarte baseball pet, geruit hemd en vuile blauwe jeansbroek liep de camionette tegemoet.
"Van harte welgekomen", zei hij.
Opluchting stond op zijn gezicht te lezen.
Hij had kennelijk al ervaring zat met groepen die beloven te komen en dan toch hun kat sturen.
Hij wenkte naar enkele jongens en klapte in zijn handen.
"Ghow, elpt ekeje e betje met uutladen. Wen nievele ghin tied niemeje".
Meteen stonden alle instrumenten en benodigdheden klaar.
Op het podium was een obscure Ierse folkrock band aan het spelen.
Voor het podium waren ze volop aan het 'moshpitten'.
De sfeer zat er goed in.
Johan 'Jokke' Verdoolaeghe, de man met de baseball pet die zo bleek de organisator was deelde flesjes bier uit.
Lou dronk gulzig van zijn biertje.
"Ewel dat smaakt na zo'n lange rit", zei hij.
Ze zaten op plastic stoeltjes achter het podium, en verbroederden met de jongens van een Franse punkband die even tevoren hun optreden hadden afgewerkt.
Het klikte meteen.
De gitarist van het groepje, een zeker Gauthier had een oogje op Gracienne en dat liet hij meteen merken.
"Vous ete un tres belle fille", zei hij. De jongen was lichtjes aangeschoten en sprak met dikke tong.
"Merci", zei ze.
Ze stak haar borsten ietsje vooruit en glimlachte.
"Ce toi qui chante"? Vroeg hij.
"Oui", antwoordde ze in haar beste Frans.
"Et je joue le gitarre aussi".
"Ca je veux vue", lalde hij.
"J'aime bien les filles qui jouer les instruments".
"Maar ik hou niet van zuiplappen", zei Gracienne stilletjes.
Eén van de andere trok aan Gauthier zijn mouw en maakte hem duidelijk dat hij zijn manieren moest houden.
Hij stond op, kon zich amper staande houden en keek zijn maat nijdig aan.
"Vous ete con toi", sneerde hij.
"Espiece de connard!"
"Let maar niet op hem", zei de ander".
Tot verbazing van Lou en de anderen sprak de jongen foutloos Nederlands.
Weliswaar met een accentje, maar toch.
"Gauthier heeft eigenlijk een zwaar drankprobleem, maar dat wil hij niet inzien.
Hij is een heel goeie gitarist, en best een goeie kerel.
Maar een eikel als hij gezopen heeft.
En hij kan absoluut geen maat houden met drank".
"Hoe komt het dat jij zo goed Nederlands spreekt"? Vroeg Gracienne nieuwsgierig.
"Ik heb lang in Gent vertoeft.
Studeren, en na mijn studies blijven rondhangen.
Heb daar in allerlei bandjes gespeeld.
Eigenlijk heb ik daar mijn liefde voor muziek opgedaan.
Maar uiteindelijk besloten om terug te keren naar 'Le Nord', mijn geboortestreek.
Een heel triestige streek eigenlijk.
Veel werkloosheid, armoede.
Uitzichtloze situatie voor jongeren.
Extreem rechts dat oprukt.
Weinig te beleven ook voor de jeugd.
Dat deed me besluiten om daar te blijven en iets te doen voor de jeugd.
Ik wist enkele talentvolle jonge gasten te overtuigen om samen een band te beginnen.
En sindsdien toeren we, vooral in het noorden van Frankrijk, en af en toe ook in België.
Vooral in Wallonië dan.

Dan was het hun beurt om het podium te bestijgen.
En ze hadden meteen de weide mee.
Gracienne gaf zich helemaal.
Ze genoot ervan te spelen met zicht op de ondergaande zon en het zacht glooiende West-Vlaamse heuvelland.
Dit was misschien wel de beste plek waar ze ooit optraden.
Het was superdruk voor de groep die zomer.
Elk weekend was er wel ergens een optreden.
Soms zelfs ook midden in de week.
Maar dat deerde hen niet.
Integendeel.
Vooral Gracienne was super enthousiast.
"Nu moeten we doorzetten jongens", zei ze.
"Velen zouden een moord begaan om te staan waar wij nu staan.
Om al die optredens nog maar te mogen doen.
Wij hebben die kans.
We moeten die grijpen".
Ach ja.
Het was Gracienne die telkens weer haar muzikale maten motiveerde.
Die hen net niet bij de haren sleurde en hen aanporde om ervoor te blijven gaan?
Ze geloofde er zo hard in.
En ook het publiek kreeg ze telkens weer mee.
Keer op keer.
Gekleed in haar prachtige, lichtjes uitdagende outfits die ze zelf maakte, was ze telkens weer een prachtige verschijning op het podium.
En ze kon rocken als geen ander.
Ze was pas tevreden toen de menigte voor het podium begon te moshpitten en helemaal opging in de muziek.


Zo ook die avond.
Op een terrein tussen de hoppevelden ergens in de buurt van Poperinge.
Haar teksten sloegen aan.
Haar boodschap tegen het leed dieren aangedaan door de vleesindustrie.
Haar boodschap tegen racisme en eender welke vorm van discriminatie.
Haar boodschap voor gelijke rechten voor de vrouw, voor elke vrouw.
Ze hoorde het publiek juichen.
Ze hoorde het applaus.
Ze haalde diep adem.
Lou zag dat ze gepakt was door de enorme respons van het publiek.
"The next song, is dedicated to a person who was very important to me", leidde ze het volgende liedje in.
"And still she is, even she passed away".
Het was een liedje welk ze vlak na het overlijden van haar Marraine had geschreven.
En welks ze ooit hadden op een demo hadden gezet.
Maar ze was tot dusver emotioneel te moeilijk om dit lied voor een publiek te gaan zingen.
Tot de avond voor ze naar West-Vlaanderen trokken.
Toen besloot ze.
"Dit lied moet in onze playlist.
Ik wil dit echt zo hard brengen".
En zo geschiedde.
Het was een lied met een rustig ritme.
Maar met een ferme gitaarrif en heel krachtig gezongen.
"You are my strengt, you are my guide.
You are my guardian angel allways on my side.
You're in my mind, you're in my soul.
Untill the day it's my time to go.
You're a forever living spirit.
You're allways standing by my side.
You're a forever living spirit.
It's good to have you on my side".


Het was een diep en pakkend lied.
Welks ze zong met veel kracht en emotie.
Mensen haalden hun aanstekers boven en honderden lichtjes wiegden mee met de muziek.
Een moment van emotie en ook van saamhorigheid.
Het ging door merg en been.
Nadien volgde een lang applaus.
Gradienne was overweldigd door de emoties.
Ze liep het podium af en nam een flesje bier uit  de bak die onderaan de trap stond en dronk het in een teug leeg.
"Verdomme", zei ze.
"Dat had ik nu nodig se".
Ze zuchtte diep.
Lou sloot haar in haar armen, liet haar bekomen.
"Goed gedaan meiske.
Echt ik meen het.
Het was een succes.
We hebben het publiek mee".
Dat was ook zo.
Ze hoorden het publiek roepen. We want more!!! We want more!!! We want more!!!"
Gracienne gorde haar gitaar terug om, Lou volgde haar voorbeeld.
"Allez mannen... Nog één keer alles geven hé".
Ze liepen terug het podium op.
Gracienne keek het publiek uitdagend aan.
"This is my all time favorite song", zei ze.
"This is a song about express your feelings over the world around you and to sing about it"..
Toen weerklonk de laatste song van die avond.
Een klassieker die zowel Gracienne als Lou, alsook de anderen enorm graag hoorden.
Ook al was die uitgebracht lang voor ze geboren waren.
Ring Ring I've Got To Sing van Ferre Grignard had nooit zo luid en snel geklonken als toen die avond.

Na het optreden liep 'Jokke' hen tegemoet toen ze van het podium kwamen.
"Mien complimenten", zei hij.
"Ek benne ol twientig joar bezig met 't organiseren van concerten en festivals.
Khen ol vele gezien.
Mo wat da julder briengt, ewel doar doen 'k me klakke voor of wi".
Hij sloeg Lou om de schouder en trok hem dicht tegen zich aan.
Daarna gaf hij Gracienne een flinke pakkerd.
"Meisje", zei hij.
"Ghie e talent. Mo sourtout... Ghie zingt me passie.
Je ghoa ghie da nog verre briengn, zegt dat ek 't gezeid hein".
Jokke nodigde hen uit om een pint te drinken op zijn kosten.
In de 'VIP-bar' zaten ook mensen van de andere bands die optraden.
Alsook mensen van de pers en zelfs mensen van platenfirma's.
In een hoek zat een gezette man in halfopen bloemetjeshemd en een veelkleurige Bermuda en met sokken in sandalen. Fouter kon het haast niet.
Hij dronk zijn pint leeg, nam nog een trek van zijn sigaar en stond dan recht.
"Ier se", zei hij.
"Dat zaan de kette woarmee da kik nekier een klappeke wil doen".
Hij liep op Lou en de anderen af, en stak zijn hand uit.
Hij stelde zich voor, "Jean-Pierre Trullemans om ulder te dienen.
Delegè van Bichon Records".
Hij gaf aan Lou zijn visitekaartje, en stak meteen van wal.
"Ik goan der nie teveel woorden on voil moake hein", sprak hij in het onvervalste Brusselse dialect.
"Ik wil ulle in maaine studio, en liefst zoe rap meugelijk".
"Ok: Zei Lou. Maar wat hangt daar voor ons aan vast".
"Kadé", zei Jean-Pierre met luide stem.
"Groepkes gelijk gaaile vechten om baa maa een contract te kraage.
Giene zeiver, giene patatie patata. Nie zievere mor ploate oepneme en optredens in binnen en buitenland.
Ier in dees folderke stoan name van groepe die bij ons onder contract stoan of gestoan hemme.
En da zaain nie van de minsten hé ket".
Lou bekeek het foldertje met volle ernst.
En zijn belangstelling groeide.
Hij gaf het door aan Gracienne: "Dat mogen we niet laten schieten meiske", fluisterde hij in haar oor.

Ze zag het adres.
"Verdomme" zei ze stilletjes.
Toen wendde ze zich tot de man.
"Ik ken dat adres, was daar vroeger geen naaiatelier"? Vroeg ze.
"Gho jaaa kinneke", zei de man.
"Maan voader heeft da just achter den oorlog gekocht. Dat was eigendom van een Joodse madam die moete vluchten heeft.
In de joare vijftig bouwde mijne 'poepa' dat uit tot een van de modernste platenstudio's van heel België, ge meugt wel zeggen van heel 'den Europe'.
Nu zet ik zijn werk verder. Met dat verschil dat 'k mij concentreer op alternatieve pop en rockmuziek.
Den tijd van de grote orkesten is voorbij, en aan al dat techno gedoe doen kik nie mee zulle".
Gracienne had reden om hiernaar te vragen.
Het straatnaam kwam haar zo bekend voor.
Ze had haar Marraine zo vaak horen vertellen over hoe ze als jong meisje om den brode haar diensten ging aanbieden in een toen prestigieus naaiatelier in de Marollenwijk in Brussel.
En dat was net in dezelfde straat als op het kaartje stond, alleen het huisnummer was anders.
Maar ja, huisnummers kunnen door administratieve redenen al eens veranderen in de loop der jaren.
Gracienne kreeg het koud en warm tegelijkertijd.
"Verdomme, ik wil daar wel naartoe.
Ik wil dat gebouw wel eens van binnen zien.
Het lijkt wel voortbestemt dat de toekomst van onze groep daar zit".
Ze sloeg haar ogen ten hemel.
"Ik weet dat gij hiervoor hebt gezorgd Marraintje. Merci zulle".
Lou trok haar dicht tegen zich aan.
Intussen wendde hij zich tot de andere groepsleden, ook zij zagen het zittten.
Dat hoorde Jean-Pierre Trullemans graag.
"Ok ketjes. Lot ons afspreike, moandagmorge om neigen uur oep et adres dat oep maain kortje stoat. Doar kunnen we dan alles afhandelen en een try out doen. Is dat goed voor eule"?
"Geen probleem", zei Lou. "We zullen er zeker zijn".
Jean-Pierre schudde elk van de bandleden een hand en trakteerde hen op een heerlijk frisse pint.
Vol goede moed en meer dan euforisch keerden ze huiswaarts.
Zoals ze wel vaker deden, gingen ze voor een afsluitertje naar de Dinky Toys.
Toen ze binnenkwamen riep Lou meteen, "Willem een tournee general op mijn kosten!!!"
"Ow", zei Willem.
"Iets te vieren"?
"Dat zal nog niet zijn", zei Lou.
"We hebben een contract op zak. Maandag gaan we tekenen.
Maar eerst VIEREN!!"
En dat deden ze.
De sfeer zat goed.
Al hun vrienden waren blij.
De toekomst lachte hun toe.


Wat kon er er eigenlijk nog misgaan?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten