Pagina's

donderdag 7 april 2016

Het Pleidooi deel 4: De Getuigenis.



Sandra had veel aan de gesprekken met haar lotgenotes in de praatgroep.
Ze luisterde naar de raar en daad van de vele vrouwen en meisjes die het slachtoffer werden van verkrachting.
Maar ze had vooral veel aan de getuigenissen van meisjes en vrouwen die door de jaren heen, net als zijzelf het slachtoffer werden van die brutale vrouwenhater genaamd Francis Pelckmans
Ze zag hen als lotgenotes.
Want ze waren niet alleen verkracht. Ze moesten ook de gruwel van foltering, vernedering, slagen en allerlei verwensingen en beschimpingen ondergaan.
Toen de slachtoffers van Pelckmans elkaar vonden in de groepsgesprekken. Zochten en vonden ze een gerenomeerde advocaat die op het komende proces ‘hun belangen wilden behartigen’ zoals ze dat zo schoon kunnen zeggen.
Op een dag werden ze door hun ‘raadsman’ samengeroepen.
Er waren nog twee mensen die zich ‘Burgerlijke Partij’ stelden  tegen Pelckmans
Het was een ouderpaar van Spaanse origine. Hun enige dochter, hun liefdeskind kwam ook in de greep van Francis Pelckmans.
Maar helaas… Het broze, zachte en fijngevoelige meisje kwam die brutale confrontatie nooit meer te boven…
In het bijzijn van haar lotgenotes hoorde Sandra het dieptragische verhaal aan van de 17 jarige Inez Gonzales-Garcia.

Lieve mensen

Het is belangrijk voor het verloop van dit verhaal dat het verhaal van Inez Gonzales-Garcia hier verteld wordt.
Daarom bij deze….

We beginnen ons verhaal in de Rioja streek in Spanje.
Daar tussen de wijngaarden waar de populairste wijn van Spanje verbouwt wordt, daar in een prachtig oud kasteel dat hoog boven de prachtige wijngaarden uittorende.
Daar woonde een jonge Spaanse Doña genaamd Isabella Garcia-Lopes de Mariosa.
Ze was de dochter van een Spaanse edelman, en tevens een gelauwerde officier in het leger van Francisco Franco.
Een man met ijzeren principes en conservatieve denkbeelden.
Voor hem moest een vrouw zich onderdanig gedragen, gedienstig zijn tegenover haar echtgenoot en zich voornamelijk bezig houden met de orde in het huishouden en de opvoeding van de kinderen.
Met politiek en maatschappelijke ordening hoorden vrouwen zich niet bezig te houden.
En jonge meisjes van adellijke bloede moesten zich niet teveel onder het gepeupel bewegen, daar kwam toch niets goeds van.
Die denkbeelden maakten dat Isabella zich gevangen voelde, en je kan het al raden. De jonge dame met Spaans temperament en een merkbaar gevoel voor maatschappelijk engagement van het (je kan het al raden) links progressieve soort, dreef haar  vader wel vaker tot wanhoop.
Er was een fiësta in het dorp. Isabella wou er zo graag heen. Maar vader zag zijn temperamentvolle dochter daar liever niet rondlopen.
“Het is niet goed voor een jonge dame van goede stand om tussen dat losgeslagen gepeupel rond te lopen." Briesde haar vader.
“Die jongelui luisteren naar verderfelijke popmuziek, scharrelen met alles en iedereen en kennen waarden noch normen. Nee jij hoort daar niet thuis Isabella. Jij kan zoveel beter krijgen." Sprak haar vader met gestrenge toon. “Ik heb er alle reden toe om jou te verbieden naar de fiësta te gaan” !!!!
Maar de rebelse Isabella had lak aan de conservatieve ideeën van haar vader, wat wel vaker tot vlammende ruzie en harde klappen van haar ouweheer leidde.
Want ook op vlak van opvoeding was hij van de harde lijn. “Kinderen zijn nooit te oud om klappen te krijgen. Als ze denken dat ze groot genoeg zijn om vaders wil te negeren, dan zijn ze ook groot genoeg om vaders toorn te incasseren” zei hij wel vaker met strenge stem.
Maar het kon Isabella niet schelen dat vader haar op haar billen zou slaan met zijn rijzweep, of met zijn wandelstok die hij altijd bij zich had.
Ze wilde weg uit dat enge kasteel, weg uit die gouden kooi. Al was het maar voor even.
Op de Fiësta danste ze met ‘Chico’. Een mooie gebronsde Gitane. Een Zigeuner dus.
Hij kon prachtig gitaar spelen, had een goddelijke stem, kon dichten als de beste.
Isabella verloor haar hart aan hem. En hij, hij raakte in de ban van de pure schoonheid van de zwartharige, ranke, slanke Isabella.
Er ontstond een romance.

En om een lang verhaal kort te maken. Vader Garcia-Lopes de Mariosa zag zijn dochter liever niet in het gezelschap van een Andalusische ‘Gitane’ met Morenbloed.
Hij dreigde en sloeg en wou zijn dochter desnoods opsluiten in de kerker van zijn kasteel te midden van de rijke wijngaarden van de Rioja.
Maar zover kwam het niet. Isabella was slimmer.
Ze smeekte haar grote liefde ‘Chico’. “Breng me weg van mijn ouweheer.
Ik krijg het zo benauwd in dat bekrompen milieu waar hij me in dwingen wil. Ik wil niet heel mijn leven ten dienste staan van een beveelzuchtige legerofficier die hij als toekomstige echtgenoot voor me uitkiezen zal. Ik wil niet in een gouden kooi leven ver van jullie gewone mensen. Ik wordt misselijk als ik hoor hoe mijn vader en zijn vrienden officieren en edellieden over jullie gewone mensen spreken. Echt waar”.
Ja het was waar. Haar vader vond dat na het overlijden van Franco en de machtswissel die erop volgde, het ‘gepeupel’ teveel praat begon te krijgen. Dat de arbeider zijn plaats niet meer kende, en het ‘gewone volk’ geen enkel respect meer had voor God noch gebod.
Maar Isabella die maar al te vaak uit het kasteel wist te ontsnappen wist wel beter.
Ze luisterde maar al te graag naar de verhalen van de gewone mensen.
Ze wist hoe de gewone man in de straat maar al te blij was dat er eindelijke het einde kwam aan de tirannie van die 'smerige Franco'. Dat ze eindelijk vrijuit konden denken en spreken. Dat de jeugd eindelijk vrij kon zijn en de boeken kon lezen die ze wilden lezen. De films konden zien die ze wilden zien. En de woorden konden uitspreken die ze wilden uitspreken.
En net daarom raakte ze in de ban van de zigeuner Chico.
Hij was muzikaal, kon rijmen, dichten, kende hele citaten van boeken, had een scherp inzicht en een afwijkende mening over vele dingen.
Isabella en Chico. Het werd een mooi verhaal.
Maar haar vader was er niet mee opgezet.
Hij wilde haar kost van kost van die ‘smerige zigeuner’ scheiden.

Maar twee verliefde harten kan je niet scheiden.
 “Ik wil hier weg Chico". Smeekte Isabella nogmaals. "Weg van vader en zijn tirannie en zijn walgelijke conservatieve denkbeelden. Ik wil bij jou zijn.
Alleen bij jou voel ik me vrij en toch geborgen."
Ook Chico wilde graag zijn lieve Isabella dicht bij zich hebben, maar zo éénvoudig was dat niet.
De vader van Chico wist raad.
“Ik zal een brief schrijven naar een goede vriend van mij in Belgica.
‘Joske’ is zijn naam. ‘Joske’ was de zoon van het gastgezin dat mij opving toen ik op de trein werd gezet naar Noord Europa ten tijde van de Burgeroorlog.
Joske en ik schrijven nog regelmatig brieven. Ik zal hem schrijven en als ik nieuws heb laat ik het jullie weten.
‘Joske’ wilde de zoon van ‘Paco’, zijn Spaanse kameraad wel opnemen. En langs een clandestiene route over steile Pyreneese bergwanden raakten ze de Franse grens over (moest wel er waren toen nog grenscontroles). En met hulp van gedienstige vrachtwagenchauffeurs raakten Isabella en Chico in Vlaanderen.
Daar werden ze met veel warmte onthaald door ‘Joske’.
Hij kon de eigenaar van het huis naast hen overtuigen zijn huis aan hun te verhuren.
Chico ging aan de slag als klusjesman in het dorpsschooltje en Isabella ging aan de slag als administratief bediende op het stadhuis van de stad waartoe het dorpje waar ze gingen wonen behoorde.
Na een jaar in Vlaanderen werd hun liefdeskind  geboren.
Het was een meisje en ze doopten haar Inez.
Inez had de gracieuze trekken van haar mama en de muzikaliteit van haar papa.
Joske, de buurman die hen onthaalde als een waar vaderfiguur en die hen wegwijs hielp in de administratie en zo. Ewel dat was een fanatiek verzamelaar van allerlei muziekinstrumenten.
Hij had accordeons, gitaren, violen, orgels en wat weet ik nog allemaal.
Inez was erdoor gefascineerd. Ze kon al snel overweg met de gitaar en zijn oude accordeon.
“Dat meisje is een natuurtalent!!!!” Zei hij aan ieder die het horen wilde.
En dat was ze ook.
Ze moest maar een liedje horen en ze kon het al meteen naspelen op de gitaar van haar vader of die van ‘Nonkel Joske’ zoals ze hem zo graag noemde.
Inez was zo’n meisje dat door velen graag gezien was.
Een mooie ranke verschijning, lange zwarte haren, mooie reeënogen… Een gracieuze schoonheid met dat vleugje Spaanse charme.
Ze had een stem als een nachtegaal en mocht door bemiddeling van haar diepchristelijke moeder meezingen in het kerkkoor.
Maar ze zong ook bij een bandje van enkele van haar vrienden, en ja de teksten die ze mocht zingen waren niet zo Katholiek.
Maar wat deerde haar ouders dat. Ze zagen dat hun liefdeskind gelukkig was. Ines nam de gitaar die ze van haar vader kreeg mee naar ’t school en zong tijdens de pauze het ene liedje na het andere. En ze kreeg er nog bijval voor ook.

Op een avond, moeder Isabella had net een heerlijke maaltijd op tafel gezet.
 “Mama, Papa… " Zei Inez met een bang hartje. "Ik moet jullie iets vertellen….”
“Wat mijn kind”? Vroeg haar moeder bezorgt.
“Mama… Wees niet boos op mij, het is sterker dan mezelf.
Ik ben... lesbisch! “
Inez had tranen in haar ogen.
Maar haar mama en papa namen haar in hun armen en Moeder Isabella zei.
“Wat maakt dat nu uit lieveling. Als je maar gelukkig bent. Ik zal je toekomstige ‘echtgenote’ evengoed als mijn schoondochter ontvangen hoor”.
Vader Chico sprak.
“Lieve schat. Jij bent mijn allerliefste dochter. Wie je ook mag liefhebben. Te quiero mi hija!!!!”
“Ik heb  je lief mijn meisje”….
Caroline, Inez haar grote liefde werd meteen warm onthaald door Isabella en Chico.
Caroline was een lieve blonde meid die eruit zag als een fotomodel. Maar dan zonder de ‘jannestreken’ erbij.
Het was raar. Inez was ook een mooi meisje, lang haar, donkere sprekende ogen, rank en slank lichaam, en een elegante gang.
Nee niet alle lesbiennes zijn manwijven.
Je moest hen eens zien lopen, hand in hand. Met hun blik vol liefde.
Je moest hen eens zien dansen, op de jaarlijkse Chirofuif in het dorp.
‘Les yeus dans les yeus et la main dans le main’.
Maar de grootste liefde van Inez was muziek.
Weet je wat ze graag deed?
Gewoon gitaar spelen op het dorpsplein.
Soms ook in de stad.
Van terrasje naar terrasje. Liedjes zingen, mensen blij maken.
Zo vergaarde ze veel  geld.
Want zo’n frisse jonge verschijning met een engelenstem.
Daar hadden mensen nog wel geld voor veil.
Op een dag. Ze stond in de nabijgelegen stad te zingen voor het station.
Ze zong over liefde, over de natuur, over de vogels.
Niets aanstootgevend. Veel teksten waren in het Spaans.
Ze zong ook een Italiaans liedje, ze hoorde het op cassette bij buurman Joske.
“A la fiera del est” van Angelo Branduardi.
Een man, kwam naderbij.
Een enge man.
Het was Francis Pelckmans. Met zijn grijzende slapen en zijn gemene grimlach.
Hij gooide een briefje van 500 Euro in het mandje.
“Maar meneer dat is veel te veel." Zei Inez.
“Voor je liedjes ja… Maar toch niet voor een nachtje met jou lekkertje."
Inez schrok en deinsde terug…
“Nee dat wil ik niet… Ga weg." Ze gooide het briefje terug naar hem.
Ze ging naar huis, en probeerde het voorval te vergeten.

Enkele weken later stond ze er opnieuw te zingen.
Weer kwam de man.
Hij stond te luisteren en graaide met zijn hand in zijn broek. Het was duidelijk dat hij zijn lid streelde.
Inez voelde zich niet op haar gemak.
Toen ze het laatste akkoord van haar liedje speelde, kwam hij op haar af.
Hij greep haar  vast en zei. “500 Euro schatje, je moet gewoon met me neuken. Is toch rapper verdient dan hier te staan zingen ja”….
Bij die woorden zat hij onder het sierlijke zwarte kleed dat ze droeg, een mooi kleed dat haar Mama voor haar maakte. Ze voelde hoe hij met zijn vieze vingers naar haar clitje zocht.
Ze beet van zich af en krabte en beet in zijn grijpgrage armen.
“Piernas de mi cuerpo HIJO DE PUTA!!! (Poten van mijn lijf hoerenzoon)schreeuwde ze het uit.Terwijl ze hem vlak in het gezicht sloeg.
Een voorbijganger kwam tussenbeide. Hij kende Inez.
“Hey wat gaat zijn jonge… Laat da meiske met rust of ik slaag u in de kliniek smerig lowlife!!!!”
Francis duwde de jongeman op de grond en spuwde hem in het gezicht.
Hij lachte hem uit.
“Gij moet nog veel boterhammekes eten ventje. Eer ge mij in de kliniek wilt slaan…
Onnozele janet!!“
Inez reed met haar fiets terug naar huis. Naar het dorpje waar ze opgroeide.
Zo snel als haar benen maar trappen konden.
Maar een Land Rover maaide haar van de weg.
Nog voor ze recht krabbelen kon voelde ze een pistool tegen haar slaap.
Ze werd gedwongen in te stappen.
Ze onderging de zelfde lijdensweg als Sandra.
Maar dan met nog meer vernederingen.
Hij sloeg haar niet alleen met de rijzweep. Hij gaf haar elektroshocks, sloeg met een ijzeren staaf op haar benen, ze zou nooit meer kunnen lopen zoals voordien. En nooit meer zonder pijn.
Hij penetreerde haar met die zelfde staaf. Daardoor zou ze nooit nog kinderen kunnen krijgen.
Hij schold haar uit voor ‘Spaans crapuul’. Hij kon het niet verdragen dat ze haar uitschold in het Spaans. Dat hij haar ‘hoerenzoon ‘ noemde.
Hij noemde haar ‘smerig ingevoerd crapuul’.
Het paste zo hard bij zijn instelling.
Wat niet dacht zoals hij, wat niet paste in zijn ‘Male Chauvinist Pig’ instelling. Bij zijn enggeestige rechtse denkbeelden.
Daar kotste hij op, dat moest en zou hij vernederen.
En als het een vrouw was.
Er nog zijn lusten op bevredigen ook

Een landbouwer vond Inez
Toen hij die ochtend zijn veld wilde omploegen.
Toen vond hij haar.
Naakt, in shock. Naakt met vreselijke verwondingen over heel haar lichaam.
Ze werd naar de kliniek overgebracht.
Men omringde haar met de beste zorgen.
Maar Inez….
Ze was gekraakt, totaal gekraakt.
Het licht uit haar mooie bruine ogen was helemaal verdwenen.
Ze sprak met hese, stille, licht krakende stem. Ze was niet meer in staat om zo mooi en helder te zingen zoals ze voordien deed.
En ze liep met trage tred, het hoofd gebogen. Ze gedroeg zich angstig en schuw voor alles en iedereen.
Alle levenslust werd uit haar geslagen.
Ze kreeg psychologische begeleiding.
Maar nadat ze een overdosis pillen nam, en een maand daarna haar polsen over sneed.
Leek het beter dat ze opgenomen zou worden.
Inez verbleef in een instelling.
Daar leek het of men tot haar door kon dringen.
Caroline zocht haar op en ze vertelde dat Inez er levendig en blij uitzag.
Ze vertelde over hoe ze haar geliefde vriendin haar handen vastnam en hoe ze samen voorzichtige toekomstplannen maakten.
Aan de behandelende artsen vertelde Inez dat ze zo graag eens naar huis wou. Ze wilde genieten van de zomer in de tuin van haar ouders. Haar vrienden terug zien. En dan na een week terug met verse moed aan de therapie beginnen.

Inez at goed, werkte goed mee aan de therapie en zo.
Dus de artsen en psychologen gaven haar de toestemming voor een weekje verlof.
Inez leek te genieten van het contact met haar ouders, haar buren,  haar vrienden…. Van het samenzijn met Caroline.
Maar dan die laatste avond. De avond dat ze ongemerkt maar diep intens, afscheid nam van het leven.
Ze had de dag doorgebracht bij Caroline thuis. Onder een fleecedekentje keken ze op Caroline’s kamer naar een film. Ze nestelde zich in de schoot van haar geliefde, van het meisje dat ze zo graag zag. En genoot ervan hoe Caroline liefdevol met haar vingers door haar haren woelde. Na de film nam ze afscheid van haar lieve Caroline met een lieve knuffel en een voorzichtige maar lange tongzoen…
Daarna ging Inez naar huis. Moeder had gemarineerde kippenbillen met saffraanrijst klaargemaakt. Haar lievelingskost. Maar Inez had er maar een klein beetje van gegeten.
Ze zei dat ze moe was en wilde op haar kamer zijn.
Haar moeder zag haar zitten op de vensterbank,met een dromerige blik in haar ogen. Ze zag hoe haar dochter genoot van de avondzon.
Maar had niet door hoe ze de omgeving afspeurde, hoe ze de weg van de achterdeur tot het duivenhok van buurman Jos bestudeerde.
Maar het laatste wat ze van haar lieve dochter zag was hoe ze haar blik ten hemel sloeg.
Hoe ze staarde naar de ondergaande zon die langzaam achter de kerktoren verdween. Naar de mooie wolkenformaties. Alsof het de poorten van de hemel waren.
Dat beeld deed Inez nog het meest van al verlangen naar haar nakende einde.
Ze zag in het spel van zonlicht in voorbijdrijvende wolken, echt wel de poort naar het paradijs. Naar een land waar ze ooit zou gaan leven, bevrijdt van pijn en angst.
Dan sloot Inez het raam en schoof ze de gordijnen dicht…
De volgende ochtend ging Jos zijn duiven voederen.
Hij zag hoe het poortje achter het duivenhok niet goed gesloten was. En dat ergerde hem.
“Wie heeft er da gedaan, Der heeft toch niemand willen binnendringen zekers? Jamoja... in dezen tijd weet ge nooit…”
Even later sloeg hij een ijselijke kreet….
Chico die zijn ochtendsigaretje rookte hoorde het en ging erop af.
Terwijl zijn echtgenote zich zorgen maakte omdat Inez niet op haar kamer was.
“Joske wat is er”? Vroeg hij.
Maar even later stond hij naast Joske aan de grond genageld.
Zijn enige dochter, zijn liefdeskind.
Ze hing daar met een koord rond haar nek aan de tak van een oude eik die achter Joske zijn duivenhok stond.
In haar handen zat een stuk papier geklemd.
Haar afscheidsbrief.

Querida mamá, querido papá.
Ik weet dat ik jullie nu heel veel verdriet heb aangedaan.
Maar ik kan echt niet verder.
Elke dag, elk moment, elke minuut…
Voel ik die vieze handen, hoor ik die griezelige stem en ruik ik die vieze geur. Iedere geur, ieder geluid, elke onbekende blik… alles herinnert me aan die vieze vent die me vernederde, sloeg, minachtte…
Elke nacht word ik badend in het zweet wakker.
Met elke stap voel ik die vreselijke slagen op mijn benen.
Elke dag voel ik hoe hij mij vernederde en mij de kans ontnam om ooit zelf een kindje op de wereld te  zetten door mij met die ijzeren staaf te misbruiken.
Lieve Mama, lieve Papa…
Ik weet ik doe jullie veel verdriet.
Maar vergeef me alsjeblief.
Ik kan niet verder.
Het leven doet pijn.
Alles in mijn lichaam doet me denken aan die ene vreselijke dag.
En dat doet me zo’n pijn.
Het doet zo’n pijn !!!!!
Ik kan niet meer…. Echt niet.
Het spijt me. Echt waar.
Maar het gaat niet meer.
Lieve Caroline.
Wees niet boos op me.
Ik was gelukkig met jou.
Mijn God wat heb ik genoten van je lichaam.
Van die heerlijke liefdesmomenten met jou.
Je liefde was zo oprecht, en ook jou steun na die ene vreselijke dag.
En je deed alles om me op te monteren.
Je praatte op me in, met het idee dat dat mij er bovenop helpen zou.
Ik waardeer dat.
Maar het hielp langs geen kanten.
Maar het ligt niet aan jou lieve Caroline.
Het zit in mezelf.
Ik kan niet meer.
Echt niet.
Ik heb geprobeerd.
Probeerde me op te trekken aan de toekomstplannen die we samen maakten.
Maar eerlijk… Het lukt me niet.
Het gaat niet meer…
Ik kan echt niet meer. Hoezeer ik ook wil.
Hoezeer ik ook probeer.
Wees niet boos op me lieve, lieve, lieve Caroline.
Alsjeblieft.
Ik weet ik doe je veel verdriet.
Maar ik kan niet meer. Echt niet.
Het doet zo’n pijn.
Aan alle mensen die van me houden.
Het spijt me…
IK KAN NIET MEER… HET GAAT NIET MEER !!!!!

Het leven doet zoveel pijn…
Vaarwel en alsjeblief…
Vergeef me.
Liefs xxx
Inez.

Dit waren haar laatste woorden.
Nadat ze op een koele en nevelige nacht het huis uitsloop met onder haar nachtpon een koord die ze bij de Chiro had buiten gesmokkeld enige dagen terug.
Zachtjes sloot ze het poortje, maar niet goed genoeg zodat haar buurman het toch zag dat iemand het poortje opende.
Die brave goeie buurman met zijn kippetjes, duifjes, zijn lieve Duitse Herder en zijn poesjes.
Die brave buurman die Inez, het liefdeskindje van de zoon van zijn vroegere speelkameraad en zijn lieve echtgenote, zo diep in zijn hart sloot. Als was het zijn eigen kleindochter.
Hij vond zijn oogappel diezelfde ochtend, toen de prille stralen van de ochtendzon een mooie en warme dag aankondigden, aan een koord bungelen.
De brave man zou dit nooit meer te boven komen.

De schok in het dorpje was groot,toen men vernam wat er met Inez was gebeurd?
Inez was graag gezien.
En velen waren aangedaan over hetgeen haar overkomen was.
En nu is ze er niet meer.
Onder massale belangstelling greep een week later de uitvaartplechtigheid plaats.
Het kerkje was te klein voor de vele vrienden, kennissen en sympathisanten.
Mensen leefden mee met haar ouders die zo vol verdriet waren omwille van het heengaan van hun liefdeskind.
Met die lieve Caroline die met stokkende stem een tekst voorlas, een hulde aan haar grote liefde en aan haar ouders die uit pure genegenheid haar naam op Inez haar doodsbrief en rouwprentje zetten.
‘Caroline Vermeiren – Haar allerliefste vriendin’ stond er te lezen.
Caroline kon haar tekst niet afmaken. Ze werd overmand door verdriet.
Zachte handen ondersteunden haar.

Arme Caroline
.Ook zij werd onrechtstreeks slachtoffer van die klootzak van een Francis Pelckmans.
Want hij had haar, haar eerste echte en tot nu toe enige grote liefde ontnomen….
Het meisje liep elke ochtend met gebogen hoofd naar het kerkhof. Vaak met een ruiker bloemen in de hand.
Dan knielde ze neer bij het graf van haar ‘allerliefste’.
En huilde bittere tranen…


Het verhaal van Inez raakte Sandra diep in haar ziel.
Ze kon het niet van haar afzetten.
“Dit is zo hard”, zei ze achteraf…. “Zo hartverscheurdend en pijnlijk."
Thuisgekomen kreeg ze geen hap door haar keel.
Moeder dacht eerst dat ze weer naar boven zou gaan, zich terugtrekken op haar kamer.
Maar Sandra bleef zitten, en staarde voor zich uit.
“Ik heb vandaag iets heel triest gehoord mama." Zei Sandra zacht.
“Het verhaal van een meisje, ze werd ook verkracht door die klootzak van een Pelckmans.
Een lotgenote. Net als Linda, Inge, Nadja, Tine en ikzelf…
Alleen. Wij hebben het overleeft, wij sloegen er ons door. Zij had er de kracht niet voor”…
Sandra vocht tegen haar tranen.
“Inez had de kracht niet om terug te vechten Mama. Ze werd nog harder vernederd, geslagen, geschopt, misbruikt en verkracht dan dat hij met ons deed. En dan te weten dat ze amper 17 was.
Dat meisje was gewoon gekraakt…. Ik heb zo met haar te doen.
Ik voel haar pijn Mama.
Mijn pijn, mijn angsten. Die waren erg.
Maar mijn benen werden niet kapot gestampt. Mijn knieschijven werden net niet verbrijzeld. Mijn baarmoeder werd niet kapot gepenetreerd met een ijzeren staaf."
Sandra dronk haar Cola uit.
“Ik trek me zo hard op aan de steun van de andere meisjes, van mijn lotgenotes. En het doet me deugt om hen ook te steunen door mijn verhaal te vertellen.
Maar Inez vond geen steun bij lotgenotes. Zij had niemand die zei 'meisje  ik versta je pijn. IK maakte het zelf mee'."
Zij had alleen haar ouders, familie, vrienden. Die steunden haar, net zoals jij en papa mij steunden.
Maar da’s niet hetzelfde als de bemoedigende woorden, de raad en de steun van iemand die weet waarover ze spreekt.
Waarom werd haar dit niet gegund…
Arme Inez...”
Sandra en haar moeder praatten nog wat na. En samen keken ze nog wat naar de TV.
Toen ging Sandra naar boven.
Maar Inez…  Sandra kon haar lot niet van haar afzetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten