Pagina's

donderdag 9 juni 2016

Liefde in Cuba 5


Joeri speelde een gevaarlijk spel.
Dat besefte hij.
Hij loog keihard tegen zijn overste.
Hopende dat Sergei zou zwijgen, wat hij gelukkig deed.
De volgende dag gingen ze weer aan het werk.
De hele dag van werf naar werf.
Uitendelijk kwamen ze 's avonds aan in het hotel.
Toen muisde Joeri er van onder.
Nog voor het avondmaal.
Hij liep door de stad.
Hield weer een auto staande.
Toen kwam hij bij het park vlakbij de universiteit waar hij de dag ervoor Manuela's verhaal hoorde.
Hij wachtte op haar. Minuten werden uren, en zo werd het een stuk in de nacht.
Ze kwam niet.
"Nee!!!!" Dacht hij.
Ze hebben toch niet.
Hij ging terug naar de stad, te voet.
Tranen in de ogen.
"Manuela", zei hij stilletjes.
"Ik kan het niet geloven.
Waarom toch meisje.
Waarom moest het zo lopen met je"?
Hij ging een kroeg binnen die nog open was.
Hij bestelde rum.
Zat aan de toog voor zich uit te staren.
Ineens een stem.
"Oye Amigo, ik ken jou."
Het was de oude tandeloze Cubaan die hem gisteren naar de universiteit bracht in zijn oude Amerikaanse slee.
Hij was behoorlijk aangeschoten, kon amper op zijn benen staan.
"Wat zie jij er treurig uit Amigo?
Kom drink een Mojito van mij.
Heerlijk drankje is dat.
Het was het lievelingsdrankje van de gekende schrijver Ernest Hemingway.
Een groot Amerikaans schrijver.
Ik heb veel Mojito's gedronken met hem.
Schitterende man.
Drink, om de pijn te verdrijven.
Ik heb ook pijn Amigo.
Mijn jongste zoon Fernando, hij zit in de gevangenis.
Omdat hij lid was van een dissidente organisatie.
La Rosa Blanca.
Ik wist er niks van señor.
HIj zat op de unief, studeerde rechten.
Op een dag ik wilde hem wat geld brengen en de kleren die mijn vrouw had gewassen.
En ineens, zijn kamer was leeg.
Een medestudente kwam hem zeggen dat ze hem kwamen halen.
Nu zit hij weg te kwijnen in een eenzame cel.
Zelfs ik, zijn eigen vader.
Mag hem niet bezoeken.
Maar ik mocht wel twaalf uur op het politiebureau blijven voor ondervraging.
Ik.
Die altijd trouw de revolutie diende.
Werd er behandeld als was ik een ordinaire dief."
De man huilde.
Dronk zijn glas leeg en gooide het in een vlaag van woede op de grond.
"A la mierda la revoluçion!!!" Zei hij luid.
"Fidel Castro es un HIJO DE PUTA!!!!"
"Ken je soms Manuela Granados"? Vroeg hij.

De man keek op van zijn nieuwe glas mojito dat hij net bestelde, en waar hij een flinke teug van nam.
"Esa pequeña cantante." Antwoordde hij.
"Dat kleine zangeresje.
Ja ik ken haar.
Kende haar vader ook.
Die hadden ze ook lelijk te grazen.
Ik zie haar soms op de universiteit.
Vanmiddag nog.
Ze heeft ook problemen, ze vroeg of ze geen schuilplaats wist?
Maar ik moest weigeren.
We zijn klein behuisd en de politie en veiligheidsdiensten liggen ook bij mij op de loer.
Jammer, Manuela is een goed meisje.
Met een gouden hart.
Ken haar al van kleinsaf aan.
Ze woont niet ver van mij vandaan".
De oude man glimlachte.
"Ik ken veel mensen in deze stad.
Wat wil je, ik heb mijn hele leven gewerkt als scharesliep.
Iedereen kwam bij mij langs om zijn messen te slijpen.
Ik verdiende goed mijn brood, en kocht mezelf een mooie Amerikaanse auto.
Een tweedehandsje, vlak voor de revolutie.
Is nog altijd van mij".
Zo vertelde de man maar verder.
"Heb je een idee waar Manuela zou kunnen zijn"? Probeerde Joeri opnieuw.
"Als ze echt op de loop is... Dan is ze nu vast bij Esmeralda Gijon.
Daar alleen kan ze veilig zijn.
Esmeralda is de bazin van de duurste hoerenkeet van Havana, alle partijbonzen komen daar hun pijp uitkloppen.
Niemand zal haar daar zoeken, want Esmeralda zou ervoor kunnen zorgen dat hun scheve schaatsen aan het licht komen"...
Toen dronk de man zijn Mojito uit en verliet de kroeg.
Waggelend en lallend liep hij door de lege straten van Havana.

Twee dagen later.
Joeri had zich twee dagen kalm gehouden.
Liet niets merken.
Maar hij wist wat hij moest doen.
Hij ging naar 'El Pettirojo' (Het Roodborstje).
Een geduchte keet in Havana.
Een hoerentent.
Officieel was er gene prostitutie in Cuba.
Want prostitutie was een uitwas van het kapitalisme, en in een land waar ieder gelijk is was het onmogelijk dat vrouwen hun toevlucht moesten zoeken tot prostitutie om rond te komen.
Maar niets was minder waar.
Vladimir had hem al gezegd, "als je plezier wilt met een meisje ga naar El Pettirojo. Da's veel veiliger dan de eerste beste scharrel die je kan bestelen, of die een dissidente kan zijn".
Hij vertelde ook dat er veel Russische gezanten op missie in Cuba naar die keet gingen.
Joeri stond voor een discreet gebouw.
Geen schreeuwerige neonlichten, geen roze lampen.
Alleen een opschrift in afbladderende verf.
'EL PETTIROJO'!
Joeri opende de deur en betrad een mooi onderhouden ruimte met duur rood tapijt en prachtige schilderijen aan de wand. Een dikke dame liep hem tegemoet.
"Buenas tardes señor, wat kan ik voor u doen"?
"Bent u Esmeralda"? Vroeg hij.
"Si señor", zei ze lachend.
"Wat wil je? Jong? Iets ouder? slank of iets dikker"?
"Kan ik u even spreken, discreet als het even kan".
"Señor"... Zei Esmeralda bezorgt... "Ik ga toch geen last krijgen met u, ik weet dat jullie Sovjets niet happig zijn op mijn praktijken. Maar kijk... "
"Ik ben hier niet in de hoedanigheid van Sovjet gezant. Ik ben immers maar een gewone tolk, mijn oversten weten niet dat ik hier ben, en zeker niet waarom.
Want voor dat ene komen ze ook. Kunnen we even praten op uw kantoor"?
"Volg me", zei Esmeralda met een diepe zucht.

Op haar kantoor, een prachtige ruimte met vlammend rood tapijt versierd met goudkleurige moteiven, muren met chique behang en in het midden een groot bureau.
Esmeralda installeerde zich achter haar antieke mahoniehouten bureau. Joeri kwam meteen terzake.
"Ik zoek Manuela Granados", zei hij.
"Ik leerde haar kennen tijdens mijn opdracht... En ik ben van haar gaan houden".
Hij boog het hoofd.
"Madre Madonna", prevelde Esmeralda.
Joeri duwde enkele pesos in haar hand.
Maar ze bleef zuchten.
"Joeri", zei ze.
"Manuela is in groot gevaar.
De staatsveiligheid zoekt haar.
Je kan nergens met haar heen.
Ik kan je maar één goede raad geven jongen...
ZET HAAR UIT JE HOOFD!!!"
Joeri stond perplex.
Wist niet wat zeggen.
"Ik kan niets voor je doen jongen", zei Esmeralda.
"Is ze hier?" Vroeg hij.
Esmeralda zei niets, ze knikte even.
Meer dan genoeg voor Joeri als bevestiging.
"Ik wil haar zien", zei hij.
Maar ze herhaalde...
"Zet haar uit je hoofd jongen.
Als je echt van haar houdt, als je echt zoveel om haar geeft.
Laat haar gaan.
Jij kan haar niet helpen.
Het zal je eigen ondergang worden, alsook de hare.
Ik herhaal het nog eenmaal...

ZET MANUELA UIT JE HOOFD!!!"

Esmeralda zag zijn verdriet, ze is een begrijpende vrouw.
Een vrouw die haar wereld kent.
Ze haalde een fles wodka uit de kast en schonk een glas in.
"Hier, dit zal de pijn in je hart temperen".
Ze woelde door zijn haren.
"Waren er maar meer mannen zoals jij." Zei ze stilletjes.
"Ik meen dit jongen.
Hier komen dagelijks tientallen mannen over de vloer.
Allen met die geile blik in hun ogen.
Denkende aan maar één ding.
Jij bent anders.
Ik wou dat ik je kon helpen.
Maar dit gaat echt, echt niet!!!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten