Pagina's

dinsdag 7 juni 2016

Liefde in Cuba.




Moskou 1980.

Het was de tijd dat het ijzeren gordijn Europa in tweeën deelde, en het Communisme nog oppermachtig over Oost-Europa heerste.
Het was een koude dag in januari. de ijzig koude noordenwind joeg felle sneeuwbuien over de stad.
Maar dat was geen reden voor de Moskovieten om zich zorgen te maken. Dit weer zijn ze immers gewoon, elke winter opnieuw.
Met de trein, de bus en de metro begaven ze zich die ochtend naar hun werk in de fabrieken en overheidskantoren van de stad.
Een metrostel denderde door de lange smalle tunnels. De mensen in het stel zaten in zichzelf gekeerd te peinzen.
Sommigen lazen in de overheidskrant Pravda, Anderen staarden gewoon voor zich uit.
Een van de passagiers was de 21 jarige Joeri Komatchenko. Een grote breedgeschouderde doch ietwat schuchtere jongeman.
Intelligent, hield van schaken, judo, worstelen en lezen. En hij was fier op zijn lidmaatschap van de Komsomol, De jeugdafdeling van de Communistische partij van de Sovjet-Unie.
Hij was net afgestudeerd als vertaler tolk. Een echte talenknobbel die slim genoeg was om te beseffen dat hierin de opportuniteit lag om iets te doen waarvan andere Russische jongeren alleen maar van konden dromen.
Namelijk... Iets van de wereld kunnen zien !!!
De metro had zijn bestemming bereikt en even later voelde hij de snerpende noordenwind in zijn gezicht waaien. Hij zetten zijn kraag op en trok zijn berenmuts iets dieper over zijn oren.
Hij wandelde naar het 'bureau voor buitenlandse hulp en ontwikkeling'. Een dienst die zich inzette voor de het brengen van welvaart en de verspreiding van het communisme in ontwikkelingslanden. Een bureau dat vooral nauw samenwerkte met het verre Cuba.

Hij betrad het bombastische gebouw en liep naar de balie waarin een norse oude man hem nijdig aankeek.
"Wat moet jij hier"? Vroeg hij bars.
"Ik heb een afspraak met Andrej Partchokovitsj. Antwoordde hij. En duwde hem de brief in de hand die hij gisteren ontvangen heb.
"Hmmm, hmmm, hmmm" mompelde de man terwijl hij de brief las.
"En jouw naam is"? Vroeg hij op een even barse toon.
"Joeri Komatchenko", antwoordde hij.
"Zesde verdieping, derde deur rechts. Aanmelden bij Boris Rebrovitch, baste de norse grijsaard aan de balie.
Joeri nam de lift en wandelde naar de derde deur rechts op de zesde verdieping.
Hij klopte op de deur. Die ging open en een imposante man in uniform deed open.
"Kameraad Joeri Komatchenko meldt zich", stelde Joeri zich voor. "Bent u 'Boris Rebrovitch'?
De man in uniform griste Joeri zijn brief uit zijn handen en zei. "Wacht een ogenblik, ik bezorg deze brief aan mijn overste.
Het duurde enige minuten, maar even later kwam de man in uniform terug.
"Kameraad Andrey Partchokovitsj wil u ontvangen, volgt u mij naar zijn bureau".
Joeri volgde, de man in uniform klopte op de deur. Een oudere man in deftig maatpak deed open en ontving Joeri met een brede glimlach.
"Hahaa kom erin jongeman", zei Andrej. En Joeri betrad het imposante bureau een hogere 'apparatsjik' waardig.
Laat me je voorstellen aan de kameraden Sergej Tsjernyovsky en Vladimir Klotsakov.
Zij zijn bouwkundigen die werken aan een grootschalig huisvestingsproject in Cuba. Maar omdat het de meeste Cubanen buiten het Spaans alleen maar wat schools Russisch spreken en onze vrienden moeite hebben om technische termen naar het Spaans te vertalen. Hebben wij nood aan een goede vertaler-tolk om dat taalprobleem te overbruggen.
Jij hebt goeie referenties mijn jongen. En je bent een overtuigde communist in hart en nieren.
En ik neem aan dat je wel wat van de wereld wil zien.
Daarom heb ik je aangeworven om als vertaler-tolk deze kameraden te vergezellen bij hun zware, doch belangrijke opdracht bij onze vrienden in het verre Cuba.
Het nobele Cubaanse volk heeft zich op dappere wijze vrijgevochten. Ze hebben zich uit de klauwen van de laffe, laaghartige, Amerikaanse bezetter en hun Cubaanse imperialistische vazallen en zichzelf weten te bevrijden. En werken nu hard aan de welvaart van het gehele Cubaanse volk. Nooit eerder hadden zoveel Cubanen toegang tot geneeskunde, onderwijs, goed betaalde arbeid en degelijke huisvesting als nu.
25 jaar geleden woonden de armste Cubanen nog in krotten. Maar dankzij het huisvestingsproject waar ons grootmoedige vaderland zijn schouders onderzet. Hebben meer Cubanen dan ooit de mogelijkheid om over een waardig onderkomen te beschikken.
Morgenvroeg Kameraad Komatchenko vertrek je met deze kameraden op missie naar Cuba. Dus ik geef je deze goede raad. Kruip vanavond maar vroeg onder de wol, want je wordt al zeer vroeg op de luchthaven verwacht en de reis zal zeer lang zijn".
Na deze woorden drukte Andreij Partchokovitsj Joeri de hand en wenste hem veel geluk.
Ook zijn twee reisgezellen drukten hem de hand en zeiden dat ze uitkeken naar een prettige samenwerking.

De Volgende ochtend.
Stond Joeri samen met zijn ouders in de vertrekhal van de Moskouse luchthaven.
Zijn vader Anatoly legde de zijn handen op de schouders van zijn zoon.
"Goede reis mijn jongen, doe het goed ginder. Laar ze daar in Cuba maar eens zien tot wat de zonen van Rusland in staat zijn. Ik ben verdorie fier op je mijn jongen".
Moeder Yelena drukte haar jongen tegen haar borst.
"Wees voorzichtig mijn lieve jongen. Laat me na je lieve zusje Natasha nu ook jou niet verliezen. Ik zie je graag mijn lieve jongen".
Natasha was zijn zusje die op amper twaalfjarige leeftijd brutaal uit het liefdevolle gezin Komatchenko werd weggerukt.
Natasha was een beloftevol turnstertje dat barstte van het talent.
Maar helaas, op een druk bijgewoonde sportmanifestatie waar ze het beste van haar kunnen liet zien liep het op de eerste juli van het jaar 1974 onverbiddelijk fout af.
Ze deed een oefening aan de ringen en zou die besluiten met een prachtige salto waar ze maandenlang op had geoefend.
Niemand die weet wat er precies gebeurde. Maar ergens maakte ze een verkeerde beweging en viel met haar hoofd naar beneden tegen de matten.
En bleef roerloos liggen...
Het publiek was ontzet en reageerde met afgrijzen.
Toegesnelde verzorgers en artsen konden nauwelijks meer doen dan het overlijden vaststellen van de jonge en beloftevolle atlete Natasha Komatchenko.
's Anderendaags schreef de Pravda en kort maar lovend eerbetoon aan de veel te jong gestorven Natasha.
Het was dus te begrijpen dat Moeder Yelena met veel smart in het hart afscheid nam van haar overgebleven kind.
Joeri's reisgezellen Sergei en Vladimir kwamen ook aan, met de nodige reisdocumenten. Joeri nam afscheid van zijn ouders en samen wandelden ze de grote poort door. Langs de douane en dan naar buiten waar het vliegtuig al stond warm te draaien.

Hoog in de lucht vloog het vliegtuig van de fiere Sovjet luchtvaartmaatschappij Aeroflot naar zijn verre bestemming.
Joeri zag machtige wolkenformaties en zo af en toe ook een stukje van de begane grond. Eerst onder een machtig wit sneeuwtapijt. Maar dan ook nog groen. En dan de zee. "De Oceaan"? Vroeg hij.
"Nee zei Vladimir dat is de Adriatische Zee. We hebben net Joegoslavië achter ons gelaten. Daarna vliegen we over Italië. En dan over Noord-Afrika. Algerije en Marokko. En daarna de grote blauwe Oceaan tot in Cuba".
Is het de eerste maal dat je vliegt". Vroeg Sergej.
Ja zei Joeri schuchter.
"Geniet er maar van", repliceerde Sergej. Vliegen is heerlijk en onze Aeroflot is de beste luchtvaartmaatschappij van de wereld.
Joeri viel uiteindelijk in slaap na het verorberen van een typische luchtvaartmaaltijd met te kort gekookte aardappelen, taai vlees en fletse groenten. Vergezeld van een goed glas wodka natuurlijk.
En werd wakker vlak voor het vliegtuig de landing inzette in Havana.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten