Pagina's

maandag 5 september 2016

Haar laatste verlangen.


Een zwembad. Overvolle tribunes.
Tien zwemsters staan klaar voor de start.
Zenuwen strak gespannen, blik op scherp.
Snelle doch regelmatige ademhaling.
Er staat dan ook veel op het spel.
Provinciale kampioenschappen.
De eerste drie kunnen zich plaatsen voor het Belgische kampioenschap.
Op baan twee staat de twintigjarige Nathalie Van Bosvoorde.
Een grote struise breedgeschouderde jongedame, brandend van ambitie.
In de jeugdreeksen had ze al een mooi palmares opgebouwd. Tot zelfs brons in het nationaal kampioenschap voor de jeugd.
Maar nu zou ze aan het echte werk beginnen.
Nathalie was als kind al een echt waterratje.
Eens in een zwembad was ze er met geen stokken uit te krijgen.
En ze had talent.
Ze ging bij de plaatselijke zwemclub en daar kon ze haar talent ontplooien.
Ze had een echte winners mentaliteit.
En trainde keihard.
Om zes uur ’s morgens was ze al baantjes aan het trekken. Dan klaarmaken voor ’t school.
En ’s avonds weer het water in, of gaan krachttrainen.
Telkens opnieuw.
Nathalie leefde voor het zwemmen.
Ofschoon haar ouders wilden dat ze een diploma zou halen.
Zoals het hoorde.
Combineerde ze het zwemmen met haar studie.
En ook daar was ze ambitieus.
Ze studeerde rechten.
En het ging haar goed af.
Het startschot werd gegeven.
Nathalie dook het water in.
Met forse slagen crawlde ze zich als een pijl door het water.
Ze liet de andere zwemsters ver achter zich.
Haar lengte en haar brede postuur speelde in haar voordeel.
En dat speelde ze ten volle uit.
Ze haalde alles uit haar stevige gespierde armen en krachtige, robuuste lichaam wat er uit te halen was.
Van op de tribune werd ze toegejuicht.
Al haar vrienden, familie, en ook haar vele fans waren er.
“Vooruit Nathalie." “Zet hem op maske." Klonk het vanuit de tribune.
Vaag hoorde ze het als een rollende pletwas wanneer haar oren watervrij waren.
“Natske, Natske, Natske, Natske!!!!" Telkens weer.
Het gaf haar moed.
Ze ging er helemaal voor.
Er was maar een zwemster voor haar.
Maar die maakte geen schijn van kans.
Nathalie won.
De zaal ontplofte.
Ze hing aan de kant uit te hijgen.
Dolgelukkig.
Toen hees ze zichzelf uit het water.
Pascal, haar trainer sloeg een handdoek over haar lichaam en gaf haar een flinke knuffel.
“Schitterend gedaan meid, een echte prachtprestatie!” Zei hij.
“Je hebt het provinciale record gebroken en je staat heel dicht bij het Belgische record
Kom hier Nathalie.” Zei hij terwijl hij haar nogmaals stevig vastnam.
“Ik ben Godverdomme trots op je meisje."
De andere zwemsters feliciteerden haar met de overwinning.
Emoties overweldigden haar.
Maar dan ineens.
Haar hoofd begon ineens te bonzen.
Ze had al een tijdje last van bonzende hoofdpijn, soms van draaierigheid.
Haar moeder had al vaker geopperd dat ze daar eens mee naar de dokter moest gaan.
Maar dat wimpelde ze altijd af.
Ze mocht er niet aan denken om ziek thuis te moeten blijven.
Nu er zoveel belangrijke wedstrijden aankwamen.
Nathalie voelde zich ineens draaierig en het leek wel of er met een stormram op haar hoofd werd ingebeukt.
Ineens moest ze overgeven. Zomaar.
“Nathalie, gaat het”? Vroeg Pascal bezorgd.
Maar ze kon niets meer zeggen.
Ze viel flauw.
“Kan er een verzorger komen?” Vroeg hij direct.
Ineens stonden enkele verzorgers en ook een dokter rond haar.
Er werd besloten om een ambulance te laten komen en haar naar het ziekenhuis te laten overbrengen.
Ook haar ouders kwamen erbij.
Haar moeder was bezorgd.
“Hoe kan dat nu? Ze was zo goed bezig en dan ineens dit”.
“Ach zei Pascal. Misschien gewoon door de emoties, ze heeft hard getraind hé. En ook de zenuwen die parten speelden.
En dan alle emoties in één keer.”

Nathalie lag in het ziekenhuis.
Ze was echt heel ziek.
De pijn in haar hoofd was niet langer meer te harden.
Ook moest ze meermaals overgeven.
Er werd bloed afgenomen en er werden foto’s genomen.
De dokters besloten haar in observatie te houden.
Maar niemand die kon of wilde zeggen wat ze mankeerde.
Tot zo’n twee dagen later.
Nathalie lag in een ziekenhuisbed.
Haar ouders zaten naast haar.
Dokter Ingrid Decaestecker hoofd van de dienst neurologie kwam de kamer binnen.
Ze verwelkomde de ouders van Nathalie een warme handdruk en streelde even door haar lange blonde haren.
“Ca va, meisje?” Vroeg ze met een warme zorgzame stem.
“Dat gaat wel." Zei Nathalie flauwtjes.
“Meneer, mevrouw, Nathalie.” Zo stak ze van wal.
“Ik heb…. Zeer slecht nieuws!!!”
Nathalie zag hoe haar ouders elkaar angstig aankeken.
Haar moeder nam haar hand vast.
Het was muisstil.
Zowel Nathalie als haar ouders voelden aan dat wat de dokter nu zou zeggen…
ZEER HARD AAN ZOU KOMEN !!!!!!

Ingrid Decaestecker zocht twijfelend naar haar woorden.
De aanblik van een jong meisje wiens leven haar net toelachte en dat van haar bezorgde ouders.
Het maakte dat ze in haar hart een steek voelde.
“Nathalie heeft een zeer agressieve, en zeer… Kwaadaardige tumor in haar hersenen.”
Haar moeder hapte naar adem, terwijl haar vader bleek wegtrok.
Nathalie keek vertwijfeld naar haar vader en moeder. En dan naar de dokter.
De dokter vervolgde.
“En wat meer is… De tumor is al uitgezaaid over haar hele lichaam”.
Nathalie voelde zich angstig, Haar borstkas ging steeds sneller op en neer.
Ze kneep in de hand van haar moeder. En in die van haar vader die ook zijn hand in haar rechterhand legde om haar te steunen, om te laten weten - “ik ben er meisje, ik ben er voor jou. Wat er ook gebeurt."
“Dokter… Je gaat me toch niet vertellen dat ik… Ik… “ Vroeg Nathalie vertwijfeld.
Tranen vloeiden over haar wangen.
“Lieve Nathalie, het spijt me zo. Maar de tumor is al zodanig uitgezaaid. Dat behandelen zo goed als zinloos is”.
Dokter Decaestecker sprak met moederlijke stem wijl ze naar voren kwam en haar bitter jonge patiënte, zo boordevol ambitie, zachtjes door de haren streelde.
Nathalie weende bittere tranen.
De klap kwam hard aan voor haar.
“Ik had eerder naar de dokter moeten gaan. Ik had dat niet mogen uitstellen.” Zei ze snikkend.
“Je moet jezelf geen verwijten maken, meisje.” Zei Dokter Decaestecker.
Het is normaal dat noch jij, noch anderen denken aan zoiets.
Je bent jong, sportief, je leeft gezond en je leeft voor je sport.
Zo’n dingen komen altijd en bij iedereen onverwacht.
“Dokter." Vroeg haar moeder. Terwijl ze Dokter Ingrid Decaestecker strak aankeek.
“Hoe lang heeft ze nog?”
Ingrid boog het hoofd. Ze aarzelde even.
“Zes maanden.” Zei ze verslagen.
Met de nodige medicatie en zorgen kunnen we haar nog zes mooie maanden geven.
Maar dat is echt het enige wat we voor haar kunnen doen.
Het doet me zoveel pijn dat ik jullie dit vreselijke nieuws moet melden.
Ik leerde Nathalie kennen als een moedige, ambitieuze maar vooral hartverwarmende jongedame.
We hebben fijn gebabbeld tijdens de tests en puncties die soms wat tijd in beslag namen.
En ook hartelijk gelachen.
Dit resultaat onder ogen krijgen was voor mij een grote schok.
Ook al ben ik als dokter wel wat gewend.
Dergelijke boodschap moeten overbrengen aan zo’n jong meisje en haar familie.
Is en blijft voor mij zeer moeilijk.

Lieve mensen.
Dit is geen vrolijk verhaal.
Geen hoopvol verhaal met een happy end.
Een jong beloftevol zwemtalent kreeg zonet te horen dat ze terminaal ziek is.
Nathalie was compleet van de kaart.
Diep in de kussens van haar ziekenhuisbed lag ze te schreien.
Niemand kon haar troosten.
Haar moeder ging even naar buiten en pleegde een telefoontje.
Een uur later klonken er zware stappen door de gang. Een oudere man kwam de kamer binnen.
Een beer van een kerel met een gigantische Stetson en een cowboyvest, blauwe jeans en bruine cowboylaarzen.
Hij keek strak voor zich uit, op de autoritaire wijze waarvoor hij tot uren in het ronde bekend stond.
Maar in zijn ogen kon je een groot verdriet lezen.
Hij kreeg zonet te horen dat zijn oudste kleindochter en tevens zijn petekind nog maar zes maanden te leven had. Ook voor hem was het een enorme schok, maar hij nam zich voor om er voor haar te zijn tot het laatste moment.
Hij woelde even door haar lange blonde haren en sprak dan heel zacht.
“Hey Natske… Uwe parrain is hier…. Kijk eens efkes.”
Nathalie draaide zich om en hees zichzelf overeind.
Een flauwe glimlach fleurde haar betraande gezicht op.
“Parrain." Zei ze zachtjes.
“Yeah my sweet Ladychamp”, zei hij. Terwijl hij haar hoofd tegen zijn brede borskas drukte en zachtjes door haar haren woelde.
“Ik ben er meiske. En ik zal er voor u zijn wat er ook gebeurt”.
Zachtjes wiegde hij zijn “Ladychamp” in de armen.
Dat was zijn koosnaampje voor haar. Want hij zag hoe ze een kampioene was in het zwemmen.
Maar ook hoe ze opgroeide van klein guitig meisje tot een mooie jongedame die mocht gezien worden, een echte lady, zo vond hij toch.
Apetrots was hij op zijn petekind die een almaar mooier palmares bij elkaar zwom, zowel in binnen als buitenlandse wedstrijden.
Hij woonde zoveel wedstrijden bij als hij maar kon.
En deed wat hij kon om haar te sponsoren.
Met zijn eigen geld, maar ook met het organiseren van kaartingen, mosselfestijnen, en andere zaken.
Vaak in zijn café “The Sherrif”.
Waar ook de zwemclub “De Waterratten” waar Nathalie al van kindsbeen af lid van was haar vaste vergaderruimte had.
Ook al was het zwembad al meer dan tien jaar geleden totaal gerenoveerd en hadden ze er nu een eigen kantine.
Toch bleven De Waterratten hun vaste stek in The Sherrif trouw.
Evenals de andere verenigingen die er hun vaste clublokaal hadden.
“De Sherrif” was sinds jaar en dag de bijnaam van John De Beuckelaer
Cafébaas en ‘brouwer’ van de 4de generatie.
Ook al was de oude brouwerij intussen niet veel meer dan een drankencentrale en bevoorradingspunt voor de vele café’s in de omgeving die vaak al decennialang aan de oude ‘brouwerij’ gebonden waren.
Ooit was dit een goed draaiende brouwerij die de familie De Beuckelaere schatten opbracht.
Jules De Beuckelaer de vader van John sloot na de oorlog vriendschap met een Amerikaanse GI.
En vergezelde hem naar de USA.
Daar leerde hij de Juke-Boxen, de flipperkasten en de sigarettenautomaten kennen.
En zag er brood in.
Eigenlijk wilden hij ipv de zaak van zijn vader overnemen, veel liever fortuin maken in Amerika.
Maar besloot dat het meer zou opbrengen als hij Amerika naar Vlaanderen bracht ipv als Vlaming naar Amerika te gaan.
Want de Vlaamse jeugd was in de laten jaren veertig en de jaren vijftig verzot van alles wat Amerikaans was. De Western films, de Rock&Roll, de sigaretten, de jeansbroeken, de juke-boxen, etc.
Hij importeerde juke-boxen en sigarettenautomaten en plaatste die zelf in menig café.
Hij richtte de oude brouwerij in als bioscoopzaal en speelde er cowboyfilms af.
Of richtte er bals in met orkest.
Zelf liep hij steeds gekleed in cowboy kleren en een grote Stetson hoed.
Die hij in Amerika kocht. En ging hij regelmatig naar de USA om dan met veel cadeau’s terug te komen. Vandaar dat hij door de mensen De Sherrif werd genoemd.
Later nam zijn zoon John, genoemd naar filmster John Wayne de zaak over.
En zette de traditie verder.
Oudere dorpsbewoners noemen hem nog altijd liever ‘Sherrif Junior’.
Maar toch werd het ook kortweg De Sherrif.
Café The Sherrif is een echt volkscafé. Een toog, dezelfde tafels en stoelen als vele jaren terug.
Een biljarttafel, een ‘pietjesbak’, oude affiches van Westernfilms aan de muur.
Een kast met bekers van de voetbalploeg ‘FC De Sherrifs’, Atletiekclub ‘De Road Runners’, Krachtbalclub ‘De Forsballen’ en natuurlijk Zwemclub ‘De Waterratten’.

Zijn kleindochter  en petekind Nathalie was het eerste lid dat geselecteerd werd voor de Belgische kampioenschappen.
Dat was een tournee waard.
Hij hoopte dat ze dezelfde avond nog uit het ziekenhuis ontslagen zou worden en keek ernaar uit om haar met alle egards te onthalen in zijn café.
Het draaide anders uit.
Nu sprak hij zijn lieve kleindochter moed in.
Terwijl zijn hart vol verdriet zat.
Welks hij nooit zou tonen.
John Debeuckelaer was zo’n man die zelden zijn diepste emotie zou tonen.
Toch was hij gevoeliger en menselijker dan de meeste mensen dachten.
“Natske, meiske… “ Zei hij.
“Het is nog niet gedaan hé. Ge zijt er nog hé meiske.
Hey kijkt naar mij. We gaan ons koppeke niet laten hangen hé.”
Hij keek Nathalie in de ogen, ze glimlachte nogmaals.
“Voila se… Dat wil ik zien." Prees hij haar.
Hij streelde over haar wang.
“Wij gaan er samen nog zes schone maanden van maken. Zes maanden om nooit meer te vergeten.
Dat beloof ik u meiske.
En… Gij zult niet vergeten worden. Nooit !!! JAMAIS !!!!”
Nathalie keek haar ‘Parrain’ glimlachend aan.
“Merci Parrain”, zei ze met een snik in haar stem.
“Ik zien u geire.”
En ze gaf hem een ferme knuffel.
Een week later.
Nathalie was terug thuis.
Maar hoe moest het nu verder?
Ooit zoveel plannen, zoveel ambitie.
Over twee jaar Olympische spelen.
Dat was haar verste en haar mooiste streefdoel.
Dat wilde ze echt bereiken.
Voor haar ‘Parrain’, voor de club, voor al haar vrienden, vriendinnen, familie en alle anderen die zo hard in haar geloofden.
Nu lag die droom aan diggelen.
Als over twee jaar de openingsceremonie zou doorgaan.
Zou ze er niet meer zijn.
Ze kon het niet plaatsen.
Ze wist wel.
Ze zou deelnemen aan het Belgisch Kampioenschap.
Voor de eer.
Ze had zo hard getraind hiervoor.
Ze wilden er dan ook zo graag bijzijn.
Ze kreeg medicatie om de pijn en de draaierigheid en de misselijkheid te onderdrukken.
Dat moest haar helpen.
Om haar laatste droom toch waar te maken.
Elke dag zwom ze haar lengtes.
Deed ze haar krachttraining.
Haar studies gaf ze op.
Daar wilde ze geen tijd meer aan verspillen.
Nu waren er nog haar familie, haar vrienden.
En allen die zo hard in haar geloofden.
Voor hen wilde ze nog eenmaal ervoor gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten