Pagina's

dinsdag 4 oktober 2016

Lentebriesje 5



Rosalie werkte zich snel in als nieuwe ploegbazin.
Ze verdeelde de taken, hield de daguren van de werksters bij, telde de afgewerkte stukken en stuurde de meisjes bij waar dat nodig was.
Ze was streng waar het moest, maar ook meevoelend waar dat nodig was.
Meisjes die het moeilijk hadden om welke reden dan ook stak ze een hart onder de riem.
Op een dag riep Madam Graciënne haar op het bureau.
Daar stond een man.
Groot, blond, ongeveer 40 jaar, chique kostuum, bril met een dure montuur, gouden horloge.
Hij stelde zich voor als vertegenwoordiger van een gekend Duits bedrijf dat naaimachines maakte.
Hij wilde een demonstratie geven in het atelier.
Rosalie moest de man wegwijs maken en dan aan haar bazin vertellen wat ze van die machines vond.
Of het de moeite waard was om deze al dan niet te bestellen.
Zijn naam was Joris Ongenae.
Hij was welbespraakt en zeer charmant.
Hij liet zijn oog vallen op de jonge Rosalie en gaf haar complimentjes en ja… Hij probeerde haar rond zijn vingertje te winden.
Nadat de demonstratie erop zat alsook de werkuren.
Vroeg hij haar. “Lieve juffrouw, mag ik u uitnodigen om iets te drinken in het ‘Grand Café’ bij het station”.
Rosalie had nog even tijd en dacht, waarom niet.
En even later zat Rosalie in een kopje koffie te roeren.
Echte koffie, geen erzats of met chicorei of andere zaken aangelengde koffie.
Maar heerlijke en eigenlijk peperdure mokka.
Samen praatten ze wat. Over het werk, over haar familie.
Hij was luisterend en aandachtig. Hij legde zacht zijn hand op de hare.
“Je bent een mooi meisje.
Jij kan het zoveel verder schoppen dan hier als naaister in een fabriek werken.
Jij zou wat cultuur moeten opdoen. Als je wil neem ik je mee naar Gent. Daar loopt momenteel een hele mooie toneelversie van De Vlaschaard."
Rosalie twijfelde, Ze was vereerd door de aandacht die ze kreeg van zo’n voorname heer.
Maar ze dacht aan Charelke.
Maar thuis, dacht men er anders over.
“Allez Rosalie, zo’n deftige mens. Zo’n kans krijgt ge maar één keer. Ga met hem mee.” Zei Tante José.
Ze bleef twijfelen.

Enkele dagen later werd ze weer aangeklampt door een jongen met een briefje.
“Schaarstraat 7, over een uur.”
Ze ging erheen.
De man, die verloofd bleek te zijn met Madame Graciënne zat weer aan de keukentafel.
“Rosalie.” Sprak hij.
“Ik heb nieuws voor je dat je hartje zeer blij zal maken.
Over 14 dagen zal je je geliefde Charles weer in je armen mogen sluiten”.
Bij die woorden glimlachte hij fijntjes.
Hij wist hoe hard Rosalie en Charles naar elkaar verlangden.
En hij gunde het hen wel, ze waren allebei jonge gedreven idealistische mensen die voor zijn organisatie echt wel een meerwaarde betekenden.
Hij had voor hen iets heel moois voorzien in één van zijn plannen.
Nu ja, het was zijn verloofde Madame Graciënne die met het idee op de proppen kwam, omdat ze de inzet en het idealisme van Rosalie zo hard waardeerde.
“Maar.” Voegde hij er in alle ernst aan toe.
“Voor het zover is, zul je het beste van jezelf moeten geven. Want ik heb een zeer speciale opdracht voor jou.
Kijk Rosalie. Ik heb vernomen dat je in het atelier ene Joris Ongenae over de vloer kreeg.
En die meneer heeft meer dan een boontje voor jou.
We weten dat jij met hem gezien bent in het Grand Café bij het station.
Logisch, hij logeert in het ‘Hotel Du Gare’ boven het Grand Café”.
De man nam een slok van zijn kop oploskoffie en keek Rosalie recht in haar ogen.
“Jij Rosalie… Jij moet hem verleiden. Hem rond zijn vinger winden.
Maken dat hij interesse voor je krijgt, goesting krijgt om met u te vrijen.”
Rosalie schrok.
“Meneer, ik weet niet of... "
“Het is erg belangrijk Rosalie.
Joris Ongenae, hij heet eigenlijk Georges maar liet dat ‘vervlaamsen’ tot Joris, is een gevreesde en voor ons zeer gevaarlijke collaborateur.
Hij staat zeer hoog in de rangen van het VNV en dweept met alles wat Duits is.
Hij gelooft in de superioriteit van het Germaanse ras en het Duitse volk.
En doet alles om de bezetter te behagen.
Zijn werk als vertegenwoordiger is eigenlijk niets meer dan een dekmantel om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen over ons.
Om deze dan door te spelen aan zijn Duitse vrienden.
Deze man moet gestopt worden.
En wel zo vlug mogelijk.
Want wij hebben vanuit Londen de opdracht gekregen om zoveel mogelijk piloten  naar Engeland over te brengen.
Ze hebben hen nodig, de invasie van de Geallieerden zal niet lang meer uitblijven.
Lekken en verraad kunnen we dus best missen.
Daarom hebben wij besloten om een val uit te zetten om die Joris voor eens en altijd uit te schakelen.
En daarom… Moet jij hem verleiden.
Joris Ongenae, bijgenaamd ‘De Kortrijkzaan’ is gehuwd, hij kan dus niet zomaar met een jonge meid als jij ergens verschijnen.
Als hij met jou wil vrijen dan zal dat vast gebeuren in één of ander duister Rendez-Vous hotelletje.
De ideale plek voor ons om toe te slaan.
Daarom Rosalie.
Verleid hem, toon hem de pracht van je lichaam.
Doe hem goesting krijgen.
En zodra hij verder wil gaan dan alleen maar kusjes geven of wat spelletjes onder de gordel.
Laat het ons weten.
Zodat ons plan verder kan uitgewerkt worden."

Twee dagen later.
Een BMW 327/28 Roadster, bouwjaar 1940 reed met hoge snelheid richting Gent.
Aan het stuur zat Joris Ongenae, met een zelfvoldane grijns op zijn gezicht.
Naast hem zat Rosalie, in een beeldig witte jurk, beetje rouge op haar lieve gezichtje en een mooie parelketting die ooit nog van haar moeder was om haar hals.
Haar nonkel en tante waar ze bij inwoonde hadden er geen flauw benul van dat ze nog kleine onopvallende, maar daarom niet minder belangrijke taken uitvoerde voor het verzet.
En ze gingen er vanuit dat ze Charles allang vergeten was.
En zoals dat vaak ging in die tijd. Ze waren blij dat ze ‘in kennis was’ met een man van goede afkomst, zoals men dat toen zo schoon zei.
Tuurlijk mocht ze met hem mee naar het theater in Gent.
Hij kwam haar halen in zijn dure BMW sportwagen.
Tante José was fier op naar nichtje.
Die werd opgehaald door een deftige heer in een dure wagen.
Nu reden ze in een rotvaart over de Vlaamse wegen.
Rosalie stond versteld. Ze keek naar de snelheidsmeter.
120 km/u. Zo snel had ze zich nog nooit verplaatst.
“Amai zo rap.” Zei ze verwonderd, terwijl Joris het gaspedaal nog dieper intrapte.
“Ja liefje, Duitse technologie. De beste technologie van heel de wereld.
Met deze wagen werden onze Duitse vrienden eerste in de beroemde ‘Mille Miglia’ in 1940.
Dat een prestigieuze autorenwedstrijd in Italië.
Daar toonden de fiere Duitsers hun superioriteit tegenover die decadente Fransen en die zelfgenoegzame Britten.
Wij Vlamingen hebben er alle belang bij om met de Duitsers een verbond aan te gaan.
Hun hoogstaande cultuur staat zeer dicht bij de onze. Dichter dan die frivole cultuur van de Fransen.
Met hun decadentie, hun wufte maniertjes en hun hooghartigheid.
En dan de Britten, compleet vergeven door de Joodse corruptie.
Dat Rosalie... Dat zijn valse vrienden.
Zo jammer dat Vlaamse jongeren dat niet inzien.
En zich laten vangen door die duivelse verleidingen in de vorm van ‘negerswingmuziek’, sigaretten, drank, ondermaatse stationsromannetjes, en dwaze films die hen een verkeerd beeld geven over de verhoudingen tussen man en vrouw.
Het verheugd mij dat ik een mooie Vlaamse jongedame, intelligent en gracieus kan meenemen naar een mooi toneelstuk naar het werk van Stijn Streuvels, één van onze hedendaagse Vlaamse grootmeesters van de literatuur.
Dat is tenminste een nuttig tijdverdrijf, het verheft je ziel en brengt het beste in de mens naar boven.
En dat wil ik Rosalie.
Het beste in jou naar boven brengen.
Jou naar boven tillen.
Je een kans geven om je op te werken in de maatschappij.”
Zo ging hij maar door.
Praatjes… Rosalie besefte het wel.
Ze kende dat soort types wel.
Mooipraters, veel beloftes.
Steeds piekfijn gekleed, grote manieren.
Om indruk te maken op jonge, naïeve meisjes.
In de hoop dat ze erin zouden trappen.
Om hen dan te misbruiken, hun lusten op hun lichamen te botvieren.
En hen dan te dumpen.
Ze hoorde het verhaal van Julia.
Julia De Meyer, een meisje uit het Gentse.
Even oud als Rosalie zelf.
Ze trapte in de mooipraterijen van Joris Ongenae.
Hij beloofde haar een baan, en een kamertje waar ze gratis mocht wonen.
Op voorwaarde dat hij regelmatig bij haar mocht langskomen.
Als hij zin had in een beurt met een jong meisje.
Tot hij vernam dat haar broer bij het verzet was.
Hij wist op slinkse wijze haar uit te vragen. En kwam zo te weten met wie haar broer omging.
Lieden waarvan het ongelukkige meisje niet kon weten dat het ook verzetslui waren.
Om een lang verhaal kort te maken.
Op een zondagmiddag viel de Gestapo binnen toen het gezin De Meyer het zondagse middagmaal aan het verorberen was.
Ook Julia was die dag bij haar familie gaan eten.
Ze werd afgevoerd naar het kamp van Breendonk.
En overleed nauwelijks een maand later aan tyfus. Amper 18 jaar.

Even later parkeerde Joris zijn auto vlak bij de Gentse stadsschouwburg.
Ze stapten uit en betraden de theaterzaal.
Joris koos een plaatsje achteraan.
Er was niet veel volk die avond, het was midden in de week en het stuk liep al enige maanden.
Dus veel volk hoefde men niet te verwachten.
Dat paste zo hard in zijn gluiperige plannetje.
De lichten gingen uit, het stuk begon.
Joris legde zachtjes zijn hand op haar dij.
Rosalie had niets anders verwacht.
Zachtjes trok hij haar jurk naar boven.
Rosalie speelde haar rol, zoals van haar werd verwacht.
En trok haar jurk zo hoog dat haar kanten slipje dat ze speciaal voor deze gelegenheid aantrok zichtbaar werd.
Ze woelde door zijn haren.
Terwijl zijn hand langzaam tussen haar benen schoof.
“Kus me Rosalie.” Fluisterde hij zachtjes.
Rosalie drukte haar lippen tegen de zijne en gaf hem een zachte maar lekkere tongzoen.
Terwijl ze voelde hoe hij in haar broekje ging.
Joris beroerde zachtjes haar clitje, ze werd er lichtjes nat van.
Haar lichaam schokte.
Uitdagend knoopte ze haar bloesje discreet los.
“Ooh Joris.” Fluisterde ze stilletjes, met een licht kreuntje in haar stem.
Hij nam haar hand en legde die ter hoogte van zijn kruis.
Ze voelde zijn geslachtsorgaan.
Hij had een erectie, zoveel was duidelijk.
Speels liet ze haar handen erover glijden.
Zo zaten ze elkaar te betasten en aan elkaar te frutselen als verliefde pubers in de bioscoop.
Diep in haar binnenste walgde ze van die gluiperige geilaard die alleen uit was op haar mooie lichaam.
Maar anderzijds voelde ze een beetje euforie.
Ze had hem waar ze hem hebben wou.
Hij was nu helemaal in de ban van haar.
Hij begeerde haar, wilde zich laven aan haar mooie goddelijke lichaam.
Voor haar voelde het aan als een overwinning.
“Geniet ervan smeerlap.” Dacht ze. Het zal de laatste keer zijn dat je zal kunnen genieten.
Bij die gedachte kwam ze klaar, daar in de pluchen zetels van de Gentse Schouwburg.
Ze kreunde heel zachtjes, alleen Joris kon het horen.
Omdat ze bewust in zijn oor kreunde.
Na in het buffet een glaasje goedkope wijn te hebben gedronken keerden ze huiswaarts.
Weer zette Joris er een flinke vaart in.
Tot op een bepaald moment.
Parkeerde hij zijn auto in de bosjes.
Greep hij Rosalie vast en begon haar te kussen.
Ze streelde zacht zijn haren en beantwoordde zijn kussen door zachtjes met haar tong over de zijne en over zijn lippen te glijden.
In tussentijd knoopte hij zijn broek los en duwde  op haar hoofd.
Naar zijn geslachtsdeel toe.
“Toe schatje, zuig me.” Smeekte hij. "Niemand ziet ons nu, laat het ons geheimpje zijn."
Ze zakte door haar benen en bevredigde hem oraal. Ze hoorde hem kreunen van geilheid.
En kwam in minder dan een minuut klaar.
“Jij bent een begeerlijke vrouw Rosalie.
Je hebt me in vuur en vlam gezet met je kussen en je strelende handen.
Ik wil met jou de liefde bedrijven.
Echt waar Rosalie.
Volgende week maandag in de ‘Top Hat'.
Het rendez-vous hotel vlakbij het station.
Daar kunnen we discreet afspreken.
Ik kom je ophalen en daar kunnen we dan ongestoord elkaar beminnen.
Ik verlang zo naar jou Rosalie.”

Maar intussen.
Kon haar tante niet zwijgen over hoe haar nichtje ‘in kennis’ is geraakt met een heel schone en deftige man met ‘ne chique voituur’.
En wat wil het toeval.
Dat Jean Verdonckt aan de toog zat.
Hij hoorde alles aan. Ineens zette hij zijn halflege glas bier neer stond recht en liep binnensmonds foeterend en vloekend het café uit.
“Hey Jeanke eerst betalen hé kameraad!!!” Riep José uit.
Maar hij luisterde niet en sloeg de deur van het café achter hem met een luide smak dicht.
Jean voelde zich bedrogen.
En was erg teleurgesteld in Rosalie.
Een dure heer in chique kostuum en met een dure sportwagen.
Dan had hij toch goed gezien vorige week.
Hij zag een vrouw instappen in een sportwagen bij het naaiatelier van Madame Gracienne waar Rosalie werkte.
Maar hij kon haar gezicht niet zien.
Hij zag de auto wegrijden naar het station, en dacht dat het dus iemand anders was. Aangezien Rosalie aan de andere kant van de stad woonde.
Maar toen hij daarnet op weg naar het Café De Zwaan in de verte de zelfde sportwagen een straat zag inrijden.
En daarna Rosalie haar tante zo hoorde opscheppen.
Was er geen twijfel meer mogelijk.
Rosalie had voor een man van stand gekozen.
Hier kon hij niet meer tegen op.
Hij was een eenvoudige weesjongen, had geen geld, woonde sinds kort in een klein kamertje boven het atelier van Gaston Torfs de schoenmaker.
Bij wie hij aan de slag was sinds hij het afbolde bij Lowie Klandestien.
Hij   wist intussen al dat Rosalie iets had met Charles Verschelden en het feit dat hij reeds maanden niet meer opdook gaf Jean nieuwe hoop om haar ooit voor zich te winnen.
Dat hij haar bleef afwijzen deed hem pijn.
Hij liet het niet merken, maar toch.
Het bleef knagen.
Ze wilde alleen maar vrienden zijn.
Hij kon haar niet opgeven. Wilde haar niet opgeven.
Om haar liep hij weg bij ‘Lowie Klandestien’.
Hij wilde niet meewerken aan zijn pogingen om via haar namen van verzetslui aan de Duitsers door te spelen.
Hij wilde nogmaals proberen haar voor zich te winnen.
Was om die reden naar het café van haar nonkel en tante gegaan die avond.
En toen… Hoorde hij over haar verhouding met ene Joris Ongenae, een man waarvan hij nauwelijks wist wie hij was.
Jeanke was boos, verbitterd.
Hij had zich op zijn kamertje teruggetrokken met een fles jenever. Sylvain de broer van Gaston Torfs had een illegale stokerij en zodoende waren er altijd flessen jenever in huis, in ruil voor wat rantsoenzegeltjes en een pak boter wist Jean een fles te versieren van Sylvain.
Jean zoop zich te pletter.
Hij voelde zich zo verraden door Rosalie.
“Vrienden zijn, bezorgd zijn om mij. Ze staat me gewoon in mijn bakkes uit te lachen 't godverdomse serpent!!!"
De liefde die hij voelde voor Rosalie ging over in diepe haat.
Haat die met elke slok jenever erger en erger werd.
Woedend keilde hij de kruik jenever die hij zonet had geledigd tegen de muur.
“GODVERDOMSE HOER”!!! Brulde hij.
Toen viel hij neer in zijn bed, en viel in slaap.
Hij sliep zijn roes uit.

De volgende ochtend.
Rosalie had net het pand in de Schaarstraat verlaten.
Ze wilde wegrijden met haar fiets.
Ineens stormde Jean op haar af.
Hij greep haar vast.
“Ah daar zijt ge... Smerige teef!" Siste hij.
“Gij hebt met mij nog niet gedaan gijse valse tik.”
Terwijl hij dat zei sloeg hij Rosalie vlak in het gezicht.
“Hey maat wat is dat met u?” Vroeg ze boos.
“Ge stinkt naar de drank gast, waar zijt gij in godsnaam mee bezig?”
“Dat ik nu weet waarom ge mij altijd afwijst, mij uit de buurt wilt hebben. Ik ben te min voor madame hé. Madame gaat liever op zwier met rijke snobs die met dure sportwagens rondrijden.
Jeanke is te min voor u hé.” Hij gaf haar nog een klap.
“Wat vind Charelke daarvan?
Is die nu ook te min, Een sportvoituur is natuurlijk chiquer dan ne koersvelo hé, 'madame chichi'.”
Ineens gaf Rosalie hem een duw.
Jean viel op de grond.
“Maakt dat ge weg zijt zatlap. En laat u niet meer zien tot ge nuchter zijt, of ik geef u aan bij de gendarmen voor slagen en verwondingen. Hebt ge dat goed verstaan?”
En weg was Rosalie, ziedend van woede. Jean krabbelde overeind.
“Klacht indienen?
Klacht indienen?
Wacht maar trut, Ksal kik nekeer klacht gaan indienen!
Ik stuur den Duits op u af GODVERDOMSE TEEF!!!”

Intussen zat ook een andere oude bekende niet stil.
Louis Van Bossche.
In een louche cafétje ergens bij het station zat hij een jenever te drinken aan een tafeltje.
Hij hield de deur scherp in de gaten met zijn arendsblik.
en wie komt daar binnen?
Jawel hoor... Joris Ongenae.
Louis wenkte hem, en stond recht.
En gaf de man een stevige handdruk.
Hij wenkte de waard. “Patron geeft die mens een glazeke jenever op mijn kosten!"
Hij stond recht en keek de waard dreigend aan.
"Goei jenever hé kameraad!! Genen aangelengden brol hé, of 'k laat uw kot in brand steken verstaan?"
Hij schoof een enveloppe onder Joris Ongenae zijn neus.
“Bekijk dit eens mijn beste.” Zei hij.
Joris opende de enveloppe en trof er enkele foto’s aan.
Op één van die foto’s herkende hij Rosalie, daarvan moest hij toch even schrikken.
En op een andere drie mannen in een kale, smerige ruimte.
Louis grijnsde.
“Kent u dit meisje.” Vroeg Joris.
“Rosalie Dewolf." Antwoordde Lowie.
"Eure naam wordt in één adem vernoemd met die van Charles Verschelden.
Het gerucht ging de ronde dat die twee iets hadden en dat ze samen in het verzet zaten.
Later werd het stil rond hen.
Charles had de stad verlaten, niemand wist waar naartoe.
De mensen namen aan dat Rosalie toch niks met het verzet te maken had, of d'ermee was gestopt.
Maar niks is minder waar zulle.
Dees is het bewijs.
En die drie, dat zijn Engelsen. Ik denk de piloten van diene vlieger die enkele maanden geleden afgeschoten werd.”
Joris bekeek de foto’s aandachtig.
“Nuttige informatie.” Zei hij. "Zeer nuttige informatie.
Waar ze op de Kommandatur in de wolken van zullen zijn.
En bij de Gestapo nog veel meer.
Voor de dag ermee, wat wil je van me”?
“Samenwerken… Zaken doen!
Ik weet dat nogal wat hogere Duitse officieren graag een goed glazeke lusten, en als ze dat voor een prijske kunnen krijgen zullen ze het zeker niet laten liggen.
Gij kent die mannen, Kolonel Erwin Schweinsteiger gaf me uw naam door als zijnde de ideale persoon om in deze contact mee op te nemen.”
“OK." Zei Joris. "Voor de helft van de winst doe ik mee. Maar laten we de details later bespreken.
Ik heb namelijk onverwachts een heel dringende afspraak”.
En weg was Joris.
Nadat hij zijn glas uitdronk.
“U hoort nog van me”, zei hij.

Joris stapte in zijn sportwagen en reed in zeven haasten naar de ‘Kommandatur’.
Liep met stevige tred naar het bureau van ‘Herr Heinrich Klose’, hoofd van de lokale afdeling van de Gestapo en belast met het opsporen en arresteren van verzetslieden.
Hij klopte aan.
“Wer Ist da?” Hoorde hij aan de andere kant van de deur.
"Ich bins, Joris Ongenae, mit sehr wichtige auskunfte." Zei hij.
Herein.” Hoorde hij. En hij liep binnen.
“Mein guter freund Joris.” Begroette de man hem hartelijk. Waarmee kan ik u van dienst zijn.
Joris toonde de foto’s en vertelde wat hij zonet van Louis Van Bossche had gehoord.
En hoe hij Rosalie leerde kennen in het naaiatelier.
“Ik had meteen door dat er in dat naaiatelier, gerund door een feministe en sufragette interessante informatie zou te rapen vallen. Ik papte wat aan met het meisje dat ze als ‘ploegbazin’ had aangesteld.
En had meteen prijs. Ik heb een heel vette vis rond mijn vinger gedraaid grijnsde hij.
Ik weet zeker dat ze iets van plan is, komende maandag zouden we afspreken in dat rendez-vous hol bij het station. En ik weet zeker dat ze haar vriendjes van het verzet zal optrommelen. Ze denken dat ze mij zullen kunnen uitschakelen… Maar!!!!”
Ondertussen wandelde Jeanke de Kommandatur binnen.
“Was machen sie hier?” Riep een jonge korporaal hem toe.
“Ik kom iemand aangeven, waarvan ik weet dat ze bij het verzet zit.”
“Hier warten.” Brulde de korporaal opnieuw.
Even later moest hij mee, hij werd het bureau van een officier binnengebracht.
In ietwat gebrekkig Nederlands vroeg hij.
“Vertel mich van naaldje tot dradchen, was sie wissen.”
En Jean vertelde over Rosalie, over haar relatie met Charles Verschelden, dat ze brieven ronddeelde en andere taken uitoefende voor het verzet. Dat ze mensen uithoorde en die informatie doorspeelde aan verzetslui.
Veel verzinsels ook.
Uit razernij.
Maar de officier hoorde genoeg.
Hij liep naar boven, waar Herr Heinrich Klose nog steeds met Joris Ongenae aan het babbelen was.
Weer geklop op de deur.
“Herr Klose, hier Commandant Joseph Podolski, Ich habe ihn etwas wichtiges zu melden!!!”
“Wilt u even wachten.” Zei hij tot Joris.
Joris wachtte, vijf minuten… Tien.
Buiten aanhoorde Herr Klose de nieuwe informatie over Rosalie Dewolf uit de mond van Commandant Joseph Podolski.
Hij liep weer naar binnen.
“Kom terug om 8 uur vanavond.” Zei Klose.
Dan houden we spoedvergadering met allen die betrokken zijn met het opsporen en uitschakelen van verzetslui.
HEIL HITLER!!!!” Voegde hij eraan toe.
Joris Ongenae stond kaarsrecht en strekte zijn rechterarm.
“HEIL HITLER!!!!” Herhaalde hij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten