Pagina's

vrijdag 1 september 2017

Verborgen fortuin 2


Met zijn laatste krachten deed Anatole Honorez zijn verhaal, terwijl hij met zijn bevende handen een paternoster vasthield. Het enige tastbare wat hij had van zijn moeder die hem bij het weeshuis dumpte.
Over hoe hij als knecht in dienst ging van rijkelui, hun vertrouwen won en hen kostbare juwelen, diamanten en goud afhandig maakte.
Van verschoppeling tot meesterdief.
Maar het spreken viel hem alsmaar zwaarder.
Dr Vloeyberghs haalde voor de doodzieke man een glas water.
"Merci Docteur." Prevelde Anatole.
Dan vertelde hij verder over hoe hij begin jaren dertig in Parijs terecht kwam.
Ik vond opnieuw een betrekking als meesterknecht annex huisbewaarder. Ditmaal bij een Joodse bankiersfamilie.
De familie Bachmann was stinkend rijk. Hun bank Bachmann en Cie was in die tijd één van de invloedrijkste ter wereld.
De 'Pater Familias' Abraham Bachmann was een zeer streng en veeleisend man aan wie ik als meesterknecht elke dag verslag moest uitbrengen.
Alle uitgaven moest ik punctueel noteren en hij zag erop toe dat er geen cent teveel werd uitgegeven.
Hij was een zeer manipulatief persoon die mij zover kreeg dat ik het doen en laten van alle meiden en knechten aan hem overbracht. Hoe snel of traag ze werkten, hoeveel tijd ze nodig hadden om een tafel te dekken of koper te poetsen, hoe lang ze pauze namen.
Daarna kreeg ik de opdracht om de personen die naar zijn mening incompetent waren te melden dat ze ontslagen waren.
Ik moest hen ook bijsturen naar de wensen van Monsieur Bachmann.
Ik ging mee in de oude Bachmann zijn manipulatieve tirannie.
Waardoor ik zijn vertrouwen won.
Maar ik wist ook wie van de ploeg ik in vertrouwen kon nemen.
De mensenkennis die ik in mijn tijd bij de bende smokkelaars opdeed kwam hier goed van pas.
Vlak voor de oorlog stierf de oude Abraham Bachmann.
Zijn zoons waren  reeds uitgeweken naar Londen of New-York en zijn dochters werden door hem uitgehuwelijkt aan leden van rijke bankiersfamilies, waaronder de bekende familie Rothschild...
Er was alleen nog de weduwe Sarach Elouise Elisabeth Bachmann-Tobiasz. Die kortweg Madame Louise werd genoemd.
Zij was nu de enige van de familie die in Parijs achterbleef.
Toen vielen de Duitsers binnen en verklaarden zij de Joden vogelvrij.
Madame Louise vreesde voor haar leven en zodoende besloot ik om haar onder te brengen in mijn flatje in Montmartre waar ik intussen woonde. Voor het eerst sinds ik als knecht aan de slag was verbleef ik niet in het huis van mijn werkgever.
Madame Louise leefde bij mij ondergedoken.
Ik had had de sleutels van het huis en de code van de drie kluizen.
Regelmatig ging ik heen en weer naar de Pyreneeën.
Met juten zakken vol kostbare juwelen, kisten vol goudstaven en vooral diamanten... Veel diamanten!
Daarna deed ik datgene waarvoor ik Frankrijk moest ontvluchten wilde ik niet op de guillotine belanden, wat mij nog altijd te wachten staat als ik ooit een voet op Franse grond zet.
Ik gaf Madame Louise aan bij de moffen!
Ze werd gearresteerd en afgevoerd.
En ik kreeg een premie van de nazi's omdat ik een Jood had aangegeven.
Na de oorlog werd er een onderzoek aangesteld en viel de politie binnen in mijn flat.
Ze wilden mij arresteren, maar ik was net niet thuis.
Zou ook nooit meer thuiskomen.
Ik ging op de loop, kwam in dit land terecht.
Waar ik hier in de stad als knecht aan de slag ging bij het steenrijke echtpaar Van Genechten.
Die leefden van wat hun plantage in Congo die intussen geleid werd door hun zoon opbracht.
Ook zij hadden een kluis.
Vol met goudstaven.
En zakken vol met gouden munten en diamanten.
En ik.
Had een plan.
Alles was bijna rond.
Ik had een ticket op zak voor een overtocht met de 'Red-Star' naar Amerika.
Mijn koffers waren gepakt.
Het enige wat ik moest doen was voldoende goudstaven en de zakken met munten en diamanten uit de brandkast halen en dan met de noorderzon verdwijnen.
Gustave Van Genechten was bij zijn zoon in Congo, zijn echtgenote was alleen thuis.
Ik drong het bureau van Gustave binnen en begon aan het openmaken van de kluis.
Dan ging het licht aan.
Germaine, de echtgenote stond in de deuropening.
Met de tweeloop van haar echtgenoot in de aanslag.
"Votre jeux est fini, sale voleur." Zei ze.
De rest van het verhaal kent u."

De rest van het verhaal was dat Anatole uithaalde met een mes dat hij uit de keuken had gesmokkeld en de ongelukkige Germaine Van Genechten recht in het hart trof.
Daarna verdween hij met het gestolen goed en stapte hij op de eerste trein naar Antwerpen.
Waar hij op het Centraal-Station in de boeien werd geslagen en werd veroordeeld tot de doodstraf die meteen werd omgezet in een levenslange gevangenisstraf.
Dit was op 15 maart 1947.
Anatole haalde een bruine enveloppe van onder het laken.
"Vous trouverez ici un plan détaillé qui comprend des informations sur l'endroit où le trésor est" Zei Anatole.
"Mijn laatste verzoek is... Dat er iets mee wordt gedaan ten behoeve van de weeskinderen en andere verschoppelingen die nergens terecht kunnen.
Geen mens en zeker geen kind zou mogen meemaken wat ik meemaakte.
Dat is mijn laatste wens... Monsieur Docteur."
Na die woorden verloor Anatole Honorez het bewustzijn.
Hij overleed nog dezelfde dag.
Die avond zat Dr Gaston Vloeyberghs op de trein.
Hij opende de enveloppe en ontvouwde het papier dat erin zat.
Het plan was uiterst gedetailleerd en zeer secuur opgesteld.
In een zeer fijn handschrift.
Thuis stak hij het in zijn brandkast bij zijn bureau.
Niet goed wetende wat hij hiermee aanmoest.

Vijvenvijftig jaar later!
"Wet je wat daje ghe ziet?
Nen oengelofelijke Ghodverdomschen nieweirt!!!
Dat zieje!"
Sheila Verdoolaeghe was kwaad.
Razend kwaad.
Ze nam de ringmap die voor haar neus lag op het bureau en slingerde die naar het hoofd van Pieter Slembrouck.
"Maar enfin Sheila!" Zei hij terwijl hij gebukt staande haar aankeek.
"Wees nu toch eens redelijk Godverdomme!"
"Redelijk?
Redelijk?
Ek doen ier ol 't fucking werk? Van 's nuchtens vroeg tot 's avonds loate.
De administroasje, de papierwinkel, de facturen, aanmoaning'n, kortom heel de santeboetiek.
't Komt ol op mien nekke terecht.
En oendertusschen is meneire heelder dagen op zwier.
Netwerken noemt ie dadde!
Moest 't nog wat oplevern, mo nee!
Allez wa voer stroentopdrachtjes ewe ol nie ghad?
Ne stelende garçon betrappen, twee wuvn en ne vent die ulder partner bedroogn, en ne gastje van zestiene schaduwn omdat mama en papa kleinburger peijnsden dat ie an den drugs zat, mo je was geweune bie ze moksje!
Mor oendertusschen bluvn de rekeniengn wel komn hé!
En wien meug het oplossen?
Wien meugt den uutleg ghoan doen bie den boekhouder?
Sheila'tje natuurlijk.
Fuck zeg, khan 't mien wel anders voorgesteld wi an 'k ghing solliciteren bie joen als detective!"
"Sheila luister." Zei hij terwijl hij probeerde om zijn arm op haar linkerschouder te leggen.
"Bluf van mien!" Sneerde Sheila terwijl ze zijn hand van zich afschudde.
"Een eigen zaak opstarten is geen makkie, dat weet jij net zo goed als ik.
We moeten nog even doorbijten, we zullen er heus wel komen hoor."
Sheila schudde het hoofd.
"Ga je dat nu jezelf blijven wijsmaken?" Vroeg ze hem, ditmaal in het AN.
"Ga je jezelf blijven blaasjes wijsmaken?
Zie toch gewoon onder ogen dat het niet lukt.
Dat ge geen verstand hebt van zaken doen."
"Ow Sheila!" Reageerde Pieter verontwaardigt. "Nu ga je te ver!"
"Oh ja?" Zei Sheila.
"Ik kan nog verder gaan hoor als je wil.
Eigenlijk, feitelijk.
Ben jij op alle gebied waardeloos.
Gewoon waardeloos.
Je bent waardeloos in zaken.
Je bent waardeloos als detective.
Je bent waardeloos als baas.
En vooral...
Je bent waardeloos in bed!"

Ze lachte Pieter letterlijk in het gezicht uit.
"Ziet hem daar nu staan.
Grote sier maken en veel praatjes verkopen, dat kunt ge.
En dat laatste noem je dan 'netwerken'.
Wat een mop.
Weet je.
Mijn grootste fout is niet dat ik bij jou kwam solliciteren.
Maar dat ik met jou een relatie aanging.
Want dan dacht je dat het gepermitteerd was om mij als huissloofje te behandelen die al je administratie regelt en dan nog verwacht dat ik 's avonds je eten klaarmaak."
"Is dat mijn dank om er voor je te zijn nadat je maanden buiten strijd was ten gevolge van die moordpoging door Rozette Pelckmans?
Is dat mijn dank?"
"Je deed niets wat een ander niet doen kon." Zei Sheila schamper.
"Maar waarom deed je het?
Om met mij in bed te kruipen.
Ja, ik had nood aan een man, aan seks.
En je blijken van medeleven deden me wat ja.
Je had me waar je me wilde hebben hé.
In bed.
En dan verwacht je nog dankbaarheid van me ook.
Wat een mop?"

U herinnert zich vast nog beste lezer hoe privé detective Sheila Verdoolaeghe in Huize Lentebloesem aan de dood ontsnapte toen Rozette Pelckmans haar van dichtbij neerschoot, nadat Sheila de onfrisse praktijken die ze er samen met enkele andere zorgkundigen van het tehuis op nahield blootlegde.
Ze overleefde, tot opluchting van al wie haar liefhad.
Maar ook tot opluchting van Pieter Slembrouck.
Ze groeiden in die periode dichter naar elkaar toe.
Eigenlijk daarvoor al.
Het klikte snel tussen Pieter en Sheila.
Eigenlijk had hij al een crush op haar toen hij haar sollicitatiemail in zijn mailbox vond.
Met CV en foto.
Toen ze voor hem stond in levende lijve kon hij zijn ogen niet van haar afhouden.
Logisch want Sheila mag gezien worden.
Een struise boerendochter, goed voorzien zoals men wel eens pleegt te zeggen.
Maar hij ondervond ook dat ze geen katje was om zonder handschoenen aan te pakken.
In eerste instantie beviel hem dat wel.
Haar ondernemende karakter, haar onverschrokkenheid.
Ze nam initiatief, haalde hem over de streep.
Ze wist dat hij meer voor haar voelde.
En ja, zelf hunkerde ze ook naar een man.
Ook al was hij haar type niet.
'Let's give it a try', dacht ze.
Ze ging in op zijn voorzichtige avances.
Doorbrak zijn geremdheid die hij had omdat hij ergens vond dat het niet paste om met een werkneemster een relatie aan te gaan.
Maar eens die hindernis doorbroken liet hij zich gaan.
Een maand na de aanslag op haar leven nodigde ze hem uit voor een etentje.
Nog voor het dessert tilde hij haar na een lange hartstochtelijke zoen op de tafel, schoof haar rok omhoog en gaf haar een stevige beurt.
De gedistingeerde Pieter Slembrouck was verdorie ruiger en hitsiger dan ze verwachtte.

Maar al snel bleek dat ze zich in hem had vergist.
Hij was naar haar zin veel te slordig en onprofessioneel.
De zaken die hij aannam waren zelfs niet 'middelmatig' te noemen en bovendien brachten ze weinig op.
En zijn 'netwerken' waren eerder uit de hand gelopen feestjes en recepties waar hij aanwezig was zogezegd om klanten te ronselen. Maar waar hij vooral meer dronk dan goed voor hem was waarna hij met een taxi thuiskwam en meteen ladderzat in bed kroop.
Sheila hield het niet meer uit.
Dit was niet het leven waar ze naar verlangde.
Dit was niet waarom ze ooit met de opleiding tot detective begon.
De ruzies die ze hierover kreeg werden alsmaar heftiger en de passie die er in het begin van hun relatie was, was nu heel ver zoek.
"K'ent ghet!!!" Schreeuwde Sheila hem bits toe!.
"Ksien vors! 'k dien mien ontslag in en je meug je plan trekken!
Wa zeg je doarvan onnozeloare?"
Sheila liep naar de kamer boven op het tweede verdiep en pakte haar koffers.
Ze stopte 'Dikke Oscar' in de reisbench en geladen als een muilezel verliet ze het pand en stapte ze naar haar auto.
Dan reed ze weg.
Waar naartoe?
Ze wist het niet.
Eén ding stond vast.
Het hoofdstuk Pieter Slembrouck was afgesloten.
VOORGOED AFGESLOTEN!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten