Pagina's

donderdag 12 juli 2018

Chaleur d'Amour.



Zuid-Frankrijk.
Tijdens een warme zomer zo rond het jaar 2000.
Een klein dorpje even buiten Saint-Tropez.
Ver genoeg van de drukte, van het gewoel, het massatoerisme en de drammerige aanstellerij die hoort bij een mondaine badplaats.
En toch nog dicht genoeg voor de toerist die even weg wil van de drukte en graag verpozing zoekt in de lommerte van een klein Zuid-Frans dorpje.
Hier even buiten het dorp was er een kleine maar gezellige camping.
Voor een prikje kon je er een plek huren om je tent of caravan neer te zetten.
Of je kon een stacaravan of zelfs een kleine chalet huren.
Er was een zwemvijver, een superette en een gezellige bistro.
In en om de camping was er een jonge kerel druk in de weer met de grasmaaier.
Zijn naam was Jeremy.
Jeremy Routarde was een gespierde knaap met een ruig uiterlijk.
Hij kwam van de andere kant van Frankrijk.
Groeide op in een klein dorpje in de Franse Ardennen.
Vlak bij de Belgische grens.
In de schaduw van de abdij van Orval.
Waar hij nog ene poos werkte in het magazijn van de brouwerij.
Tot hij op een dag er de brui aan gaf, in zijn oude Volkswagen camionette stapte om de wijde wereld in te trekken.
Eerst reed hij westwaarts.
Kwam terecht in Boulogne Sur Mer.
Waar hij werkte in een Brasserie in het centrum.
Maar waar het ook niet lang duurde eer hij met zijn werkgever in de clinch lag omwille van niet betaalde overuren.
Daarna probeerde hij het even aan de Vlaamse kust waar hij werkte in een hotel in Koksijde.
Maar na één week pakte hij al zijn biezen omdat hij de tirannie van de hotelbaas die zijn personeel voor het minste de huid vol scholdt niet langer kon verdragen.
Dan keerde hij maar terug naar Frankrijk.
Waar hij het land door zwierf met zijn oude camionette.
En overleefde door allerlei baantjes aan te nemen.
Van wijnplukker over schaapsscheerder tot hulpje in een kaasmakerij.
Zo kwam hij in het dorpje Ramatuelle terecht.
Waar hij meteen aan de slag kon op Camping Soleil Du Midi als 'manusje van alles'.
Het beloofde druk te worden want het was vrijdag en het begin van de zomervakantie.
Dus alles moest er piekfijn uitzien.
Het zweet liep over Jeremy's lichaam.
Hij was bruingebrand door het vele buitenwerk, niet zelden in ontbloot bovenlichaam.
Jeremy was een harde werker.
Al vond hij nu dat het toch even tijd was voor een pauze.
Hij nam een pakje sigaretten uit de achterzak van zijn short en stak er één op.
Leunde tegen een boom.
En genoot van de zon.


Het beloofde een warme dag te worden.
De eerste toeristen kwamen zich aanmelden.
De meesten van hen waren gezinnen met kinderen.
Velen van hen waren Fransen, maar ook veel Nederlanders en Belgen vonden de weg naar de camping.
Zo ook de familie Verstraete.
Na een lange rit bereikten ze in de voormiddag eindelijk hun vakantiebestemming.
Camping Soleil Du Midi.
Erwin Verstraete was ploegbaas in het atelier van een gekend bedrijf dat keukens op maat levert.
Een man die leefde voor zijn werk en zijn gezin.
Een man getekend door een ellendige jeugd.
Kreeg meer slaag dan eten bij wijze van spreken.
Maar hij nam zich voor om het zelf anders te doen.
Hij huwde met Caroline Stalpaert, een meisje dat hij nog kende van school.
De enige die hem begreep en een luisterend oor schonk.
Het koppel kreeg drie kinderen.
Jessie 17 jaar, Jens 12 jaar en dan was er nog het oudste kindje.
Jana zou er nu 20 zijn.
Was ze destijds  niet in die zwemvijver verdronken tijdens een huwelijksfeest.
Wat er meteen toe leidde dat Erwin definitief brak met zijn familie nadat ze hem en zijn echtgenote verweten niet voor hun kind te kunnen zorgen.
Wat een grote leugen was, want het was de zoon van zijn oudere broer Eddy - diegene die de hardste verwijten naar Erwins hoofd slingerde - die zijn nichtje meenam naar de tuin, waarna hij haar uit het oog verloor omdat voetballen met de andere neefjes hem ineens veel leuker leek.
Erwin stortte zich op zijn werk in het atelier.
En op de vele jobkes die hij deed, vooral in het zwart dan.
Tot die dag dat hij een zware hartaanval deed.
"Doe het toch eens wat rustiger aan," opperde Caroline.
"En laat ons eens samen op vakantie gaan.
We zijn nog nooit verder geweest dan een weekendje aan zee, of een midweek in Center-Parcs.
Ik weet dat de dood van Jana je pijn doet.
Maar je hebt nog twee kinderen hé."
Erwin ging overstag.
Een collega had een caravan, maar doordat die nu met zijn rug sukkelde zat vakantie er voor hem niet in.
Ook al had hij een verblijf geboekt voor twee weken op een Zuid-Franse camping, maar hij slaagde erin om deze te laten overboeken op naam van zijn collega Erwin.
"Omdat ge zoveel voor de ploeg en ook voor mij persoonlijk gedaan hebt." zei Karel Deweert.
"Ge gaat het u niet beklagen.
Camping Soleil Du Midi is een prachtige plek om te kamperen.
Dicht bij het strand, dicht bij Saint-Tropez, grote zwemvijver, speeltuin, animatie voor de klein mannen.
Oh ja, doe de groeten aan Guus Kuijer uit Hendrik-Ido-Ambacht. 
Staat gewoonlijk rond dezelfde tijd op de camping samen met zijn echtgenote Geertrui en hun kinderen.
Zeer aimabele mensen, altijd hulpvaardig, vooral naar onervaren campinggasten toe.
Ze zullen je met plezier uit de nood helpen, echt wel."


Toen Erwin achterwaarts de caravan op zijn plaats reed kwam een grote blonde kerel op hen af.
"How wacht effe," zei hij.
"Even terug naar vore, anders zit ie zo in de haag."
"Jullie spreke toch Nederlands hoop ik hé?"
"Ja hoor," zei Erwin. "Jij moet Guus Kuijer zijn dan. Mijn collega Karel heeft u over u verteld."
"Oh, je bent een collega van Karel, oh ben ik effe blij sjeg. Ik dacht al effe dat we de hele fakantie naast wildvreemden zouden motten staan.
Nou niet dat ik daar wat tegen heb, maar ja als je zo het eige cempingvollek gewoon bent is dat altijd effe wennen hé!
Nou sta me toe mezelf even voor te stellen. Ik ben Guus Kuijer, met de K van koe en de rest hangt er gewoon onder," zei Guus die dit grapje na honderden keren verteld te hebben nog altijd grappig leek te vinden.
"Is dit de eerste keer dat jullie gaan kamperuh?"
"Eigenlijk wel ja." zei Erwin.
"Oh leuk, nou je deed het anders best wel goed met de kérévén mot ik zegge.
Behalve dan dat achteruit rije, maar bij mij heb het ook effe geduurd eer ik het echt goed onder de knie had hoor."
"Ik rij beroepshalve met heftrucks en heb thuis een eigen bestelwagen, een Mercedes Sprinter," zei Erwin.
"Soo! als je daarmee al kan rije, nou dan begrijp ik het wel."
Terwijl Erwin aan het kletsen was met de Nederlandse buurman tussen het losmaken van de caravan door, begon Caroline meteen met het uitpakken en maande ze de kinderen aan om wat te helpen.
Meteen werd alles uitgepakt in in de kasten geladen.
Jessie trok meteen haar bikini aan, wat meteen de aandacht trok van Guus Kuijer.
Ze stond te popelen om naar de zwemvijver te gaan.
En Jens die sloot meteen vriendschap met Jelle en Joren, de zoontjes van Guus.
"Late we gaan foetballuh!" riep Joren.
"We doen een België - Nederland, ken je goed keepuh? Onze Belse makkers hebben niemand om in het doel te staan?" hoorden ze Jelle zeggen terwijl de drie kwajongens tussen de caravans verdwenen.
Caroline zag dat het goed was.
Eindelijk zou haar zoon eens wat anders doen dan een hele vakantie voor die TV of aan de computer te zitten.
Ook Jessie trok er op uit.
"We eten wel om zes uur hé," zei Caroline tegen nog haar dochter.
"En hou tussendoor ook even je broer in het oog," voegde ze eraan toe.

Jessie stapte naar de zwemvijver.
Schudde haar blonde krulhaar wat los en keek voor zich uit met haar helblauwe vranke ogen.
"Zouden hier veel knappe gasten zitten?" vroeg het meisje zich af.
Het kriebelde in haar buik.
Jessie was een zeer intelligent meisje.
En een uitmuntende studente.
Deed goed haar best op school.
Had toekomstplannen.
Dat haar gezondheid daar een grote domper op legde deerde haar niet.
Jessie werd geboren met een aangeboren hartafwijking.
Een groot deel van haar jeugd bracht ze door in klinieken.
Ging naar het buitengewoon onderwijs, vooral omdat ze haar daar de begeleiding konden geven waar ze als kind nood aan had.
Dat was ook de reden waarom lange vakanties er niet inzaten.
Tot ze twee zware hartoperaties onderging, gevolgd door een lange periode van revalidatie. De laatste vond plaats na haar vijftiende verjaardag.
Sindsdien leek het beter te gaan met haar.
Ze kon eindelijk naar een gewone school, en behaalde daar zelfs goede resultaten.
Kon doen wat elke jonge tienermeid deed.
Lachen, giechelen, op stap gaan met haar vriendinnen.
Een eerste vriendje.
Die ze al snel dumpte omdat ie 'te kinderachtig' was.
Met een meisje zoals Jessie die ooit door het oog van de naald kroop moet je niet met oppervlakkigheden afkomen.
Toen ze twaalf was ging het zeer slecht met haar.
Even leek het er op dat ze haar dertiende verjaardag niet zou halen.
Maar dankzij de tussenkomst van een Nederlandse professor kon ze meteen opgenomen worden in een ziekenhuis in Amsterdam waar ze meteen een zware operatie kon ondergaan.
Dit redde haar leven
Jessie kwam bij de zwemvijver.
Haalde haar handdoek uit haar rugzak en legde die op de kiezelsteentjes aan de rand van de vijver.
Het water lonkte.
Zag er heerlijk uit.
Maar Jessie wist dat ze moest opletten met koud water.
Omwille van haar hartkwaal.
Ze twijfelde.
Keek om zich heen.
Veel knappe gasten waren er niet.
Veel gezinnen met kinderen, dat wel.
Veel jonge vaders.
"Het valt toch wel een beetje tegen," dacht ze telerugesteld.
Wat droomde ze van zo'n heerlijke zomerliefde zoals in de films of in de boeken.
Een knappe bruingebrande kerel die haar uitnodigde voor een wandeling naar het strand.
Een passionele kus in de branding.
"Ach ja," dacht ze.
"Het is MAAR film.
Zo'n dingen gebeuren niet in het echt."

Jessie lag op haar buik.
Het bovenstukje van haar bikini had ze losgeknoopt, waarna ze haar slanke ietwat frêle lichaam had ingesmeerd met zonnecréme.
Ze las een boek.
Niet zomaar een boek.
Maar Dante's Inferno.
Ze moest het boek lezen op school omwille van een boekbespreking.
Maar ze vond het zo goed dat ze het meenam op reis om het nog eens te lezen.
Ook de andere twee boeken die ze meehad waren niet van de minste.
Ulysses van James Joyce en Bonjour Tristesse van Françoise Sagan.
Jessie was een boekenwurm.
Boeken waren haar enige troost tijdens de lange dagen in het ziekenhuis.
Of in het revalidatiecentrum waar ze  herstelde van haar laatste operatie.
Kinder of jeugdboeken boeiden haar intussen al lang niet meer.
De boeken die Mr Vanderzande, de leraar Nederlands aanraadde of zelfs op de verplichte boekenlijst zette des te meer.
Ineens schrok ze op.
"Mes ça c'est bien ca," hoorde ze ineens iemand zeggen.
"Un jeune fille qui lire."
Jessie rechtte zich.
Greep naar haar bovenstukje, maar dat viel nu echt op de grond.
De jongen die zich naast haar zette had nu wel zeker haar borsten gezien.
"Un peu timide?
Beetje verlegen meisje?" Vroeg Jeremy plagerig.
Jessie's gezicht kleurde knalrood.
"Oui," stamelde ze.
"Heb wel meer gezien dan dat hoor meisje." zei Jeremy in een poging om haar gerust te stellen.
"C'est la midi tu sais.
Dit is Zuid-Frankrijk.
Hier gaat het er wel wat vrijpostiger aan toe dan bij jullie in het kille noorden.
On a tous neé a poile.
We zijn allen naakt geboren."
"Tu ais raison," zei Jessie.
"Je hebt gelijk."
Jessie kwam recht en ging naast Jeremy zitten.
"Je m'appelle Jessie et vous?" vroeg ze.
"Jeremy," stelde de bruingebrande knaap zich voor.
Hij nam één van haar boeken.
"Je hebt smaak Jessie," zei hij terwijl hij het boek van Françoise Sagan vastnam en bekeek.
"Merci," zei ze.
"Maar weet je.
Een boek leer je pas echt begrijpen als je het in de oorspronkelijke taal leest.
Het scherpt ook je taalgevoel.
Ik heb stapels Engelstalige boeken liggen.
Naast natuurlijk ook veel Frans werk, ik ben Fransman en dus ook behoorlijk chauvinist weet je."

Jessie en Jeremy raakten aan de praat.
Ze praatte over haar studies en haar toekomstplannen.
Jeremy luisterde geboeid.
Jessie voelde het warm worden in haar hartje.
Keek de bruingebrande Jeremy in de ogen.
"Van waar ben jij?" vroeg ze.
"Ik woon hier," zei Jeremy.
"En werk hier op de camping.
Eigenlijk zou ik nu opnieuw aan het werk moeten zijn moet je weten.
Maar het is zo fijn bij jou Jessie.
Vous ete un tres belle fille."
"Tot hoe laat werk je?" vroeg Jessie.
"Oh, dat hangt er van af.
Nu is het wat druk.
Mensen helpen om zich te installeren, vanavond wat helpen in de bistro.
Je kan altijd eens langskomen als je wil, voor een drankje of een hapje."
"Ik eet vanavond bij mijn  ouders bij de caravan.
En ik denk niet dat vader en moeder het leuk zullen vinden als ik 's avonds nog rondloop."
"Il sont un peux conservative vous parents hein?"
"Vooral bezorgd," zei Jessie.
"Ze waren me bijna kwijt weet je?
Aangeboren hartziekte.
Heb veel in het ziekenhuis gelegen als kind en jonge tiener."
"Waar je dan het ene boek na het andere verslond.
Waar of niet?" vroeg Jeremy.
Jessie knikte.
Hij keek haar aan.
Raakte haar linkerhand aan die op haar knie rustte.
Zag de pretlichtjes in haar oren.
"Je vue etre avec toi cé soir cherie," zei hij.
Dan stond hij recht en was hij weg.
Jessie zag hem verdwijnen.
In zijn short en de slippers aan zijn voeten.
Ze keek hem na.
Zou ze durven?
Of nee, misschien toch liever niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten