Pagina's

zondag 17 maart 2019

Verbouwen in vertrouwen 5


Sheila reed in zeven haasten naar het huis.
Toen ze aankwam ging ze keihard in de remmen en liet ze haar auto in het midden van de straat staan.
Ze zag alleen de bestelwagen van Renovatiewerken Verplancke.
Bij het huis stonden Davy en zijn vader Ernest.
Ze liep er meteen naartoe.
"Ik kreeg vannacht een telefoontje van een 'onbekend nummer', zei Ernest.
En met een vervormde stem, waarschijnlijk door een prop voor zijn mond te houden vertelde de beller dat er mensen dingen in hun camionette aan het inladen waren op één van onze werven.
Ze zeiden de straatnaam en ik wist meteen dat het hier was.
Ik belde mijn zoon en samen gingen we kijken."
"En wat is er weg?" vroeg Sheila.
"Bakstenen, sierstenen, cement, werkmateriaal.
Een hele hoop eigenlijk."
"Dan moeten we de politie verwittigen."
"Ach de politie," zei Ernest.
"Wat gaan die doen?
Proces verbaal opmaken, lastige vragen stellen over waarom we zoveel laten rondslingeren.
En ge hoort er niks meer van.
"Meneer Verplancke, zou het kunnen dat de dieven wel eens bij u zouden werken?" Vroeg Sheila meteen op de man af.
"We hebben inderdaad een vermoeden dat er bij ons lui werken die wel eens achter recente diefstallen op onze werven zouden kunnen zitten.
Maar we moeten het ook kunnen bewijzen hé."
"Laat mij een voorstel doen," zei Sheila.
"Ik ben detective.
En wil jullie graag hierbij helpen om dit discreet te onderzoeken.
Daarna kunt u de stappen ondernemen die u nodig lijken."
"Kunnen we wel proberen hé pa," zei Davy.
"Ja, misschien kunnen we een prijske maken.
Een korting of zo."
"Euh," zei Sheila. "Ik sta er wel op om alles officieel te doen.
ik ben pas begonnen met mijn eigen zaak en wil niet van het begin in de problemen komen."
Ernest slikte even maar ging dan akkoord.
"Misschien dat ik morgenvoormiddag even langskom voor het opmaken van een offerte, kunnen we het even hebben over welke aanpak het beste is in deze zaak."
Beide heren gingen ermee akkoord en gaven Sheila een hand.
Dan reed Sheila naar huis.
Naar haar eigen huis.
Al vond ze het jammer dat haar romantische samenzijn met Lou zo abrupt werd onderbroken.
Maar hij moest er vroeg uit voor zijn werk en ook Sheila had nog een hoop te doen straks.
Dus deed ze maar haar nachtjapon aan en kroop in bed.
Niet zonder hem een lief sms-berichtje te sturen.
"Schietje, je bent nog niet van mij af hoor.
 Dit was nog maar het begin.

Droom lekker en tot morgenmiddag... Love you xxx.
Je moksje!"


De volgende dag ging Sheila dus langs bij Ernest Verplancke voor de bespreking van hoe ze die zaak van de werfdiefstallen zou aanpakken.
Haar eerste opdracht als zelfstandige detective.
Die kans kon ze natuurlijk niet laten liggen.
Dat vond Lou ook wanneer ze hem erover vertelde toen ze onder de middag samen een broodje aten.
Ze hoefde niet lang na te denken over hoe ze dit moest aanpakken.
"Met ouderwets detectivewerk," zo zei ze tegen Lou voor ze een beet nam van haar 'Broodje Gezond'.
Een hele nacht lang in haar auto op de loer liggen tot de dieven zouden komen opdagen, om hen dan op de gevoelige plaat vast te leggen.
Daarom besloot ze om na de middag naar huis te gaan en nog enkele uurtjes te slapen.
Dan 's avonds ging ze op pad, doch niet nadat ze Lou nog een lief sms-berichtje stuurde natuurlijk. Vergezeld met de belofte dat ze hem morgenvroeg eens bellen zou.
Ze parkeerde haar auto discreet en op een veilige afstand van het huis.
Ze lag op de achterbank met haar fototoestel in de aanslag.
Naast haar haar verrekijker.
Ouderwets detectivewerk.
Het werd donker.
Sheila dook weg, hield alles scherp in de gaten.
Haar hart ging te keer en ze hield de adem in.
Geen idee hoe laat de dieven zouden toeslaan.
Er werd als lokaas een mooie partij sierstenen achtergelaten, niets meer of minder of de dieven zouden er direct mee aan de haal gaan.
Het was stil.
Er was niemand op straat op deze doordeweekse dag in een rustige buurt.
Het oude herenhuis dat Sheila kocht lag op de hoek van de straat.
Er rond was er een kleine tuin, nou ja. Nu leek het eerder een slordige bedoening, maar het zou snel een prachtige plek worden, vooral dan achter het huis. Daar zouden Sheila en haar vrienden vele mooie avonden doorbrengen.
Dat stond nu al vast.
Het was het enige huis met een tuin.
Er rond waren er allemaal éénvoudige rijhuizen waardoor het herenhuis in Belle-Epoque stijl wat afstak.
Nu ja wat verder waren er nog twee mooie huizen uit diezelfde periode, Met glas in lood ramen en een deur met zo'n smeedijzeren klopijzer.
Maar Sheila vond haar eigen huis natuurlijk het mooist, hoe zou je zelf zijn.
Traag kropen de uren voorbij, het liep tegen middernacht.
Niemand op straat.
Behalve die ene mens die zijn hond uitliet.
Een prachtige Duitse Herder.
Sheila kende hem wel, hij komt wel eens een praatje maken terwijl ze in het huis aan het werk is.
"Haa zijde gij die dame die 't huis van 'Madame Gracienne' heeft gekocht?" vroeg hij toen ze de eerste dag
"Yep, dat ben ik," antwoordde Sheila.
"Ewel dat stelt mij gerust.
Gij ziet er mij een betrouwbaar en degelijk persoon uit.
Iemand die van aanpakken weet.
Wat ge van die prutsers die het huis voordien hadden gekocht niet kon zeggen.
't Zou zonde zijn dat dat schoon huis van Madame Gracienne verloren zou gaan.
De mensen hebben d'er zoveel schoon herinneringen aan hé.
En gij vooral hé Lou," zei hij terwijl hij naar Lou keek.
Maar bon, ik ga d'er is vandoor want straks is moeder de vrouw thuis."
"Ja," zei Lou. "Zie dat ze merkt dat ge weer te lang in 't Biljartcafé hebt gezeten!"
De man zei niets en ging gewoon verder. Lou moest erom lachen.
Sheila sloeg de man gade.
Fernand was zijn naam.
Fernand Liefooghe.
Gepensioneerde leraar, duivenmelker en gepassioneerde biljarter.
En ook een klein beetje bemoeiziek.
Wat blijkbaar de reden was waarom Lou hem niet moest, welks ze zag aan zijn lichaamstaal.
Maar Lou vertelde er meteen bij dat Gaby, zijn echtgenote nog vele malen erger was.
"Gaby, dat is de grootste roddeltante van heel de wijk." Zei hij.
"Ik vergeef het haar nooit dat ze zoveel kwaad sprak van ons 'Grace'ke', echt niet.
Godverdoms kleinburgerlijk wijf."
Fernand sloeg de hoek om, het werd weer rustig.

Dan reed er een kleine bestelwagen de straat in.
Reed heel traag, de bestuurder en de twee passagiers keken in het rond, namen de omgeving in hen op.
"Ja," zei Sheila.
"Ze zien doar!"
Het busje reed verder, Sheila wachtte geduldig.
Vijf minuten later reed het terug de straat in.
Bleef midden op de rijbaan staan, de drie mannen stapten uit, de bestuurder opende de portieren achteraan, een ander schoof de zijdeur opzij.
Sheila herkende twee van de jongemannen, ze waren aan de slag bij de firma en werkten mee aan de verbouwingen. Ze kende zelfs hun namen want ze had alle namen van de lui die bij de opdracht betrokken waren opgevraagd en deze goed ingeprent, en even aan haar vriendin Sarah Van Beiren die bij de recherche werkt gevraagd of ze even kon checken wie er een strafblad had en wie niet.
En ja, de twee die ze zag uitstappen waren de twee die nogal wat op hun kerfstok hadden zo bleek uit hun strafregister.
Ze gingen naar binnen.
Sheila nam foto's.
Ze kwamen naar buiten met de sierstenen, en met een slijpschijf, nog een dure zaag om stenen mee doormidden te snijden en ander materiaal.
Snel werd alles ingeladen en de deuren dichtgeklapt.
De mannen stapten in en de bestelwagen en het busje ging er op volle snelheid vandoor.
Sheila had haar auto gestart en zat hen meteen op de hielen, al viel het niet mee om het busje bij te houden.
De bestuurder leek wel een geoefende rallypiloot zoals hij door de bochten knalde.
Maar hij was toch niet goed genoeg om Sheila van zich af te schudden.
Hij reed de stad uit.
Richting autosnelweg.
Op de carpoolparking stond een andere, grotere bestelwagen te wachten met draaiende motor en openstaande achterdeuren.
Bij de bestelwagen stond een jong kereltje, hij was niet de bestuurder want die zat nog in de bestelwagen, zijn arm hing uit het raam maar Sheila kon zijn gezicht niet zien.
Sheila herkende de jonge kerel.
"'t Es ghie," zei ze bij zichzelf.
"Juste losgeloaten uut Everberg omdaje meerderjoarig ziet en je ziet olwere op 't slechte pad."
De jongeman die bij de bestelwagen waarin alles in zeven haasten werd overgeladen was een oude bekende waarmee Sheila al eens mee te maken had, en die haar zelfs probeerde uit te schakelen, waar hij jammerlijk in faalde.
Het betrof de jeugdige vechtersbaas Dylan Tempels die in opdracht van zijn zus Shirley en zijn tante Rozette Pelckmans enkele maatjes optrommelde met de bedoeling om Sheila in elkaar te slaan. Maar bekocht dit met een stevige en overigens zeer terechte aframmeling en een bezoekje aan de dienst spoedgevallen met een knieschijf die uit de kom zat.
Waarna zijn verlof werd ingetrokken en linea-recta terug naar Everberg werd gestuurd om verder zijn straf uit te zitten.
Nu is hij meerderjarig en terug op vrije voeten.
Dylan stond bazig met gekruiste armen toe te kijken hoe zijn twee kompanen het gestolen gerief driftig over aan het laden waren van hun bestelwagen naar die van hem die groter was en van een veel recenter type.
Sheila nam foto's, legde alles zo goed mogelijk op beeld vast, hoe moeilijk het ook was in het donker, zonder de mogelijkheid om haar flits te gebruiken.
Maar het schijnsel van een lantaarn boven de grote baan hielp haar wel een beetje.
Ze kon Dylan heel scherp op beeld vastleggen, en wat later één van de jongens die bij haar huis van alles ontvreemden ook.
Ze grijnsde: "Khen je bie je kloten stiksje crimineel daje ziet! Je meugt algauwe na 't prisong voe de grote meinschen! Dat es etwat heel anders dan de kindercreche van Everberg wi!"
Dan sloegen de deuren van de beide bestelwagens dicht en duwde Dylan zijn kompanen elk een enveloppe in de handen, waarna ze wegreden.
Dylan opende het rechterportier en stapte in de blauwe Mercedes Sprinter. Sheila maakte dat ze achter het stuur van haar auto zat en startte de motor.
Ze zag hoe de bestelwagen de snelweg opreed terwijl ze zelf de carpool parking verliet.

Even later voegde Sheila in op de snelweg en had ze de blauwe Sprinter al in het vizier.
De  bestuurder ervan had een behoorlijk zware voet, zeker voor iemand die een volgeladen bestelwagen bestuurt want Sheila zag hoe de snelheidsmeter van haar auto vlotjes over de 160 km/u ging.
"Dat es nie riejen, dat es vlamm'n wat daje ghie doet!" Dacht Sheila bij zichzelf.
"Geweune levensgevoarlik keirel, echt!"
Gelukkig was het op dit nachtelijke uur kalm op de baan en kon Sheila de bestelwagen goed bijhouden zonder al te veel op te vallen.
Ze hield het stuur van haar auto stevig vast en zette het volume van haar auto een flink stuk hoger. Er speelde een stevige rocksong, één van haar all-time favorites.
Born To run van Bruce Springsteen. Een nummer dat bij haar altijd al een stevig potje kon breken. En zeker nu ze hier in opperste concentratie over de snelweg raasde.
De bestelwagen reed nu over de E40 en naderde Brussel, waar hij dan de weg vervolgde richting stadscentrum.
Dan reed hij door een verloederde buurt.
Met veel loodsen en garages.
Eigenlijk vooral louche autobedrijfjes waar op dit nachtelijke uur nog heel wat bedrijvigheid leek te zijn.
Auto's werden op vrachtwagens geladen, er werd handel gedreven, er werd in het midden van de straat aan auto's gesleuteld.
De straat kwam uit bij het 'Kanaal Brussel-Charleroi', hier sloeg de bestelwagen rechtsaf en hield halt bij een vervallen loods. Sheila reed zo onopvallend mogelijk voorbij en parkeerde haar auto een eind verderop achter er een oplegger.
Behoedzaam naderde ze de loods en verborg zich tussen de lege olievaten die bij de poort stonden.
De bestelwagen stond binnen in de loods, veilig weggedoken achter de olievaten kon Sheila ongemerkt gadeslaan wat er in de loods gebeurde.
Dylan Tempels stapte uit, alsook de bestuurder van de bestelwagen. Een grotesk corpulente kerel gekleed in een rood grijs ruitjeshemd, blauwe jeans, baseball petje en zwarte zonnebril.
Ook hij was geen onbekende voor Sheila.
Olivier Beauregard bijgenaamd 'Ollie Le Gros' was een zware jongen.
Hij was een gevreesde figuur in de onderwereld. Werkte een poosje als 'loopjongen' van de beruchte gangster en vrouwenhandelaar Richard Valckeneers Maar al snel kwam hij tot de conclusie dat zijn eigen handeltjes in gestolen goederen, smokkelwaar, illegale wapens en vooral drugs veel lucratiever waren.
Maar echt berucht was hij omwille van zijn knokploeg waarmee hij schuldenaren en concurrenten afdreigde.
Die bestond uit kereltjes die hij liet ronselen in jeugdinstellingen of gewoon op straat die hij aan een keiharde opleiding onderworp. Dat kostte hem weinig moeite, want Olivier Beauregard is een ex-paracommando. Het is door Sheila's toedoen dat hij uit het leger werd gezet, maar daar komen we later nog op terug.
"Dat die twee mekoar gevoeng hein, dat es ghin toeval," zo wist Sheila.
"Het achterneefje van Francis Pelckmans in dienst van diens toenmalige spitsbroeder Olivier Beauregard. 
Wat zouden ze toch in hun schild voeren?" vroeg Sheila zich af.
'Ollie' gaf Dylan een stevig por.
"Tres bien copain," zei hij. "Heel goed gedaan maatje!"
Met de opbrengst van het gerief dat jou maatjes bij elkaar stalen hebben we genoeg poen om ons plan tot uitvoering te brengen.
Het is nog maar een kwestie van dagen en 'Nonkel Cis' is weer op vrije voeten.
Morgen gaat gij hem opzoeken en ge geeft hem deze enveloppe, maar zorg dat niemand het ziet hé 'copain'." voegde 'Ollie' eraan toe.
"Want als 'ze' de informatie die hierin zit onder ogen krijgen is al ons werk voor niks geweest."
Hoorde Sheila dat goed?
'Nonkel Cis'.
"Op vrije voeten."
Waren ze echt van plan om die gewetenloze crimineel te helpen ontsnappen?
Hij die die lieve Sandra Musschaert naar het leven stond.
De eindverantwoordelijke was voor haar tragische dood.
Die door zogenaamde ontoerekeningsvatbaarheid aan een proces ontsnapte en 'geïnterneerd' werd.
Sheila had altijd al getwijfeld aan die zogenaamde ontoerekeningsvatbaarheid.
Ja, Sandra had flink naar hem uitgehaald toen hij haar in het nauw dreef in de cel van die verlaten douanierspost in de Ardennen waar Pelckmans zich liet insluiten terwijl ze daar nog opgesloten zat.
Met een houten tafeltje sloeg ze hem op het hoofd.
Sloeg hem een schedelbreuk.
Eén van zijn kompanen droeg hem naar zijn auto, tegen beter weten in.
Francis Pelckmans bleek zijn spraakvermogen verloren te zijn, en ook zijn geheugen was zwaar aangetast.
En hij kon amper nog lopen.
Hij werd geïnterneerd en slijt nu zijn dagen in een instelling.
Maar Sheila wist nu zeker dat het allemaal grote komedie was.
Ze nam foto's, de ene na de andere, die ze dan meteen naar haar e-mail adres doormailde.
Maar dan opeens voelde ze een enorme pijnscheut.
En werd alles zwart voor haar ogen.
Meteen daarna verloor Sheila het bewustzijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten