Pagina's

woensdag 20 maart 2019

Verbouwen in vertrouwen (slot)


De volgende ochtend werd Sheila wakker en sloeg ze het vuile deken van zich af.
Mathieu was nog in een diepe slaap verzonken.
Sheila slaagde erin om ook enkele uurtjes de slaap te kunnen vatten, ondanks de heftige pijnen als gevolg van de klappen die ze kreeg van Ollie en Dylan.
Ze liep naar het keukentje en goot een kan water in het koffiezet apparaat.
Ze trok haar t-shirt uit en haar BH en waste zich aan het aanrecht.
Met een stinkend washandje en een flinke klets zeep.
Daarna spoelde ze haar lichaam af met veel water.
Dan werd Mathieu wakker.
Zat Sheila aan te gapen.
Kwijl liep over zijn kin.
"Bonjour Mathieu, vous ete bien dormir?" vroeg Sheila.
"Oui," zei hij.
Hij wees naar haar borsten.
"Belle seins," zei hij. "Mooie borsten."
"Merci Mathieu," zei ze.
"Tu lavé ta chatte aussi? (ga je je poesje ook wassen?)" vroeg hij ongegeneerd en met een grijns op zijn gezicht.
"Ja," zei ze ineens.
"Maar dan wil ik dat jij je 'bite' ook wast, OK."
Ze vond nog een al even vuil washandje, spoelde het af en gaf het aan Mathieu.
Waarna ze meteen haar broek liet zakken en haar intieme zone begon te spoelen met veel water.
Ze zag hoe Mathieu met zichzelf begon te spelen, en liet hem begaan.
"Hier nog een beetje," wees ze naar het topje van zijn eikel. Welks hij meteen beroerde met het washandje, terwijl hij dat deed spoelde ze haar intieme delen af met wat water, daarbij keek ze hem suggestief aan.
Wat maakte dat hij meteen klaarkwam.
Ze had wat ze wilde.
Ze had hem verlost van zijn hitsigheid nog voor hij ook maar iets in zijn hoofd kon halen.
Dat hij haar naakt zag deerde haar niet. Als er iets is waarop je Sheila niet kan betrappen, is het dat ze zich zou schamen om voor een wildvreemde uit de kleren te gaan.
Wat zou ze ook?
Als tiener liep ze graag uitdagend gekleed in een jeansbroek waarvan ze eigenhandig de pijpen had afgesneden tot vlak onder haar billen en een kort en weinig verhullend topje.
En van wat losbandigheid was ze zeker niet vies, al op heel jonge leeftijd liep ze op school of op op fuiven de aandacht van de jongens te trekken met haar flirterige gedrag.
En het laatste waar ze zich zorgen over maakte was haar reputatie. Tot groot ergernis van haar ouders, nu ja vooral van haar moeder.
"Je gho ghie nog e slechte name kriegn", zei ze dan altijd.

Even later trok ze haar kleren terug aan en nam ze twee mokken koffie uit de keukenkast.
En schonk voor Mathieu en haarzelf heerlijke dampende zwarte koffie in.
Waar ze met gulzige teugen van dronk.
Ze had er geen idee van hoe laat 'Ollie' en Dylan zouden terugkomen dus besloot ze om de tijd maar wat te doden met een spelletje kaarten.
En ontdekte dat Mathieu voor een verstandelijk beperkte jongen heel veel spelinzicht had.
Alsook dat hij verbaal heel klever uit de hoek kon komen.
Er ontstond een hechte band tussen Sheila en Mathieu.
Hij vertelde meer over zijn mama.
Die 'naar boven moest gaan met mannen', waarna Ollie elke avond langskwam.
Die dan altijd raasde en tierde.
Terwijl Mathieu buiten op het kleine koertje moest blijven tot Ollie weer buiten was.
Waarna hij zijn moeder steevast aantrof huilend van de pijn en onder het bloed.
En over zijn grootouders. Zijn 'Mémé' Agnes en 'Parrain' Charles die nog in de mijnen heeft gewerkt en na de sluiting van de mijnen in een fabriek ging werken waar hij zich vooral liet gelden als vakbondsafgevaardigde.
Terwijl ze luisterde naar Mathieus verhalen wachtte ze vol ongeduld op de terugkeer van 'Ollie'.
Daar was hij dan.
Mathieu kromp ineen van angst.
"Restez la," zei Sheila.
"Blijf hier jongen... Alles komt goed. Je promise, ik beloof het je," zei Sheila terwijl ze hem in zijn arm kneep.
Dan verliet ze het afgesloten kantoorgedeelte.
"Wel, waar is Mathieu." vroeg Ollie verbaasd.
"Ik had verwacht dat hij u tot pulp zou slaan en daarna suf zou neuken.
En we u alleen maar ergens hoefde te dump.... "
Sheila zei niets liep onverstoorbaar op 'Ollie' af.
Waarna ze hem met een welgemikte trap in het gezicht tegen de grond werkte.
Dylan zette het op een lopen.
Maar raakte niet ver.
Sheila nam de baksteen waarmee Ollie haar afgelopen nacht in het gezicht sloeg en mikte hem tegen Dylan's achterhoofd.Hij viel op zijn buik en bleef roerloos liggen.
Dan riep ze Mathieu. "Viens t'aider, kom helpen." gebood ze.
Samen bonden ze 'Ollie' en Dylan die nog buiten westen waren vast op een stoel en sloten hen zo op in het kantoorgedeelte.
Ze spuwde vol minachting in Ollie's gezicht.
"Ghodverdoms lowlife!" sneerde ze.
Ze nam Mathieu mee naar haar wagen nadat ze haar smartphone en autosleutels terug had gevonden in de binnenzak van 'Ollie's' jas.

"Nu moet je me helpen jongen," zei ze terwijl ze de auto startte.
"Je moet me tonen waar zich het café van je Mémé en Parrain bevindt, ok?"
"OK," zei Mathieu terwijl Sheila koers zette naar de Ring  van Brussel.
Terwijl ze met een stevige vaart richting Charleroi reed schakelde Sheila de handsfree in en belde ze Lou op.
"Eindelijk!" hoorde ze hem zeggen.
"Waar zit gij ergens? We maken ons hier allemaal ongerust."
"Dat es nie nodig 'moatje'," antwoordde Sheila.
"Ik ben veilig en wel. Maar ik heb wel wat hulp nodig Lou.
Er staan foto's op mijn mailbox en die zou je moeten op een USB-stick zetten en ermee naar de politie stappen, ik zal je het paswoord van mijn inbox doorgeven. Ga er meteen mee naar Hoofdinspecteur Alain Donck.
"Doe maar," zei Lou. Ik zit toch achter mijne computer nu.
Sheila gaf aan welke username en paswoord hij moest intypen, Lou geraakte zonder problemen op haar mailbox vanaf zijn computer.
"God nee, da's dat stuk crapuul genaamd Dylan Tempels." zei Lou.
"Samen met een moddervette kerel van het louche type."
"Ja dat zijn ze," zei Sheila.
Ik heb dat kereltje bij zijn ballen, en die dikzak is het brein achter die diefstallen. En nu wil het toeval dat ik met die gast ook nog een eitje heb te pellen.
Ze waren veel meer van plan Lou, veel erger dan het pikken van wat bouwgerief."
"Wat dan?"
Sheila zuchtte, kon het amper onder woorden brengen. Zo erg was ze onder de indruk.
Het idee alleen al deed haar maag draaien.
"Ze hadden een plan opgezet om Francis Pelckmans te helpen ontsnappen uit de instelling voor geïnterneerden."
"Wat?" vroeg Lou.
"Meende gij da?"
"Ja," zei Sheila.
"Ik meen dat.
Maar ik moet eerst even iets heel anders afhandelen.
Vertel er je wel over als ik terug ben."
"OK," zei Lou.
"Doe maar.
Ge moet alleen verstaan dat ik kei ongerust was." zei hij.
"Dat es nie nodig moatje," zei ze.
"Je zie me nog nie kwiet.
Nooit nie.
Ghie en ek... Da's vor olsang Lou!" zei ze.
Die woorden raakten Lou diep in het hart.
"Ksienugeire," zei hij.
Het klonk gemeend.
Dat wist Sheila.
Voelde ze
"Ek joen ook," zei ze met een brok in haar keel.
"Cette ton marie?" vroeg Mathieu
"Oui," Antwoordde Sheila.
"Vous t'aimes hui hein." zei hij.
"Ja jongen," zei Sheila.
"Ik zie hem zielsgraag.
En wil  hem nooit meer kwijt."
Dan keek Mathieu Sheila aan.
"Bon courage," zei hij.
Het klonk gemeend.
Sheila haalde diep adem.

Na een uur rijden reed Sheila Jumet binnen.
Ze reed door grauwe ééntonige wijken.
Waar een deprimerende sfeer hing.
Dit is 'het zwarte land'.
De streek die gekend stond voor de chronische werkloosheid, bittere armoede en deprimerende uitzichtloosheid.
kleine grauwe huisje, scheef hangende rolluiken, afgebladderde ramen, beduimelde gordijnen,
De streek waar de pijnlijke herinneringen aan De Zaak Dutroux nog levendig waren.
Het was koud, winderig en regenachtig.
Ondanks het feit dat het al eind mei was.
Leek het eerder late herfst in plaats van late lente.
De temperatuur die nauwelijks boven de tien graden uitkwam.
Vlagen van ijskoude regen.
Soms zelfs met hagel erbij.
"Ici a droite," zei Mathieu.
"Cette café dans le coin, ca c'est le café de Mémé et Parrain."
Sheila parkeerde haar wagen op de laatste parkeerplaats bij de hoek van de straat waar ze daarnet nog door reed.
Op de hoek was er een café.
'Le Prince Albert'.
Een ouderwets café met sanseveria's bij het raam, zo'n gordijn aan een koperen buis, zwarte en bruine tegeltjes op de vloer, al jaren dezelfde stoelen en tafels en een tapbiljart.
"Luister," zei Sheila tegen Mathieu.
"Jij blijft hier in de auto op me wachten, ok.
Is dat afgesproken?
Dan kom ik je halen en kan je je Mémé en Parrain zien, ça va?"
Mathieu knikte.
Hij kon niet wachten om zijn Mémé en Parrain na al die jaren terug te zien.
Sheila stapte het café binnen en werd overvallen door een penetrante geur van sigarettenrook. Hier leek niemand zich ook maar iets aan te trekken van het rookverbod op café's.
Aan de toog zaten uitgebluste types, zonder uitzondering waren ze allen werkloos en leefden ze van één of andere uitkering.
Dronken ze overmatig en staarden ze voor zich uit met een doffe blik in de ogen, en allen hadden ze een brandende sigaret in hun hand.
"Bonjour tout le monde, pour moi un chope."  zei Sheila terwijl ze zich op de laatste vrije barkruk zette,.. "Je te peux deposer un question sils vous plais madame?" Vroeg ze meteen met de deur in huis vallend.
De waardin was een stokoude gezette vrouw met grijs onverzorgd haar, overdreven geschminkt, en ze droeg een tot de draad versleten bloemetjeskleed dat los over haar uitgezakte lijf hing. Ze bekeek Sheila met enig wantrouwen. Ook zij hield een brandende sigaret tussen haar vingers.
"Oui tu peux," zei ze kortaf.
"Stel je vraag maar."
"Wel," zei Sheila.
Het gaat over jullie kleinzoon Mathieu.
Agnes bekeek Sheila met een scherpe doordringende blik.
"Com'on tu connais mon grand fils?" vroeg ze meteen.
"Weet je waar hij is?"
Sheila knikte.
"Ik heb hem weggehaald van bij Olivier Beauregard, bijgenaamd 'Ollie Le Gros'.
"Un instant," zei Agnes.
Ze liep haastig naar het vertrek achter het café.
"Charles!!!" riep ze luid.
"Charles vien un fois! vite!"
Een oud gebocheld mannetje kwam de gelagzaal binnen.
In het haast onverstaanbare Waalse dialect vertelde Agnes aan Charles dat Sheila wist waar haar kleinzoon was.
"Cjette un Flamande, petetre tu parlej de Neerlandaisj!" zei Agnes in haar sappige 'Patois'.
"Aaah goeiendag madame!" zei Charles met ietwat hese stem, niet meer of ook hij is een verstokte roker.
"Wa wetje ghie van uzze kleijnzeune?"
"Heel wat," zei Sheila.
"Kom meej vanachtern," zei Charles. Dan draaide hij zich om en riep hij naar de klanten, "excusej moi mais cette fermej pour au'joudhui. Question de famiejl!"
Sheila nam haar pint en volgde Charles naar de sober ingerichte leefruimte achter het café.
Een achterkeuken met een krakkemikkige tafel, een oud gasvuur, vuil aanrecht bruine tegeltjes waarvan er al heel wat gebarsten waren, een transistor radiootje en een TV toestel van minstens 25 jaar oud.
Meer was het niet.
Charles Verwichte was de zoon van uitgeweken West-Vlamingen die in de donkere jaren dertig hun heil gingen zoeken in Wallonië.
Hij zag het levenslicht in Jumet.
Op school sprak hij Frans, met zijn vriendjes 'Waals' en thuis Vlaams.
Nu nog altijd spreekt hij een woordje Vlaams met enkele andere vaak stokoude Vlamingen die er hun 'chope' komen drinken, hun gazet kwamen lezen of de tijd kwamen doden met een spelletje kaart. En die net als zijn ouders hun geluk in het 'zwarte land' kwamen beproeven.
"Woar es uzze kleejnzeune?" vroeg Charles.
"Hoe es 't ie d'eran toe?"
Sheila gaf eerlijk antwoord en vertelde over de toestand waarin ze hem aantrof.
En ook over dat ze de politie over heel die zaak had ingelicht en dat 'Ollie Le Gros' nu vast al in de boeien geslagen zou zijn."
"Als u me even toestaat, dan ga ik Mathieu halen."
Vijf minuten later stapte Mathieu het inmiddels lege café binnen.
Het weerzien was hartelijk.
"Mon gamin!" snikte Anges.
"Vous ete grandir hein," zei Charles.
"Tu sais qu'est qui tu promaisse?" vroeg Sheila.
"Eerlijk antwoorden op de vragen die de mensen van de politie gaan stellen.
Inmiddels arriveerden twee rechercheurs in het ondertussen zo goed als lege café.
Die zeer opgetogen waren dat de gruwelijke moord op een jonge alleenstaande moeder eindelijk kon worden opgelost.
De rechercheurs twijfelden ernstig aan het verhaal dat Olivier Beauregard opdiste.
Waarin hij vertelde dat hij zijn zoon Mathieu kwam halen - zogezegd - omdat Magalie Verwichte haar zoontje Mathieu zou verwaarlozen, hem sloeg en dat hij in zijn eigen uitwerpselen moest slapen.
Hij stapte met Mathieu naar de politie om klacht neer te leggen tegen Magalie, maar niet zonder hem goed de les te spellen over wat hij zeker moest zeggen en vooral wat niet!
Toen de agenten na het verhoor Magalie opzochten om haar versie van de feiten te horen, deden ze een gruwelijke ontdekking.
Ze troffen haar aan in de keuken van de kleine arbeiderswoning met ingeslagen schedel.
Olivier had haar hoofd tegen een hoek van de tafel gelegd en haar daarna toegetakeld met een zwaar voorwerp.
Haar schedel was niet gebroken... MAAR VERBRIJZELD!
Er was geen cash geld aanwezig en haar juwelen alsook haar gsm - een Nokia 3310 - was gestolen.
Roofmoord?
Of was het die opvliegende pooier die elke dag langskwam om het geld op te eisen dat ze verdiende door met allerhande mannen naar bed te gaan die afkwamen op de advertenties die Ollie Le Gros op het internet liet plaatsen met bijhorende suggestieve foto's van Magalie wiens gezicht hij met Photoshop bewerkte zodat ze onherkenbaar was.
Het bleek het laatste.
Ollie vond dat ze 'te oud' werd om nog om te brengen.
Waarna hij besloot om zich van haar te ontdoen.
In het huis waarin Magalie woonde vestigde hij al gauw een ander meisje die er in ruil voor onderdak mannen moest ontvangen. Mathieu nam hij met zich mee, om hem allerlei vuile werkjes te laten opknappen. Voornamelijk het sorteren en eventueel poetsen van zijn gestolen goed. In ruil daarvoor kreeg hij klappen en vernederingen te slikken en leefde hij al een dier in de oude loods van Ollie in een Brusselse achterbuurt.

In de nasleep van het onderzoek naar de praktijken van Olivier Beauregard werd Sheila gecontacteerd door het parket.
Tuurlijk werkte ze mee, en gaf ze antwoord op alle vragen en toonde ze alle bewijsstukken die ze verzameld had.
Vooral de foto's waarop te zien was hoe 'Ollie' aan Dylan een enveloppe gaf.
Die hij moest afgeven aan Francis Pelckmans.
Ze wilden hem helpen ontsnappen.
In de instelling waar Francis Pelckmans verbleef werd inderdaad een enveloppe met in totaal twintigduizend Euro gevonden. Alsook een kaartje met daarop een telefoonnummer dat aan Olivier Beauregard toebehoorde.
Verpletterende bewijzen, ontkennen had dus weinig zin.
Sheila bleef de zaak opvolgen en vernam meteen van de parketmagistraat dat dankzij haar toedoen, dankzij die ene gouden tip van haar duidelijk was geworden dat Francis Pelckmans HELEMAAL NIET ONTOEREKENINGSVATBAAR WAS!
Maar integendeel bij zijn volle verstand is!!
Want hoe zou hij anders in staat zijn om zorgvuldig gedetailleerde aantekeningen te maken in een schrift dat hij onder zijn hoofdkussen bewaarde. En hoe zou er anders in geslaagd zijn om maar liefst drie gsm's in zijn kamer te krijgen?
En er geen reden is om het niet tot een proces te laten komen waarin hij zich ook zal moeten verantwoorden voor de dood van Sandra Musschaert. Net zoals zijn kompanen die hun straf intussen al kennen.
Ook Dylan en zijn vriendjes die in zijn opdracht bouwmaterialen stalen op de werf van Sheila's huis dat in de steigers stond, zullen zich moeten verantwoorden voor de rechter.
Bovendien diende Sheila ook klacht in tegen hem en tegen Ollie voor de slagen en verwondingen die ze moest ondergaan.
Haar neusbeen bleek gebarsten te zijn, waardoor ze met een verband rond haar neus moest rondlopen. En haar twee tanden die los zaten moesten door de tandarts operatief verwijderd werden.
Na het bezoek aan de tandarts stapte ze de Dinky Toys binnen.
"Willem, voe mie ne whisky... 'k Heint nodig nu!!" zei ze.
Lou zat er zoals gewoonlijk driftig te discussiëren met enkele andere vaste stamgasten.
Hij draaide zich om.
"En, hoe was het bij de tandarts?" vroeg hij. "Ge hebt hem toch goed laten doorrekenen zeker? Laat dat crapuul van een Dylan Tempels maar goed bloeden zulle."
"Wat zou ik daarmee bereiken?" zei Sheila.
"'t Ventje heit ghinne nagel voer a ze lege luie koente te scharten," zei ze cynisch.
"Zo lange meugelijk in de bak bluuvn ja. Dat hopen 'k da ze dermee doen.
E gevoar voe de maatschappieje es dadde, nie meer of nie minder.
Weet je Lou," zei ze. "Ik ben al blij dat ik mijn materiaal terug heb, mijn sierstenen, mijn tegels, en de firma Verplancke hun dure materiaal en machines.
Maar dat weegt niets op," zo vervolgde Sheila nadat ze een flinke slok van haar whisky had genomen.
"Tegen het feit dat Mathieu, die verstandelijk gehandicapte jongen die door Olivier Beauregard als slaaf werd behandeld en die moest slapen op een vieze matras... "
Sheila moest even naar adem happen, het werd haar even te machtig als ze terugdacht aan de erbarmelijke omstandigheden waarin Mathieu leven moest.
"Dat Mathieu nu herenigd is met zijn grootouders, de ouders van zijn moeder die door 'Ollie Le Gros laffelijk werd doodgeslagen gaf mij een opgelucht gevoel.
Hij gaat nu naar een dagcentrum voor mensen met een verstandelijke beperking en woont nu gewoon bij zijn grootouders in.
Ze zien ondertussen uit naar een plaatsje in een tehuis voor mensen met een beperking.
Maar die jongen is gelukkig Lou.
En dat maakt me zoveel blijer dan het feit dat ik mijn spullen terug heb.
Het maakt me zelfs blijer dan het feit dat ik kon voorkomen dat Francis Pelckmans op vrije voeten is."

Lou keek Sheila aan.
Legde zijn hand op de hare.
"Daarom heb ik u zo geiren se.
Gij zijt ambitieus en ge weet wat ge wilt.
Maar hoe ambitieus ge ook zijt.
Ge blijft oog hebben voor de noden van een ander.
Dat vind ik schoon van u.
Veel mensen geven niet om jongens zoals Mathieu.
Zelfs door hun ouders worden ze weggemoffeld en zelfs gedumpt.
Dat heb ik zelf met eigen ogen gezien als kind.
In onze straat woonde een jongen, een mongooltje.
Allez ja, ik weet dat ge dat niet meer zo moogt zeggen. Maar zo noemden ze zo'n gastjes vroeger.
Ricky heette hij.
Ricky zat altijd alleen.
Ricky werd door iedereen gemeden.
Ik zie hem daar nog staan leunend tegen een elektriciteitscabine als wij op straat aan het sjotten waren.
Met die doffe wazige blik in zijn ogen.
Het was de eerste zomer dat Gracienne bij haar Marraine kwam logeren in de grote vakantie, en met ons meespeelde.
Met ons, een stel luidruchtige tienjarige straatjochies.
Als enige meisje.
Weet je wat heet eerste was wat ze vroeg?
Waarom we Ricky niet lieten meespelen?
We verklaarden haar voor gek.
"Hey, wat dacht die meid wel?
Dat wij 'die mongool' zouden laten meespelen, hij kon nog niet eens tegen een bal schoppen of een bal vangen."
Maar ze dreef haar willetje door en we maakten kennis met haar sterke karakter.
Ricky mocht meespelen.
Zijn gezichtje klaarde op.
Ze leerde hem enkele basistechnieken en zorgde ervoor dat hij zijn eerste goal maakte.
Hij kreeg een zekere vorm van eigenwaarde.
We vonden hem eigenlijk wel grappig. Niet grappig in de zin van 'hem uitlachen'.
Maar hij had iets ontwapenends.
Ricky.
Dat kereltje had mijn hart gestolen.
'Grace'ke' vertrok na de vakantie terug naar haar ouders in Antwerpen.
Maar Ricky werd onze vriend.
Eigenlijk vooral mijn vriend.
Tot zijn ouders hem naar een instelling stuurden.
We zagen hem nooit meer terug.
Ik was daar kwaad over.
Echt kwaad.
Ziet ge, daarom mis ik haar zo hard.
Ze heeft me zoveel geleerd over het leven.
Leerde me anders naar de dingen en vooral naar de mensen kijken."
Een traan liep over Lou's wangen.
Sheila sloeg zijn arm rond haar hals en wreef over zijn rug.
Lou keek haar aan.
"Ik heb het al meer gezegd Sheila.
Gij doet mij zo hard aan 'haar' denken.
Hoe dat ge in het leven staat.
Hoe dat ge met mensen omgaat.
Hoe dat ge het beste uit mensen kunt halen.
Al die dingen dus.
Hoe meer ik dat besef Sheila...
HOE MEER IK VOOR U VOEL!!!"


Geen opmerkingen:

Een reactie posten