Pagina's

vrijdag 2 augustus 2019

Tropenpassie 4


Linkéwingué.
Een kleine nederzetting aan de rand van het onmetelijke oerwoud.
Net buiten het gebied dat al vele jaren verwikkeld is geraakt in een uitzichtloze burgeroorlog.
Het was pas laat in de namiddag dat Jean-Pierre en Karen hier aankwamen.
Eens het vliegtuig veilig in de hangar was opgeborgen verlieten ze de 'Aerodrome Jacob Gütmensch'.
"En nu?" Vroeg Karen. "Wat gaan we nu doen?"
"Een 'klapke' doen met de achterkleinzoon van de persoon naar wie het vliegveld hier genoemd is." Zei Jean-Pierre.
"Je maakt een grapje." Zei Karen.
"Zie je mij lachen?" Vroeg Jean-Pierre.
"Kijk daar woont hij, ik zie hem zelfs al staan op zijn terras."
Jean-Pierre wees naar een bakstenen huis met terras waar een blanke gemoedelijk tegen de reling leunde.
De blanke genaamd Yitzhak Gütmensch is een kolos van een kerel.
Lange zwarte baard en zijn haren in dreadlocks gerold.
Gekleed in een grijze short en half open hemd met een kleurrijk bloemenmotief.
Hij maakte een gemoedelijk praatje met enkele mannen die bij het huis rondhingen.
Het ging er informeel en ontspannen aan toe.
Dan ineens draaide de man zich om.
"Mor ierse doarse!" Riep hij ineens met luide stem.
Hij liep het houten trapje af dat toegang gaf tot zijn woning en stapte meteen op Jean-Perre en Karen af.
Hij legde nogal hard zijn rechterhand op Jean-Pierre zijn linkerschouder.
"Wie dawe doar emme... De JP begot.
Ik paansde dade gaa dood woard.
Aja hoe laank is 't geleje da we mekaander nog zage."
"Ik weet het." Zei Jean-Pierre. "Ik weet het."
"Dan wendde hij zijn blik naar Karen."
"En wie is dees knappe griet?" Vroeg hij. "Aa nief vlam?
Joa ge zaat er gaa nog altaad nie vies van hé van 't schoewn vraavolk." Voegde hij er knipogend aan toe.
"Wel." Zei Jean-Pierre. "Ge gaat mij niet geloven Yitzhak.
Maar dit is Karen Van Hoevenen, de dochter van niemand minder dan Casper Van Hoevenen."
"Neeje!" Riep Yitzhak uit, die zich steevast in het Antwerps uitdrukte.
"Is deez de dochter van??
Alleej... Zwaanst na nie héj!
Allez komt rap binne.
Khem just beslag kunne legge oep ne partaa Schotse whisky.
Glenmorangie... Ey, wat ies 't? Go w'een fleske kroake of wa?"


Jean-Pierre zei geen nee.
Ze liepen het huis in met naast de voordeur een naambord.
"Y Gütmensch - Medicin!"
Jean-Pierre en Karen werden binnengeleid in de gezellige leefruimte.
Die heel stijlvol en was ingericht.
Met veel licht en heldere tinten.
En met respect voor de stijl waarin het gebouw is opgetrokken.
Karen nam plaats in één van de in bamboe en riet opgetrokken fauteuils, Jean-Pierre volgde haar voorbeeld terwijl Yitzhak drie glazen met Scotch inschonk.
"Geen ijs veur aa zeker." Zei hij tegen Jean-Pierre.
"Dan kunt ge even goed plat water geven." Zei Jean-Pierre.
"Voor mij ook geen ijs." Zei Karen.
Er werd geklonken.
Yitzhak bekeek Karen van top tot teen.
"Kustnaamenoor!!!
De dochter van Casper Van Hoevenen begot.

Uwe pa heeft nog in den tijd ne foto van aa getoond.
Kzient nog veur maa. E klain blond poppemieke met peirdesteirtjes in eur hoar en e lief lachske.
En zie naa...
Gaa zaat een vraa gewurren hé zeg.
En nog een knappe oewek."
"Heb je mijn vader nog gekend?" Vroeg Karen.
"En of da 'k hem ken.
Al moe d'er wel ietske van maan hart.
En ik weet nie of dat ge da geire got horen.
Mor aawe pa, diejen is nie hoe dat de meeste mensen denken dat hem is."
"Is?" Vroeg Karen.
"Leeft hij dan nog?"
Yitzhak keek naar Karen en dan naar Jean-Pierre.
"Ey... JP.
Edde gaa nog nie vertelt dat den Casper nog leeft ofwa?"
"Yitzhak... Komaan.
Ik wist dat zelfs niet eens.
Godverdomme!" Riep Jean-Pierre uit.
"Ik heb de laatste twintig jaar amper geslapen uit schuldgevoel nadat hij na een slaande ruzie zijn rugzak omgorde, de deur achter zich toesloeg en de jungle introk.
Waarna ik noch iemand anders nog iets van hem hoorde."
Yitzhak nam een stevige teug whisky en schudde het hoofd.
"Jean-Pierre, Jean-Pierre, Jean-Pierre, Jean-Pierre...
Ondanks het feit dat gaa naast Nederlands, Frans en Engels oewek nog het Lingala, Tsjilombe en Swahili machtig zijt, en ge heel Congo gelijk aa broekzak kent.
Zaade gaa toch oewek gene snuggeren hé.
Moeste gaa uw aage nie heelder doagen oepsloite in dat doenker kot doar in Kinshasa me ne fles goeikope whisky als gezelschap.
Mor integendeel e beke meer onder de mense kome.
Dan hadde da gewete!
Nieje echt.
Iek was al hiel laank op d'hoegte van 't feit dat diene klootzak nog leeft.
En ik gon meer zeggen.
Aa hieft ons ollemol goe baa ons klote!"
Tot zaan aage vraa en dochter toe!"
Dan keek Yitzhak naar Karen die lijkbleek wegtrok.
"Joa maske.
Da valt nie mee hé.
Ge wilde wete hoe dat da zat met aawe pa.
Ewel...
NA WET HET!
Uwe pa, dat is ne bedrieger, ne leugeneir, EN NEN DOORTRAPTE PSYCHOPAAT!"
 "Dan heb ik mijn hele leven in een leugen gelooft." Zei Karen die haar tranen verbeet.
Yitzhak keek haar aan.
"Gaa nie alleen maske.
Gaa nie alleen.
Uwe noenkel, Pieter Van Hoevenen.
Da was 't grootste slachtoffer.
Het is van hem...
Dat er sindsdien niets meer vernomen is.
Terwijl de Casper doar de groten boas speelt over de kobalt en diamantmijnen in 't gebied dat gelaad wordt deur 'General Kassongo."
"Hij wilde zijn broer uit de klauwen redden van de troepen van 'General Kassongo'."  
Merkte Jean-Pierre op.
"Dat is de reden waarom hij loog over het waarom van zijn missie.
Hij wist dat ik in geen geval naar het gebied van 'General Kassongo' zou gaan. Want hij is één van de meest gevreesde rebellenleiders uit het gebied."
"Woarmee den Casper het oep een akkoordje heeft gegooid." Vulde Yitzhak aan.
"Ten nadele van zijn bloedaage broer."
"Godverdomme!" Zei Karen.
"Ik wil die zien.
Mijn vader.
Ik wil uit zijn eigen mond horen waarom hij dit deed.
Waarom hij bewust zijn eigen familie in de steek liet.
Ik wil weten waarom hij mijn jeugd verknoeit heeft en mijn moeder zo radeloos maakte."
Yitzhak keek Karen aan met zijn indringende ogen.
"Woarom?" Vroeg hij.
"Dieje zit goe verscholen in de brousse, goed beschermt door 'General Kassongo' en zijn mannen.
Als hem tenminste nie in Kigali zit waar hij woont met zijn huidige Rwandese vrouw."
"Dus hij is hertrouwd?" Vroeg Karen.
Yitzhak knikte.
"Den Casper: Het heilige boontje, de jongen die zo met die arme Afrikanen inzat en die de Europeanen alle schuld gaf van hun ellende zonder enige nuance aan de dag te brengen.
Ollemol theater ja!
Al wat dieje gast deed was berekend tot en met.
En we zaan d'er ollemol ingelope.
Gaa ook Jean-Pierre.
Mor ikke nie.
Ik weetet, 't klinkt stoeferig.
Mor 't is zo.
Hij kwam maa oek vroage om hulp.
Hij wilde 't rebellengebied in.
Kwam af met die zielige verhaaltjes over de uitboiting in de die diamant en koaltmijnen.
Mor ik had er al van in 't begin geen vertrouwen in.
Dus em ik hem wandelen gestuurd.
Tons is em mor nor Kinshasa gegoan.
En doar heeft em mor geprobeerd om aa te overtoige hé JP.
En de rest kennen we."
Karen was helemaal overstuur.
En zag er moe uit.
"Als ge wilt moogt ge nor boven goan en wa ruste hé maske." Zei Yitzhak.
"Ik wil u niet tot last zijn Meneer Gütmensch." Zei Karen terwijl ze een glimlach forceerde.
"Tot last?
Gaa?
Allej kinneke, zwaanst na nie héy!
Gaa en JP zen maan gaste.
En gulle moogt niks tekort komme."
Hij opende de deur en riep: "Florence vien ici sils-vous-plais."
Een jonge zwarte vrouw kwam binnen en knikte verlegen.
Yitzhak stelde Florence voor aan Jean-Pierre en Karen.
"Achanté." Zei ze terwijl ze haar parelwitte tanden bloot lachte.
"Unataka tu mgeni chumba tayari kwa ajili ya wageni?" (Maak jij even de slaapkamer gereed voor onze gasten?) Vroeg Yitzhak in het Swahili.
Het meisje knikte verlegen en liep dan weer weg.

"Ziede. Zo kunde dat ook hé.
Iets beleefd vragen met respect, en in de mensen ulder aage toal.
Weet ge wa ge dan terug kraagt?
Respect.
Ksen weer on 't stoefen hé.
Mor de mensen ier respectere maa.
Knikke ollemoal goeiendag.
En als er probleme zaan dan kome ze maa bescherme.
'Ni personne touché a notre medicin." Zeggen ze.
Ik zen één van hen.
Hier voele kik maa thois se.
Ook al verkloart de familie in Aantwaarpe maa veur zot.
Mor doar emme kik maa nooit thoisgevoelt.
Nooit.
Me ulder bekrompe kutmentalitaat!

Allez ja 't ies toch woar hé.
Naa meugde ginder niemeer smoeren oep café.
Kraagde ne zogenoamde 'GAS-boete' als ge een e papierke oep de grond lot valle.
En de Sinksenfoor hemme ze verbanne nor de rand van 't stad.
Allez ja ik wil mor zegge.
Oep wa trekt dat doar ollemol?
Alles in regeltjes en wettekes wille giete.
En alle sociaal contact kapot moake.
Ginder zitte ze ollemol nor e schaarmke te goape.
Ier hé JP...
Awel.
HIER KLAPPE DE MENSE NOG ME MEKANDER!"Even later kwam Florence terug.
"Les chambre est prêt." Zei ze me zachte stem.
"Dan ga ik maar slapen." Zei Karen die zich amper nog recht kon houden.
"Ga maar meiske." Zei Jean-Pierre terwijl hij haar aankeek.
"Ik kom wel achter.
't Kan laat worden.
Maar ge moet begrijpen, Yitzhak is meer dan een goeie vriend van mij.
En we hebben elkaar al in geen tijden meer gezien."
"Amuseer je Jean-Pierre." Zei Karen terwijl ze hem een zoen op de mond gaf.
Een tedere zoen die overging in een korte tongkus."
Dan stond ze recht en volgde ze Florence.
Jean-Pierre en Yitzhak keken haar na.
Haar blonde haren waren als goud onder de stralen van de ondergaande zon die door de ramen scheen.
"JP, zaa nekier eerlijk.
Is er ietske tussen ulle?"
Jean-Pierre zocht naar zijn woorden.
"Ja.
Is te zeggen.
Gisterenavond.
Zijn Karen en ik in bed belandt.
En we hebben maar weinig geslapen.
En God weet.
Het smaakt naar meer.
Ge moogt het weten hoor.
Die meid is een godin in bed.
Man, ik heb met haar te doen Yitzhak, echt.
Hoe moet ze hiermee omgaan.
Haar eigen vader die haar hele familie en iedereen rond hem letterlijk belazerde.
En zijn eigen broer.
Haar nonkel.
Die gaat naar hem toe willen hé.
Kan haar best begrijpen.
En ze kan op... "
Dan greep Yitzhak Jean-Pierre zijn beide handen vast.
"JP.
Luister naar mij.
ik ksen doktoor.
Dat wette.
Doceer aan het Instituut Voor Tropische Geneeskunde en aan de  Universiteiten van Gent, Antwerpen en Leiden.
En sinds kort ook aan de universiteit van Oxford
Allemaal vanuit mijn bureau hierneffe aan de andere kant van het gebouw.
Ik weet waarover da 'k klap.
En ik zeg aa.
Doe het niet.
Probeert dat uit eure kop te praten.
Want JP.
ZE GOAT DA NIE OVERLEVEN!"
"Wat klets jij nu?" Vroeg Jean-Pierre.
"Ik klets nie.
't Is zoewe.
Ik zien dat on eur ogen.
Die zo diep in eur kassen zitte.
Da maske heeft verzorging nodig.
Dringende medische verzorging.
Of da ziet er nie goe oit veur eur."
Jean-Pierre voelde het warm en koud worden tegelijk.
"Dan is ze net zoals haar vader." Zei Jean-Pierre.
"Als ge snapt wat da 'k bedoel."
"Maar in deze kan ik haar begrijpen.
Als ik weiger met haar mee te gaan of haar op één of andere manier tegen hou.
Dan gaat ze alleen de jungle in.
In dit geval.
Staat mijn besluit vast.
Ik ga met haar mee.
Tot het bittere einde.
En als ik diene smeerlap van een Casper tegenkom.
Ze mag erbij zijn.
Ewel hé.
DAN SLA IK KEIHARD OP ZIJN BAKKES JA!"
Yitzhak knikte maar zei niets.
Meer nog.
Hij begreep Jean-Pierre wel.
Ze kenden elkaar al jaren.
Jean-Pierre redde zelfs zijn leven door hem tot voor zijn woning te rijden met zijn Cessna om Yitzhak dan erin te sleuren en op te stijgen terwijl horden rebellen achter hen aan liepen en de kogels hen rond de oren floten.
Gelukkig werd de benzinetank van het toestel niet geraakt want de dag voordien had Jean-Pierre zijn vliegtuig nog net volgetankt.


Yitzhak Gütmensch werd hier in deze streek geboren als telg van een familie van grootgrondbezitters en eigenaars van diamantmijnen die al aanwezig was in de regio toen het nog het persoonlijk bezit was van Koning Leopold De Tweede.
De Joodse familie Gütmensch komt uit Antwerpen.
Nu ja eigenlijk had de familie Gütmensch haar wortels in Polen en Rusland, maar door de aanhoudende pogroms en vervolgingen zochten ze hun heil in Antwerpen waar ze al snel actief waren in het verhandelen van diamant.
In 1875 scheepten de broers Israël en Benjamin Gütmensch in voor de boottocht naar Congo-Vrijstaat waar ze een stuk grond kochten omdat ze hoorden dat de grond daar vast en zeker vol zat met diamanten en andere kostbare ertsen.
En dat was ook zo.
Het hele gebied barstte van de kostbare edelstenen en in geen tijd werden de gebroeders Gütmensch stinkend rijk.
Ook met het kostbare rubber verdienden ze fortuinen.
Die ze echter investeerden in het welzijn van de plaatselijke bevolking en in het verbeteren van de infrastructuur.
De kleine 'Aerodroom' genoemd naar Jacob Gütmensch, kleinzoon van Israël Gütmensch is daar nog een overblijfsel van.
Yitzhak werd geboren als zoon van Abraham Gütmensch en Constantina d'Ancona, en groeide hier als kind op.
Leerde al snel de plaatselijke talen en voelde zich er als een vis in het water.
Hij kende het regenwoud op zijn duimpje en leerde er sporen zoeken en jagen van de plaatselijke bevolking.
Hij kan de geluiden van zeker twintig vogels probleemloos onderscheiden.
En hij heeft een zeer grote kennis van geneeskrachtige planten, welks hij leerde van een oude medicijnman.
Maar toen hij vijftien was besloot vader Abraham om zijn zoon naar een kostschool in Zwitserland te sturen, waarna hij naar de universiteit ging waar hij eerst economie studeerde en later ook geneeskunde.
Wat de intelligente Yitzhak goed afging.
Maar hij kon niet aarden in Europa.
Hij werkte enkele jaren in Antwe'pen, waar hij ook trouwde met ene Elisabeth Rosenthal.
Maar hij was er doodongelukkig.
Het contrast tussen het vrije leven in Afrika en het leven in de oerconservatieve Chassidische gemeenschap in Antwerpen kon gewoon niet groter zijn.
Na vijf jaar keerde hij gewoon terug naar Congo waar hij het ouderlijke huis betrok en er zijn dokterspraktijk begon.
Maar al snel kwam aan zijn rustige leventje als dorpsdokter een abrupt einde.
Het was toen Mobutu werd verdreven en daarna de burgeroorlog begon.
Hij bleef bij zijn mensen ook al rukten de rebellen alsmaar dichter op.
Het was Jean-Pierre die Yitzhak van een gewisse dood heeft gered.
Men drong erop aan dat hij mee zou reizen met de toen inderhaast geëvacueerde Europeanen. Hij weigerde.
Men wees hem op het dreigende gevaar.
Maar dat kon hem niet schelen.
Hij hielp de Congolezen onbaatzuchtig en vaak met weinig middelen.
Later toen het rustiger werd en de rebellen zich meer naar het oosten terugtrokken kocht hij de grond waarop zijn inmiddels verwoestte ouderlijk huis stond en bouwde hij alles eigenhandig weer op met hulp van de plaatselijke bevolking.
Zich baserend op de foto's die hij in zijn bezit had.
Daar begon hij een eigen dokterspraktijk.
Hij zag vele voordelen in het opkomende internet om vanuit Congo les te geven aan scholen en universiteiten.
Na de vervolgmaking van de vereiste studies ging hij pas echt aan de slag.
Niemand kent Congo beter als hij.
Yitzhak Gütmensch mag gerust een autoriteit genoemd worden.
Jean-Pierre en Yitzhak praatten nog tot diep in de nacht.
Haalden herinneringen op aan hun gezamenlijke missies.
Leveren van hulp, vooral medicijnen aan rurale gebieden diep verscholen in het oneindige regenwoud.
Waar ze dan vaak te voet heen gingen.
Met de hulp van een heel leger lokale helpers die als dragers en gids meegingen.
's Avonds rond het kampvuur luisteren naar oude verhalen en het zingen van plaatselijke liederen.
Onvergetelijke tijden.
Eens terug in Kinshasa schreef Jean-Pierre daar hele artikelen over in het Nederlands, Frans, Duits, Engels en zelfs het Spaans.
Steeds rijkelijk geïllustreerd met vele foto's, zijn foto toestel was zijn beste vriend en ging mee waar hij ook heen trok.
Als de fles whisky leeg was en hun oogleden haast toevielen van de vaak besloten beide heren dan maar om hun slaapvertrekken op te zoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten