Pagina's

dinsdag 24 maart 2020

Bloggen in tijden van corona deel 5: Go see the doctor.


Dag lieve mensen.
Ja ik weet het.
Het was hier een beetje stil.
Maar hier ben ik terug.
Ben dezer dagen een beetje verkouden. Hese stem, hoesten, keelpijn..
Maar heb geen schrik.
Het smerige beestje heeft me niet te pakken.
Ik heb naar de dokter gebeld en die verwees mij door naar een 'triagecentrum' in Veurne.
Dat klonk al tamelijk creepy vond ik.
Het feit dat ik net nu verkouden werd boezemde wel wat angst in ja.
En ja, het leek me beter om naar de dokter te bellen.
Ik moest sowieso niet meer werken tot na het weekend en mijn overste vroeg me om mij zeker op de hoogte te houden over mijn gezondheidstoestand voor hij me laat terugkomen.
Maar goed, ik moest dus naar dat 'triagecentrum'.
Ik sprong in mijn autootje - mij gelukkig prijzend dat ik eigen vervoer heb en niet aangewezen hoef te zijn op anderen of gebruik moest maken van het openbaar vervoer wat toch ook een risico is, zeker als je ziek bent - en reed naar Veurne.
Langs de gebruikelijke weg die loopt langs het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke.
Water, polders, een éénzame wielertoerist die zijn kilometers maalt over het jaagpad aan de overkant.
En dan denk ik aan één van de voordelen van deze coronacrisis.
Geen hordes ambetante 'wielerterroristen' die in deze tijd uit hun holen komen gekropen om in groep en onder invloed van de nodige trappistenbieren de wegen onveilig te maken, zichzelf de nieuwe Greg Van Avermaet of Wout Van Aert wanend.
Enfin soit. No hard feelings hoor.
Rij maar met jullie fiets hoor, mij niet gelaten.
Maar dan volgens de voorschriften.
Met niet meer dan twee personen, afstand houden.
En blijf op het fietspad!

In Veurne aangekomen moest ik mij aanmelden bij het loket en mijn identiteitskaart tonen.
Daarna moest ik wachten in de wachtzaal tot de dokter mij kwam halen.
De wachtzaal was leeg, dat was al een geluk.
En de dokter kwam al meteen buiten.
Helemaal gehuld in plastic, daaronder een gele schort en hij droeg een haarmuts en een mondmasker.
Het leek wel een Marsmannetje.
Toen kreeg ik toch wel een heel onbehaaglijk gevoel.
Even leek het of ik in één of andere bizarre film over een ineens losgebroken enge epidemie ben terechtgekomen.
Maar achter de bevreemdende kledij zat een jonge dokter, waarschijnlijk een stagair of pas afgestudeerde. Hij sprak me aan in een mengeling van AN en het lokale dialect en trachtte me op mijn gemak te stellen.
Ik moest wel binnen een vierkant van tape blijven.
Na het stellen van vragen, en de nodige klassieke onderzoeken met de stethoscoop en zo'n houten staafje dat hij op mijn tong duwde terwijl ik AA moest zeggen stelde hij vast dat het bronchitis was.
Uitzieken, hoestsiroop, keelspray en neusdruppels.
Paracetamol tegen de pijn en eventuele ongemakken en veel thee drinken.
"Het is niets verontrustend," zei hij.
En ik moest niets betalen

Op de terugweg naar huis maalden de gedachten door mijn hoofd.
En ik bedacht dat we toch wel een goed georganiseerde gezondheidszorg hebben.
Dat draaiende gehouden wordt door geëngageerde mensen die zich dag en nacht inzetten voor ons en onze gezondheid.
Mensen die nu onder grote druk staan door deze coronacrisis.
We moeten ons zorgsysteem koesteren lieve mensen.
Ja dat is.
We hebben een zeer goed zorgsysteem en een uitmuntende gezondheidszorg.
Van topdokter over verpleegster tot logistiek, keuken en schoonmaak.
Allen zetten ze zich in om van wieg tot graf over onze gezondheid te waken.
Ze bestrijden ziektes, helen onze wonden en verzachten onze pijn.
Drogen kindertraantjes en sussen de angsten van de gevallen ouderling die angstig om zich heen kijkt wanneer hij in de ambulance wordt gedragen.

Mijn vriendin is zorgkundige en staat dag na dag in voor de zorg van hulpbehoevende bejaarden in een woonzorgcentrum.
Door haar weet ik uit eerste hand hoe zwaar het werk van een verzorgende of verplegende is.
En nogmaals.
Ik doe mijn klak af voor deze mensen.
Er wordt over de zorg veel vertelt.
-"En die mensen worden aan hun lot overgelaten."
-"Het is daar allemaal bandwerk."
-"Ze behandelen die oudjes als vuil, ze worden in hun bed vastgebonden of urenlang op de WC gezet."
Ja helaas, die dingen gebeuren.
En zowel mijn grote liefde als ikzelf veroordelen deze zaken ten zeerste.
Maar het leven van een zorgkundige loopt zeker niet over rozen lieve mensen.
Constante onderbemanning en onderbezetting, het management dat de kosten zo laag (en de winsten zo hoog) mogelijk wil houden, besparen op van alles en nog wat en zelfs op essentiële materialen.
Zoals ik al eerder zei, veel zorgkundigen zitten op hun tandvlees.
Velen hebben lichamelijke klachten, vooral dan rugklachten.
Ze werken hun lichamen kapot.
Deze mensen verdienen beter!
Mensen die zorgen voor onze gezondheid en ons welzijn VERDIENEN BETER!!

Op de gezondheid van je mensen bespaar je niet.
Daarin INVESTEER JE!
En ja, mensen zouden hun gezondheid meer ter harte mogen nemen.
Nadenken over hun manier van leven, hun voeding, beweging en dergelijke.
Je geld, je job, je woning.
Dat is allemaal vervangbaar.
Maar je gezondheid.
Als dat het laat afweten.
Als je lichaam begint te sputteren.
Dan zit je pas echt met een probleem.
Ben je nog gezond van lijf en leden.
Koester dat.
Probeer te beseffen wat een zegen dat wel is.
Een baaldag op het werk, een ruzie met je partner.
Dat gaat zo weer over.
Chronische pijn, aftakeling.
Dat gaat niet over.
Dat blijft.
Dat vreet aan je.
Ik zit hier nu met een bronchitis.
Zuip hier thee en zuig op keelpastilles om deze te verzachten.
En ja, dat is vervelend.
Maar dat is niets in vergelijking bij wat mensen doormaken die nu in het ziekenhuis liggen met corona.
Aan een beademingsmachine liggen en vechten voor hun leven.
Tegen mensen die kanker hebben.
Of die chronische pijnen lijden.
Ik zal over enkele dagen weer de oude zijn.
Voor deze mensen blijft de lijdensweg duren.
Zij kunnen enkel dromen van een gezond en fit lichaam.
Ik heb er nog één.
Mits wat schaafwerk natuurlijk.
Hmmm misschien toch eens werk van maken?
Van dat schaafwerk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten