Pagina's

donderdag 5 maart 2020

Over loverboys en viespeuken 2



Sheila en Morgane bleven lekker lang hangen op het terras van de Dinky Toys.
Haalden herinneringen op aan de tijd dat ze een kamer deelden in Oostende waar ze in een druk bezochte danscafé werkten als jolige en bij tijden grofgebekte barmeiden.
Die er van hielden om de mannen rond hun vingers te winden.
En er ook niet vies van waren om met sommige van die mannen wilde nachten te beleven.
Morgane was niets voor niets verbaasd toen ze hoorde dat Sheila single is.
"Ik kan niet geloven dat er helemaal niemand in je leven is," zei Morgane.
"Een vrouw als jij, met zoveel lust naar mannen.
Naar seks."
"Er is iemand," zei Sheila.
"Maar het is allemaal nog pril weet je?
De klik is er wel.
En we hebben veel gemeen.
Maar we hebben allebei onze eigen plannen, en hij is net zo erg gesteld op zijn onafhankelijkheid als ikzelf.
Misschien is dat net de reden waarom het zo hard klikt.
Maar het maakt het er wel niet makkelijker op natuurlijk.
Maar so what.
Ek wiln ghin badsluffer die de heeln tied a me gat plakt.
Ek wiln nen echte vent!
En Lou... DAT ES NEN ECHTE VENT!"
"Daar twijfel ik geen moment aan," zei Morgane.
"Je viel altijd al voor het ruige type.
En liefst iets ouder als het even kon."
Sheila schudde haar hoofd.
"D'er bestoan ghin 'ruige types' voe mien." zei Sheila terwijl ze haar glas whisky leegdronk.
J'et ofwel VENTEN!
Ofwel badsluffers.
Nen echte vent es minstens e kop grodder of ek, eit borsthoar en spieren en e ferme karakterkop.
En soertoe... je denkt en handelt lik nen echte vent.
En nie gelik e kerstekind dat ze stutjes nog deure ze mama lot smeiren.
Ghodverdomme 'k heint echt wel ghet met ol die 'snowflakes' van tegenwoordig!"
Morgane moest erom lachen.
"Jij bent echt nog geen haar veranderd hé," zei ze.
"Mor hoe zit het me joen?" vroeg Sheila.
"Ook niet echt de liefde van je leven gevonden hé,
'Gescheiden' stond er in je CV.
"Tot twee maal toe," zei Morgane.
"Ik heb mijn portie mannen echt wel gehad Sheila.
Nee echt.
De eerste was een Nederlander, Huub Kosters.
Op het eerste zicht een zeer charmante man.
Welbespraakt, intelligent, ambitieus, sportief, gecultiveerd.
Kortom: alles wat ik zocht in een man.
Ik leerde hem kennen op mijn eerste job bij een groot havenbedrijf in Rotterdam.
Het was liefde op het eerste gezicht ja.
Huub en ik, we waren stapel op elkaar.
Hij wilde een eigen bedrijf oprichten, ik hielp hem daarbij.
Mijn juridische kennis kwam hierbij goed van pas.
Tussendoor huwden we.
Eens het bedrijf begon te draaien begon ik zijn andere kant te zien."
Morgane slikte even.
"Huub, was een echte tiran.
Had niet het minste respect voor zijn personeel.
Al snel begon hij te werken met obscure onderaannemers die werkten met werkvolk uit Oost-Europa.
Die jongens werkten aan minder dan het minimumloon, in zeer onveilige en zware omstandigheden.
Ik ging daar tegen in. Want echt hé! Ik kon daar niet mee om, met de manier waarop Huub met mensen omging.
Hij had niet de minste scrupules.
Schrok er ook niet voor terug om eventuele zakenpartners een loer te draaien.
Geld, dat was het enige wat voor hem telde.
Geld en het leiden van een ongebreideld luxeleven.
Hij behandelde mij als een prinses.
Dure kledij, luxe snoepreisjes, shopping trips naar Milaan.
Een penthouse in Dubai.
Maar het feit dat hij mensen letterlijk uitbuitte om die dingen te kunnen betalen.
Dat wrong bij mij.
Hij noemde mij ondankbaar.
Hij vond dat 'het werkvolk' zijn plaats moest kennen.
Hij noemde de Nederlandse arbeiders 'verwend'.
Hoe meer woorden we hierover kregen hoe agressiever hij werd.
Hoe gemener zijn taal jegens mij.
Hij noemde mij een wereldvreemde middenklasse trut.
Toen hij uithaalde naar mij en mij een klap in het gezicht gaf heb ik mijn boeltje gepakt.
Haalde geld af, belde een taxi en nam vanuit Dubai het eerste het beste vliegtuig naar Europa, een vlucht naar Brussel.
En nee, ik was niet van plan om terug te keren!
Hij begon nog van 'ik bedoelde het zo niet moppie, dit zal nooit meer gebeuren'.
Maar ik weet wel beter.
Heb genoeg gezien van mijn vader.
En wist heel goed... MIJ ZAL DIT NIET OVERKOMEN!"

Morgane dronk haar glas witte wijn leeg, Sheila wenkte naar Willem en bestelde nog een witte wijn en een whisky.
"Dan was er de tweede.
Mark Ketelslaegers.
Hij was hoofd van de personeelsdienst bij een groot bedrijf met meerdere vestigingen over heel het land waarin gewerkt wordt met heel duur en vooral hoogtechnologisch materiaal.
En dus qua veiligheid niets aan het toeval kon overlaten.
Elk personeelslid, alsook wie er over de vloer kwam moest zorgvuldig gescreend worden.
Ik was zijn assistent, en we brachten vele lange uren door op het bureau.
Zo groeiden we dichter naar elkaar toe.
We kregen een relatie, trouwden en er kwam een dochter.
Yanaïka.
Twaalf jaar is ze nu.
Mijn kleine meid.
Maar dan stond ik voor een dilemma.
Mark liet zich omkopen door concurrerende bedrijven die ondanks onze scherpe screening alsnog hun mannetjes in ons bedrijf wilden binnenkrijgen om er bedrijfsspionage te plegen.
Mark liet zich omkopen.
Ik vond dat dit echt niet kon.
Ja kijk, integriteit is voor mij geen ijdel woord.
En zo kwam ik er achter dat hij nog meer achterhield zowel voor mij als voor zijn werkgever.
Dat hij banden had met extreem rechtse organisaties.
Wat je toch echt niet maken kan als je werkt voor een internationaal bedrijf gespecialiseerd in militaire spitstechnologie.
Hij speelde allerlei gegevens door aan zijn extreem rechtse vriendjes.
Om een lang verhaal kort te maken, ik leefde en werkte al die tijd samen met een rechtse extremist die gelooft in het superieure blanke ras en die meewerkte aan de voorbereiding voor een extreem rechtse machtsovername.
Hier wilde ik echt niets mee te maken hebben.
Ik gaf hem aan bij de politie, Mark werd gearresteerd.
Terwijl hij in de gevangenis zat vroeg ik de echtscheiding aan.
Maar weet je wat de echte grap is.
Hij werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs!
Hij werd natuurlijk wel op staande voet ontslagen.
Je zou denken, zo iemand raakt nergens nog aan de bak.
Maar nu blijkt hij gewoon te werken voor Marcel Leliaert!"

"Da verwoenderd me nie," zei Sheila.
"Dien stekt ze sympathie vor olles wa rechts en autoritair es nie oender stoeln of banken.
En ik weten uut goeie bron dat ie zelve tot in ze nekke verwikkeld zit in allerlei obscure netwerken."
"Ach ja," zuchtte Morgane.
"Ik kan niet met zo iemand leven.
Wat is het toch dat mensen doet denken dat ze meer zijn dan een ander.
Dat ze denken dat ze om de één of andere reden 'superieur' zouden zijn.
En zich denken te kunnen permitteren om anderen uit te buiten, te vernederen, naar beneden te halen.
Ik ben al blij dat ik - hoe hard het ook was - erin geslaagd ben om het volledige hoederecht over Yanaïka te krijgen.
Ik mag er niet aan denken dat die klootviool haar zou gaan indoctrineren met zijn smerige ideologie."
Morgane dronk nog een slok wijn en zuchtte diep.
"Yanaïka is zo'n prachtmeid," zei ze.
"Met een pure ziel en mooie diepe gedachten.
Ze doet haar best op school, heeft veel vriendjes en vriendinnen, ze leest graag.
Wat zeg ik?
Ze verslind het ene boek na het andere.
En nog het liefst van al boeken die ver boven het niveau van haar leeftijdscategorie gaan."
"Ewel chapeau.
Dat geeft mien couroage," zei Sheila.
"'t Es thopen dat ze zo bluuvt hé, want ekeje daze in de puberteit komn, en die hormonen begun ulder te manifesteren.
Es 't ommenekeje gedoan met die goeie voornemens."
"Ach ja," zei  Morgane.
"God weet dat ik daar wel wat schrik voor heb.
Maar dan nog, ik heb me voorgenomen om haar niet in een rol te dwingen en haar zoveel mogelijk haar eigen keuze te laten maken."
Zo was het tenslotte lang na middernacht.
Sheila en Morgane bleven gezellig napraten op het terras op een zwoele zomeravond.
De band tussen hen werd weer net zo hecht als toen.
En dat gaf Sheila een warm en prettig gevoel.

"Hoe denk je thuis te geraken?" vroeg Sheila aan Morgane die zoals Sheila uit haar CV leerde in Gent woonde.
"Misschien taxi bellen zeker?" zei Morgane. "Want heb wel heel veel wijntjes binnen nu."
"Niks taxi," zei Sheila.
"Ghie slapt bie mien vannacht."
Ze keek Morgane met een veelzeggende blik aan terwijl ze haar hand vasthield.
"Ik loaten joen nie alleinde op dat eure van de nacht," zei ze beslist.
Sheila slaagde er met veel moeite in om de sleutel in het slot van de voordeur te steken.
Ze was al behoorlijk tipsy.
Ook Morgane was al aardig in de wind.
Wanneer ze binnen waren en Sheila de deur achter zich sloot sloot ze Morgan in de armen.
"Snelle mokke," kirde ze zachtjes.
Ze keek Morgane recht in de ogen.
Wreef zacht over haar rug.
"Tu est pas encore changer hein," zei Morgane in het Frans, ze is Franstalig opgevoed.
"E betje volwassener geworden, klein klein betje mor.
Verantwoordelijker, voorzichtiger.
Mor 't kriebelt nog olsang wi.
Vor ekeje.... Wetjewel?"
"Comme dans les bons temps," zei Morgane. "Die goeie oude tijd."
"Die wilden tied," zei Sheila.
"Da we mullledroenke in bedde lagen, lekker van mekoars te genieten wegens gebrek an venten die de moeite weird woaren."
Morgane duwde Sheila's lange blonde haren wat meer naar achter  en drukte dan haar lippen tegen die van Sheila die Morgane's lichaam meteen tegen het hare drukte.
"Tu faites moi chaude," kreunde Morgane zachtjes. "Je maakt me botergeil Sheila.
Nog altijd."
"Est woar schietje?" kirde Sheila.
"En wat als 'k joen nu vertelde... DAT DADDE DE BEDOELINGE WAS.... "
Dan tilde ze Morgane op en droeg ze naar boven, duwde de deur van de slaapkamer met haar voet helemaal open.
In de slaapkamer gooide ze Morgane op bed, waarna ze haar eigen t-shirt uittrok en haar jeansbroek openritste.
Morgane lag op bed, trok haar blouse wat omhoog. Haar buik was slank en plat, je kon amper zien dat ze al een kind op de wereld had gezet. Met enkel nog haar slip aan kroop Sheila het bed op en legde haar handen rond Morgane's middel.
Ze rukte Morgane haar rok en slip in één ruk naar beneden en spreidde haar benen.
Het was volle maan.
Het was een rustige zwoele nacht.
Buiten zongen de krekels.
Vanuit het open raam hoorde je speelse kirretjes en kreuntjes.
Die overgingen in stevig gekreun.
Uren later lagen Sheila en Morgane uitgeteld heerlijk na te genieten.
Het venster stond open met het vliegenraam in, en een zacht briesje waaide de kamer in.
Het prille ochtendlicht verdreef langzaam de duisternis.
"Zalig," zei Sheila.
"Ghie ziet ezo e zalige mokke."
"Maar gij ook hoor," reageerde Morgane.
"Weet ge, ik val op venten, echte venten.
Maar een echt knappe vrouw, die kan mij ook krijgen hoor," zei Sheila.
"En ghie ziet e knappe vrouwe.
Een vrouwelijke vrouwe.
En doar kom ik nat van.
Sourtoe an 'k gezopen hein.
 An 'k gezopen hein stoan 'k olsang kweenie hoe heet.
En toen ken 'k ghin grenzen.
Ghin remming'n."

Sheila keek Morgane aan.
"Weet je?
'k Hein zovele plannen.
Ik wiln niet alleine iets maken van mien detectivebureau.
Mor ook.
Ik wiln de banden aanhalen met de meinschen die vele voe mien betekend hein.
Lik ghie.
Ksie zo blieje daje were in mien leven ziet Morgane, echt woar."
"Dat is wederzijds Sheila. Vooral omdat het wennen aan een nieuwe werkomgeving mij een beetje onzeker en bang maakte. Maar nu jij mijn nieuwe bazin wordt zie ik het helemaal zitten."
"Boazinne?
Niet dervan!!
Wat peins je ervan om samen met mij een vennootschap aan te gaan?
Wij twee aan het hoofd van dit bureau.
Ik weet zeker dat jij daar de capaciteiten voor hebt.
Je moet er nog niet te rap over nadenken wi.
Mor dat idee, allez ja."
"Daar hoef ik niet over na te denken Sheila," zei Morgane.
"Ik vind het een schitterend idee.
Ik zie dat helemaal zitten."
"Es 't woar?" vroeg Sheila terwijl ze zich over Morgane boog.
"Laat ons uzze samenwerking bezegelen... Met e lekkere beze."

De dagen gingen voorbij.
Ondanks dat de opstart van het detectivebureau ervoor zorgde dat Sheila en Morgane veel werk hadden, waren gezelligheid en sfeer in het prachtige en liefdevol gerestaureerde herenhuis waar Sheila woonde nooit ver weg.
Zeker nu Morgane samen met haar dochtertje Yanaïka bij haar was ingetrokken.
Toen Morgane vertelde over de problemen met haar huisbaas.
Die het huurcontract niet wilde verlengen, en ze dringend een andere woning moest zoeken stelde Sheila voor om bij haar in te trekken.
"En 'k wiln ghin 'neen' of 'moar' horen hé!
Komt er geweune gezellig bie.
Met Yanaïka.
Hoe meer zielen hoe meer vreugde."
Morgane  en Yanaïka trokken bij Sheila in.
Het klikte meteen tussen Sheila en de twaalfjarige Yanaïka.
Een zeer intelligent meisje.
Zeg maar gerust hoogbegaafd.
Met een grote interesse voor boeken en voor poëzie.
Sheila had lange en diepe gesprekken met haar.
Was verbluft door de enorme algemene kennis van Yanaïka.
Verbluft van de vele dingen waarvan het jonge meisje op de hoogte was.
's Avonds zat ze samen met Yanaika in de tuin. languit elk in één van de ligzetels.
Sheila met een glas whisky, Yanaïka met een glaasje fruitsap of frisdrank.
Babbelden ze gezellig over de sterren en de sterrenbeelden die Yanaïka feilloos wist te herkennen en aan te duiden.
"Zo'n intelligent joengsje," dacht Sheila dan bij zichzelf.
Ze prees Morgane en vertelde haar net niet tot vervelens toe hoe blij ze mocht zijn met zo'n intelligente en vooral leergierige dochter.
"Je moet dat in ere hoeden mokke," zei ze.
"Doe ik," zei Morgane.
"Maar eenvoudig is het niet.
En ja, ik ben bang voor de dag dat ze gaat puberen en ineens andere interesses krijgt."
"Morgane...
'k Ghoan eerlijk zien," zei Sheila.
"Welke interesses Yanaïka ook krijgt.
Ze zal altijd op zoek gaan naar intellectuele uitdagingen.
Je moet er alleen voor zorgen dat haar nieuwsgierigheid geprikkeld blijft.
Ik ghoan eerlijk zien.
't Kan heel goed zien dat ze vroeg gaat experimenteren met seks.
Leer haar vooral dat ze haar voorzorgen moet nemen en vooral...
Dat ze haar zelfrespect moet bewaren.
Soertoe dat laatste is belangrijk.
Leer haar dat ze zich niet moet inlaten met dingen waar ze niet klaar voor is, of waar ze zich niet goed bij voelt.
Geloof me.
Ze zal heel goed weten wat je daarmee bedoelt.
Ga vooral niet preken of zo.
Mijn moeder heeft dat veel gedaan.
En weet je wat?
't Hé ghin klootn g'holpen!"
"Van dat laatste kan ik me wel wat voorstellen," grinnikte Morgane.
"Maar ik snap wat je bedoelt hoor.
Maar toch ben ik bang.
Dat ze zwanger wordt bijvoorbeeld."
"Nee.
Niet bang zijn.
En zeker je angst niet tonen.
Leg haar uit wat de gevaren zijn en hoe ze zich kan - moet - beschermen.
Spreek open met haar over die dingen.
Verstoa je?"
"Ja ik versta je wel," zei Morgane.
"Maar het is som zo moeilijk te vatten.
Mijn kleine meisje wordt groot."

Sheila glimlachte.
Voelde zich in haar sas met de haast permanente aanwezigheid van Morgane en Yanaïka.
De gezellige avonden in de tuin.
Gezelschapsspelletjes spelen, honderduit babbelen.
Vaak terwijl Yanaïka in de ligzetel zat te lezen.
Volledig verdiept in haar boek.
Op een dag zat Sheila te rommelen in nog niet uitgepakte dozen.
Dozen vol boeken.
Boeken die nog op haar kamer stonden in het ouderlijke huis in Bulskamp.
Boeken die ze kocht met haar eigen zakgeld.
Om dan op het dak van 't keunekot dat haar grootvader ooit eigenhandig tegen het woonhuis aan bouwde te zitten lezen.
Onder haar hoorde ze de konijntjes wroeten in het stro of knagen aan de worteltjes die ze als extraatje kregen.
Ze voelde de wind in haar haren en vergat de tijd op warme zomerdagen tussen het werk op de boerderij door.
Dan haalde ze een boek uit met een knalgele kaft.
Het was een oud boek.
Een tweedehandsboek dat ze ooit kocht op een rommelmarkt in Veurne.
Omdat de titel haar zo intrigeerde.
Raadsels Der Ouderen.
Ze nam het boek vast.
Haar handen trilden.
"Verdomme!" zei ze.
"Da zoe Yanaïka moeten lezen!
Ja echt wel.
Dat zoe ze moeten lezen.
Ze is net zo oud als ik was toen ik het boek vond en kocht."
Dik tegen de zin van haar ouders.
Ze hoort het haar moeder nog zeggen; "Eje were je schoon geild verdoan an onnozelteiten ja?"
Ach, alsof het Sheila het zich aantrok wat haar moeder van haar dacht.
Ze liep meteen naar haar kamer om te gaan lezen tot ergernis van haar moeder die drie keer moest roepen eer Sheila aan tafel kwam, wat haar moeder dus echt niet hebben kon.
Sheila zette zich naar en begon in het boek te bladeren.
Ze vergat de tijd.
Zo gefascineerd was ze door de inhoud van het boek.
Nog altijd.
Het boek 'Raadsels Der Ouderen' is van de hand van Professor Edilbert Fonck.
Als oudheidkundige gold hij jarenlang als een autoriteit vanwege zijn enorme kennis over de pre-Colombiaanse volkeren zoals de Inca's en de Maya's.
Hij nam deel aan expedities en aan archeologisch onderzoek, daar schreef hij dan lijvige stukken over die zelfs de aandacht trokken van zijn collega's van eerbiedwaardige universiteiten zoals die van Oxford, Harvard en Yale.
Dan publiceerde hij het boek 'Raadsels Der Ouderen.
Daarin behandelde hij de bevindingen die hij deed na jarenlang onderzoek naar wat hij noemde 'de verloren kennis der ouderen'.
Maar die bevindingen vielen niet bij iedereen in goede aarde.
Meer nog.
Zijn bevindingen waren stof voor heel veel controverse.
Controverse waarvan enkele jaloerse collega's gebruik van maken om hem van zijn voetstuk te doen vallen. Eén van hen beschuldigde Edilbert Fonck van fraude, manipulatie, plagiaat en zelfs het stelen van onderzoeksresultaten.
Dit kostte Edilbert Fonck zijn leerstoel en hij werd op slag 'persona non grata' in de academische wereld.
Maar in de toenmalige Sovjet-Unie hadden ze wel belangstelling voor zijn wel heel controversiële en vooral ophefmakende bevindingen. Hij verhuisde naar Moskou waar hij tot aan de val van de Sovjet-Unie les gaf aan de universiteit.
Maar na de val van de Sovjet-Unie gaf de Russische regering te kennen dat hij niet langer gewenst was. Edilbert keerde terug naar ons land waar hij een teruggetrokken bestaan leidde in zijn villa in Oostduinkerke die hij later verkocht omdat hij vanwege zijn ouderdom kleiner wilde gaan wonen.
Niemand die weet waar Edilbert Fonck zich nu bevindt, laat staan of hij nog leeft.
Nog steeds is hij na alle tegenkanting waarmee hij gedurende zijn hele carrière te maken kreeg er stellig van overtuigt dat onze voorouders een enorme kennis hadden over het universum. Die kennis was vele malen groter dan deze die wij hebben.
In zijn boek beschreef de vondsten die hij deed in en piramide in Guatemala die hij bezocht in 1953, vlak voor daar een staatsgreep plaatsvond met steun van het Amerikaanse leger.
De piramide werd vlak na de staatsgreep opgeblazen, en alles wat hij daar aantrof werd vernield.
Wat hij er vond doet alles wat we weten over oude beschavingen zoals de Maya's, de oude Egyptenaren en de Chinezen teniet. Het betreft een toestel dat veel gelijkenissen vertoont met het mechanisme van Antikytera.
Niet alleen was het mechanisme volledig intact. Het werkte ook.
In het boek omschreef hij hoe hij het mechanisme werkt en wat de mogelijkheden ervan zijn.
Ook behandelde hij de zeer uitgebreide kennis die de Maya's en ook de oude Egyptenaren en Chinezen hadden over het universum.
Hij schreef onverbloemd dat de Maya's kennis hadden van andere zonnestelsels waar zich planeten bevonden waarop leven mogelijk was.
Hij schreef letterlijk: "Voor de ouderen was er geen twijfel mogelijk. Er is leven buiten Planeet Aarde. En dat is zeer intelligent leven.
De ouderen waren zich zeer bewust van het feit dat alles binnen de kosmos met elkaar verbonden is in zeer hechte harmonie.
Niet alleen hun kennis maar ook hun bewustzijn over hun plaats in het universum was zeer groot.
Groter dan het povere bewustzijn over de dingen dat wij met al onze wetenschappelijke kennis en onze technologische vooruitgang hebben verzameld. Wij zouden ons moeten schamen voor zoveel ignorantie. Wij zouden ons moeten schamen omdat wij de kennis die de ouderen ons schonken hebben verbrod, verkwanseld en weggegooid als oude rommel op bevel van enkele arrogante machthebbers die zich alle kennis en wijsheid toe eigenden en ons als domme kalveren behandelden en nog steeds doen... "
Sheila legde het boek naast zich en zuchtte diep.
"Zoedt dat nu echt ol woar zien?" vroeg ze zich af.
"Doar es echt ghin speld tusschen te kriegen hé.
Mor echt hé!"
En dat was ook.
Alles wat Edilbert Fonck in zijn boek schreef en beschreef. Rijkelijk geïllustreerd met schema's berekeningen en foto's was zo glashelder en duidelijk.
Het feit dat hij ondanks zijn staat van dienst en het respect dat hij genoot tot ver in het buitenland, als misdadiger werd behandeld, geschoffeerd en als een hond op straat gezet.
Zonder enig eerherstel.
Dat maakte Sheila echt achterdochtig.
"Sommige meinschen komn met de grootste smeirlapperie weg. Omdat ze bisschop, politieker of kweenie wadde zien.
Mor e professor die dingen schrieft die om één of andere reden niet welgevallig zien vor een hoop gasten in ulder ivoren toren
Dien kriegt ze bak vul.
Woarom????"
"Je zegt daar zoal iets," zei Morgane die 's avonds het enthousiasme waarmee Sheila over het boek sprak moest ondergaan.
"De academische wereld is erg streng weet je," zei Morgane.
"Mijn grootvader was academicus weet je.
Hij doceerde en doctoreerde.
Wist als geen ander dat zelfs de kleinste fout hem kon worden aangerekend.
En hem zijn positie kon kosten.
Daarom mochten we hem onder geen beding storen als mijn zussen en ik bij mijn grootouders logeerden.
Zijn studiekamer was absoluut verboden terrein.
Hij wilde niet dat mijn vader academicus werd.
Ga als boekhouder of ondernemer aan de slag.
Maar wordt geen academicus.
Het is een harde wereld die er haar eigen waarheid op nahoudt.
Een waarheid waar je absoluut niet mag aan tornen.
Ook al strookt deze niet met je eigen bevindingen."
"Zou je het erg vinden moest Yanaïka iets met wetenschappen of zo zou willen doen?" vroeg Sheila.
Morgane peinsde lang.
"De tijden zijn erg veranderd, ook in de academische wereld.
Vroeger ging het om prestige.
Nu moet een onderzoek vooral opbrengen.
Goede onderzoeken en de publicaties ervan brengen geld in het laadje.
Maar weet je.
Ik denk dat Yanaïka zich wel thuis zal voelen in een omgeving waar ze geprikkeld wordt om 'te weten'.
Dus, als ze dat echt wil doen.... "

Geen opmerkingen:

Een reactie posten