Dag lieve
mensen.
Het is weer zover, het sporttoernooi der sporttoernooien is weer bezig.
DE OLYMISCHE SPELEN!
Mijn favoriete sporttoernooi. Veel meer dan de Tour De France of het Wereldkampioenschap
Voetbal.
Winnen op de Olympische Spelen is iets wat u als sportman/vrouw onsterfelijk
maakt. Het bezorgd je een veel hogere status dan Belgisch, Europees of
Wereldkampioen worden in de sportdiscipline die je beoefend. Dan ben je als
competitiesporter pas echt iemand. En kijken mensen naar je op.
‘Als je wint heb je vrienden’ zongen Herman Brood en Henny
Vrienten in de jaren tachtig. En dat is zeker zo wanneer je op de
Olympische Spelen een medaille verovert. Een gouden medaille als het even kan.
De Spelen worden
slechts om de vier jaar georganiseerd. En je moet echt heel goed zijn in je
discipline om geselecteerd en genomineerd te worden. De Spelen zijn alleen
weggelegd voor de besten van de besten.
Elke sporter haalt alles uit de kast om een selectie voor de Olympische Spelen
in de wacht te slepen. En dat is dus hard trainen en veel opofferen voor je
sport. Dat is alles uit je lichaam halen wat er in zit. Het is hard werken,
maar de beloning maakt zoveel goed als je op het hoogste schavotje van het
podium staat.
Maar zelfs als je gewoon deelneemt is het een ervaring die je nooit vergeet.
Want de Olympische Spelen hebben een groot prestige en het is een naam als een
klok.
Weet je wat ik
het interessantste vind aan de Olympische Spelen?
Dat is dat je dan sporten ziet op TV die anders nooit aan bod komen. Om de twee
jaar Europees of Wereldkampioenschap Voetbal. Elk jaar de Tour De France,
Vuelta en Giro en in het voorjaar de grote wielerklassiekers. Het wordt op de
TV zenders breed uitgesmeerd en voetballers en wielrenners zijn de vedetten
onder de vedetten.
Maar als het Olympische Spelen zijn dan kan je kennismaken met andere sporten.
Atletiek, zwemmen, roeien, worstelen, judo of dressuur.
Ik herinner mij de Olympische Spelen van het jaar 1996. Toen Fred
Deburggrave goud won en ook onze judoka’s meer dan puike prestaties hebben
neergezet onder het toezicht oog van toenmalig bondscoach en fulltime brulboei Jean-Marie
Dedecker. Een mens zou haast vergeten wat die mens deed voor hij in de
politiek de populist begon uit te hangen.
Nu ik eraan denk, het waren toen vooral de West-Vlamingen die de gouden
plakken binnenrijfden. Ja, ik ben als West-Vlaming een beetje chauvinist ja.
Maar ook alle andere Belgische sporters kunnen op mijn respect rekenen.
Onze knappe gymnaste Nina Derwael! |
Weet je?
Ik kijk al eens graag naar mooie lichamen. En dan vooral mooie vrouwenlichamen,
ik ben tenslotte een heteroman (of cis man) zoals ze dat tegenwoordig zeggen.
Die turnsters in hun strakke pakjes of de zwemsters in hun badpakken. Heerlijk
toch.
Nee, ik schaam mij er niet voor om dit te schrijven. Ik zie graag mooie
vrouwen, mag dat eigenlijk nog in deze preutse ‘woke’ tijden? En nee er staat
geen doos Cleenex op tafel als ik naar de Olympische Spelen kijk. Als ge
verstaat wat da ‘k daarmee wil zeggen.
Gewoon kijken en in stilte genieten.
Gewoon in mijn luie zetel naar knappe atletes kijken die proberen een medaille
te veroveren en jaren van hard trainen en opofferingen proberen te verzilveren
met een mooie podiumplaats. En dan liefst op het hoogste schavotje als het even
kan.
De meeste
sporters die aan de Olympische Spelen deelnemen zijn meestal amateurs. Oorspronkelijk
mochten alleen amateur sporters aan de Spelen deelnemen, maar er waren teveel
discussies en betwistingen. Dus liet men de sportbonden afzonderlijk beslissen
of ze al dan niet professionele sporters zouden sturen. Maar desalniettemin zijn
de meeste Olympische sporters verre van de grootverdieners zoals de hedendaagse
grootverdienende voetbalsterren. Vaak oefenen zelfs sporters die voor hun prestaties betaalt worden er nog een apart beroep op na
en zijn die vergoedingen vooral om de onkosten
te drukken. Dat was wat destijds stof tot discussie was bij het al dan niet
beslissen of professionele sporters mochten deelnemen ja of nee?
Vaak is wat ze verdienen amper genoeg om de kosten te drukken.
Maar ze doen het toch maar hé. De roeiers, de zwemmers, de boogschieters, de
skateboarders, de mountainbikers. Al die tijd die ze steken in hun training, het
op hun voeding letten, zorgen dat ze niet geblesseerd geraken, het schipperen
met hun agenda’s.
Olympische sporters verdienen respect.
En het mijne hebben ze!
Reacties
Een reactie posten