Pagina's

zondag 15 april 2018

Verboden hartstocht (slot)


Brecht Daniëls lag op de afdeling intensieve zorgen.
De jongen kroop letterlijk door het oog van de naald.
Ze hadden net niet zijn hersens ingeslagen.
Maar het scheelde echt niet veel.
Hij had een zware schedelbreuk.
En de dokters maakten zich grote zorgen.
De vraag was niet zozeer of hij deze aanval zou overleven, want zijn toestand was infeite wel stabiel.
Maar de vraag was... HOE?
De vrees voor blijvende letsels was groot.
Dat maakte dat zijn moeder Hilde Hemmerechts zich grote zorgen maakte.
Ze zat naast het ziekenhuisbed waarin haar zoon lag.
Met allerlei draadjes en buisjes verbonden aan machines die zijn ademhaling en hartslag bewaakten.
Intussen stond Hafna bij de ingang te wachten.
Alleen naaste familie mocht op bezoek in de afdeling intensieve zorgen.
Maar Hilde liet weten dat Hafna maar naar haar moest vragen aan de balie van het ziekenhuis.
Een zuster riep Hilde die meteen naar Hafna toeliep.
Ze keek Hafna aan.
"Kom maar mee," zei ze zacht.
Hafna durfde Hilde nauwelijks aan te kijken.
Het was immers door haar onbezonnen plan dat Brecht hier nu in de kliniek lag.
In coma na een zware schedelbreuk.
"Ga maar even naar hem toe," zei Hilde terwijl ze zacht over het meisje haar rug wreef.
Hafna stapte de kamer in.
Zag Brecht daar liggen in het bed verbonden met allerlei buisjes en draden.
Ze knielde.
Tranen liepen over haar wangen.
Hafna trilde over heel haar lichaam.
"Schatke," zei ze met trillende stem.
"Wat hebben ze met u gedaan?"
Ze keek hem aan.
Streelde zacht zijn gezicht.
Haar trillende lippen op de zijne.
Haar tranen van haar wangen op de zijne.
"Schatke, ge moet vechten.
Hoort ge me?
Vecht schatke, maatke.
Ik wil u niet kwijt.
Zonder u... IS MIJN LEVEN NIKS!"
Hilde keek van achter de deur toe.
Besefte dat dit frêle schuchtere meisje echt wel van haar zoon hield.
Met heel haar hart.
Ze liep de kamer binnen.
Weer streelde ze zacht over Hafna's rug.
"Meisje," zei ze zacht.
Hafna keek op.
Maar dan meteen naar de grond.
Uit diepe schaamte.
"Het is allemaal mijn schuld," zei ze met gebroken stem.
"Nee Hafna.
Dat is niet.
Je twee broers zijn hier schuldig aan.
Jij niet.
Jij houdt van hem.
En hij van jou.
Jij bent zijn laatste hoop Hafna.
Ik wil dat hij je stem hoort.
Misschien dat hij dan... snel ontwaken zal."

Toen Hafna de afdeling intensieve zorgen verliet trof ze beneden aan de ingang van het ziekenhuis haar moeder aan.
Ze liep meteen op haar af en klampte Hafna aan.
"Hafna kind," zei ze.
"Vader!"
"Vader wilde mij dood," zei Hafna.
"Maar het is hem niet gelukt.
Mohammed en Khaled zitten nu opgesloten."
"Nee! Dat is niet waar!
Vader wilde gewoon dat ze je terug meenamen naar huis.
Daarna zou hij zelf beslissen hoe deze ongemakkelijke situatie kon worden opgelost!"
"Moeder, maak jezelf niets wijs.
Hij zei zelf dat hij me zeer zwaar zou straffen als ik hiermee doorging."
"Straffen ja!
Maar niet zo.
Dat was niet wat je vader wilde Hafna!
Kindje ik smeek je.
Ga naar de politie.
Vertel hen de waarheid.
Dat je nooit met de dood bedreigt werd door je vader.
Zij denken van wel.
Dat vader de opdracht gaf aan Mohammed en Khaled om je te doden.
Maar dat is niet.
Khaled was diegene die iedereen opjutte met hetgeen hij hoorde in die nieuwe moskee in de stad, ook je vader.
Die daar al zo gevoelig voor is.
En Mohammed...
Hij had nooit kunnen verteren dat jij wel mocht studeren en hij niet.
Heeft nooit kunnen inzien dat hij dat enkel en alleen aan zichzelf te danken had.
Dat weet je goed genoeg Hafna.
Ik wil dat je dat verklaart aan de politie.
Jij bent onze enige hoop om vader terug vrij te krijgen.
Denk aan je broertjes en zusjes, aan je neefjes en je nichtje.
Wat moet er van hen geworden zijn als vader opgesloten blijft?
Wat moet er dan gebeuren met de winkel?
Onze enige bron van inkomsten."
Hafna rechtte haar hoofd.
"Moeder.
Ik wil getuigen voor vader.
Echt wel.
Maar... "
Hafna slikte, zocht naar haar woorden.
"Dan wil ik een vrijgeleide.
Dan wil ik vrij zijn om bij Brecht te kunnen zijn.
Ik hou van hem.
Brecht leeft.
Die gaat er doorkomen, dat voel ik gewoon.
En als hij erdoor komt.
Dan is dat ook goed nieuws voor Khaled en Mohammed.
Dan is het geen moord of dooslag.
Maar slechts slagen en verwondingen.
Daar kan een goede advocaat iets mee doen.
Dat weet je moeder."
Rachida omhelsde haar dochter.
"Je bent zo'n goed meisje.
Ondanks alles.
Ondanks je wispelturige en rebelse gedrag.
Heb ik altijd alleen maar veek goeds in jou gezien."

Die middag zat Hafna samen met haar moeder en twee van haar broers te wachten in het politiebureau in Koksijde.
Twee agenten kwamen naar buiten, Ali volgde hen.
Rachida vloog haar echtgenoot snikkend om de hals.
"Ben je vrij?" vroeg ze.
"Ja," zei Ali.
"Ik wordt niet langer vervolgd.
Dankzij Hafna."
Ali liep naar haar toe.
Keek zijn oudste dochter in de ogen.
"Chokran," zei hij terwijl hij zijn hand op haar schouder legde.
Het klonk welgemeend.
"Je hebt mijn eer en reputatie alsnog gered door in mijn voordeel te getuigen.
Je wens zal worden ingewilligd.
Zei het zeer tegen mijn zin.
Maar.
Je laat me geen andere keuze.
Weet Hafna... dat je verzoek ook voor jou consequenties heeft.
Want voor mij ben je een gevallen dochter.
Een afvallige!
Je hebt tot morgenavond de tijd om thuis je spullen te komen ophalen.
Daarna... WIL IK JE NOOIT MEER ZIEN!!!"
Dan draaide hij zich om, gunde zijn dochter geen blik meer.
Ze was een afvallige in zijn ogen.
Omdat ze een relatie aanging met een 'khuffar'.
Een ongelovige.
Hafna moest slikken.
Als vastgevroren stond ze voor zich uit te staren.
Dan kwam Hilde binnen en liep op haar af.
"Gaat het meisje?" vroeg ze bezorgd.
Hafna draaide zich om en keek Hilde aan.
"Ik red het wel," zei ze.

TWEE JAAR LATER!
Brecht verbleef in een revalidatiecentrum.
Nu ruim twee jaar na het gebeuren kan hij eindelijk terug lopen.
Weliswaar met krukken.
En erg moeizaam.
Maar het lukte.
Vastberaden stapte hij door de tuin.
Hafna liep naast hem.
Bleef al die tijd aan zijn zijde.
Tijdens de zware revalidatie die hij ondergaan moest.
Ondanks de pijn beet Brecht door.
Koppig.
Vastberaden.
"Laat ons even rusten schatke," stelde Hafna voor.
"Nee, ik ga tot... einde wandel... pad," zei hij moeizaam.
Ook spreken moest hij opnieuw leren.
Zo hard hadden ze hem toegetakeld.
Dokters vreesden ervoor dat hij waarschijnlijk zou verder leven als een plant.
Eén van hen zei dat ze Brecht beter niet gereanimeerd hadden.
Maar Brecht is een vechter.
Of was het Hafna's aanwezigheid die hem aanmoedigde.
Elk vrij moment was het meisje bij hem.
Vaak zat ze naast zijn bed met haar leerboeken.
Om toch maar haar school te kunnen afmaken.
Ze sprak hem moed in, was aanwezig als hij oefenen moest.
Zat bij hem met een bord eten.
En voederde hem letterlijk tot hij weer zelfstandig kon eten.
Ze deed het met een moederlijke zachtmoedigheid.
En een liefdevolle blik in haar ogen.
Hilde was haar enorm dankbaar.
Dat ze er was voor haar zoon.
"Ben zo blij dat gij er zijt meiske.
Zonder uw steun zou ik het niet aankunnen."
Hafna glimlachte.
"Ik doe het voor Brecht," zei ze zacht.
"Ik zie hem graag.
Ik heb voor hem gekozen.
Met heel mijn hart.
IN GOEDE EN SLECHTE TIJDEN!"

Hafna en Brecht zaten op de bank.
Hij had de hele rit uitgelopen.
Ze hielden elkaars hand vast en keken in elkaars ogen.
Blikken vol liefde was het die ze elkaar uitwisselden.
"Ik heb gisteren... gesprek gehad met... dokter" zei Brecht ineens.
"Hij was zeer opgetogen... over vooruitgang... die ik heb gemaakt.
Als ik blijf vorderingen... maken... zoals nu.
Dan mag ik misschien al... volgende maand naar huis."
"Schatke," zei ze terwijl ze hem verrukt aankeek.
Haar ogen straalden en zaten vol leven.
"Da zou fantastisch zijn.
Kunt ge uw leven hervatten.
Een heel nieuwe start.
Voor u.
Voor ons!"
Brecht glimlachte, drukte Hafna dicht tegen zich aan. Ze vleidde haar hoofd tegen zijn borst.
"Hafna, zoetje.
Merci.
Nee echt.
Merci.
Gij hebt mij er... doorgesleurd.
Gij hebt mij letterlijk... overeind getrokken.
Ik weet niet hoe ik dat... ooit kan goed... maken lieverd.
Wat ik wel weet....
Is dat ik u altijd... aan mijn zijde wil.
Weet je waarom... ik er eergisteren... niet was... Hafna?
Ik was weg... met moeder.
Terwijl jij naar... les was.
Zonder jou ...iets te zeggen.
Je wist even niet... waar je het had is het niet.
Maar dat was dan ook de... bedoeling."

Brecht tastte in de zak van zijn jasje dat hij aan had.
Haalde er een doosje uit en duwde het in haar handen.
"Doe maar open... liefje," zei hij.
"Wa's da gast?" vroeg Hafna vol verbazing.
"Doe open....
Dan weet ge het."
Met trillende handen opende Hafna het doosje.
Daarin zat een prachtige ring, afgezet met fijne diamantjes.
"Mooooh...
Schatke.
Da is.
Da is zo schoon... "
Brecht nam haar hand vast en schoof de ring rond haar vinger.
Keek hem in de ogen.
"Ik zou nu door... mijn knieën... moeten zakken Hafna," zei hij.
"Maar dat is nog... te moeilijk... voor mij."
Hij nam haar beide handen vast en keek het meisje strak in de ogen.
Haar lip beefde, haar handen trilden.
Haar hart ging als een razende te keer.
"Hafna...
Lieve schat.
Deze ring schenk... ik u niet zomaar.
Lieve Hafna... wilde gij MET MIJ... TROUWEN SCHAT?"
Hafna vloog Brecht om de hals.
Begon onbedaarlijk te snikken.
Haar lichaam schokte bij elke snik.
Brecht liet haar even tot zichzelf komen.
Dan keek ze hem aan.
"Schatke.
Tuurlijk wil ik da.
Ik wilde je, ik kreeg je...
EN IK HOU JE!!!!
En niemand kan mij nog van u scheiden schatke!" zei Hafna waarna ze hem vol passie begon te kussen.

Niet lang daarna traden ze in het huwelijk.
Een sobere plechtigheid in het stadhuis, daarna een receptie voor familie en vrienden.
Zelfs Rachida, Hafna's moeder en Layla haar jongere zusje waren er.
Dik tegen de zin van Ali, maar die had er zich bij neergelegd dat Rachida haar moederliefde sterker was dan zijn eigen religieuze principes.
Ook de vroegere klasgenoten van Hafna en Brecht waren present.
En gelukwensten haar.
"Gij meiske," zei Tonya met wie ze in de klas goed overeen kwam.
"Gij hebt mij een heel wijze levensles geleerd weet ge dat?"
"Oh ja?" vroeg Hafna.
"Gij hebt mij geleerd om mijn hart te volgen.
Om het leven te LEVEN, in plaats van geleefd te worden.
Ik heb een besluit genomen.
Volgende maand neem ik het vliegtuig naar Amerika.
Waar ik een nieuw leven ga beginnen.
En aan de slag ga in een groot software bedrijf.
Ik had daar lang over getwijfeld.
Maar de vastberadenheid waarmee ge koos voor Brecht, ondanks de tegenstand van uw familie.
Dat... HAD ME ECHT AAN HET DENKEN GEZET!"

Verboden hartstocht 5



Drie dagen later.
Het was een zaterdagmorgen.
Brecht stond op het perron.
Met zijn rugzak op zijn rug met wat kleren, zijn toiletzak en scheerapparaat.
Al het geld van zijn spaarrekening zat in zijn portefeuille.
Hafna was er nog niet.
Hij keek op zijn gsm, een berichtje.
"Ben buitengeraakt schatke, nu op weg naar station."
Tien minuten geleden gepost.
Hij liep al de trein op en zocht een plaatsje uit in een tweede klasserijtuig in het midden van de trein.
Hij wachtte.
Hij zag een meisje met een hoofddoek, was dat Hafna?
Nee, het was een ander meisje.
Hij zou haar gezicht immers meteen herkennen, vooral dan haar ogen vielen meteen op.
Haar donkere sprekende ogen.
De zenuwen gierden door zijn keel.
Hij hield de almaar groter wordende stroom reizigers die de roltrap naar het perron namen goed in het oog.
Het beloofde goed vol te zitten op de trein, want het was een mooie lentedag en het was het begin van de Paasvakantie.
Ineens voelde hij iemand tikken op zijn schouder.
Het was Hafna.
Ze ging naast hem zitten, sloeg haar arm rond zijn schouder.
"Schatke," zei ze.
"Dees is ons moment schatke."
Haar ogen twinkelden en schitterden.
Dan hoorden ze de conducteur het fluitsignaal geven.
De deuren klapten toe.
De trein vertrok.
Reed het station uit.
"Ooooooh!" kirde Hafna.
"Schatke."
Ze kuste hem.
Ze kuste hem vol passie.
Het liefdesvuur diep in haar hart flakkerde op.

Dan stond ze recht, en nam ze zijn hand en trok eraan.
"Kom schatke," zei ze. "Kom mee."
Brecht stond recht, ze trok hem mee naar het gangpad.
Hand in hand liepen Brecht en Hafna naar het toilet.
Ze opende de deur, keek achterom - niemand had oog voor hen - en duwde hem het toilet in waarna ze snel de deur achter zich sloot.
Dan trok ze haar hoofddoek af, en deed ze haar trui uit, haar lange haren vielen over haar ranke schouders.
Meteen daarna haar BH.
"Schatke.
Hebde condooms bij?"
Brecht bloosde.
"Toch niet hier?" zei hij.
"Ja!" zei ze verrukt.
"Hier!!!
Op dees WC.
Ik kan nie langer wachten schatke.
Ik verlang te hard naar u."

Weer kuste ze hem.
Ging onder zijn t-shirt met haar koele handen.
Trok zijn t-shirt naar boven, waarna Brecht deze dan maar uittrok.
Verrukt kuste Hafna zijn ontblote borst terwijl ze zijn broeksriem losmaakte.
Ze trok met een ruk zijn broek naar beneden, alsook zijn slip.
Ze keek verrukt naar zijn penis die in erectie stond.
Nam hem in haar handen.
Zonder schroom.
"Hmmmm dees pikske is zo lekker," kirde Hafna.
Waarna ze hem begon te pijpen.
Ze likte gretig aan zijn eikel en stak hem in haar mond.
Duwde hem tot bijna tegen haar verhemelte en begon te zuigen terwijl ze gretig zijn achterwerk streelde. Brecht duwde terzelfdertijd een condoom in haar handen welks ze meteen uit de verpakking haalde.
"Zet u op de pot schatke," zei ze.
Ze deed het condoom om en ging dan op zijn schoot zitten.
Sloeg haar armen rond zijn hals en zoende hem op de mond terwijl ze Brecht zijn stijve penis tussen haar benen duwde.
"Eindelijk!!!" kirde ze.
"Ik heb u schatke.
Ik heb u eindelijk waar ik u hebben wil.
't Doe zeer weette.
Maar da kan mij nie schelen.
't Bloed komt eruit.
Ben nu geen maagd meer.
Maar toch voelt dat zo zalig aan.
Om van u te zijn.
Om echt van u te zijn.
Om nu echt uw meiske te zijn!!
Oh schatke.
Ooh maatke."
Brecht deed zijn best om het klaarkomen zo lang mogelijk uit te stellen.
En slaagde er nog in ook.
De pijn die Hafna voelde verdween.
En maakte plaats voor dat heerlijke gevoel.
Dat heerlijke gevoel dat bij een orgasme hoorde.
Brecht streelde haar rug en haar borsten.
Haar prachtige borsten.
Haar heerlijke, mooie, licht gebruinde lichaam.
Dat heftig begon te schokken toen ze klaarkwam.
Ook Brecht kwam klaar.
Voelde zijn warme zaad in het condoom lopen."
Hij haalde zijn penis eruit, verwijderde het condoom en nam meteen een nieuw.
Hafna hielp hem.
"Wilde meer schatke?" vroeg ze.
"Ja," fluisterde hij in haar oor.
Weer hielp ze hem en bracht ze zijn penis bij hem naar binnen.
Terwijl ze hem kuste.
Zijn rug en buik liefdevol streelde.
Brecht's handen gleden over haar heerlijke strakke kont.
Trok haar billen wat uit elkaar.
"Oooh ja, nu voel ik u nog beter," zei ze.
De hele rit lang tot in Oostende vreeën Brecht en Hafna op het veel te kleine toilet.
Het ritme van de wielen die over de rails reden hielp hen een handje.
Er werd regelmatig op de deur gebonkt, maar geen haar op hun hoofd dat eraan dacht om haast te maken.
De boze blik van een kwaaie reiziger die hoogstnodig moest negeerden ze totaal toen ze bij aankomst voldaan uit het WC hokje stapten.

Hafna en Brecht verlieten het station.
Namen meteen de tram naar Oostduinkerke.
In een overvolle tram leunde ze tegen Brecht die haar armen beschermend rond haar buik had gelegd.
Haar hoofddoek had ze op het toilet van de trein laten liggen.
Haar hart klopte.
Ze legde haar handen op de zijne.
Ze zeiden geen woord de hele rit lang.
In Oostduinkerke had ze een kamer geboekt in een jeugdherberg aldaar.
Aan de halte Oostduinkerke Duinpark stapten ze uit, van hieruit was het nog een kwartiertje stappen.
Maar ze waren nog niet van plan om daar naartoe te gaan.
Ze liepen meteen naar het strand.
Hand in hand.
"Eindelijk vrij!" zei Hafna.
Ze schreeuwde het uit.
"EINDELIJK VRIJ!!!"
Het was best druk op het strand.
Daarom liepen ze weg van de badstad, naar de duinenkant op.
Daar was het iets rustiger.
Hafna trok haar schoenen uit.
Brecht volgde haar voorbeeld.
"Dees is toch fokking zalig," zei ze.
"Dat koele zeewater.
De wind in uw haren.
Vrijheid schatke...
Vrijheid!!"
Dan trok ze haar trui uit, liet haar broek zakken.
"Kom we gaan het water in!" zei ze ineens.
"Dat is nog veel te koud," merkte Brecht op.
"Ey!! Zijde gij flauw zemeltrees ofwa?
Kom!!! Gewoon stoeien in het water," zei Hafna.
Brecht gooide zijn t-shirt uit en liet zijn broek zakken.
Hij volgde Hafna.
In zijn boxershort.
Als dolle kleuters stoeiden ze in het water.
Ofschoon er nog een zwemverbod was en het water nog flink koud was.
Dan sloot Hafna hem weer in de armen.
Liet ze zijn broek zakken.
Schoof haar broekje wat opzij en duwde zijn eikel tussen haar schaamlippen.
Brecht kreeg een erectie.
"Uwe pik is zo lekker," zei ze.
"Duw hem erin.
Kan me allemaal niemeer schelen.
Duw hem erin.
Dees is zo zalig."
Ze omhelsde hem legde haar hoofd op zijn schouder.
En zuchtte van puur verlangen.
Van intens genot.
Toen hij voelde dat hij ging klaarkomen trok hij zich terug, zijn sperma werd weggespoeld door het zilte zeewater.
"Gij wilt nie da 'k zwanger wordt, he schatke?"
"Nee," zei Brecht.
"Dan zitten we pas echt in de shit, allez gij toch."
"Schatke," kirde Hafna.
"Mijn lieve schatke.
Gij zit in met mij hé.
Zo lief.
Nee, echt.
Gij zijt zo lief.
Ne schat van e gast, da zijde gij. Echt.
Ksienugeire."
"Laten we uit het water gaan," zei Brecht.
"Want het wordt verdomme koud.
Brecht en Hafna namen hun kleren en zochten een rustig plekje in de duinen.
Daar lagen ze in het zand.
Hafna vleidde haar hoofd op zijn borstkas.
Trok haar BH uit  en legde die te drogen aan het duingras waarna ze zich op haar buik draaide.
Brecht woelde zacht haar zwarte haren.
Ze zeiden geen woord.
Alleen het geruis van de zee weerklonk.
Dan nam Hafna de rugzak en griste er nog een condoom uit.
"Khem zo'n goesting schatke," zei ze.
Brecht liet zijn broek zakken, legde Hafna op haar rug en trok haar slip uit.
Er was niemand, ze lagen ergens tussen twee duinen in.
Hij spreidde haar benen en drong in haar binnen.
Kuste haar.
Streelde haar.
Terwijl hij haar traag penetreerde.
En voor de zekerheid een tweede condoom klaarlegde.
Hafna trok haar benen op.
Genoot met volle teugen.
Van Brecht.
Haar Brecht.
Vergat alles om zich heen.
Er waren alleen de duinen rondom haar.
De jachtige wolken voortgedreven door de zeewind boven haar.
En Brecht zijn warme lichaam... op haar EN IN HAAR!!!"

Na meer dan een uur intens van elkaar genieten kleedden Brecht en Hafna zich terug aan en besloten de jeugdherberg op te zoeken om er in te checken.
De jeugdherberg was een oude vakantiekolonie die tot jeugdherberg werd omgebouwd. Je kon het gebouw al van ver zien staan.
Even daar vandaan weggedoken achter een boom stond een auto, een donkere BMW.
Dezelfde als haar broer Mohammed had, maar nog donkerder van kleur en ander type ook.
Enkele mannen stapten uit, grepen haar vast.
Een ander haalde uit naar Brecht met een baseball knuppel.
"Schatke! NEEEEEE!!" gilde Hafna.
Angst en wanhoop sloegen haar om het hart toen ze de auto werd in gesleurd.
De man met de baseball knuppel ging als een razende te keer. Hij sloeg Brecht letterlijk de schedel in.
Daarna nam hij plaats op de passagierszetel.
Achteraan in de auto zaten Mohammed en Khaled!
"Jij hebt onze eer geschonden, JIJ HOER!" siste Mohammed terwijl hij haar bij de haren trok en haar in de ogen keek.
"Daarvoor zal je boeten Hafna.
DAARVOOR ZAL JE ZEER ZWAAR BOETEN!"
De auto zette zich in beweging.
Na ongeveer vijf minuten rijden verliet de auto de verharde wegen en stopte ergens aan de rand van een duinengebied.
Daar sleurden de jongens Hafna tussen de duindoorns tot bij de ruïnes van een bunker.
Woedend smakte Mohammed het hoofd van zijn zuster tegen de muur van de ruïne.
En sloeg haar met zijn vuisten in het gezicht.
"Smerig wijf!" schreeuwde hij.
"Loeder!
Die schande die je over ons bracht.
Daarvoor ga je nu betalen.
Met je LEVEN!"
"En dan?" beet Hafna hem toe.
"Denk je dat ik schrik heb?"
"Kom!
Doe het dan!
Snij mijn kop eraf.
Alles is beter dan te leven in gevangenschap enkel en alleen omdat ik 'maar' een vrouw ben.
Alles is beter.
Zelfs de hel.
Waar de imam altijd mee dreigt.
Dat mag je heus wel weten hoor Mohammed Bouzziane.
Als ik niet kan en mag leven hoe ik dat zelf verkies.
Maar alleen moet dienen en mijn bek houden...
DAN HOEFT HET VOOR MIJ NIET MEER!!!"
"Wat een dwaas idee was dat van vader?" zei Mohammed vol minachting.
Om jou naar die school te studeren.
Om informatica te studeren.
Jij!
Een meisje.
Jouw plaats is in de keuken.
Bij de kinderen.
Niet achter een computer."
"Aaah dat is het dus?" zei Hafna.
"Jij bent gewoon jaloers omdat ik naar die school mocht.
Later verder studeren.
Terwijl jij moet helpen en elke ochtend mee moet naar de markt.
Maar ja.
Je hing liever op straat rond met die vriendjes van je in plaats van te studeren.
Of is het geen waar misschien Mohammed Bouzziane?"
Weer kreeg Hafna een klap.
Dan greep Mohammed haar bij de haren.
Legde het kromzwaard dat hij bij zich had op haar keel.
Het kromzwaard van vader.
Dat eigenlijk al eeuwenlang in de familie was.
Hij trok haar hoofd omhoog en keek haar aan met een blik vol pure haat.
Pure minachting.
Maar Hafna toonde geen angst.
Huilde niet.
Ze haalde diep adem, bereidde zich voor op wat komen zou.
"We zijn dra weer samen lieve Brecht," zei ze.
"Ik weet dat je op mij zal wachten schatke.
Dat maakt dat ik geen angst heb."
Mohammed haalde diep adem.
"Allahu akbar!!" riepen de jongens rond hem.
Steeds luider.
"ALLAHU AKBAR!!!"
Dan ineens.
Vanuit de distels en duindoorns kwam ineens een hond tevoorschijn.
Een robuuste Duitse Herder.
Het dier vloog op Mohammed af, het kromzwaard viel naast Hafna in het mulle duinzand.
De hond gromde vervaarlijk naar Mohammed, de jongens rondom hem zetten vol verbijstering een stap achteruit.
Verderop stonde nog twee honden, klaar voor de aanval.
De jongens verstijfden van angst.
"Nee!!! Niet doen! Niet doen!" smeekte Mohammed.
De hond toonde zijn vervaarlijk scherpe tanden.
Op het paadje dat door het woud van distels, duindoorns en braamstruiken slingerde kwam een ruiter te voorschijn gezeten op een prachtige bruine merrie.
Hij haalde terstond een jachtgeweer boven en richtte het op de jongens.
"Ollemolle julder handn omhooghe bende nieweirts!" riep hij in het West-Vlaamse dialect.
De jongens staken alle hun handen in de lucht.
Dan riep de ruiter zijn honden terug: "Max kom, Jakke, Ward kom bie 't boasje kom!"
Hafna stond recht liep naar het duinpad, één van de honden keerde terug.
"Neije Max!!! HIER!!" riep de man.
Hafna trilde op haar benen.
Begreep niet goed wat er aan de hand was.
"Je zie veilig meisje!" zei hij terwijl hij zijn gsm bovenhaalde.
Niet lang daarna kwam een heel leger politieagenten de duinen in.
De broers Bouzziane en hun metgezellen werden in de boeien geslagen.
Gearresteerd voor poging tot doodslag en de verijdelde eremoord die ze op Hafna wilden plegen.
"Poging tot doodslag?" vroeg Hafna.
De commissaris van de plaatselijke politiezone knikte.
"Je vriend leeft nog.
Hij is er wel zeer erg aan toe, meervoudige schedelbreuk. Hij is nu in het ziekenhuis van Veurne waar ze hem meteen begonnen te opereren."
Hafna sloeg haar ogen ten hemel.
"Hij leeft," zei ze verrukt.
"Mijn schatke leeft!"
Dan keek ze naar de commissaris.
"Ik wil naar hem toe!"
"Dat kan.
Maar eerst wil ik dat je met ons meegaat naar het bureau."





zaterdag 14 april 2018

Verboden harstocht 4



Hafna had een plan.
Thuis gedroeg ze zich voorbeeldig.
Onderging het strakke regime dat haar broers op bevel van vader haar oplegden.
Onderging hoe ze door hen en door de twee neven uit Marokko scherp in de gaten werd gehouden.
Ze gedroeg zich nederig en onderdanig.
Merkte dat haar vader en broers leken te denken dat ze haar les geleerd had.
En spijt had van haar slechte gedrag
Maar dat was maar schijn.
Op de kamer die ze deelde met haar zusje Layla en haar nichtje Khalida die nu in de woonkamer TV aan het kijken waren zat ze achter het bureau.
Te studeren, zo leek het.
Maar tussen haar studieboeken lag er een briefje.
Dat ze terug boven haalde eens ze merkte dat haar broer Khaled die blijkbaar iets uit zijn eigen kamer - die hij deelde met de twee andere oudste broers - nodig had terug de trap afdaalde naar de eerste verdieping waar de woonkamer en keuken zich bevond, evenals de slaapkamer van de ouders.
Ze begon verder te schrijven.
Naast de stapel studieboeken stond haar laptop.
Ze bestudeerde nauwkeurig de site van de NMBS.
Met trillende handen schreef ze verder.
Schreef ze een brief die ze morgen stiekem in de schooltas van Brecht zou stoppen.
Daarin legde ze haar plan uit.
Hopende dat hij erin mee zou gaan.
Haar hart bonsde in haar keel.
Ze opende zijn facebook profiel.
Zag zijn profielfoto waarin de jongen guitig naar de lens keek.
"Schatke," fluisterde ze zacht.
"Ik wil bij u zijn.
Als ik nie bij u kan zijn.
Dan hoeft het voor mij niet meer.
Als ze me daarvoor willen vermoorden omwille van die fokking 'familie eer'.
Dan doen ze maar.
Zonder u schatke... heeft mijn leven geen zin."
Ze kuste het scherm, zijn foto.
Tranen liepen over haar wangen, vielen op haar schoot.
Een jong meisje, met een hart vervuld van pure liefde.
Diep en intens.
Bereid om zich vrij te vechten.
Om los te breken uit het keurslijf dat haar familie en haar gemeenschap haar oplegde.
Wat de prijs ook mocht zijn.
Ze zou gaan voor de vrijheid.
De vrijheid op die ene persoon in haar armen en hart te sluiten.
En toe te laten in haar lichaam.
Die haar hart had gekozen in plaats van haar familie!

Ten huize Moorkens Hemmerechts zat het er intussen bovenarms op.
Brecht had zich in een facebook discussie met scherpe bewoordingen uitgelaten over de manier waarop moslims hun dochters hun vrijheden beperkten en haar zelfs beletten om te studeren of om alleen weg te gaan.
Zijn moeder had die opmerkingen gelezen en riep haar zoon apart.
"Wat voor uitlatingen zijn dat allemaal?" vroeg ze.
"Beseft gij eigenlijk wel wat dat gij schrijft?"
"Ja," zei Brecht.
"Is toch zo.
Kijk maar naar Hafna.
Die mag ineens niet meer alleen naar school en terug naar huis.
Omdat haar broers hebben opgevangen dat ze 'iets te los met jongens omgaat'," zei hij.
Dan trok Hilde Hemmerechts aan haar zoon's arm en keek hem strak in de ogen.
"Waar zijde gij mee bezig?" vroeg hij.
"Is dat een spelleke?
Een weddenschap met uw maten op school?
Dat ge erin zou slagen om haar te verleiden? Om haar zo ver te krijgen dat ze oneerbare dingen doet?
Onnozelaar!" zei Hilde terwijl ze hem nijdig aankeek.
"Wanneer gaat ge eindelijk eens volwassen worden?
Met uw puberachtige manieren ook altijd?"
"Ma, waar haalde gij dat toch allemaal uit," vroeg Brecht.
"Hafna is een toffe.
Kom daar goed mee overeen.
Dat die broers eens normaal doen hé, we zitten hier toch niet in Marokko?"
"Genoeg!" schreeuwde Hilde ineens.
"Ik wil dat soort gemene cafépraat hier niet horen!
Eerbaarheid is voor moslims een heel belangrijk iets.
Het is niet omdat wij het normaal vinden dat meisjes als lustobjecten gezien worden waar iedereen naar kan gapen, en waar elke vent die wat last heeft van zijn hormonen zomaar even kan gaan op kruipen. Dat zij ook moeten gaan denken.
Gij laat Hafna met rust, hebt ge dat begrepen?
En ge gaat eens leren om u te beheersen.
Gij zit veel te veel met seks in uwe kop.
't Wordt misschien tijd dat ge eens wat meer gaat sporten in plaats van altijd maar met die computers bezig te zijn.
Dat uw hormoonspiegel een beetje tot rust kan komen."
Brecht rukte zijn arm los van zijn moeders grip en liep naar zijn kamer waar hij de deur achter zich dicht sloeg.
"Onnozel mens!" zei hij luidop.
Dan liep hij de trap op, stapte zijn kamer in.
Hij wierp zich op bed en nam zijn telefoon.
Stuurde Hafna een berichtje.
"Liefje," schreef hij.
"Ge zijt niet de enige die te lijden heeft onder de zever van mijn familie.
Bij mij is het al even erg.
Ik verlang naar u.
Uw 'schatke' xxxx."
Ze SMS'te terug.
"Kijk morgen eens in uw boekentas schatke," schreef ze.
"Love you xxxxx."
Brecht lag op bed en staarde naar het plafond.
"Die meent dat zo keihard met mij," dacht hij bij zichzelf.
Hij zocht haar foto op die in zijn gsm opgeslagen stond, en staarde er dromerig naar..
Ook hij kuste teder het scherm van zijn gsm.
En staarde zeker een kwartier lang naar haar afbeelding.
Terwijl zijn gsm net niet uit zijn trillende handen viel.
Tenslotte legde hij zijn gsm op zijn borst tegen zijn hartstreek en slaakte hij een diepe zucht.

Die middag op school doorzocht Brecht zijn schooltas en vond er inderdaad een briefje.
Hij opende het snel.
Hafna was met enkele meisjes aan het kletsen, maar hij zag dat ze even naar hem keek.
Ze zag dat hij het briefje vast had, en dat deed haar hart al sneller kloppen.
Het moment dat ze haar plan zou kunnen uitvoeren kwam al iets dichterbij.
Brecht zette zich tegen de muur op het schoolplein en vouwde het briefje open.
Hij herkende meteen Hafna's verfijnde handschrift.

Hij las:
Schatke.
Laat ons wegaan.
Weg van hier.
Weg uit gevangenis.
Ik wil weg.
Met u
Met u schatke.
Weet al naar waar.
Maar hou nog voor mezelf.
Maar alles is al geregeld.
Gij moet alleen zorgen voor geld, want ze doen er alles aan om ervoor te zorgen ik niks van geld op zak.
Is niet veel, maximum 150 euro.
Weet gaat lukken schatke, gij gezegd gij hebt spaarrekening.
Oh en condooms.
Zorg voor condooms schatke.
Ik wil seks met u.
Ik wil vrijen met u.
Ik wil u mijn lichaam schenken.
Mijn lichaam.
Is alleen voor u schatke.
Gij zijt mijn schatke.
Mijn liefje.
Bij u voel ik me goed.
Voel ik me veilig.
Love you.
4ever in my <3 
Uw liefke.
Hafna."

Brecht zuchtte diep.
Vouwde het briefje terug dicht en stopte het in zijn hemdzak.
Hij twijfelde.
Zou hij dit wel doen?
Zijn verstand zei dat dit een zeer gevaarlijk spel was.
Dat hij beter inderdaad meer afstand moest nemen van haar.
Dat het verschil van cultuur iets te groot was.
Dat haar familie altijd tussen hen zou staan.
Maar aan de andere kant.
Als hij in haar ogen keek.
Zag hij zoveel verlangen.
Om vrij te zijn.
Om te kunnen zijn wie ze wilde zijn.
Aan de zijde van diegene naar wie haar hartje zo verlangde.
Hij zocht haar op in de refter waar ze een schoteltje koude couscous met salade aan het eten was.
Hij ging naast haar zitten, meteen nam ze zijn hand vast.
"Hebde briefke gelezen schatke?" vroeg ze.
Brecht knikte.
Ze keek hem aan.
"Doet ge 't?"
Hij keek haar aan.
Wreef zacht met zijn duim over de rug van haar hand.
"Ik doe het liefje," zei hij.
Hafna's gezicht klaarde op.
"Schatke," zei ze.
"Gij ziet mij echt graag hé."
"Ja, Hafna," zei Brecht.
"Ik zie u graag.
Ik zie u zielsgraag."
Ze reikte naar zijn rechter oor en fluisterde.
"Morgenavond na school bij station.
Koop twee tickets voor trein naar Oostende.
Stopt op perron vijf.
zoeken eerste tweedeklassewagon na locomotief.
Daar zien wij mekaar, ok?
Schatke."
Ze gaf hem een vluchtige zoen op de mond.
Een gelukzalige glimlach stond op haar lippen te lezen.

16u30.
Brecht verliet de school.
Na enige twijfel besloot hij om Hafna's brief in het kastje te laten waar hij zijn schoolgerief en persoonlijke spullen opborg.
Moeder hoefde dit niet te zien, zo vond hij.
Iets te vaak had ze haar afkeuring laten blijken van zijn iets te nauwe contact met Hafna.
Vond het niet kunnen dat de eer van haar familie zou kunnen worden geschonden door een iets te hecht contact tussen hem en Hafna.
Het zat hem al langer dwars dat ze het niet hebben kon dat er geen rekening werd gehouden met de culturele of religieuze gevoeligheden van moslims.
Dat vrouwen voor moslims als weinig meer dan tweederangsburgers of onaffe wezens werden gezien leek wel aan haar voorbij te gaan.
En waarom hechtte ze als zich progressief noemend persoon zoveel belang aan het rekening houden met compleet ouderwetse zaken als 'familie eer'.
Hij begree het niet.
En wilde het ook niet meer begrijpen.
Hij liep naar de fietsenstalling, nam zijn fiets.
Ineens zag hij dat enkele jongens rond hem stonden.
Jongeren van allochtone origine.
Eén van hem greep hem vast.
"Gij! Komt keer hier!" zei één van hem.
Keek Brecht strak aan.
"Waar is uw gsm, éh!"
Twee anderen grepen hem vast.
"Antwoord... klootzak!" siste de jongen die het woord voerde.
Brecht keek angstig om zich heen en zag hoe enkele jongens, waaronder twee klasgenoten haastig hun fiets namen en maakten dat ze weg waren.
Eén van de jongens die hem bedreigden sloeg Brecht in het gezicht.
De andere griste zijn gsm uit zijn broekzak.
"Wa is toegangscode klootzak?" siste hij.
"Geef mijn gsm terug!" smeekte Brecht.
Weer kreeg hij een klap.
"Zijt gij doof ofwa? Uw toegangscode!
Wij nie interesseert in uw ouw brol, wij willen zien met wie gij heb contact!"
Er volgde nog een klap. Brecht gaf zijn code.
Dan richtte de kerel die de gsm vast had tot de oudste van het groepke.
"We hebben hem.
Dees is die klootzak die achter ons Hafna zit." zei hij bewust in het Nederlands.
Dan richtte de oudste van het groepje zich tot Brecht.
"Gij beke zot van Marokkaanse maskes hé fokking klootzak?" zei hij spottend.
"Waarom doede da?
Eh?
Zegtis!!

Geilde gij op hoofddoekskes?
Of zijde te lelijk voor Belgische slette?
Zal wel da zijn hé, lelijkaard!"
Hij smeet de gsm op de grond en stampte hem aan flarden met de hak van zijn schoen.
Dan greep hij Brecht vast en keek hem nijdig aan.
"Gij!! Moet met uw vuil pote van ons zus blijven ja!
Vuile pedofiel!"
Ze sloegen hem.
Om beurten sloegen ze Brecht in het gezicht.
Hij zakte door zijn benen en viel op de grond.
Kreeg stampen.
In zijn gezicht.
In zijn maag.
Ze spuwden op hem.
"Gij blijft van ons zus hebde da verstaan? Klootzak!
Of anders SLAAN WIJ U DOOD!!!"

Brecht lag op de grond in het midden van de fietsenstalling.
Zijn gezicht onder het bloed.
Enkele jongens onder wie zijn twee klasgenoten waren teruggekomen.
Stonden rond hem.
"Ey Brecht gaat het?" vroegen ze.
"Nee," zei hij.
"Alles doet pijn.
Verdomme.
Ik ben gewoon duizelig gast."
"Blijf liggen, ik bel een ambulance." zei Arne, Brechts beste vriend.
Een ambulance kwam eraan, Brecht werd naar het ziekenhuis gevoerd.
Gelukkig zonder veel erg..
Hersenschudding, gebroken neus, gekneusde ribben.
Zijn moeder en haar partner Steve Moorkens kwamen meteen naar het ziekenhuis nadat ze op de hoogte waren gebracht.
"Wat is gebeurd?" vroeg Steve.
Brecht deed het verhaal.
Hilde keek Steve aan.
"Laat mij es efkes alleen met mijn zoon," zei ze.
Steve verliet de kamer.
Hilde keek Brecht in de ogen.
"Ziede nu wat er van komt?" zei ze streng.
"Ge moogt nog van geluk spreken dat ge er nog zo goed vanaf gekomen zijt.
Voor hetzelfde geld waard ge nu misschien voor het leven verminkt, of erger.
Ge laat Hafna met rust, begrepen!
Ik wil niet dat ge zo'n dingen doet.
En ge doet ook geen aangifte bij de politie begrepen?"
"Ma," zei hij.
"Ze hebben mij wel in elkaar geslagen hé."
"En dan?
Wat zou jij doen moest je een zus hebben en die wordt verleid door zo'n kerel als jij die er alleen maar eens zijn lusten wil op botvieren."
"Ma," zei Brecht.
"Ik zie haar graag."
"Doe nie onnozel!" zei Hilde.
"Het enige wat ge doet is de relatie tussen Hafna en haar familie verstoren.
Het is niet aan ons om te vertellen hoe zij moeten omgaan met de eerbaarheid van hun dochter.
Zij willen niet dat hun dochters er als halve sletten bijlopen zoals westerse meiden dat doen.
Hebben zij dan dat recht niet?
Ja toch?
Hebben zij niet het recht om te kiezen voor de hoofddoek.
Voor hun eigenheid.
Voor hun eigen normen en waarden?
Of moeten het ook normloze consumptieverslaafden worden zoals 't Vlaamse klootjesvolk?"
Hilde keek haar zoon aan.
"Antwoord Brecht."
"Ma," zei Brecht.
"Ze houden haar gevangen thuis.
Ze gaat eraan kapot.
Echt wel."
"Dat is normaal jongen.
Dat gebeurt wel vaker dat moslimmeisjes het moeilijk hebben met de keuze die hun ouders hen opleggen.
Maar daar moeten ze zelf zien uitgeraken.
Daar moeten wij niet in tussenkomen.
En ge moet al zeker niet zo'n meisje haar hoof op hol doen slaan.
Daar maak je de zaak alleen maar erger mee..
Kijk naar wat ze jou aandoen.
En denk eens aan wat ze haar kunnen aandoen."
"Als ze haar mishandelen dan moeten we de politie verwittigen!" zei Brecht.
"Geen sprake van!" zei Hilde."
"Hoor je me?
GEEN SPRAKE VAN!!
Wij moeten niet tussenkomen in de manier waarop deze mensen hun kinderen opvoeden en hen waarden en normen aanleren.
Echt niet!
Dergelijk opdringen van onze cultuur heeft al genoeg problemen veroorzaakt.
En nu wil ik er niets over horen, begrepen?"

Brecht begreep het totaal niet.
Begreep niets van de reactie van zijn moeder.
Waarom nam ze het zo op voor de manier waarop de familie Bouzzaine met Hafna omging.
Waarom keurde ze de behandeling van meisjes in moslimfamilies zoals de familie Bouzziane niet af?
Terwijl ze wel elke westerse man die iets te wellustig over vrouwen sprak afschilderde als een maniak die vrouwen als lustobject zag?
Hij snapte het niet.
Hij snapte ook niet waarom zijn moeder wanneer de dokter zei dat hij helemaal hersteld was van zijn hersenschudding en hij opnieuw mocht lezen of TV kijken, zijn laptop niet meebracht wanneer hij daarom vroeg. Maar wel een boek.
"Lees dit boek maar eens in plaats van de hele dag met die computer bezig te zijn" zei moeder. "Misschien dat je dan begrijpt waarom moslims zo bezorgd zijn om de eerbaarheid van hun dochters."
Brecht las het boek.
Met tegenzin.
Hij vond het eigenlijk maar een hoop slap gewauwel over het leven in de gemeenschap, verbondenheid met elkaar en zo meer.
Die dingen waar zijn moeder het over had.
Die altijd fulmineerde over 'de bekrompen Vlamingen die alleen naar hun navel zitten te staren'.
Over 'de egoïstische westerling die alleen maar bezig was met zijn eigen plezier en genot, en nergens meer mee verbonden was'.
Hij legde het boek aan de kant.
Keek verveeld naar buiten.
Het was mooi weer
Nu had hij echt veel liever in het park gewandeld.
Met Hafna.
Zoals ongeveer een maand terug.
In de eerste lentezon.
Hij wist niet wat er hem de meeste lentekriebels bezorgde.
De warme zonnestralen?
Of die lieve guitige lach van Hafna.

Dan ging de deur open.
Hij zag Hafna's lieve gezicht.
De twinkeling in haar ogen.
"Schatke," zei ze.
Ze liep naar hem toe.
Zag het verband rond zijn hoofd.
"Hoe hebben ze u toch toegetakeld maatke?" vroeg ze.
Ze streelde zijn hoofd.
Keek hem aan.
Haar mond raakte de zijne.
"Oooh.
Schatke.
Ik was zo bezorgd om u.
Heb Mohammed, Khaled en Yassine goed onder hun vijs gegeven.
Tuurlijk kreeg ik klop.
Van vader die tussenkwam.
Zie maar naar mijn oog.
Maar da kan mij niemeer schelen ze schatke.
Nee.
Ik onderga dat allemaal.
Voor u.
Mohammed mijn oudste broer dreigt ermee mij te doden als ik mij  niet als een eerbare dochter gedraag.
Maar...
Hij doet maar.
Nee echt schatke.
Als ik niet met u mag zijn.
Als ik niet kan leven zoals ik wil.
En met wie ik wil.
Dan hoeft het voor mij niet meer.
Schatke.
Maatke."
Ze keek Brecht minutenlang aan.
Vocht tegen haar tranen die ondanks alles over haar wangen stroomden.
Brecht sloeg zijn armen rond haar.
Trok haar dichter.
Kuste haar.
Ze beantwoordde zijn kussen.
Met gesloten ogen.
Brecht nam haar trillende handen vast.
"Ons planneke." zei hij.
"Als ik weer beter ben.
En uit de kliniek mag.
Dan maken we daar werk van."
"Ooooooooh," kirde Hafna.
"Gij meent dat hé.
Schatke.
Gij ziet mij graag.
Hé."
Ze stootte hem plagend aan...
"Ahum!!!" klonk het plots.
Hilde, Brechts moeder stond achter Hafna.
"Wat doet gij hier?" zei ze.
"Heeft mijn zoon nog niet genoeg kletsen gehad misschien?"
Hafna rechtte zich en keek Hilde aan.
"Ey wa is u probleem?
Ik heb Brecht niet geslagen hé!
Maar wel die klootzakken van een broers ja."
"Nee," zei Hilde kalm.
"Maar gij zijt er wel de oorzaak van.
Door zo om te gaan met hem.
En hem de kop zot te maken.
Waarom kies je geen jongen uit je eigen gemeenschap Hafna?
Waarom drijf je je relatie met je ouders en je familie zo op de spits?
Da's echt nergens voor nodig hoor.
En ik wil niet dat mijn zoon daarin wordt meegesleurd omwille van jou dwaasheid.
Je ouders zijn zo'n goede mensen, ze zorgen voor je, beschermen je.
Geven je de kans om te studeren.
En dan doe je dit.
Wil je dat ze je van school halen.
Dat ze je de kans ontnemen om te studeren? Om een diploma te halen?
Enkel en alleen omdat je het vertrouwen dat ze in jou schenken zo schaadt.
Want dat is wat je doet Hafna.
Het vertrouwen schaden van je ouders en je familie.
De mensen die om je geven."
Hafna keek Hilde aan.
Haar ogen leken wel vuur te schieten.
"Ey moet keer luistere ja, onnozel wijf!" zei ze.
"Gij weet van niks ja.
Gij weet nie wat is om heel de dag gecontroleerd en in de gaten gehouden te worden.
Gij weet niet wat is om over alles verantwoording te moeten afleggen.
Altijd maar behandeld te worden als een kind.
Mag zelfs nie alleen naar school, nie met vrienden of vriendinnen praten.
Willen dat ik trouw met man die zij kiezen.
Mag ik ook nog iets willen ja?
Mag ik ook nog kiezen wat ik doe in dit leven? Net als jullie!
Ik wil leven als jullie, niet zoals mijn familie dat wil.
Ik dacht dat gij dat zou begrijpen. Maar gij wil gewoon bij mijn ma op goed blaadje staan
Omdat gij dan van alles krijgt uit ons winkel.
Is nie waar misschien??"
"Wat is dat nu voor onzin Hafna?" zei Hilde.
"Waar haal je dat nu toch uit... ?"
"Ach mens hou gewoon uw bakkes ja!" sneerde Hafna.
"Hou gewoon uw bakkes!
Ik hou van Brecht.
En ik zal vechten voor de liefde van Brecht.
En als gij dat niet wilt enkel en alleen omdat gij op goed blaadje wil staan bij mijn familie?
Dan is da uw probleem.
Maar gij.... GAAT ONS NIET TEGENHOUDEN!!!!"

vrijdag 13 april 2018

Verboden hartstocht 3



Zaterdagvoormiddag.
Hafna was druk in de weer in de winkel.
Onder toeziend oog van haar broer Mohammed.
Die die dag uitzonderlijk thuisbleef.
Ze was goederen aan het tellen, en noteerde alles zorgvuldig op een blaadje.
Waarom hield haar oudste broer haar zo scherp in de gaten?
Waarom moest ze met alle geweld helpen met het controleren van de stock?
En waarom moest ze haar gsm in de woonkamer laten liggen?
Ze had zo graag snel een berichtje gestuurd naar Brecht.
Haar lieve Brecht.
Haar hart verlangde zo naar hem.
Keek er zo naar uit om hem nog eens te zien.
Maar ergens besefte ze dat er onraad was.
Dat ze toch ergens moest zijn gezien met hem.
Of wachtende op hem.
In het station?
Werd er over haar gepraat?
Over het feit dat ze zo vaak in het station rondhing?
Hafna was er zeker van dat haar broers iets in de gaten hadden.
Ze keek op.
Zag de blik van haar broer die haar vanuit de winkel in de gaten hield tussen het bedienen van de klanten door.
Zijn blik verraadde minachting.
"Ze moeten iets weten, dat kan haast niet anders," dacht Hafna bij zichzelf.
Maar ze besloot er wijselijk over te zwijgen.
Dan werd het middag.
"Hafna, M'hammed!!! Kul, kul!" hoorden ze hun moeder van bovenaan de trap roepen.
Wat zoveel wilde zeggen als "Hafna, Mohammed komen eten."
Broer en zus Bouzziane liepen de trap op.
Op tafel stond een geurige couscous schotel met rozijntjes en safraan en kippenbillen.
Met het gebruikelijke gebabbel en getater werd er gegeten.
Dan tikte vader tegen zijjn glas, wat het teken was dat hij iets had mede te delen.
Hafna hield de adem in.
Ali Bouzziane keek iedereen strak aan.
De strenge blik van de 'pater familias' die het woord wilde nemen.

"Kinderen!" begon hij.
"Het belangrijkste bezit van een familie is niet het huis waarin ze wonen.
Noch het geld dat ze bezitten.
Nee!
Het aller, allerbelangrijkste.
IS HAAR EER!
Je mag nog zo rijk zijn als je wil.
Je mag nog alles bezitten wat je hartje begeert.
Als je je EER verloren hebt zijn al die dingen waardeloos.
Het is daarom van het grootste belang dat elkeen.
Waakt over de eer van de familie.
Dat geldt voor de zonen die moeten waken over hun jongere broers en vooral zussen.
Maar ook voor de dochters.
Die zich ten allen tijde eerbaar moeten gedragen.
En het lijkt erop dat niet iedereen zich daar aan lijkt te houden.
Daarom dring ik er bij mijn zonen op aan dat zij daar voortaan veel strenger op zouden toezien.
En eis ik van alle vrouwen in de familie dat zij voortaan alleen nog het huis verlaten wanneer dat echt noodzakelijk is.
En dan nog enkel en alleen in gezelschap.
Liefst in het gezelschap van één van de broers."
Hafna kreeg het koud.
Wist wat dit wilde zeggen.
Dat haar doen en laten nog meer zou worden gecontroleerd.
Dat ze nog meer in haar vrijheid zou worden beperkt.
En ze ervaarde dit oude pand waar je zelden of nooit eens alleen kon zijn, en er altijd wel iemand om je heen was nu al als een gevangenis.
Ze wilde iets zeggen, maar ze wist nu al dat elk woord wat ze nu zei tegen haar zou kunnen gebruikt worden.
Weer nam vader Ali het woord.
Er doen kwalijke geruchten de ronde over onze familie.
En dan specifiek over één iemand.
En ik wil dat deze geruchten de kop worden ingedrukt.
Daarom Hafna... krijg je voortaan huisarrest tot het einde van het schooljaar.
En wil niet langer dat je nog alleen van huis naar school gaat en omgekeerd.
Ik zal van niemand dulden dat mijn eer en deze van mijn familie of mijn zaak in twijfel wordt getrokken.
Wij hebben altijd de reputatie gehad eerbare mensen en goede moslims te zijn.
En dat zal zo blijven ook.
De wil van Allah staat boven onze eigen verlangens!"
Ali keek zijn oudste dochter met een strenge en minachtende blik aan, ging terug zitten en at dan gewoon verder.
De rest van de maaltijd werd in een volstrekt stilzwijgen genuttigd.
Waarbij iedereen Hafna met een afkeurende en minachtende blik aankeek.

Maandagmorgen.
Hafna zag Brecht op de speelplaats.
Nam hem apart.
"Schatke," zei ze.
"Ze weten het."
"Wie?" vroeg Brecht?
"Je ouders?"
Hafna knikte.
Tranen stonden in haar ogen.
"Mag niet meer naar school en terug.
Het huis niet meer verlaten na schooltijd en in weekends of vakantie.
Mijn huis is een gevangenis schatke," zei ze.
"Met mijn vader als toezichter en broers als bewakers.
Ik wil daar weg Brecht.
Ik wil bij u zijn schatke."
"Hey, Hafna," zei Brecht.
"Komt wel goed.
Laat het even bezinken.
Misschien hebben ze roddels gehoord en houden ze daarom de teugels wat strakker.
Yassine vertelde me gisteren hoe de vork in de steel zit.
Iemand heeft ons gezien, een onderhoudsman in het station.
Een Pakistaanse moslim, Jalal heet hij.
Komt vaak bij ons in de winkel.
En doet 'zaken' met mijn oudste broer."
"Welke zaken?" vroeg Brecht.
"Weet nie, gewoon zaken OK?
Dinge kopen en verkopen en zo."
"Ok, snap het." zei Brecht.
"En dat gastje heeft ons zitten verlinken of wa?"
Weer knikte Hafna.
"Misschien moeten we elkaar even niet zien ja." zei Brecht.
"Beetje meer afstand houden."
"Oewa?" zei Hafna.
"Wa voor janet zijde gij jong?
Niks afstand houden.
Ik neem geen afstand van u gast.
Ik zie u te graag schatke."
Ze trok Brecht wat verder in het hoekje waar ze samen babbelden en sloeg haar armen rond zijn hals.
Fluisterde in zijn oor.
"Ik zie u graag schatke.
Ik wil nie afstand houwe.
Ik wil bij u zijn, snapte da nie?
Ik wil bij u zijn, in uw armen waar het warm en veilig is."

Ze keek hem aan, tranen stonden in haar diepe donkere ogen.
Ze beet wanhopig op haar lip.
"Ik zen stekezot van u.
Zo stekezot.
Ik laat u nie gaan Brecht.
Ik zal vechten voor u, tot de laatste snik.
Zonder u wil ik niet leven, kan ik niet leven schatke.

Ik wil relatie met iemand die mijn hart kiest.
Niet met iemand die die stom familie van mij kiest.
Fuck!!!
Ik haat mijn familie!" zei Hafna.
"Nee echt gast.
Ik haat ze echt.
En heel dat kutgeloof.
Met al die kutregeltjes.
Alles is zonde.
Lachen met iets is zonde.
Babbelen met jongen die geen familie is, is zonde.
Westerse muziek is zonde, Belgische TV programma's, zonde.
U wa schminken, uw haren los in de wind voele, met fiets rije als vrouw, uw armen ontblote.
Alles zonde!
Da is toch gewoon fokking zever gast, geef toe.
Ik wil zo nie leven.
Ik kan nie geloven dat Allah dat echt wil.
Da wij leven als in gevangenis.
Dat vrouwen altijd thuis moeten zitten, massa's kinnekes krijgen en mannen op hun wenken bedienen.
Da kan ik nie geloven!
Maar dat durf ik niet tegen niemand van familie zeggen.
Gij.
Gij Brecht.
Zijt enige met wie ik daarover echt kan praten.
Was al van in begin zo, toen ik pas op school zat.
Dat was zo'n verademing.
Kunnen zeggen wat er op uw hart ligt zonder dat andere moslims die ook op school zitte da horen en aan mijn broers gaan vertellen.
Kunnen babbelen met ne gast da echt luistert.
Echt luistert.
Daarom hou ik zo van u Brecht.
Gij luistert."
Hafna keek Brecht aan.
"Gij zit in mijn hart schatke.
Maar nog nie in mijn lichaam.
Da is nog nie gebeurd hé.
Is waar hé maatke, da is nog niet gebeurd...

Maar ik verlang daar zo naar schatke.
Ik wil zo graag.
Zo fokking graag....
KEER VRIJE MET U!!!"

Verboden hartstocht 2



Chez Ali.
Een kleine smoezelige groentenwinkel gelegen op een hoek in een verweerd oud huis.
Sinds jaar en dag gerund door Ali Bouzziane en zijn gezin.
De oude baas zat achteraan in het magazijn achter zijn bureautje te rekenen en te tellen, haast helemaal verscholen achter het oude kasregister waarin hij al het geld bewaarde.
Alle inkomsten en uitgaven werden door hem nauwkeurig bijgehouden en er was niets, maar dan ook niets wat hem ontging.
Nergens in de stad vindt je zo'n grote verscheidenheid van groenten en fruit als bij Ali.
Ook voor specerijen, noten, gedroogde vruchten, dadels, vijgen en ingelegde olijven moet je bij Ali zijn.
Samen met zijn oudste zoons staat hij ook op de markten in de streek.
Ali Bouzziane is een verkoper in hart en nieren die wel van wanten weet als het erop aan komt om al te bedreven afdingers op andere gedachten te brengen.
Maar boven alles is hij een zeer strenggelovig en godvrezend man.
Elke avond voor het slapengaan las hij een half uur in de koran.
En elke vrijdag was hij present voor het vrijdaggebed in de plaatselijke moskee.
Hij hoorde gestommel, een deur die opgenging.
"Goede avond vader," zei Hafna terwijl ze bij het bureau stond.
"Ik ben thuis."
Ali keek nauwelijks op, zijn ogen waren gericht op het blad terwijl hij ijverig verder cijferde.
"Je moeder wacht op je voor de bereiding van het avondeten," zei Ali kortaf.
Hafna liep terug de winkel in, daarna door de andere deur waar ze de oude houten trap naar boven opliep.
Daar was Hafna's moeder Rachida druk in de weer in de keuken.
"Ha daar ben je," zei ze. "Begin maar meteen met de courgettes te snijden, er is nog veel werk."
Hafna zette haar rugzak in een hoek en ging meteen aan de slag.
Rachida zette er meteen de pees in, ook haar jongere zusje Layla was al druk in de weer.
In de woonkamer zaten haar drie jongere broertjes Driss, Housseyn en Bilal naar een in het Arabisch gedubde tekenfilm te kijken.
Met acht waren ze, de kinderen van het gezin Bouzziane
Hafna was de oudste dochter, voor haar waren er de twee oudste jongens Yassine, Khaled en Mohammed. De twee oudsten waren al van school af en vergezelden hun vader elke morgen wanneer hij naar de markt ging.
In de vakanties hielpen ook Yassine en Bilal mee.
Ook waren er de neven Rachid en Younes die een handje toestaken.
Ali liet hen enkele jaren terug uit Marokko overkomen, evenals hun nichtje Khalida die bezig was de tafel te dekken.
Intussen reed een zwarte BMW met een rotvaart door de straten.
Aan het stuur zat Mohammed Bouzziane, de oudste zoon.
Zonnebril op de neus, gsm in de ene hand en sturend met de andere vlamde door de straten.
Hield er een agressieve rijstijl op na.
Bumperkleven, over de volle witte lijn inhalen, inhalen op het fietspad.
Hij hield halt de winkel.
De ouderlijke woning.
Dubbel parkerend op het fietspad.
Hij stapte uit, druk taterend met de gsm aan zijn linkeroor;
"Ja, ik ben het. Zal nie lukken om nog langs te kome.
Nee, sorry gast het gaat niet heb iets anders voor. Watte? Nie uw zake gast is familiekwestie, Sorry!"
Dan legde hij af en stak zijn gsm in zijn zak terwijl hij het magazijn binnenliep direct naar het oude bureau waar zijn vader zat te tellen en te cijferen.
"H'abou we moeten praten, dringend" zei hij in het Marokkaans-Arabisch tegen zijn vader.
Ali nam zijn bril van zijn neus en keek zijn oudste aan.
"Waarover?" vroeg hij.
"Hafna," zei Mohammed.
"Wat is er met haar?"
"Er wordt over haar gepraat vader," zei Mohammed op ernstige, aandringende toon.
"Is dat zo?" vroeg Ali terwijl hij zijn oudste zoon streng aankeek.
"Vader, ik hoorde van Jalal een Pakistaanse zeer vrome moslim die als onderhoudman in het station werkt dat Hafna daar regelmatig rondhangt.
En er zou afspreken met een jongen.
Een khuffar!
Hij beweerde te zien hoe hij zich terugtrok in zo'n automaat waar je pasfoto's kan laten maken, toen hij terug in de hal onder het perron was zag hij hoe ze ineens achter diezelfde nis verdween."
"Waarom zou Hafna zoiets doen?" vroeg Ali.
"Ze is veel te zachtmoedig en te verlegen om zich met zo'n dingen in te laten."
"Ik denk dat je haar niet goed kent vader," zei Mohammed.
"Sinds ze in die nieuwe school zit gedraagt ze zich zeer vreemd.
Is het je nog niet opgevallen dat ze altijd zo laat thuis is de laatste tijd.
En ook.
In die school, en zeker in haar richting.
Zitten haast geen moslims.
Ze zit van 's ochtends tot 's avonds tussen de 'khuffar'.
Die haar misleiden met hun valse tong en hun listige leugenpraat.
Ze had nooit naar die nieuwe school moeten gaan?
Trouwens? Waarom moet ze studeren?
Vrouwen moeten niet studeren, dat is haram.
De 'qu'ran' is hier zeer duidelijk over.
De vrouw haar plaats is in huis, in de keuken. En haar taak is zorgen voor haar man en een liefst zo talrijk mogelijk nageslacht.
Het komt hen niet toe om kennis te verzamelen en... "
"Genoeg!" zei vader.
"Hoe is het zover kunnen komen dat Hafna zo lang kan wegblijven en zomaar van hier naar daar kan lopen zonder haar doen en laten gecontroleerd wordt?" vroeg Ali.
"Zeg het eens zoon!"
De blik van de ouwe Ali sprak boekdelen.
"Luister goed Mohammed," sprak Ali.
"Als de eer van je zus geschonden wordt dan zal ik niet alleen haar straffen.
Maar ook jou.
En het zal een strenge straf wezen.
Want jij hebt je plicht tegenover haar als broeder-hoeder verzuimt.
Anders was het nooit zover gekomen!
Hoor je me?
Jij bent altijd maar bezig met sjacheren met van alles en nog wat.
Jij houdt je veel te veel met wereldse zaken bezig in plaats van je verantwoordelijkheid te nemen die je hebt als oudste broer!"
"Maar vader," stamelde Mohammed.
"ZWIJG!!!" Brulde Ali terwijl hij hard op tafel bonsde.
"Jij zorgt ervoor dat Hafna voortaan op tijd thuis is en dat ze buiten de school om het huis niet verlaat, heb je me begrepen?
Ik ben je gebrek aan verantwoordelijkheid jegens deze familie meer dan zat zoon!"
Mohammed zei niets meer.
Hiij draaide zich om en verliet het magazijn met hangende pootjes.

Intussen aan de andere kant van de stad.
In een prachtig oud pand met mooie verzorgde voortuin ergens in een van de 'betere buurten'.
Brecht plaatste zijn fiets tegen de hemel en liep naar binnen waar zijn moeder Hilde Hemmerechts het eten aan het bereiden was.
"Dag jongen," zei ze terwijl ze haar zoon omhelsde. "Ge zijt zo laat."
"Oh was even aan het kletsen met vrienden, en met een meisje van de klas."
"Heb je een meisje? Een vriendinnetje?
Ge begint toch niet meteen over seks hoop ik?
Ja maar, een meisje is geen lustobject hé jongen."
"Nee ma," zei Brecht. "Ge snapt het niet.
Gewoon Hafna wat geholpen met haar huiswerk."
"Oh maar dat is een fijne geste van je Brecht," zei Hilde.
"Van welke origine is ze?"
"Hafna is Marokkaanse, het is het meisje dat bij ons in de klas kwam na de kerstvakantie, echt een hele toffe."
"Oh ja, daar heb je over verteld.
Dat vind ik zo mooi van je, dat je omgaat met school en klasgenoten met een andere culturele achtergrond.
Je kan de diversiteit niet  genoeg omarmen jongen," zei Hilde terwijl ze in haar pot roerde.
"Wat eten we?" vroeg Brecht?
"Quinoia met tomaatjes, courgettes, aubergines, shi'take en butternut pompoen," was het antwoord.
Het verbaasde Brecht al lang niet meer.
Hilde Hemmerechts was erg fanatiek als het op voeding aankwam.
Alles biologisch, geen vlees of vis, zeer weinig zulvel maar des te meer fruit en groenten.
Veel groenten kwamen uit de eigen moestuin en de rest kwam uit biologische winkels, de wereldwinkel en uit het winkeltje van Ali Bouzziane.
Daar haalde ze couscous, kikkererwten, linzen, dadels, vijgen en andere exotische groenten, fruit, exoten en vooral veel specerijen waarmee ze haar biologische, vegetarische en vooral gezonde gerechten op smaak bracht.
"Maar wacht es," zei Hilde ineens.
"Hafna dat is de dochter van die Ali!" zei ze. "De winkelier waar ik altijd dadels en vijgen ga halen.
En kruiden en ingelegde olijven.
Gho, maar dat is zo'n braaf meiske.
Waarom nodigt ge haar niet een keer uit bij ons op de thee?
Zou zo tof zijn om zo eens nader kennis te maken met haar en met haar familie.
Haar mama ken ik overigens al van de kookclub waar ik elke maandagavond naartoe gaat.
Ze heeft voor ons al eens Marokkaans gekookt, een zeer lieve vrouw.
Gho het zou zo mooi zijn als we die mensen hun vertrouwen konden winnen.
We kunnen zoveel leren van hen."

Brecht dacht er het zijne van.
Maar dan kwamen Jens en Wannes binnen, de andere jongens uit het 'nieuw samengestelde gezin' waarin Jens opgroeide sinds zijn moeder met haar nieuwe vriend introk.
Het werd meteen gezellig druk, de drie jonge snaken begonnen elkaar te plagen en met elkaar te dollen.
Jens zit op de universiteit waar hij Pol&Soc studeert, Wannes, de jongste van het gezin zit op de Steinerschool, waar ook Jens school heeft gelopen. Brecht was de enige die naar een gewone school ging, en dat had zo goed als alles met zijn studiekeuze te maken.
Hij wilde iets met computers doen en daarvoor had de school waar hij nu zat een zeer goede reputatie.
Alleen stak het een beetje bij Steven Moorkens, de partner van Hilde met wie ze nu al tien jaar samen was dat Brecht naar het 'traditioneel' onderwijs ging.
"Papegaaienonderwijs' noemde hij het steevast.
"Waar ze alleen maar leren na apen en alles klakkeloos herhalen."
Steven Moorkens is een zeer creatief en artistiek persoon.
Muzikant, producer en een kenner van oriëntaalse muziek.
Vooral de traditionele muziek uit de Maghreb boeit hem enorm.
Heeft samengewerkt met talrijke muzikanten uit Algerije en Marokko waar hij vaak genoeg vertoefde.
Vooral Marokko had geen geheimen meer voor hem, noch culinair, noch cultureel en al zeker niet muzikaal.
Maar na al die omzwervingen, muzikale samenwerkingen en de talloze opnames en optredens die daaruit voortvloeide vertoeft Steven maar al te graag in zijn fraai gerenoveerde herenhuis tegenover een oude stadsgracht in een rustig deel van het Centrum.
Alles in het huis ademt een liefde voor kunst en cultuur uit, alsook zie je in de inrichting een knipoog naar Noord-Afrika.
En is de woning in wezen ingericht als een oase van rust en stilte, waar Steven Moorkens samen met zijn nieuw samengestelde gezin tot rust kon komen.
Hilde Hemmerechts had dan weer een enorme voorliefde voor de Marokkaanse keuken en deed niets liever dan elke maandag samen koken met enkele Marokkaanse vrouwen, met wie ze dan ook graag van gedachte wisselde.
Ze was in haar jonge jaren al actief in allerlei organisaties tegen racisme, discriminatie en uitsluiting, en stichtte met haar ex-echtgenoot Joris Daniëls een invloedrijke beweging tegen discriminatie op de werkvloer.
Ook organiseerde Hilde van alles voor allochtone jongeren, vooral dan voor jonge meisjes en vrouwen. De laatste jaren is ze vooral actief als vrijwilliger voor een interculturele vrouwenorganisatie, en schrijft ze regelmatig opiniestukken voor kranten of weekbladen, als ze tenminste niet actief is als 'foodblogger' of aan het schrijven van een nieuw boek waarvan ze er nu toch al vijf op de markt heeft gebracht. Vooral dan over gezonde voedingsgewoonten. Eén ervan had de titel: "Wat allochtonen ons kunnen leren over gezond eten."
Aan tafel kwamen al deze zaken dan ook meermaals ter sprake.
Hilde had het over de band tussen Brecht en Hafna.
"Dat is toch schoon hé," zei Hilde. "Dat die twee zo goed overeenkomen.
Ik hoop echt dat Hafna op Brecht zijn uitnodiging ingaat.
Het zou zo mooi zijn als onze kennissenkring wat diverser is.
Want pas op, niet dat ik onze kennisenkring niet verrijkend vind hé.
Maar als je kennissenkring alleen maar bestaat uit witte hoogopgeleiden dan is dat toch een beetje schraal nietwaar.

Na de maaltijd zaten Jens en Brecht op Jens zijn kamer wat naar muziek te luisteren en waren ze met van alles bezig op de laptop.
"Is dat waar, komt gij goed overeen met die Hafna?" vroeg Jens.
"Bwaja, da's een tof meiske," zei Brecht.
"En ik help haar met haar taken op school, en vooral deze van de taalvakken."
"Is er echt niks meer tussen jullie?" vroeg Jens?
"Ik voel me wel goed bij haar," zei Jens.
"En zij is ook graag bij mij.
We praten veel.
Lachen veel.
Plagen en zo.
Ze kan ook heel schoon zingen."
Jens keek Brecht aan.
"Brecht, luister," zei hij.
"Ge zijt ne verstandige gast.
Met iets in 't kopke.
Nog veel meer dan ik, en pas op ik zit op de unief hé.
Ik zeg u één ding maat.
Ziet uit wat ge doet!
Nee echt.
Bij moslims is de eer van de familie heel belangrijk.
Die lachen daar niet mee.
En ze kunnen u het leven heel zuur maken als ge in hun ogen iets te ver gaat met Hafna.
En voor haar zal het nog erger zijn."
Jens keek zijn 'stiefbroer' aan.
"Breng haar leven niet in gevaar Brecht!" zei hij met aandrang in zijn stem.
"BRENG HAAR LEVEN NIET IN GEVAAR!!"

donderdag 12 april 2018

Verboden hartstocht.



Het was druk in het station.
Mensen liepen haastig door de tunnel onder de perrons om nog tijdig hun trein te kunnen halen.
Een komen en gaan van mensen van allerlei slag.
Het was 16u30 en de scholen waren uit dus waren er ook veel jongeren op pad.
Het was bovendien ook vrijdagmiddag.
Op een bank zat een jong meisje met hoofddoek
Haar naam was Hafna.
Hafna Bouzziane, 17 jaar, van Marokkaanse origine.
Ze hield haar smartphone in de hand en het leek of ze er de hele tijd mee zat te spelen.
Maar infeite hield ze vanuit een ooghoek de menigte in het oog.
Ze voelde haar gejaagde hartslag, keek nog eens het laatste ontvangen berichtje dat een kwartier geleden verzonden was.
"Ik kom nu naar je toe sweety," stond er te lezen.
Ze wist, dat hij elk moment ergens tussen de menigte moest opvallen.
"Misschien is hij nog zijn fiets aan het stallen," dacht ze bij zichzelf.
Dan ineens zag ze hem.
Een jongen, groot, kort blond stekelhaar, levendige blauwe ogen, jongensachtig uiterlijk, donkerblauwe sweater, lichtblauwe jeans.
Hafna's handen begonnen te trillen, het leek wel alsof haar hart in haar keel stak.
Ze voelde het zweet prikkelen onder haar zwarte hoofddoek die ze dragen moest onder druk van haar vader en vooral van haar oudere broers.
Hij zag haar en glimlachte even, ze keek hem vluchtig aan.
Zag hoe hij in een nis tussen twee roltrappen naar de perrons verdween.
In die nis stond een drankenautomaat en daarachter een hokje voor het maken van pasfoto's.
Daarachter verdween de jongen.
Hafna borg haar smartphone op.
Keek schichtig om zich heen.
Geen bekende gezichten te bespeuren.
Alleen gehaaste mensen die hun trein wilden halen.
Dan stond ze recht, nam haar rugzak bij één van de riemen en liet hem zo bengelen aan haar rechterhand.

Ze liep de nis in.
De jongen trok het gordijntje wat open en nam dan haar hand vast.
Trok haar naar binnen.
Hafna liet haar rugzak vallen en omhelsde de jongen.
Begon hem te zoenen.
Vol vuur.
Vol hartstocht.
"Ooooh Brecht.
Schatteke.
Maatke."
Brecht duwde haar tegen de muur, Hafna trok meteen haar benen omhoog en klemde ze rond zijn onderlichaam.
Met stevige halen tongzoende ze hem.
Met gesloten ogen.
Bewoog lichtjes haar bekken.
Voelde zijn erectie.
Brecht leunde met beide armen tegen de muur terwijl hij Hafna gretig kuste.
"Ben blij dat ik u in mijn armen kan sluiten Hafna," fluisterde hij teder in haar oor.
"Ik ook zoetke," kreunde Hafna.
Dan liet ze haar benen terug zakken, terzelfder tijd rukte ze haar hoofddoek af en gooide die waar hij vallen wilde.
Haar lange zwarte haren vielen over haar schouders.
"Hoe vinde mij zonder hoofddoek?" vroeg ze ineens.
Brecht duwde haar haren tot achter haar schouders en keek haar aan.
"Knap," zei hij.
"Gij zijt een bom van een meiske Hafna."
"Is 't waar schatke?" vroeg ze.
"Ja," zei Becht.
"Gij zijt een bom van een meiske.
Gij zijt mijn meiske."
Brecht's hield zijn handen op haar buik.
Zo langzaam naar boven.
Streelde haar borsten.
Hafna voelde hoe haar tepels hard werden.
"Oooh gast, ik verlang zo naar u," fluisterde Hafna in zijn oor terwijl ze haar hoofd op zijn schouder liet rusten.

"Hafna," zei hij.
"Ik zie u ook zo graag schat.
Maar... "
"Maar wat schatke?" zei ze.
"Gij zijt man van mijn leven gast, echt."
Hafna huilde, teder depte Brecht haar tranen.
Weer kusten ze elkaar.
Hafna trok haar trui wat omhoog, voelde Brecht's koele handen op haar blote buik.
"Streel mijn borsten," smeekte ze.
"Trek mijn BH beetke naar beneje en speel met mijn borsten schatke."
Brecht deed het.
Zijn duimen raakten haar gezwollen tepels.
Hafna kuste Bert vol vuur, vol goesting.
Ze had goesting.
In een jongen.
In Brecht.
Ogenschijnlijk een braaf moslimmeisje dat gehoorzaam deed wat haar ouders en oudere broers van haar verlangden.
Maar niets was minder waar.
Diep in haar hard sluimerde een vuur.
Een witheet vuur.
Van intens verlangen.
Verlangen naar het samen zijn met Brecht.
Haar Brecht.
Brecht Daniëls. Een zeventienjarige knul met levendige blauwe ogen, jongensachtige uitstraling en nooit verlegen om een grapje en wat plagerijen.
Een jongen die door iedereen op school graag gezien is.
Clown, grappenmaker, creatieveling, kon tekenen als geen ander en speelde gitaar.
Maakte filmpjes waarop te zien was hoe hij op zijn gitaar bekende liedjes speelde en zette dat dan op Youtube.
Eén iemand reageerden dan altijd.
En dat was Hafna.
Het ietwat verlegen meisje met de hoofddoek dat schuchter naar de wereld keek met haar grote donkere ogen.
Het was na de kerstvakantie dat ze de klas vervoegde.
Ze kreeg meteen een plaatsje naast Brecht.
Het klikte.
Hij hielp haar, maakte haar wegwijs.
In de pauze zaten ze vaak te babbelen.
Dan hoorde hij haar stem, hoorde hoe de schuchtere Hafna kon zingen als een nachtegaal.
Hij vond het leuk om in de middagpauze met haar het park vlakbij de school op te zoeken waar hij dan gitaar speelde terwijl Hafna zong.
Zo bloeide iets mooi's tussen Brecht en Hafna.
Wat hij eigenlijk nooit verwachtte.
En al zeker niet dat hij met haar zou afspreken in een pasfoto automaat in het station.
Waar ze haar hoofddoek letterlijk had afgegooid en toeliet dat Brecht haar best wel prachtige lichaam betastte.
En verlangde naar meer.
Brecht betastte haar borsten en zoende haar in haar nek.
Was nu helemaal in de ban van Hafna.
Ze voelde zijn penis in erectie over haar kruis glijden.
Werd nat in haar broekje.
Zo heerlijk nat.
Haar handen gleden over zijn kont.
Dit waren verboden vruchten, zeker voor een meisje uit een streng gelovige moslimfamilie.
Maar daar dacht ze nu helemaal niet aan.
Ze spreidde wellustig haar benen en met gesloten ogen liet ze toe dat Brecht haar lichaam kuste en streelde.
"Wilde mij keer vingeren?" vroeg Hafna.
Ze knoopte haar jeans los en nam zijn hand.
"Toe schatke, laat me nekeer klaarkomen," smeekte Hafna.
"Ik wil u vinger op mijn 'knopke' voele."
Brecht's hand gleed in haar slipje.
Hafna ademde steeds zwaarder, maar onderdrukte haar gekreun.
Ze zaten immers op een openbare plek.
Ze beet op haar lip, voelde haar hart als een razende te keer gaan.
"Hou u hand op mijn mond schatke, ik ga klaarkomen," smeekte ze.
Brecht voelde haar lichaam schokken.
"Huuuuh, huuuh, huuuuh," kreunde Hafna.
"Dees is zalig," zei ze.
Dan kreunde ze nog een laatste maal langgerekt en gaf Brecht een laatste passionele tongkus. terwijl ze haar broek terug dichtknoopte.
Dan namen ze afscheid.
Gingen ze terug hun eigen weg.