Pagina's

maandag 30 november 2015

Winter in Vuurland 3




De volgende ochtend werd pas goed duidelijk hoe hard en hoeveel het de afgelopen dag en nacht wel had gesneeuwd.
Rondom het hotel lag zeker een meter sneeuw.
Toen Sarah het gordijn open schoof zag ze in het schemerdonker een jongen die naarstig in de weer was met een grote sneeuwschop.
Beatriz stond achter haar.
"Amai het heeft gewoon de hele nacht doorgesneeuwd," zei ze.0
"Buenos Dias", zei Beatriz met een glimlach.
En kwam naast haar staan.
"Mooi hé", zei ze.
"Indrukwekkend", zei Sarah.
"Maar wie is die jongen die beneden staat sneeuw te ruimen?" Vroeg ze.
"Dat is Gabriel, die doet hier de afwas en allerhande klusjes," zei Beatriz.
Ze keek Sarah aan.
"Ronny heeft hem aangenomen, zeer tegen de zin van Elvira.
Eén of andere ambtenaar wist hem te overtuigen om Gabriel aan te nemen, in ruil voor vergunningen en dat soort shit.
Gabriel heeft in de jeugdgevangenis gezeten.
Voor best wel zware feiten.
Inbraken, diefstal met geweld, slagen en verwondingen.
Geen lieverdje.
Hij valt ook enorm op met de tatoeages op zijn armen, handen en in zijn nek.
En de traan onderaan zijn oog.
Daarom wil Elvira dat hij niet samen met ons eet, noch dat hij zich in de zaal of andere plaatsen waar de klanten komen vertoont".
Sarah knikte.
Ze begreep.
"Maar Gabriel wil echt wel verbeteren hoor.
Hij heeft een heel goede inborst.
Ach het is zo'n schat van een jongen, echt waar Sarah".
"Ik geloof je wel hoor," zei Sarah.

Beide meisjes maakten zich klaar.
Ze hadden een drukke dag voor de boeg.
Na het ontbijt liet Elvira Sarah inwerken in de receptie.
Ze legde alles uit hoe alles werkte, hoe ze de gasten moest registreren in de computer, welke kamer wie moest krijgen en dat soort dingen.
Sarah leerde snel, tot Elvira's grote tevredenheid.
Maar Sarah kreeg ook meteen haar vuurdoop.
Veel gasten die door de sneeuwstorm gestrand waren, kwamen nu aan in het hotel.
Sarah onthaalde hen met de glimlach en maakte hen wegwijs.
's Avonds moest ze dan weer meehelpen in de zaal.
Yves, de Franse ober had zijn zinnen op haar gezet. Liep de hele tijd naar haar te lonken, dit tot groot ongenoegen van Sarah.
"He ma belle, tu veux boire quelque chose apres le travail"? Vroeg hij in het Frans terwijl ze een ijsemmer met water en ijs vulde achter de bar.
"Non merci", reageerde Sarah koel en liep met de ijsemmer waarin ze een grote fles champagne had gelegd naar de klanten die erom vroegen.
Ze zag hoe Yves naar haar keek met een zelfgenoegzame grijns.
"Fuck", dacht ze bij zichzelf.
"Nog zo'n zelfingenomen klier die denkt dat hij mij kan krijgen.
Wat zien al die strekenventen toch in mij?"
Beatriz had het druk, dus nam Sarah enkele van haar tafels over.
Eén van die tafels was deze van Manuel Torres.
Hij glimlachte toen Sarah zijn maaltijd op tafel zette.
"Wat een verademing", zei Manuel.
"Om bedient te worden door een ravissante verschijning zoals jij.
Mooie blauwe ogen, lief snoetje".
"Ja we weten het al dat je een crush op me hebt", reageerde Sarah.
"Nononooo!!!" Zei Manuel.
"Je begrijpt me verkeerd."
Hij wees naar Beatriz.
"Bezie haar eens.
La Gorda (de dikke)".
Hij sprak het met diepe walging uit.
"moddervet, pokdalig puistengezicht, geen enkele présence.
Zeg nu zelf.
Zo'n wicht zou hier toch niet mogen rondlopen in het restaurant van een klassehotel als dit.
En die andere kelners zijn ook al niet veel beter.
Die Pedro, zie hem lopen.
Afhangende schouders, heft zijn voeten nauwelijks op.
Die had ik destijds in het leger eens onder mijn gezag willen hebben... Ooh dat kereltje ging nogal janken.
Of die Yves, die Franse snoeshaan.
Zie hem snuiven, die zit vast aan de coke.
Ik had allang zijn kamer boven eens doorzocht.
Dat wil je toch niet onder je dak? Een junkie.
Maar de ergste is La Gorda.
Wat een gedrocht is dat toch.
Zoiets jaagt de klanten weg
Een meisje zoals jij, die zou de klanten moeten onthalen.
Dat stelt de mensen op hun gemak, echt waar".
"Ik heb geen tijd", zei Sarah kordaat. Er is nog veel werk."

Het avondservice was in volle gang.
Sarah bracht een stapel lege borden naar de afwaskeuken.
Daar was Gabriel bezig de borden te sorteren in de bakken om deze dan in de afwasmachine te schuiven.
Wat verder stond Juan Cortez aan zijn fornuis.
Sarah zag hem loeren, met een geile blik in zijn ogen.
Ook hij kon zijn ogen niet afhouden van het knappe blonde Vlaamse meisje.
"Sarah esta una chica muy guapa, hé Alfredo?" Zei hij tegen zijn hulpkok Alfredo.
Die knikte en giechelde wat.
"Met haar wil ik wel eens... je weet wel?" hoorde hij hem iets stiller tegen Alfredo zeggen.
Ze schikte de borden vliegensvlug, en deponeerde het bestek in de emmer.
"Lukt het een beetje Gabriel"? Vroeg Sarah.
De jongen glimlachte ietwat verlegen.
En begon te blozen.
"Se echucharà" (dat gaat wel hoor). Zei Gabriel.
Maar het zweet liep van zijn voorhoofd.
"Moet ik wat te drinken voor je halen", zei Sarah enigszins begripvol.
"Ik heb hier nog een fles Cola staan", zei hij.
Hij toonde een fles Cola  die in een hoekje stond.
"Die is warm, ik haal een andere, frisse Cola is veel lekkerder".
Sarah kwam terug met een fles Cola uit de frigo.
"Gracias", zei hij.
Onder het ruige uiterlijk van een veroordeelde jeugddelinquent schuilde een verlegen jongen met twinkelende pretogen die de aandacht van de begripvolle Sarah wel prettig vond.
Het was haar niet ontgaan dat Juan Cortez de jongen regelmatig afblafte.
Ze liet niets merken, deponeerde gewoon de borden en liep dan terug naar de zaal.
Vooral omdat het erg druk was die avond.
Maar het vrat aan haar om te zien hoe de arme Gabriel werd uitgescholden en vernederd door Juan.
"Pereza, criminal, ladron, cerdo apestoso, mono retrasado (wat zoveel betekende als luiaard, crimineel, dief, stinkend zwijn, achterlijke aap). Dat waren nog maar een paar van de scheldwoorden die Juan naar zijn hoofd slingerde

Die nacht had ze het erover met Beatriz als ze uitgeteld in bed lagen.
"Ach", zei Beatriz.
"Iedereen zit op die jongen zijn kap.
Weet je.
Hij heeft geen andere keuze.
Hij is vrij, maar op voorwaarde.
Eén van die voorwaarden is dat hij een job heeft en die moet zien te houden.
Als hij volgend jaar voor de opvolgingscommissie moet komen en hij kan niet aantonen dat hij een vaste job heeft.
Dan moet hij terug naar de gevangenis om de rest van zijn straf uit te zitten.
En de gevangenissen hier zijn geen pretje.
Sarah begreep dit alles.
Maar kon het niet vatten.
Van al die dingen die ze hier ervaren mocht in deze heel bevreemdende omgeving.
Een hotel in een afgelegen ski oord in Vuurland, waar het hartje winter is wanneer wij Europeanen van de zomerzon genieten.
Was dit wel het gene dat Sarah het meest aangreep.
Sarah Albrecht is een heel empathisch meisje met een hart voor haar medemensen.
En ze kan echt niet tegen onrecht.

De volgende dag zocht ze Gabriel dan ook regelmatig op.
Als hij de schotels aan het wassen was.
Of wanneer hij tussen het in de container gooien van de vuilnisbakken door een sigaretje rookte.
Dan rookte zij er eentje mee.
En bood de jongen één van haar sigaretten aan.
Zo raakten ze aan de praat.
Gabriel sprak met zachte stem.
Keek vaak naar de grond.
Alsof hij zich diep schaamde.
Dat deed hij ook, zo leerde Sarah snel.
Hij heeft zware feiten gepleegd ja.
Maar de jongen had ook geen gemakkelijk leven.
Opgegroeid in een heel arm milieu.
Moest knokken om te overleven.
Raakte al op tienjarige leeftijd in de greep van een lokale jeugdbende.
Die lieten hem allerhande klusjes opknappen.
Inbreken.
Drugspakketjes afleveren.
Liep daarmee onder de ogen van politie en leden van rivaliserende jeugdbendes door de straten.
Wat best wel gevaarlijk was.
Maar hij was nog geen lid, en had dan ook nog niet de tatoeages die bij het lidmaatschap hoorden.
Zo was hij veilig.
Eens hij lid was, was hij dat niet meer.
Hij heeft zich meermaals uit de greep van rivaliserende bende's moeten knokken.
Zo leerde hij vechten.
Maar zo raakte hij ook in aanraking met politie en gerecht.
Moest hij naar de jeugdgevangenis.
Maar zo won hij net respect in het milieu.
Klom hij hoger in de hiërarchie.
Hij verdiende geld met dealen en stelen.
De meisjes lagen aan zijn voeten.
Hij kreeg anderen zo ver dat ze drank en wiet stalen voor hem.
Tot zijn beste vriend voor zijn ogen werd doodgeschoten.
Toen hoefde het voor hem niet meer.
Hij wilde breken met de bende.
Maar dat doe je niet zomaar.

Op een dag werd hij gearresteerd bij een overval.
Om aan te geven dat hij wilde breken met de bende verraadde hij de leiders en mede bendeleden.
Dat maakte dat hij in de gevangenis kop van jut was.
Hij werd bijna doodgeslagen.
Vandaar de littekens op zijn gezicht, en de brandwonde ter hoogte van zijn hals tot vlak onder zijn oren.
Een cipier had medelijden met hem, wist dat zijn verhaal oprecht was.
Hij wist zijn oom een reclasseringsambtenaar op Vuurland zo ver te krijgen dat hij voor Gabriel een job kon regelen.
Zo kon hij kans maken op voorwaardelijke vrijlating.
Zo vertrok de straatjongen uit Buenos Aires naar het verre en koude Vuurland.
En begon hij aan een tweede leven.
En nee.
Het was geen gemakkelijk leven.
Maar Gabriel sloeg zich erdoor.
Hij wilde echt dit harde leven achter zich laten.
Sarah hoorde zijn verhaal.
Het raakte haar.
Zag de blik in de jonge Gabriel zijn ogen.
Hoorde de oprechtheid van zijn woorden.
Ze nam zijn handen vast.
"Je bent een goeie jongen Gabriel.
Eerlijk, oprecht.
Courageus."
Ze keek hem diep in de ogen.
Gabriel was best een knappe jongen.
Met zijn lang haar tot net over de schouders, zijn diepe donkere ogen.
Zijn sikje en de kuiltjes in zijn wangen.
19 jaar was hij.

Die avond, na het service.
Sarah ging even naar buiten voor een sigaret.
Gabriel was net de vuilniszakken in de container aan het deponeren.
Sarah ging naar hem toe? "Sigaretje"? Vroeg ze.
Hij zij geen neen.
Weer raakten ze aan de praat.
Ineens...
Sarah sloeg haar arm over zijn schouder.
Trok de jongen wat dichter tegen zich aan.
Woelde zacht door zijn haren.
"Chico guapo", fluisterde Sarah in zijn oor.
"Mirame a los ojos Gabriel.
E escùchame"
(Kijk in mijn ogen Gabriel, en luister naar me) zei ze met zachte doch zelfverzekerde stem.
"Quiero sentir tu amor... E TU CUERPO!!! (Ik wil je liefde voelen... En je lichaam)".Ze sloeg haar armen om Gabriel, en begon hem te kussen.
Ze nam het initiatief.
Zomaar.
Zonder aarzelen.
Ze kende de jongen nog maar een dag.
Maar voelde zich zo goed in zijn bijzijn.
Kreeg een warm gevoel telkens ze buiten stonden te roken.
En te praten.
In de kille buitenlucht.
Ze ging ervoor.
Zei rechtuit wat ze voor hem voelde.
En het was een sterk gevoel.
Gabriel bloosde.
Hapte naar adem.
Sarah liet hem even tot zichzelf komen.
Glimlachte zacht naar hem.
Gabriel trok haar hoofd dichter.
Drukte zijn lippen op de hare.
En begon haar opnieuw te kussen.
Terwijl het zachtjes begon te sneeuwen.

Sarah leunde tegen de muur.
Spreidde lichtjes haar benen.
Terwijl Gabriel haar bleef kussen.
Haar hart klopte sneller.
Thuis zou ze veel meer geremd zijn om zomaar met een jongen die ze amper een dag kende te beginnen flirten?
Een paar maanden voor ze naar Argentinië vertrok sprong haar relatie met Jens stuk.
Anderhalf jaar was ze samen met hem.
Tot ze erachter kwam dat hij haar bedroog.
Ze confronteerde hem met de keiharde bewijzen.
Een kletterende ruzie.
Harde woorden.
"Daar is het gat van de timmerman!!!" Schreeuwde ze hem toe.
Terwijl ze een een halfvol glas cola naar zijn hoofd slingerde.
Zo razend was ze.
Het deed pijn ja.
Heel even.
Dan kwam het moment dat ze vrij was.
Dat ze haar gang kon gaan.
Ze hoorde het Ashley haar beste vriendin nog zeggen.
"Zoveel schoon gasten Sarah.
Laat u gaan.
Kies er één uit.
Doe uw goesting.
Geniet, en laat hem genieten.
Ge zijt nog jong.
Gij kunt krijgen wie ge wilt, met uw schoon lichaam, en uw schoon blauw ogen".
Ze had gelijk.
Maar Sarah voelde zich geremd.
In een kleine provinciestad waar iedereen iedereen kende.
En waar velen haar ouders kenden.
Wat zouden ze zeggen.
Wat als iemand haar in Leuven ziet, met een wildvreemde jongen.
Wat als die persoon zegt, "Sarah hangt daar in Leuven de slet uit".

Daar aan de andere kant van de wereld vielen al die remmingen weg.
Ze dacht terug aan de woorden van Ashley.
"Nu is het 'het moment' Saar", zei ze.
"Laat u gaan.
Nu ge de kans hebt.
Volg je hart, je gevoel".
Dat deed ze.
Ze liet haar tong over die van Gabriel glijden.
Met gesloten ogen.
Ze voelde hoe zijn handen haar streelden.
Hoe hij haar lichaam tegen het zijne drukte.
Hoe zijn bekken langzaam heen en weer gingen.
Ze voelde dat hij een erectie had.
Zijn harde lid dat heen en weer schoof over haar kruis.
Ze werd lichtjes nat.
"Slaap je alleen"? Vroeg ze.
"Nee", was het antwoord.
Ik slaap in de kelder, daar is nog een kamer.
Samen met Alfredo Chang.
Die moet me van Elvira in de gaten houden.
"Is hij een gemakkelijke kamergenoot"? Vroeg Sarah lichtjes bezorgd?
"Pest of vernederd hij je"?
"Nee.
We lachen veel.
Alfredo is best een goeie vent.
Tapt graag schuine moppen.
We spelen samen op de playstation.
Juan, dat is diegene die mij niet moet hebben.
In de keuken doet Alfredo mee met hem.
Uit angst".

Sarah dacht na.
Ze besefte dat seks met Gabriel.
Er vanavond niet meer inzat.
Tenminste niet als ze voor de anderen verborgen wilde houden wat ze voor hem voelde.
Ineens greep Gabriel haar weer vast.
"Te quiero mi corazon", fluisterde hij teder in haar oor.
"Ik weet wat je wil Sarah.
Ik zeg geen nee.
Maar het kan niet.
Zonder dat ze ons betrappen".
"Ik weet het Gabriel", zei Sarah.
Weer kusten ze elkaar.
"Ik moet gaan nu lieverd.
Maar in gedachte ben ik bij jou Gabriel".








Winter in Vuurland 2

Ronny Albrecht stond ongeduldig te wachten en sloeg de binnenkomende passagiers in de terminal van de luchthaven van Ushuaïa gade.
Zijn nichtje Sarah kon elk moment van tussen die passagiers tevoorschijn komen.
Alsook Manuel Torres die een voorname gast was in zijn hotel.
Zijn beste klant zoals dat heet.
Hij kwam de man met plezier ophalen in de luchthaven.
Hij wist het te regelen dat Sarah een dag later zou komen met een vlucht vertrekkende uit Madrid.
Zo moest hij maar eenmaal de sneeuw en de slechte weersomstandigheden doorstaan om helemaal naar Ushuaia te rijden.
Ronny begroette zijn nichtje hartelijk.
"Hey meid", zei hij.
"Heb je een goede reis gehad"?
"Oh dat viel wel mee.
Alleen het laatste stuk.
Schudden en schokken, er leek geen einde aan te komen".
Tja.
Dit is niet voor niets één der meest geïsoleerde plekken op deze planeet meisje.
Enkel te bereiken ofwel via een doortocht door Chili, plus overtocht met veerboot.
Uren onderweg.
Ofwel met het vliegtuig.
Maar ik voel me hier thuis in dit afgelegen stukje Aarde.
En je zal snel merken waarom meisje".
Dan wendde hij zich tot Manuel.
"Hola Manuel, usted un bueno viaje"? Vroeg hij.
Manuel begroette Ronny al even hartelijk.
Sarah kon haar ogen niet geloven.
"Die klier logeert in het hotel van Nonkel Ronny... NEE!!!!"
Het meisje voelde haar hart ineenkrimpen.
"Jullie zaten waarschijnlijk dicht bij elkaar, zonder elkaar te kennen hé.
Manuel, dit is mijn nichtje Sarah. Ze komt hier drie maanden werken, en zo haar Spaans wat bijspijkeren.
Sarah, dit is Manuel Torres. Een zeer puike Spaanse schrijver.
En vaste en wat mij betreft de meest gerespecteerde gast van Hotel Rosita!"

Hotel Rosita was de naam van het hotel dat Ronny Albrecht en zijn Argentijnse echtgenote Elvira Razon tien jaar geleden kochten.
Toen was het een oud leegstaand en vervallen krocht.
Dat ze ombouwden tot een prachtig modern hotel met alle voorziening voor de veeleisende klant.
Eens de bagage van de band werd geplukt liepen Ronny, Manuel en Sarah naar de parking waar Ronny's wagen stond.
Het was een potige Dodge Ram.
Een stevige wagen, en die heb je hier wel nodig. Zeker in de winter.
De bagage werd achterin de laadruimte gelegd.
Manuel zat vooraan bij Ronny en Sarah zat achterin.
Ronny gaf een stevige scheut gas en even later reden ze al de stad uit, de bergen in.
En hoe dieper ze de bergen in reden hoe meer de sneeuw met bakken uit de hemel viel.
Sarah wist niet waar ze het had.
Het was de 2de Juli.
In Vlaanderen bleef alleen aan de kust de temperatuur onder de 30°C.
En hier was het gewoon winter.
Een winter die ze dan nog alleen maar kende van toen ze met het zesde leerjaar op sneeuwklassen ging naar de Zwitserse bergen.
Halverwege stopte Ronny, om de sneeuwkettingen aan de wielen te leggen.
Manuel hielp een handje.
Er hingen ijspegeltjes aan zijn dunne snor.
Sarah vond het wel grappig.
Niet veel later konden ze hun weg voortzetten.
De rit duurde uren.
Daar waar Ronny er anderhalf uur over deed om naar Ushuaia te rijden, waar hij toch minstens éénmaal per week moest zijn.
Deed hij er nu zeker vier uur over.
Door de ijzige kou die in de wagen voelbaar was, ook al draaide de verwarming op de hoogste stand.
Maar Ronny bleef kalm.
Net zoals de meeste bewoners van Vuurland liet hij zich niet uit zijn lood slaan door de kou en de eeuwig jagende sneeuw.

Ineens zagen ze in de verte flikkerende lichten.
Twee jeeps versperden de weg.
POLICIA FEDERAL! stond er in grote letters te lezen op de jeeps.
Een agent deed met een lichtsignaal teken om aan de kant te staan.
Een tweede agent kwam erbij.
"Tarjetas de identidad, permiso de conducir, documentos del coche". Vroeg de eerste agent vriendelijk doch kordaat.
Ronny gaf hem zijn identiteitskaart, rijbewijs en de papieren van zijn auto.
"Las tarjetas de identidad por favor? Incluso los pasajeros." Klonk het.
Ook Manuel en Sarah gaven hun papieren.
De agent wees naar Sarah, daarna naar Ronny
"Familia"? Vroeg hij.
"Dat is mijn nichtje", zei Ronny. Ze komt bij me werken.
Sarah toon je documenten eens meisje". Gebood hij.
De agent bekeek alles vluchtig en keek Ronny aan.
"Zorg goed voor haar", zei hij.
"En hou haar binnen 's avonds.
Want 'Pancho El Violador' houdt zich op hier in 'Tierra Del Fuego'.
Hij heeft hier al twee slachtoffers gemaakt".
"Ze is veilig bij mij in het hotel", zei Ronny.
"Dat geloof ik graag", zei de agent terwijl hij tegen zijn pet tikte.
Ze mochten doorrijden.

"Ze hadden die maniak toch gearresteerd begin vorig jaar". Zei Manuel enigszins verbaasd.
"Hij slaagde erin te ontsnappen uit de zwaar beveiligde instelling waar ze hem interneerden,"antwoordde Ronny.
"Zo zie je maar.
Ze hadden dat inferieur stuk vuil gewoon een kogel tussen zijn twee ogen moeten jagen.
Dat soort volk is alleen maar een last en een gevaar voor de samenleving.
Toen ik jong was had je nog de 'garotte'.
Wie daartoe veroordeeld was kon nooit meer hervallen".
"Wie is die Pancho"? Vroeg Sarah.
"Ach", zei Ronny.
"Een dolgedraaide verkrachter.
Een Mexicaanse ex-militair die in het drugsmilieu verzeild geraakte.
Als spijtoptant, getuigde tegen de bazen van allerhande drugkartels.
Vandaar zijn Mexicaans klinkende bijnaam Pancho.
Kwam hier in Argentinië terecht, nieuwe identiteit en dat soort zaken.
Maar zijn drang naar sadisme, vooral tegen vrouwen kon hij niet onderdrukken.
Hij werd al snel gelinkt aan een aantal brutale verkrachtingen in en rond de stad Cordoba.
Agenten betrapten hem op heterdaad toen hij een vrouw verkrachtte in een park.
Hij gijzelde haar, sneed voor hun ogen haar keel over en vluchtte.
Hij trok het land door, en veroorzaakte een ware angstpsychose.
Vorig jaar rond de jaarwisseling werd hij opgepakt hier op Vuurland, in Tolhuin.
Hij werd ontoerekeningsvatbaar verklaard en opgesloten in een zwaar beveiligde gesloten instelling voor ontoerekeningsvatbare criminelen.
Tot hij daar ook ontsnapte twee maanden terug".
Sarah huiverde.
"Een Mexicaan", foeterde Manuel.
"Inferieur en waardeloos volk.
Boeven en rapaille dat zich vermengde met nazaten van indianen die mensenoffers brachten.
De Amerikanen weten wel waarom ze een muur bouwen aan de grens met Mexico.
Dat volk hou je op afstand als de veiligheid van je burgers je lief is.
Punt".
Sarah wist niet wat haar het meest deed huiveren.
De gedachte dat hier een geflipte serieverkrachter ronddoolde?
Of de rabiate racistische en reactionaire prietpraat van Manuel Torres?

Uiteindelijk kwamen ze aan in Hotel Rosita.
Het hotel deed Sarah denken aan de jeugdherberg waar ze verbleef toen ze met het zesde studiejaar naar Zwitserland op sneeuwklassen ging.
Veel hout, beetje Duitse of Zwitserse vakwerk stijl.
Rode gordijnen voor de ramen.
Binnen was het sober ingericht maar heerlijk warm.
Toen ze binnenkwamen zat Elvira achter de receptie.
Ze liep Manuel en zijn gezelschap meteen tegemoet.
Ze gaf haar echtgenoot een flinke smakkerd van een kus.
En begroette Manuel.
Dan keek ze Sarah aan.
"E tu eres Sarah", zei ze lachend.
"Je nonkel heeft veel over je verteld."
Ze bekeek Sarah van top tot teen.
"Jij ziet er me een alleraardigst meisje uit, welkom in bienvenida en Hotel Rosita".
Elvira toonde Sarah haar kamer.
Die bevond zich op de bovenste verdieping.
Daar sliep het personeel.
"Je slaapt samen met Beatriz, die in de zaal werkt.
Zo meteen gaan we eten en kan je met haar en de anderen kennismaken.
Je kan intussen je koffer al wat uitpakken en je wat verfrissen.
Ik verwacht je over een half uurtje, is dat goed"

Een half uur later zat Sarah aan tafel, samen met de anderen.
Na het eten zou de avonddienst beginnen.
Ook al was er nog niet veel volk.
"Logisch", zei Ronny.
"Ze hebben alle vluchten moeten annuleren, voor hetzelfde geld zaten jij en en Manuel nog steeds op de luchthaven van Buenos Aires.
Vanavond zal het nog rustig zijn, kan Sarah zich wat inwerken.
Morgen zal het heel wat drukker zijn, want dan begint de wintervakantie pas echt.
En dan willen ze zo snel mogelijk op de latten staan".
"Komt er hier zoveel volk skiën?" Vroeg Sarah.
"Elk jaar meer en meer meisje.
De afgelopen twintig jaar zijn de landen in Zuid-Amerika veel stabieler geworden.
Wat maakt dat de economie eindelijk kan floreren en er een middenklasse ontstaat.
Niet alleen hier in Argentinië, maar ook in Brazilië, Colombia, Peru, Mexico en zelfs armere landen als Bolivië of Ecuador kunnen steeds meer mensen zich veroorloven om op vakantie te gaan.
En almaar meer mensen, vooral jongeren willen op de latten staan.
Of snowboarden.
De laatste jaren meer en meer snowboarden".
"En in de zomer? Komen er dan ook veel mensen".
"Zeer zeker", zei Ronny.
"Vuurland is een prachtige streek.
Vooral het bergachtige gedeelte dan.
Hier kan je bergbeklimmen, mountainbiken, kajakken, raften en trektochten maken zowel te voet als te paard.
Vooral dat laatste is erg populair.
Argentijnen zijn hartstochtelijke liefhebbers van alles wat met paarden en paardensport te maken heeft.
De Gaucho cultuur weet je wel.

Sarah luisterde geboeid.
Maakte ook kennis met de anderen die werkten in Hotel Rosita.
In de keuken roerde Juan in de potten.
Juan Cortez was het levende toonbeeld van 'Morbide Obesitas'.
130 kilo droog aan de haak, joekel van een snor.
Met zijn eeuwige vuile t-shirt en de zweetdruppels die van zijn voorhoofd parelden zou je honger meteen over zijn als je hem in de keuken bezig zag.
Maar hij kon koken als geen ander.
Zonder ophouden braadde hij gigantische lappen vlees op de reusachtige grill, Argentinië is het land van grote lappen gemarineerd vlees klaargemaakt op de grill.
En de marinades van Juan waren een keukengeheim van Hotel Rosita.
Hij werd bijgestaan door Alfredo Chang. Die was afkomstig uit het Chinatown van Buenos Aires.
Hij maakte de heerlijkste soepen, sausen en desserts klaar die je je maar kon indenken.
Alfredo was het tegenovergestelde van Juan, een klein mager mannetje.
Maar hij kon fel uit de hoek komen als het nodig was.
Het zal niemand verbazen dat Juan en Alfredo wel eens smalend 'El Gordo y El Flaco' (De Dikke en De Dunne) werden genoemd.
In de zaal werkten drie jonge kerels. Pedro, Jorge en Yves.
Yves Devolder kwam uit Duinkerke.
Werkte een poosje als kelner in verschillende Vlaamse kustgemeentes.
Maar kon de verleidingen van het witte poeder genaamd cocaïne niet weerstaan.
Hij snoof het niet alleen, maar begon ook te dealen om zo buiten zijn loon en het drinkgeld dat hij mocht houden, nog een extra inkomsten te hebben.
En zo zijn meer dan riante levensstijl te kunnen onderhouden.
Yves was zo'n jongen die het liefst merkkledij droeg, in dure wagens rondreed naar feestjes met veel drank, coke en extravagant geklede meisjes bijwoonde.
Maar één van zijn drugsvriendjes verlinkte hem, hij werd opgepakt door gerechtelijke politie van Veurne en veroordeeld.
Maar hij dacht slim te zijn en zijn verklikker en de anderen aan de galg te praten.
Maar voor je dit soort dingen doet, check je beter of de lui die het spul leveren zo niet heel toevallig voor Colombianen werken.
Na zijn vrijlating vertrok hij naar Spanje waar hij als ober werkte in een Argentijns restaurant.
Eén van zijn collega's aldaar kon hem aan een visum voor Argentinië helpen.
Daar werkte hij in Buenos Aires, Cordoba en Bahia Blanca.
Om tenslotte in Hotel Rosita terecht te komen.

En dan was er Beatriz.
Het meisje waarmee Sarah haar kamer deelde.
Beatriz Guzman was klein, ietwat mollig maar met een knap gezichtje en vurige donkere ogen.
Ze was rad van tong, ietwat grofgebekt bij momenten, maar altijd rechtuit. En ze kwam steeds op voor haar eigen mening.
Beatriz werkte snel en efficiënt. Op haar korte beentjes liep ze door het restaurant alsof er batterijen in haar rug zaten.
Onvermoeibaar was ze.
Sarah raakte al snel gesteld op de vlijtige en praatgrage Beatriz.
Tijdens het avondservice klikte het meteen.
En daarna zaten ze op hun kamer nog uitgebreid te babbelen in bed.
Qua kennismaking mocht het best tellen.
Beatriz vroeg Sarah de kleren van het lijf over Europa en het leven daar.
Europa was voor haar een oord dat ze slechts kende van boeken en TV.
Het feit dat haar nieuwe kamergenote uit een Europees land kwam vond ze opwindend.
Sarah daarentegen was gecharmeerd door Beatriz haar spontaniteit en openheid.
En ook een beetje omdat ze die klier van een Manuel Torres op zijn plaats zette.
Hij kloeg over het vlees dat volgens hem niet hard genoeg gebakken was.
"Je hebt half doorbakken gevraagd, je hebt half doorbakken gekregen.
Zeg dan van de eerste keer dat je hem helemaal doorbakken wilt ja".
Manuel at zijn bord met lange tanden leeg, dronk zijn wijn uit en stapte op.
"Die heeft zijn bekomst", dacht Sarah die op dat moment een sympathiek echtpaar uit Montevideo aan het bedienen was.
Ze had het er over toen ze op de kamer waren.
En besloten om de bedden lekker dicht bij elkaar te schuiven.
"Gho", zei Beatriz.
"Die Manuel Torres is gewoon wat hij is.
Een domme oerconservatieve seksistische macho.
Kan alleen maar kritiek geven en een grote muil opzetten.
Maar voor de rest is hij gewoon hondegierig en loopt hij meer rond te wandelen dan wat anders.
Praat nooit met iemand, zit tot de middag op zijn kamer, komt dan vreten.
Wandelt dan wat rond in de omgeving, zijn jas over zijn hoofd getrokken.
Daarna gaat hij naar de bar, drinkt whisky.
Komt eten.
Terug naar de bar om whisky te zuipen tot hij niet meer op zijn benen kan staan.
Om dan straalbezopen terug naar zijn kamer te gaan.
Ronduit waardeloze zak.
En een misplaatste rokkenjager ook.
Zit steeds avances te maken.
Kreeg vorig jaar bijna boel met een andere hotelgast toen hij iets te vrijpostig omging met zijn echtgenote.
Had Simon die de bar doet niet tussenbeide gekomen, hij kreeg vast het pak slaag van zijn leven.
En eerlijk...
Ik gunde het hem.

Sarah moest erom lachen.
Vertelde over hoe hij avances maakte in de luchthavens van Madrid en Buenos Aires.
En over de vlucht naar Ushuaia.
"De klier", zei Beatriz.
"Ik had gewoon even mijn vuist keihard tussen zijn benen laten terechtkomen, goed geweten.
Zo babbelden beide meisjes door tot laat in de nacht.
Ineens had Beatriz door dat Sarah niets meer terug zei.
Ze was in slaap gevallen.
Haar hoofd schuin, weggezakt in het hoofdkussen.
Beatriz glimlachte.
"Lieve meid", zei ze zachtjes.
Gaf Sarah een zoentje op haar voorhoofd.
"Duerme tranquilo", fluisterde ze stilletjes.
Om dan het licht uit te knippen en ook haar ogen te sluiten.







Winter in Vuurland.



De luchthaven van Zaventem.
Drukte in de vertrekhal.
Een man, een vrouw en een jong meisje liepen naar de incheckbalies.
"Bon", zei de man.
"Hier zijn we dan".
Zijn stem stokte, ook al hield hij zich sterk.
De vrouw had het veel moeilijker.
"Sarah, meiske", zei ze.
"Ge gaat toch wel voorzichtig zijn daar hé.
We willen u nog niet kwijt hoor".
"Ma", zei het blonde meisje.
"Ik ga niet naar een oorlogsgebied hé.
Ik ga bij nonkel Ronny werken in zijn hotel in Argentinië.
Dat gaat me helpen bij mijn studies vertaler tolk.
Mijn Spaans kan er maar beter van worden".
"Ik weet het meiske", zei de vrouw.
Ze sloot het meisje in de armen en snikte zacht.
"Goede reis, en laat iets weten als ge aangekomen zijt, belooft ge dat"?
"Dat doe ik zeker mams, erewoord".
"Dag meiske", zei haar vader.
"Doet de groeten aan Nonkel Ronny", zei hij.
"Zeg dat ik hem mis".
Dan vertrok Sarah.
Het grote avontuur begon.
Een werkvakantie van drie maanden in Argentinië.
In het hotel van haar nonkel Ronny Albrechts.

Sarah ging aan boord van een toestel van SN-Airlines met bestemming Madrid.
Ze zat bij het raam.
Buiten scheen de zon, het was een warme zomerdag.
Het voelde raar aan.
Het was het begin van de zomer.
Vele mensen  stonden aan te schuiven om naar de zonnige stranden van de Middelandse Zee te vertrekken.
Al haar vrienden en vriendinnen trokken naar festivals, naar zee, naar de Ardennen.
Genoten van het mooie zomerweer.
En Sarah.
Die vertrok naar de andere kant van de wereld.
Naar het zuidelijk halfrond.
Waar het nu, begin Juli...
Winter was.
Sarah bekeek nog even haar GSM voor ze die zou uitzetten.
SMS'jes, berichten op haar Facebook profiel.
Foto's, veel foto's.
Van haar vrienden en vriendinnen in bikini, met een cocktail of fris pintje.
Op terrasjes, op het strand.
Met de nodige spottende commentaren.
"Vries niet dood ginder".
Sarah moest erom lachen.
Ze kende haar vrienden, hun grappen en grollen.
Ze sloot haar GSM af, net op het moment dat daarop via de intercom werd opgeroepen.
Dan zette het vliegtuig zich in beweging.
Nu was er geen weg meer terug.

Met een razende vaart scheerde het toestel over de startbaan.
Sarah zag hoe de huizen steeds kleiner werden.
Ze zag de auto's op de Brusselse ring.
Het leken wel speelgoedautootjes.
Er scheerde een wolk langs het toestel.
Die deed haar beseffen hoe snel het vliegtuig door de lucht scheerde.
Naast Sarah zat een oudere man in een deftig kostuum.
Hij las The Wall-Street Journal.En bestudeerde de tabellen met de beurskoersen en obligaties heel zorgvuldig.
Sarah besloot een dutje te doen.
Maar twintig minuten later zat ze nog steeds voor zich uit te staren.
Ze wendde haar blik weer af naar buiten.
Zag het mozaïek van akkers, weiden, bossen met hier en daar kleine dorpjes.
Waar waren ze? Geen idee.
Frankrijk.
In de verte slingerde een rivier, het zonlicht glinsterde in het water dat door het landschap kronkelde.
De Loire?
Sarah stelde zich voor hoe de mensen daar aan de oever proefden van een heerlijk glas witte wijn.
Ergens op een terrasje.
Of tijdens een degustatie in één of ander wijnkasteel daar.
De hele tijd staarde Sarah naar het traag voorbij schuivende landschap onder haar.
Rechts van haar zag ze de rechtervleugel van het vliegtuig.
Ze keek naar de verte.
Probeerde een glimp van de Atlantische Oceaan op te vangen.
Dat lukte niet.
Wel zag ze na een tijdje de Pyreneeën opdoemen.
Hoge bergtoppen, af en toe nog besneeuwd.
Toen dommelde het meisje toch even in.
Sarah Albrechts 19 jaar.
Ze had net haar eerste jaar in de richting 'vertaler-tolk' achter de rug.
Ze koos voor Duits en Spaans.
Ze droomde ervan om ooit te gaan werken in Spanje of Latijns-Amerika.
Sarah wilde de wereld zien, dat stond nu al vast.

Het vliegtuig landde op de luchthaven Madrid-Barajas.
Daar wachtte Sarah op de aansluitende vlucht naar Buenos-Aires.
Ze bekeek opnieuw berichtjes op haar smartphone.
Zond een bericht naar haar ouders, dat ze nu in Madrid was.
Las wat berichtjes op Facebook.
Dan zag ze hoe een man naar de rij zitjes kwam gelopen waar zij zat.
Hij was lang en mager.
Vooraan in de vijftig.
Zijn zwarte grijzende haar netjes gekamd in een scheiding.
Dunne snor.
Zwarte bril, fijn montuur.
Donkerblauw kostuum, goedkoop, confectiemodel.
Gelakte schoenen.
Hij zag Sarah.
Bekeek haar van top tot teen.
Het leek of hij haar uitkleedde met zijn ogen.
Sarah kreeg het koud, toch voelde ze het angstzweet uitbreken.
"Buenos tardes señorita", zei de man.
Terwijl hij ongevraagd naast haar kwam zitten.
Sarah gunde de man geen blik.
"Beleefd is anders", zei hij.
"Wat is jullie generatie toch zo verrekt asociaal hé.
De hele tijd naar dat schermpje te zitten staren, ook al spreekt er een oudere persoon tegen je".
"Cuàl est tu nombre?
Wat is je naam"? Vroeg de man.
"Chica bonita, tu eres una chica bonita", zei hij. Nogmaals proberend contact met Sarah te maken.
"Just tell me what's your name is", probeerde hij nu in het Engels.
"Sarah, Yo llamo Sarah", zei ze.
Nog steeds de man geen blik gunnende.
"Mooie naam", zei de man.
"Waarom wil je geen praatje met me slaan?
Toch veel gezelliger, dan gaat de tijd tenminste sneller vooruit.
Ik heet Manuel.
Manuel Torres.
Ik ben schrijver, ga op studiereis naar Tierra Del Fuego voor mijn volgende boek.
Mooie streek, vooral in de winter.
Ben er vorig jaar eens heen geweest.
Heerlijke plek om de zomerhitte in dit land te ontvluchten".

Weer keek Manuel Sarah aan.
"Wat heb je prachtige borsten Sarah", zei hij.
Sarah keek de man nijdig aan.
"Je moet zo boos niet kijken.
Als jij zo onbeleefd bent om me niet aan te kijken.
Dan ben ik ook maar onbeleefd en zeg ik maar vlakaf wat ik van je denk".
"Ik wist al voor je hier kwam zitten wat je van me denkt, daarom wil ik ook geen woord tegen jou zeggen, vetzak". Siste Sarah.
"Domme Sarah.
Veel vrouwen smeken om de aandacht die ik je geef.
Zeker als ze weten wat ik hen zoal te bieden heb".
Sarah stond recht.
"Pech voor jou, maar zo'n vrouw ben ik niet".
Ze liep weg.
Net op dat moment hoorde ze via de intercom van de luchthaven dat de passagiers verzocht werden om zich naar Gate 14 te begeven om in te schepen voor de vlucht van Iberia naar Buenos-Aires.
Ze mochten inschepen, Sarah was er niet rouwig om.
"Hopelijk zit die klier niet naast me of voor me, of achter me", dacht ze bij zichzelf.
Maar dat was niet zo.
Ze kreeg een zetel in het midden toegewezen.
Dat vond ze niet zo leuk.
"Maar ach", dacht ze.
"Er is toch niks te zien buiten de Atlantische Oceaan.
En we stijgen pas op rond 22u, dus er is zowiezo niet veel te zien buiten.

Sarah ging languit liggen.
Ze zat in de middelste stoel in de middenrij.
Rechts van haar ging een oudere dame zitten.
Ze nam meteen een tijdschrift en begon erin te lezen.
Sarah herkende de karakters als zijnde Hebreeuws.
De laatste passagiers kwamen naar binnen.
Eén van hen was een jonge vrouw.
Lang zwart haar, prachtige donkere ogen.
Ze droeg een blauwe jeansbroek en een rode blouse.
Ze had een elegante stap en ze wiegde lichtjes met haar heupen.
Ze zette zich naast Sarah.
"Hola, hello", zei ze.
"Español? English?"
"Both", zei Sarah.
"My name is Sarah? And yours".
"Farida", zei de jonge vrouw die ongeveer 25 jaar oud was.
Slank, prachtig figuur.
Lange zwarte haren, levendige donkerbruine ogen".
"Ben je Arabische?" Vroeg Sarah nieuwsgierig?
"Half Spaans, half Marokkaans", was het antwoord.
"Ik woon in Ceuta, ken je dat?"
Sarah had er al van gehoord ja.
Spaanse enclave op het Marokkaanse vasteland.
Vader is Marokkaan, geboren en getogen op Ceuta.
Mijn moeder is opgegroeid in Andalusië.
Maar werkt in Ceuta als verkoopster in een parfumwinkel.
Ben mijn ouders gaan opzoeken en nu keer ik terug naar mijn gezin in Argentinië".
"Hoe ben je in Argentinië verzeild geraakt"? Vroeg Sarah.
"In Sevilla waar ik studeerde leerde ik Ramon kennen.
Een Argentijnse student die eigenlijk ook een beetje op zoek was naar zijn roots.
Samen zochten we informatie op over zijn familie, liepen we in menig dorp of stad langs de burgerlijke stand.
Hij ontdekte dat hij afstamde van een zeer gekende familie van paardenfokkers.
Hij was trots om de plaatsen te zien waar de wortels van zijn familie lagen.
Vooral de oude 'haciënda' maakte indruk.
En nog meer de paarden die er nog steeds gefokt worden.
Dat al meer dan 500 jaar lang.

Toen de samen optrokken werd de band tussen Ramon en mezelf sterker en sterker.
En ja.
Ik besloot om hem naar Argentinië te volgen.
We huwden en nu run ik samen met hem de paardenfokkerij in Patagonië.
En ik doe het heel graag.
Paarden zijn prachtige dieren".
Farida vertelde het met veel vuur en passie.
En toonde vol trots de vele foto's op haar tablet.
Prachtige paarden.
Met een machtig berglandschap als achtergrond.
"Je verlangt vast om terug thuis te zijn", zei Sarah.
"Enorm", zei Farida.
Zo raakten twee jonge vrouwen aan de praat terwijl ze de lange oversteek maakten van het noordelijke naar het zuidelijke halfrond.
Hoog boven de nachtelijke Atlantische Oceaan.
Farida bestelde een karafje witte wijn en deelde het met Sarah.
Samen keken ze naar een film.
Zo overbrugden ze twaalf lange uren in de buik van een ijzeren vogel die zijn weg baande naar het zuiden.

Uren later stond Sarah slaapdronken op de luchthaven van Buenos Aires.
Ze nam hartelijk afscheid van Farida die naar een andere gate moest voor de aansluitende vlucht naar
San Carlos De Bariloche een stad in het westen van Argentinië.
Sarah begaf zich naar 'Gate 7' en wachtte daar tot het moment dat ze haar reis kon verder zetten met een binnenlandse vlucht van drie uur.
Ze zette zich neer op één van de oranje stoeltjes.
En ja hoor, daar was hij weer.
Manuel Torres.
Ongevraagd zat hij naast haar.
"Buenos dias chica muy linda", zei hij met een geforceerde glimlach.
Sarah huiverde.
Vooral toen zijn blik naar haar borsten dwaalde.
Sarah had een weelderige boezem ja.
Dat viel elke man direct op.
Dat ergerde haar.
Daarom droeg ze liever hemden en jeansbroeken.
Liefst zo wijdt mogelijk.
Om haar weelderige boezem en haar best wel welgevormde kontje wat voor de begerige blikken van de jongens en mannen verborgen te houden.
En ook omdat ze alles behalve een 'showtrees' was. Zoals ze ze zelf altijd noemde.
Sarah haatte het soort meisjes die het moesten hebben van hun lichaam.
Die denken dat ze meer zijn dan een ander omdat ze er toevallig goed uitzagen.
Sarah wilde niets liever dan dat ze haar beoordeelden op haar intellectuele vermogens.
Ze studeerde hard, las veel boeken.
Nam deel aan discussiegroepen.
Ze is een begenadigde spreker en heeft een heel ruime woordenschat.
Velen zeggen dat ze veel rijper en wijzer is dan de meeste meisjes van haar leeftijd.
En ja.
Eigenlijk was dat ook zo.

"Waarom loop je in zulke boertige kleren Sarah"? Vroeg Manuel.
"Je loopt erbij als een manwijf. Ben je lesbisch of zo".
Sarah keek hem aan met ogen die op elk moment vuur konden schieten.
"Zijn dat uw zaken"? Vroeg ze.
"Ik kleed me verdomme toch wel hoe ik wil zeker."
"Je zult veel verder geraken in het leven moest je eens een prachtig kleed aantrekken.
Een wijde decolleté, die vormen wat laten accentueren.
Meer heb je niet nodig om de aandacht te trekken van een man die ervoor zorgt dat je nooit hard zal moeten werken en je voor de rest van je leven op rozen zit".
"Da's dan pech, zo'n venten interesseren me niet.
Ik zal zelf wel aan mijn weg naar boven timmeren, zonder de hulp van mannen die een poppetje willen om mee te pronken".
Manuel lachte.
Sarah stond recht.
Ging elders zitten.
Wierp Manuel een giftige blik toe.
Hij glimlachte en haalde een exemplaar van El Mundo boven, en begon erin te lezen.

Dan was het tijd om te boarden.
Is het de Wet van Murphy?Of gewoon toeval.
Maar Manuel Torres kreeg de plaats naast Sarah die links bij het raam zat toegewezen.
Het meisje baalde.
Hij grijnsde.
"Muy bonita", zei hij.
"Alleen moet je nog zoveel leren over de echte wereld.
Ik wil je daarbij helpen Sarah.
Echt wel.
Alleen moet je daarom je vooroordelen wat aan de kant zetten lieverd".
Het vliegtuig vertrok
Sarah zag onder haar de ochtendspits in Buenos Aires op gang komen.
En de zon die steeds hoger naar de hemel klom.
De dag begon.
Ze zouden rond de middag in Ushuaia aankomen.
Voor Sarah kon het niet snel genoeg gaan nu.
Elke minuut naast Manuel Torres was er voor haar al één teveel.
Manuel  bleef maar avances maken.
Op haar inpraten.
Tevergeefs.
Ze nam haar smartphone, stak haar 'oortjes' in en zette haar favoriete muziek op, tussendoor wierp ze nog een giftige blik naar Manuel Torres.
Met gekruiste benen keek ze door het raam.
Het vliegtuig liet de Argentijnse kust achter zich om een groot deel van de vlucht boven zee te hangen op zijn weg naar het koude zuiden van Argentinië.
Manuel las weer verder in zijn krant.
Tussendoor keek hij stiekem met een begerige blik naar Sarah.

Na drie uur vliegen begon het vliegtuig te zakken en vloog het door het lage wolkendek.
Even ervoor had de piloot in het Spaans en het Engels de passagiers gevraagd om de gordels aan te doen wegens turbulentie en de slechte weersomstandigheden.
Eens in het grauwe wolkendek begon het toestel te schudden.
Het leek of er iets hardnekkig tegen de ramen tikte.
Sneeuw.
En geen klein beetje ook.
Het vliegtuig vloog door een ware sneeuwstorm in de laatste etappe op weg naar Ushuaïa.
Dan ineens zag Sarah lichten onder de laag van nevel en jachtige sneeuw opdoemen.
Ze herkende contouren van gebouwen.
Een weg.
En dan de verlichting en markeringen van de landingsbaan die met man en macht sneeuwvrij werd gehouden.
Eindelijk zat de lange reis erop.