Pagina's

zaterdag 26 januari 2019

Familiekwesties (slot)


Na de ontvoering van Jurgen Van Maele uit de woning van Joost Verastenoven werd besloten om Gwijde Ryckewaert en zijn zoon Roeland te arresteren.
Ook Tony Van Maele werd uit zijn be gelicht.
Alain wachtte vol spanning tot de interventieploegen arriveerden..
Stond buiten een sigaret te roken.
Had schoon genoeg van al die nicotinepleisters en andere 'onzin'.
Dan arriveerden de mensen van de interventie, en werden de gearresteerden naar binnen geleid.
"Sluit ze voorlopig op in de cellen, zei Alain.
"Voor ik aan het ondervragen begin wil ik eerst een grote tas koffie...
Heet en straf."
Tony werd een half uur later de ondervragingsruimte binnengeleid.
Sarah kneep in Alain's hand.
"Wat denk je? Zullen we samen dat varkentje eens wassen?"
Hij knikte.
"Met alle plezier." zei hij.
Dan stapten ze de ondervragingsruimte binnen.
Alain zoals altijd op zijn eigen autoritaire wijze.
"Wel, wel, wel!" Zei hij.
"Mooie vader ben je."
Tony bekeek Alain van top tot teen.
"Wat weet gij van het vaderschap af pipo?" zei Tony spottend.
"Ge hebt zelf niet eens kinderen... "
"Nee." Zei Alain.
Maar ik heb ook geen jeugd gehad.
Omdat mijn grootvader ook meer gaf om hetzelfde soort idealen als de jouwe dan om het welzijn van zijn zoon en zijn gezin."
"Voor de dag ermee." Zei Sarah, meer om de boel niet te laten ontsporen.
"Waarom moest Jurgen zo nodig in een bestelwagen gesleurd worden? En waar zouden ze met hem naartoe gaan?"
"Weet ik het?" Zei Tony.
"En als ik het wist zou ik het niet aan jullie neus hangen, stelletje 'Zionistische volksvijanden'."
"Dus jij vindt het normaal dat een stel neonazi's je zoon ontvoeren?" Zei Alain terwijl hij Tony strak aankeek.
"Jurgen heeft zijn idealen en zijn volk verraden.
Ja.
Er zijn nog jongeren die daar niet mee lachen.
Hij heeft het toch wel gezocht zeker.
Of niet soms?
Had hem genoeg gewaarschuwd om niet te flikflooien met die Turkse hoer.
Maar ja.
Wilde niet luisteren hé.
DE MISLUKKELING!"


"Weet je wat ik bizar vind?" Vroeg Sarah.
"De eerste 13 jaar kon het je geen kloten schelen met wie je zoon omging of hoe hij zijn vrije tijd indeelde.
Meer nog.
Je was zelf een beetje een flierefluiter die zijn haar liet groeien en met alles behalve nationalisme en zo bezig was.
Tot Gwijde Ryckeboer terug vrijkwam.
Dan ineens scheerde je je haar weer af en stopte je je zoon in een strak nationalistisch keurslijf.
En kon Jurgen niets nog goed doen voor jou."
Tony leunde achterover, zijn blik op Alain en Sarah gericht.
"Die laat ons zeggen twaalf jaar dat Gwijde opgesloten zat. Plus de tijd die er verstreek tot hij me opzocht.
Waren de stomste jaren van mijn leven.
Liet me de kop zot maken door een nihilistische hoerenjong.
Die erin slaagde om ervoor te zorgen dat mijn zoon opgroeide tot een slappe schotelvod in plaats van de man die hij hoorde te zijn.
Ik zag dat niet.
Ik niet.
Gwijde zag dat wel.
Hij nam me apart.
En schudde me eens goed wakker.
Hij zei, "als je wil dat er uit je zoon iets goeds komt. Moet ge NU ingrijpen!"
Ik heb ingegrepen.
Maar helaas.
Het was al te laat.
Mijn zoon is verkloot door een veel te lakse en vooral verwijfde opvoeding.
En dat vergeef ik dat loeder waarmee ik ooit gehuwd was nooit!"


"Waar is Jurgen?" vroeg Alain ineens heel luid.
"Dat weet ik niet." herhaalde Tony.
En dat interesseert me niet." zei Tony onverschillig.
"Dat interesseert me geen kloten manneke, weet ge dat?
GEEN KLOTEN!
Ik heb mijn handen van hem afgetrokken.
Dat heb ik tegen Gwijde gezegd.
"Ik trek mijn handen van hem af."
Hij zei niks.
Knikte gewoon.
"Zoals je wil," zei hij.
Ach.
Als ik hier uitkom.
Begin ik gewoon opnieuw.
Met een jonge gezonde vrouw.
En dan zal ik, en ik alleen.
Zeggenschap hebben over de opvoeding van mijn toekomstige kinderen.
Mijn wil zal wet wezen.
Zoals het vroeger altijd was in menig Arisch huisgezin.
En ik zal er alles aan doen om éénder welke Zionistische invloed die mijn nakomelingen zou kunnen besmetten te... "
"GENOEG!" Zei Alain terwijl hij eens goed op tafel bonsde.

"Als jij je handen van je zoon aftrok? Zoals je zelf zegt.
Wat deed je dan achter het stuur van de camionette die bij de ontvoering werd gebruikt, twee dagen voor de feiten?
Waarmee je aan de kant werd gezet door de Federale Politie aan de grensovergang in Arendonk?
Dacht je nu echt dat je ons op een dwaalspoor kon zetten met een bestelwagen met Litouwse nummerplaat.
Onze collega's in Litouwen hebben ook nog een serieus eitje te pellen met Gwijde Ryckewaert, dat kan ik je wel zeggen."
Tony zweeg.
"Aah nu zijn we er hé.
Eigenlijk ben jij Tony Van Maele niets meer of minder dan het manusje van alles voor de familie Ryckewaert hé.
Is het niet?
Zonder jou zijn die gasten gewoon niks.
Want Gwijde is levenslang zijn burgerrechten kwijt, moest toevlucht zoeken in Polen, later in Rusland.
Om dan uiteindelijk in Litouwen te belanden, waar hij zaken doet met criminele Russen.
Om met de centen die hij verdient met het oprichten van postbusbedrijfjes voor zijn criminele vriendjes hier zijn activiteiten op poten te kunnen zetten.
Terwijl hij de grote Jan uithangt op allerlei bijeenkomsten van zijn schimmige groepjes, om dan snel terug naar het voor hem veilige Litouwen terug te keren.
Loop jij voor die gasten de benen van onder het lijf.
En waarvoor?
Je woont in een triestig kruipkot, je huwelijk ligt aan diggelen.
En uw zoon.... "
Alain keek Tony aan.
"Gijse dwazekloot!
Alles had ge.
Alles waarvan een man dromen kon.
Een goede vrouw.
Een flinke zoon.
Een goedbetaalde job.
Een eigen lap grond en een huis in aanbouw.
En dit alles gaf je op vanaf het moment dat die smeerlap van een Gwijde Ryckeboer vrijkwam?"


"Inspecteur." Zei Tony.
"Er is meer in het leven dan een hoop bakstenen en een jobke als loonslaaf in dienst van een Zionistisch bedrijf dat alleen maar macht, invloed en vooral CONTROLE wil over ons nobele volk.
Maar ja.
Dat snapt gij niet hé, sukkeltje."
"Oh maar ik snap het maar al te goed.
Jij laat je de kop zot maken door die Gwijde Ryckeboer en zijn beloftes van een duizendjarig rijk met alleen blonde, blauwogige blanke mannen aan de macht aan wie alles en iedereen wil gehoorzamen.
Die hele familie Ryckeboer lacht met jou, godverdomse dwaas.
Ze lachen met die simpele idioot die voor een paar stuivers en wat loze beloftes de benen uit zijn lijf loopt zodat ze hier hun smerige propaganda kunnen verspreiden.
Dat je je huis opgeeft voor die lui.
OK.
Dat je je huwelijk opgeeft voor die lui en hun dwaze idealen.
Moet jij weten.
Maar dat je godverdomme JE EIGEN ZOON OPOFFERT!!!!!"
Sarah zag hoe Alain almaar verontwaardigder en bozer werd en kwam tussenbeide.
"Ik stel voor dat we het beter hierbij laten."
"Nee!" Zei Alain boos.
"Ik wil het weten.
Ik wil het uit uit de mond van dit individu horen.
Waarom leverde jij je eigen zoon uit aan het clubje rond de familie Ryckewaert?"
"Gwijde dreigde ermee om mij uit al mijn functies te ontheffen als ik niet ingreep en een einde maakte aan de relatie die Jurgen had met die Ayse.
Ik had exact tot na nieuwjaar de tijd.
Ik mocht wel hulp vragen van zijn zoon Roeland en zijn naaste medewerkers bij 'Arische Jeugd Vlaanderen' als ik dat wilde.
En dat deed ik.
Ik moest alleen zorgen voor vervoer en wapens.
Zij deden de rest.
Wat ze van plan waren weet ik niet.
Ja.
Dat ze hem zouden straffen, dat wel."
"Hoe zouden ze hem straffen?" Vroeg Sarah.
Tony zweeg.
"Publieke terechtstelling." Zei hij na een poosje.
"Welks ze op video zouden opnemen en via internet verspreiden.
Weliswaar op goed afgeschermde kanalen en website's.
Het Darknet, weet je wel?
We wilden een voorbeeld stellen."
"We." Zei Alain.
"Dus je gaat ermee akkoord."
"Ik ben ook een ariër." Zei Tony.
"En ik wilde dat mijn zoon dat ook zou zijn.
Nu ja, hij is het ook.
Maar geen waardige.
Optrekken met die nihilistische langharige leeglopers vond hij blijkbaar meer van tel dan zich inzetten voor zijn ras en volk."
"Ah nee, dat kan niet zijn hé." Zei Alain cynisch.
"Alles opgeven voor het hogere ideaal, nietwaar Tony Van Maele."
"Jaaa." Zei Tony terwijl hij zijn borst opzette.
"Dat heb je goed gezien Hoofdinspecteur.
Alles opgeven voor het hogere ideaal.
Jijzelf bent niets.
Alleen als je je inzet voor en opgaat in de groep.
Kan er iets bereikt worden.
Kijk om je heen inspecteur.
Kijk gewoon om je heen.
Wat is deze maatschappij nu... ? "

"Genoeg afgedwaald Tony," zei Alain.
"Ik vraag het je voor de laatste maal.
Waar hebben ze Jurgen naartoe gebracht?
Zeg het godverdomme!!!"
Alain werd rood, het zweet liep van zijn aangezicht.
"Waar is Jurgen?" Brulde Alain nu terwijl hij met een luide bonk op tafel bonsde.
Sarah stond recht.
"Denk dat we nu wel genoeg hebben vindt je niet Alain."
Ze keek Alain aan.
"Alain...
Verdomme.
Alain!
Zeg iets!
Spreek!"
Sarah zag hoe Alain's gezicht ineens asgrauw werd en hoe hij ineens naar zijn hartstreek greep.
Snel liep ze naar buiten, stuurde enkele agenten naar binnen met de vraag om Tony naar zijn cel te brengen.
Dan liep ze het bureau in.
"Bel een ambulance! Alain heeft een hartinfarct gekregen!" Zei ze.
"Godverdomme!" Zei Bart.
"Sta daar net zo te kijken, bel 112!" Riep hij naar Patrick.
Dan snelde hij naar de ondervragingsruimte, sleurde Alain van zijn stoel en begon hem meteen te reanimeren.
"Komaan Chef! Volhouden!
Hoor je me!!!! VOLHOUDEN!"
Hij keek Sarah aan.
"Verdomme... DEES IS NIE GOE!"
Sarah zakte door zijn knieën.
"Ik doe mond op mond, doe gewoon verder met hartmassage!" Zei ze.
"Komaan Alain!" Zei Sarah.
"Vecht!
Vecht Alain!
Geef niet op.
Doe het voor ons team...
DOE HET VOOR... MIJ!"
"Ik heb hartslag!" Zei Bart.
Net op dat moment arriveerde de ambulance. De Ambulanciers liepen de ruimte binnen.
"Goed dat jullie hem meteen reanimeerden," Zei de urgentiearts.
"Dit heeft zijn leven gered."
Alain's hart klopte terug.
Maar zijn toestand bleef kritiek.
Hij werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht...


Wordt vervolgd!!!

Familiekwesties 7


De volgende ochtend.
Alain stond voor de ingang van het politiebureau te ijsberen.
Het regende.
Was een stuk minder koud dan de dagen ervoor.
De dikke laag sneeuw was een papperige smurrie geworden.
"Waar blijft hij toch?" Vroeg Alain.
Sarah en Bart kwamen aan.
"Hebben jullie Patrick niet gezien?" Vroeg Alain.
"Alain." Zei Sarah.
"Hij heeft net gebeld.
Zijn vader is vannacht plots overleden."
Alain greep naar zijn telefoon.
"Verdomme, twee gemiste oproepen.
Dat ik dat niet gehoord heb."
"Uw oren eens laten testen hé chef." Zei Bart smalend.
"Niet zo best hé, een rechercheur met falend gehoor."
Alain keek Bart nijdig aan.
Dan wendde hij zijn blik naar Sarah.
"Sarah, Gij gaat met mij mee naar Houffalize.
We gaan Joost opzoeken."
"Hey... " Zei Bart.
"En ik dan?"
"Gij blijft standby.
Houdt alle tips bij die binnenlopen omtrent de video opnames die gemaakt zijn van Ayse en Jurgen.
Ge vindt uzelf toch zo'n goede rechercheur nietwaar?
Bewijs het maar eens."
Dan knikte hij naar Sarah.
"Kom je?"
Sarah volgde Alain naar zijn klaarstaande Range Rover.
"Niet met uw dienstvoertuig chef?
Kan tegen je gebruikt worden, dat weet ge toch?" Zei Bart.
"Ok." Zei Alain. "Ik wil wel met een dienstvoertuig naar de Ardennen gaan.
Maar dan gaat gij rijden.
Ik wil u wel eens zien laveren door de sneeuw die daar nog meters dik ligt.
En dan een steile helling oprijden."
Bart zei niets meer en droop af.
Alain grinnikte.
"Onnozel betweterke."

Twee uur later reden Alain en Sarah door de besneeuwde Ardense wegen.
Ze passeerden de Brasserie d'Achouffe.
Dan volgden ze hun weg tot aan het naburige dorpje Wibrin.
Waar ze een klein weggetje indraaiden dat door de bossen slingerde.
Daar hielden ze halt bij een kleine hoeve, Alain belde aan.
Vroeg aan de boer of hij wist waar ene Joost Verastenhoven woonde.
"Aah Jost, oui je connais." Zei de oude landbouwer.
"Il habite dans les bois dans un petit chalet.
Un type bizarre mais tres sympa.
Il fait du bon liqueur, tu veux goutez?"
"Non merci." Zei Alain beleefd afwijzend.
"C'est loin il habite?" Vroeg Sarah.
De boer wees naar de bossen achter zijn kleine hoeve.
"Quinze, vingt minutes promenee, dans cette direction."
"Voor iemand met mijn conditie is dat iets meer dan een half uur." Bromde Alain.
Het was koud en het begon te sneeuwen tijdens de tocht door de beboste heuvels.
Uiteindelijk bereikten ze een kleine chalet op de flank van een heuvel.
Er kwam rook uit de schoorsteen van een aanpalende barak.
Het rook heerlijk naar vers gebakken brood en gerookte forel.
De deur stond open.
Verse voetstappen in de sneeuw.
Meerdere voetstappen.
"Alain, zie je dat?" vroeg Sarah.
Alain zei niets, en opende de deur van de barak waar in een rookoven forel hing te roken.
Naast de oven lag een man.
Neergeslagen.
Zijn gezicht onder het bloed.
Hij kwam bij bewustzijn, Alain liep er meteen naartoe.
"Joost, gaat het?" vroeg hij.
"Joost Verastenhoven keek Alain aan.
"Alain... " Stamelde hij.
"Wa waar is Jurgen?"
"Dat wilden we aan jou vragen."
"Ze zochten hem." zei Joost.
"Vroegen me te zeggen waar hij was."
"Wie?" vroeg Alain.
"Neo... " Joost kuchte, kon amper zijn zin afmaken.
"Neo...nazi's.
Tot de tanden gewapend."
Alain vloekte.
"Godverdomme!"
Sarah die de chalet doorzocht kwam terug naar buiten.
"Geen spoor van Jurgen Van Maele.
De boel is er wel goed overhoop gehaald, of er gevochten werd.
En... ER LAG EEN PLAS BLOED MIDDEN IN DE WOONKAMER!"

Alain leunde tegen de muur en zuchtte diep.
"Ze hebben hem," zei hij verslagen.
"Hoe weten die gasten dat Jurgen hier is?
Wie heeft hen ingelicht.
Moest ik niet beter weten, ik zou denken dat er een lek is."
"We moeten een ambulance bellen, we kunnen Joost zo niet achterlaten," zei Sarah.
"Hoe?" zei Alain.
"Joost heeft geen telefoon, dat weet ik zo. En gsm bereik mag je hier vergeten.
"Ik loop terug naar de auto, bij de rijbaan zal er wel gsm bereik zijn." zei Sarah.
Ondanks alle moeite om de hulpdiensten naar hier te krijgen duurde het naargelang de omstandigheden niet lang eer Joost in een ziekenhuis kon verzorgd worden.
Waarna Alain hem kon verhoren.
Hij kon zijn belagers goed omschrijven.
Het moeten leden van een plaatselijke neonazi groepering geweest zijn, want ze spraken allen Frans.
Ook vertelde Joost over hoe Jurgen ineens aan zijn deur stond op oudejaarsavond.
Eens binnen bij het knapperende haardvuur vertelde Jurgen zijn verhaal.
Over hoe hij en Ayse afspraken om er samen van onder te trekken.
Hoe Ayse op de luchthaven in plaats van in te checken voor de vlucht naar Turkije gewoon naar het station onder de luchthaven ging waar ze de trein naar Gent nam.
Daar zag ze Jurgen  terug.
In een koffiebar spraken ze af wat ze zouden doen.
Ze zouden zich schuilhouden bij een kotgenote van Ayse ergens in West-Vlaanderen.
Ineens stopte er een bestelwagen, twee mannen grepen hem vast.
Ayse kwam tussenbeide en ging hen te lijf, waarna Jurgen van de gelegenheid kon gebruik maken om te ontsnappen, op aanmoediging van Ayse.
"REN JURGEN REN!!" riep ze nog.
Maar dan trok Gwijde Ryckewaert zijn wapen.
En schoot haar dood!"
Waarna hij samen met zijn kompanen haar lichaam in de wagen trok."
"Om het dan in een oude loods te dumpen." vulde Alain aan.
"Ze betaalde de hoogste prijs voor haar offer, de dappere meid."


Na het verhoor reden Sarah en Alain naar het plaatselijke politiekantoor, Sarah reed terwijl Alain belde.
Daar regelde Alain dat er een nationaal opsporingsbericht zou komen voor Jurgen Van Maele.
Daarna reden ze terug naar huis.
Alain zat verslagen naast Sarah die ditmaal achter het stuur zat.
"Jonge mensen," prevelde Alain.
"Altijd maar jonge mensen.
Die jongen zijn leven moest nog beginnen."
"Je hebt er geen goed oog in precies," zei Alain.
"Sarah.
Die neonazi's laten niet met zich spotten.
Die menen wat ze zeggen.
In hun ogen is Jurgen een rassenverrader.
Daar hebben ze geen medelijden mee."
Alain slikte.
"Niets kunnen doen.
Gewoon niets kunnen doen om die arme jongen te helpen.
Godverdomme!!!!"
Sarah legde haar hand op zijn dij.
Zoals ze voordien zo vaak deed.
Alain legde zijn hand op de hare.
Zonder iets te zeggen.
Hij had een heel slecht gevoel bij de hele zaak nu.

vrijdag 25 januari 2019

Familiekwesties 6



Sylvie Nuytens, de moeder van Jurgen Van Maele zat aan de keukentafel en trok nerveus aan haar sigaret.
Voor haar zaten Alain en Patrick.
Haar handen trilde terwijl ze haar sigaret in de asbak legde.
Haar ogen zaten diep in haar kassen.
"Jurgen." Stamelde ze haast onhoorbaar.
"Jongen toch.
Waar zit je."
"Ken je iemand die op die beelden te zien is?" Vroeg Alain terwijl hij de tablet wegstopte waarop hij zo even de beelden liet zien.
"Ja." Zei ze
"Die jongen die Ayse in de camionette sleurde.
Dat is de zoon van Gwijde Ryckewaert.
Hij heet Roeland.
Net zoals zijn grootvader.
Roeland Ryckewaert is al net zo'n fanatiekeling als zijn vader en grootvader.
Heeft ook al een serieus strafblad.
En dat voor een minderjarige hé.
Hij was het die vaak hier aan de deur stond.
Of op straat onze Jurgen benaderde.
Hij zat in Gent op school, want hij was al uit elke school hier in de streek buiten gevlogen.
Maar hij had wel zijn luitenantjes die bij Jurgen op school zaten.
Die hem constant lastig vielen of bedreigden.
Zie je inspecteur.
Jurgen moest niet weten van al dat nazi gedoe.
Net zoals ik.
Hij wilde gewoon lol maken, zich amuseren.
Profiteren van zijn jong leven na een week van hard studeren.
En tussendoor werken om een centje bij te verdienen.
Maar Tony gunde hem dat niet.
Hij gunde het zijn eigen zoon niet om gewoon even gelukkig te zijn.
Nee.
Tony wilde dat Jurgen net als hijzelf leefde voor dat stomme nazi gedoe.
Die onnozel 'strijd om het voortbestaan van het blanke ras'.
Ik heb het Tony al zo dikwijls gevraagd.
Besefte gij wel wat dat ge hier staat te lullen?
Ja.
Dan werd ie kwaad hé.
Begon ie te schelden.
Schreeuwde hij dat ik een hedonistisch loeder was.
En een slechte moeder voor zijn zoon.
Niet onze zoon hé.
ZIJN ZOON!"

Sylvie huilde.
Haar handen in haar doffe blonde haren.
Ze schudde met haar hoofd, haar grote dunne ronde oorbellen slingerden heen en weer.
"Tony woonde in onze straat.
Stekezot was ie van mij.
Maar ik moest van hem niet weten.
Want het was ne skinhead.
't Meeloperke van Gwijde Ryckewaert.
Als ge Gwijde zag lopen, dan zag je den Tony.
Die gelijk een hondje achter zijn gat liep.
Altijd met die belachelijke soldatepas.
Toen viseerden ze Joao Devilder.
Een jongen uit de buurt.
Nele de zus van Gwijde was verliefd op hem.
En hij op haar.
Ze waren stapelzot van mekander.
Gwijde en zijn broers wilden hem een lesje leren.
Want ze vonden dat hij 'met zijn zwarte poten van Nele moest blijven'.
Ze schakelden enkele gasten in die Joao moesten ontvoeren en naar de oude kazerne brengen.
Tony was erbij.
Hij reed.
Twee andere meeloperkes sleurden Joao in de auto en brachten hem naar de leegstaande kazerne waar zich nu een duur appartementencomplex bevindt.
Daar hebben ze hem dronken gevoerd en vanuit het tweede verdiep naar beneden geduwd.
Maar ze werden gepakt.
Tony ook.
Maar die kreeg maar een voorwaardelijke straf omdat hij de hele tijd in de auto bleef.
Gwijde moest wel brommen.
Hij kreeg 20 jaar.
Kwam na twaalf jaar al vrij.
Eens weg van de invloedssfeer van Gwijde en zijn criminele broertjes veranderde Tony.
Hij vond werk.
Kreeg een heel nieuwe vriendenkring.
Liet zijn haar groeien, kleedde zich heel anders.
Ineens mocht ik hem wel.
Meer nog.
Tony en ik werden een koppel.
Godverdomme, had ik toen geweten wat ik nu weet.
Maar soit.
We trouwden.
Er kwam een zoontje, Jurgen.
Tony was trots op zijn zoon.
Ging met hem voetballen, vissen, leerde hem gitaar spelen.
Na het werk ging Tony al eens een pint pakken.
Bleef dan meer dan eens plakken.
Ik ergerde me daaraan.
Had ik toen geweten dat er ergere dingen zijn die een man zijn gezin kan aandoen dan na het werk in 't café blijven plakken en met een stuk in zijn gilet thuiskomen.
Soit.
Op een keer.
Ik zat 's avonds TV te kijken, er vanuit gaande dat ik hem voor drie uur 's nachts niet meer hoefde te verwachten.
Ineens hoorde ik hem.
Hij lachte.
Hij had plezier.
En al voldoende pinten op.
Hij was niet alleen.
Hij kwam binnen.
In het gezelschap van Gwijde.
Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken.
Hij stelde zich aan mij voor.
"Gwijde dit is nu mijn vrouwke se.
Blond en blauwe ogen, wat wil een Arische man nog meer nietwaar?"
Gwijde bekeek me.
Hij bekeek met zoals een veekoper een rund of een paard bekeek.
Zo zij hij.
"Ge gaat die toch nog een paar keer zwanger maken, toch?
Ons ras verder zetten."
Man.
Ik dacht dat ik het kreeg.
Ik zei direct tegen Tony, "ge kunt kiezen. Dat nazigespuis buiten of ik buiten!"
Toe zei hij "ga naar uw kamer, ik heb hier nog het één en ander met Gwijde te bespreken."
Toen werd het me teveel.
Ben naar boven gegaan, smeet mezelf op bed.
En heb gehuild uren aan een stuk."

Van die dag inspecteur.
Veranderde het leven in een hel.
Niet alleen voor mij.
Maar nog meer voor Jurgen.
Tony nam onze jongen mee.
Naar allerhande bijeenkomsten.
Waar hij moest leren marcheren.
Leren vechten.
Samen met andere jongens, leeftijdsgenootjes.
Jurgen is een gevoelige jongen.
Die ruzie en conflict haat.
En die moeilijk om kan met gezag om het gezag.
Zijn hart kromp al ineen toen hij naar het zesde leerjaar moest.
Bij de strengste meester van de school.
En nog meer toen hij naar het secundair moest.
En hij daar de klastitularis van het eerste jaar zag lopen.
Autoritair met zijn handen in zijn zakken.
Daar had hij al slapeloze nachten van.
Wat moest er dan door zijn hoofd zijn gegaan.
Toen hij in zo'n kamp onder het gezag stond van een ronduit machtsgeile extreem rechtse fanatiekeling.
In de week zat hij op school.
Bij zijn klasgenootjes.
Daar voelde hij zich goed.
Maar toen het weekend naderde zag ik zijn gedrag veranderen.
At weinig.
Sliep amper.
Zat vaak op het WC.
Werd opstandig."

Sylvie huilde.
"Uiteindelijk ben ik weg gegaan van Tony.
Voor Jurgen.
Voor mezelf ook ja.
Want ik was zijn tirannieke gedrag meer dan zat.
En nee, geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht om me door hem te laten bezwangeren.
Hey, ik ben geen kweekfabriek hé zeg.
Jurgen bloeide open.
Ik stuurde hem naar de Chiro.
En naar workshops in het jeugdhuis.
Hij kon dankzij bemiddeling van een goede kennis van me, de Lou Selleslaghs aan de slag in een superette in de buurt.
Rekken aanvullen, voorraden bijhouden, dat soort dingen.
Hij verdiende zijn eigen geld.
Kon zijn eigen droom waarmaken.
Een eigen gitaar kopen.
Toen hij achttien was ging hij in het weekend werken in de Dinky Toys in de stationsbuurt.
Daar verdiende hij schoon geld.
Kwam hij onder de mensen.
Onder normale mensen.
In plaats van halve gare fanatiekelingen.
Jurgen had dromen Inspecteur
Plannen.
Hij studeerde ijverig.
Werkte hard.
Maar Tony bleef proberen om zijn zoon voor zich te winnen en in te lijven bij dat macabere groepje.
'Arische Jeugd Vlaanderen'.
Wat een mop.
Hij kreeg het gedaan dat Jurgen één weekend op de twee bij zijn vader moest verblijven.
Weer begon de hel.
Maar Jurgen begon te rebelleren.
Probeerde onder die afspraken uit te komen.
Maar dat moest hij bekopen hé.
Werd op straat voor de ogen van zijn vrienden uitgescholden en vernederd.
Wat Lou probeerde te verhinderen.
Wenend kwam Jurgen thuis.
Toen ging ik tegen die afspraak in.
En ik won.
Maar dacht je dat het daarmee voorbij was.
Nenee.
Ditmaal kwamen Gwijde en zijn criminele zoontje Roeland in actie.
Of tenminste, ze stuurden hun luitenantjes op Jurgen af.
Die hem bedreigden.
En zelfs meermaals in elkaar sloegen."

Minutenlang bleef Sylvie voor zich uit staren.
Jurgen ging studeren in Gent.
Ook daar was hij niet veilig.
Maar gelukkig maakte hij ook daar veel vrienden.
Die hem beschermden en voor hem opkwamen.
Nieuwe vrienden, nieuwe omgeving.
Maar toch bleef hij zijn vrienden hier in de stad trouw.
Zo is Jurgen.
Tot mijn grote vreugde.
Tot mijn grote vreugde is hij geen hersenloze meeloper zoals zijn vader.
Maar een jongen met een sterke persoonlijkheid die weet wat hij wil in het leven.
Een jongen met mooie waarden ook.
Paar weken terug kwam hij thuis.
Met een meisje.
Ayse.
Dochter van de uitbater van Pitta Mehmet, de drukbezochte pittabar bij het station.
Ik zag het geluk in Jurgen zijn ogen.
Toen hij haar aankeek.
De glimlach op haar lippen.
Ik voelde dat de band tussen hen sterk was.
Dat voelde ik gewoon.
Ik wist.
Die twee zijn niet te scheiden.
Ze studeerde net als Jurgen in Gent, en daar zagen ze elkaar vaak.
Ayse kwam hier regelmatig over de vloer.
En bleef dan ook eten.
Waarna we dan samen de afwas deden met zijn drieën.
En gezelschapsspelletjes speelden.
Ayse...
Meisje toch." zei Sylvie terwijl ze huilend het hoofd boog.
"Ze vertelde dat haar vader niet meteen opgezet was met hun relatie.
Omdat het in de Turkse gemeenschap niet kon dat je een relatie had met een ongelovige.
En zeker niet als meisje.
Haar vader was naar haar zeggen niet tegen de relatie.
Maar de praat van de mensen baarde hem grote zorgen.
Daarom zou ze voor een poosje naar Turkije gaan.
Dat deed Jurgen pijn ja.
Maar hij besefte dat dit het beste was.
Maar ja.
Blijkbaar was Ayse ook een rebel.
Een vechterke.
Ze had er blijkbaar geen idee van dat de tegenstand van de kant van Jurgens vader sterker was dan die van haar eigen familie en gemeenschap.
Op een keer kwam Jurgen thuis.
Helemaal onder het bloed.
Enkele skinheads - knechtjes van de familie Ryckewaert - stonden Jurgen op te wachten bij het station.
Sloegen hem in elkaar.
Noemden hem 'rassenverrader'.
'Turkenneuker'.
En meer van dat fraais.
Niet lang daarna.
Een steen door de ruit.
Op een dag stond Tony mij op te wachten toen ik van mijn werk kwam.
"Ge kunt ervoor zorgen dat uw zoon een eind maakt aan zijn relatie met die Turkse hoer."
Hoor je.
Toen was het ineens 'uw zoon'.
Niet 'mijn zoon'.
Want hij had in zijn ogen 'zijn ras verraden'.
En hij voegde eraan toe dat dit niet zonder gevolgen zou blijven.
Ik denk dat we nu weten wat hij daarmee bedoelde.
Dan werd het stil.
Sylvie boog gelaten het hoofd.
Tranen rolden over haar wangen.
"Sylvie." Zei Alain.
"Hebt ge een idee.
Bij wie uw zoon zou kunnen schuilen.
Vrienden.
Bij wie hij een onderkomen zou kunnen vinden.
Ge zei toch dat hij veel vrienden maakte in Gent.
En ook hier."
"Het spijt me.
Ik zou het echt niet kunnen zeggen.
Anders wist ik het u wel te vertellen.
Inspecteur.
Ik maak me zorgen.
Ik ben zo bang Inspecteur.
Ik ben zo bang dat... IK MIJN JONGEN VOORGOED KWIJT BEN!"

Een half uur later arriveerden Alain en Patrick op het bureau.
"Koffie!" Zei hij.
"Heet en straf!"
Hij nam een slok koffie en zuchtte diep.
"Godverdomme, godverdomme, godverdomme!
Het kruipt in mijn kleren dat het niet meer schoon is.
De zoveelste zaak waarbij jonge mensen betrokken zijn.
Slachtoffer zijn."
Dan kwam Sarah binnen.
Ze keek Alain in de ogen.
"Gaat het Alain." Zei ze.
Hij nam haar hand vast.
"Nee meiske." Zei Alain hoofdschuddend.
"Ik zeg het net.
Het kruipt in mijn kleren.
Ik denk altijd maar aan die jonge mensen.
Ayse.
Amper negentien jaar.
Gewoon neergeknald en als een hond gedumpt in die oude loods.
En Jurgen.
Waar zou hij toch zitten?
Ik ben op van de zenuwen Sarah.
Echt op van de zenuwen.
Ik heb sedert die receptie gisterenavond geen sigaret meer gerookt.
De nicotinekauwgom komt me de strot uit.
Die stomme nicotinepleisters lossen om de haverklap en helpen geen kloten!
En net nu de zoveelste zaak met een jong slachtoffer.
Twee misschien."
"Misschien moet ge er eens uit." Zei Sarah.
"Paar weken verlof nemen.
Eens tot uzelf komen.
Uw lichaam wat rust gunnen."
"En intussen heeft Bartje Holvoet het kot vrij om hier de boel naar zijn hand te zetten.
Zou hij wel willen, het streberke.
Nenenee... Over mijn lijk.
Hoor je me Sarah Van Beiren.
OVER MIJN LIJK!
En ja, dat mag je hem gerust zeggen.
Het heeft me verdomme bloed, zweet en tranen gekost om van deze dienst een goed draaiend recherche team te maken.
Met als resultaat dat het aantal opgeloste misdrijven in onze zone de hoogste is van de hele provincie.
En dan ga ik dat allemaal laten teniet doen door zo'n omhooggevallen kereltje dat denkt dat ie de waarheid in pacht heeft.
Ik dacht het niet!
Waar is ie trouwens? Ons betweterke."
"Bart is broodjes gaan halen.
Ook ééntje hebben, dan stuur ik wel een sms'je. Hij staat vast in de rij, het is superdruk nu."
"Nee merci." Zei Alain.
"Ik heb geen honger.
Die klote nicotinekauwgom geeft me toch maar een rare smaak in mijn mond.
Niets smaakt nog zoals het zou moeten smaken.
Zelfs mijn koffie niet.
A propos, iets van belang gehoord daar in de Dinky Toys?" Vroeg Alain ineens.
"Ja." Zei Sarah.
"Wou het er nog over hebben als iedereen er is.
Willem, de cafébaas en Lou Selleslaghs een vaste stamgast en tevens een goede vriend van me menen te weten bij wie Jurgen zich wel eens zou kunnen ophouden."
"Vertel het me nu maar." Zei Alain.
"Ze hadden het over ene Joost Verastenhoven.
Beetje een zonderling figuur die in een chalet ergens in de Ardennen woont, en..."
Alain keek op.
"Godverdomme." Zei hij.
"Hoorde ik dat goed?
JOOST VERASTENHOVEN?"
"Ja." Zei Sarah.
"Ken je die soms?"
"En of ik hem ken.
Godverdomme.
De Joost begot.
We zaten samen in het college.
En later in het leger.
In Soest.
Hij is even oud als ik.
We hadden veel gemeen.
Onze jeugd.
Hij was de zoon van een Vlaams SS'er.
Ik de kleinzoon van een notoir collaborateur.
Waar ik mijn hele leven om werd gepest.
Hij ook.
Hij werd verstoten door zijn eigen vader.
Ik werd in een pleeggezin geplaatst."
Alain keek voor zich uit.
"Gaat het?" Vroeg Sarah na een poosje.
"Euh ja... "Zei Alain.
"Mijn besluit staat vast.
MORGEN GA IK DIE JOOST VERASTENHOVEN OPZOEKEN!"






donderdag 24 januari 2019

Familiekwesties 5



Het was al ochtend.
Alain trok zijn jas aan en zette zijn hoed op.
Dan kwam de commissaris naar binnen.
Hij richtte zijn blik op Alain en keek hem nijdig aan.
"Hoofdinspecteur Donck, naar mijn bureau.
Onmiddelijk!"
"Commissaris, we hebben er net een verhoor op zitten en zou een paar uurtjes willen slapen."
Dat kan je wat mij betreft nadien doen. Ik neem samen met de anderen de boel wel over.
Nadat ik even met jou de zaak heb doorgenomen. Dat wil zeggen, Sarah en Bart mogen al beschikken.
Maar voor ik daaraan begin heb ik met jou een flink eitje te pellen Hoofdinspecteur Donck!"
"Daar was ik al bang voor." Zei Alain terwijl hij met gebogen hoofd de trap opslofte.
"Wat heeft die uitgevreten?" Vroeg Bart.
"Denk dat ik het al weet." zei Sarah.
"Zijn 'beste vriend' Marcel Leliaert was ook aanwezig op die receptie.
Alain kan hem niet uitstaan.
En Marcel Leliaert Alain ook niet.
Omdat die hem iets te dicht op de hielen zat in verband met zijn vele corrupte zaakjes."
"Die Alain niet kon bewijzen.
Tja.
Waarom verbaasd mij dat eigenlijk niet van iemand als onze chef?" Zei Bart cynisch terwijl hij het hoofd schudde.
Sarah had geen zin om verder in discussie te gaan.
Daarvoor was ze eigenlijk gewoon te moe.
"Jongens." Zei de commissaris vanop de trap.
"Jullie mogen naar huis gaan hoor. Rust maar goed uit want morgenvroeg verwacht ik jullie op hetzelfde uur als nu.
Want de zaak Ayse Oztürk zit me echt niet lekker.
Een eremoord in onze politiezone.
Kan de persbelangstelling en het scoren van bepaalde politici eigenlijk missen als kiespijn."

Alain betrad het kantoor van de commissaris die meteen de deur sloot.
"Alain Donck." Zei hij kortaf.
"Je wordt feestelijk bedankt.
Voor mij voor schut te zetten voor de hele receptie.
Hoe lang gaat die rancune tegen Marcel Leliaert nog duren.
Je zou verdomme blij moeten zijn voor de manier waarop hij zich inspant om meer werkingsmiddelen gedaan te krijgen.
Hij heeft daar alles voor in huis.
Connecties, overredingskracht, voeling bij wat er in het korps leeft."
"En voldoende redenen om ervoor te zorgen dat wij uit zijn hand eten en niets tegen hem ondernemen." Zei Alain.
"Kletskoek." Zei de commissaris geërgerd.
"Je weet best dat al jou verdenkingen tegen Marcel  Leliaert op niets gebaseerd waren."
"Commissaris.
Dit soort onzin kan je jonkies als die Bart Holvoet wijsmaken.
Maar mij toch niet meer hoor.
Ik heb genoeg gezien hoe hij zat de konkelfoezen met lui zoals de familie Valckeneers.
En andere lieden van het prostitutiemilieu."
"Gezien." Zei de commissaris.
"Dat is dan ook alles.
In ons vak geldt er maar één ding.
Bewijzen!
BEWIJZEN! BEWIJZEN! en nog eens... BEWIJZEN!
Dat weet jij net zo goed als ik.
Enneuh... De kosten voor de taxi die ik bestelde om terug thuis te geraken.
Die gaan van je loon af, Alain Donck.
Bon, hoe staat het nu met de zaak van dat vermoordde Turkse meisje?" Vroeg hij.
Waarna Alain vertelde over het verhoor en het sporenonderzoek."
"Goed.
Ik bel nu naar de onderzoeksrechter en Hilde en Geert vertrekken zo meteen naar Zaventem om de beelden op te vragen in de luchthaven.
En jou zie ik morgen terug.
Fris, uitgeslapen en in een iets beter humeur.
Al denk ik dat dat laatste voor jou net iets te veel gevraagd is."

Bart en Sarah liepen hand in hand door de besneeuwde straten.
Het was koud.
Maar de zon scheen.
"Dit zou het ideale weer zijn voor een goeie duurloop.
Maar ik ben toe aan mijn bed."
"Ik ook." Zei Sarah.
"Blijf je bij mij slapen?" Vroeg ze ineens terwijl ze keek naar de deur van het appartementsgebouw waar ze woonde.
"Ik wil wel.
Maar dan wel slapen."
"Kom nu." Zei Sarah terwijl ze Bart mee naar binnen trok en zijn handen zijn hals sloeg.
"Een vluggertje kan er toch nog af zeker?
Een kerel met zo'n topconditie als jij."
"Een zalig vluggertje en dan heerlijk lepeltje liggen.
Jouw naakte lichaam tegen het mijne."
Ze betraden Sarah's appartement.
Sarah vloog Bart om de hals.
Hij kuste haar.
Vol vuur.
Vol hartstocht.
Niet veel later lagen ze op bed.
Bart trok haar jeansbroek naar beneden.
Knoopte zijn eigen broek los en kroop op haar.
Begon haar meteen stevig te penetreren.
"Oooooooooooh jaaaaaah!" Kreunde Sarah.
"Dit is zo zalig.
Neem me.
Neuk me."
Ze sloeg haar armen over zijn rug.
Streelde zijn onderrug en zijn kont.
Bart zoende haar hals terwijl hij zalig tussen haar benen stootte."
"Zalig wijf." Fluisterde hij in haar oor.
"Fucking zalig wijf."
Een vol uur lang vreeën Sarah en Bart.
Terwijl de zon de slaapkamer binnendrong en op Bart's naakte rug brandde.
Daarna viel Sarah zo gelukzalig in slaap.
In Bart zijn sterke armen.
Hij streelde haar naakte lichaam.
"Ik wil dat gij mijn vrouw wordt." Fluisterde hij in haar oor.
"En dat hier in onze buik onze kinderen groeien.
Ik laat u nooit meer gaan Sarah...
IK LAAT U NOOIT MEER GAAN!"

Zes uur later.
Sarah schrok op.
Probeerde zich los te rukken van Barts grip.
"Wat doet gij toch allemaal? Ligt nekeer stil." Zei Bart geërgerd.
"Uw gsm gaat af." Reageerde Sarah.
"Hoorde gij dat niet? Dove kwartel."
Bart draaide zich en begon te tasten op het nachttafeltje.
Bijna stootte hij het nachtlampje om.
"Maar enfin! Ziet toch wat ge doet, onhandige kluns!" Foeterde Sarah.
Bart kon nog net op tijd zijn gsm opnemen.
"Ja! Bart Holvoet hier." Zei hij.
"Bart. Kunnen Sarah en jij onmiddelijk naar het bureau komen?
Dringende briefing." Hoorde hij Alain zeggen.
"OK, komt in orde Chef, we komen eraan.
Jaja ik bel haar wel."
Dan haakte hij in.
"We moeten naar het bureau. Dringende briefing.
Daar gaat ons romantisch nachtje." Voegde hij eraan toe.
"Ge kunt er geen genoeg van krijgen, hé Bartje?" Zei Sarah.
"Hoe zou ik ooit genoeg kunnen krijgen van zo'n super heerlijke vrouw zoals jij Sarah."
Toen Bart dat zei zoende hij haar op de mond.
"Allez kom romanticus. Kleed u maar aan."

Op het bureau luisterde iedereen gespannen naar wat Alain te zeggen had.
"Dus." Begon hij.
"Geert en Hilde hebben op Zaventem de beelden opgevraagd waarop wel degelijk te zien was hoe wijlen juffrouw Ayse Oztürk in de vertrekhal afscheid nam van haar ouders.
Dan liep ze naar de gate mee met de andere passagiers voor de vlucht van Turkish Airlines met bestemming Istanboel die om 11u45 vertrekken zou.
Maar dan is te zien dat ze de gate dan toch verliet.
Ze glipte, waarschijnlijk met een smoes langs de veiligheids en douanediensten.
We zien hier hoe ze daarna naar de roltrap neemt naar het treinstation.
Net op dat moment verspreiden onze collega's uit Gent naar alle politiebureau's, en later vandaag ook naar de pers deze beelden.
Kijkt u gerust even mee.
Hier zien we Ayse in gezelschap van een jongen, meer dan waarschijnlijk haar vriend Jurgen Van Maele, het is nu in de vooravond.
Het is druk, mensen lopen over en weer.
En kijk, in het oog van de veiligheidscamera van een winkel gebeurt er dit.
Een grijze bestelwagen met Litouwse nummerplaat komt aangereden.
Twee mannen stappen uit.
Ze grijpen Jurgen vast.
Hij verzet zich.
Kijk nu goed, ik ga de beelden vertragen.
Ayse komt tussenbeide.
Ze trekt aan één van de kerels zijn mouw.
Dan, ik vertraag nog wat.
Ze schreeuwt nog wat.
Je ziet hoe de man aan wiens mouw ze trok een wapen trekt.
Niet veel later vliegt Ayse met een schok achteruit en valt ze op de grond.
Jurgen kan ontkomen.
De mannen aarzelen niet en trekken het lichaam van Ayse in de bestelwagen, die er als een speer vandoor gaat.
Wel... Ik denk dat we de rest wel kennen." Zei Alain schouderophalend.

"Ze viseerden Jurgen." Zei Sarah. "Waarom?"
"Ik denk dat ik weet hoe de vork ongeveer in de steel zit.
De bestelwagen had een Litouwse nummerplaat.
Staat ingeschreven onder de naam van een firma genaamd Parolex.
Die zaakvoerder van die firma is niemand minder dan Gwijde Ryckeboer.
Een zeer gekend figuur in het extreem rechts milieu.
Tony Van Maele, de vader van Jurgen hoort bij de entourage van Gwijde Ryckeboer.
Is eigenlijk een beetje zijn rechterhand."
"Laat me raden." Zei Bart.
"Tony Van Maele kan het niet hebben dat zijn zoon met een Turkse omgaat.
Net zoals nogal veel Turken niet kunnen hebben dat hun dochters met 'ongelovige' omgaan.
Een beetje een Romeo en Julia verhaal, maar dan in het echt."
"Daar lijkt het wel op ja."
Jurgen studeerde in Gent.
Ayse ook.
Al had haar vader sedert hij erop uitkwam dat zijn dochter met Jurgen omging zijn dochter uitgeschreven uit de unief.
In het weekend werkte Jurgen in het gekende café Dinky Toys.
Glazen afruimen en spoelen, pinten tappen, vaten vervangen, dat soort dingen.
Jurgen is sinds oudejaarsavond spoorloos.
Zijn moeder is deze voormiddag zijn verdwijning komen aangeven.
Ik ga zo meteen met haar praten.
Bart en Sarah, jullie gaan eens praten met Willem van de Dinky Toys.
En met eventuele klanten.
Misschien dat hij tegen hen iets liet vallen over wat hij en Ayse van plan waren."
Dan klapte Alain in zijn handen.
"Komaan jongelui waar wachten jullie op.
Er is werk aan de winkel."



Die middag stapten Bart en Sarah het café Dinky Toys binnen.
Er waren amper klanten in de zaak.
Twee meisjes aan een tafeltje die duchtig aan het roddelen waren bij een glaasje witte wijn.
Aan de toog stond Lou Selleslaghs, de beste klant van de zaak.
"Goeiendag, wat zal het zijn?" Vroeg hij.
Sarah kende Lou wel, want ze kwam hier vaak over de vloer.
"Hey Lou, is Willem er?" Vroeg ze. "We zouden hem even moeten spreken."
"Die is even naar het postkantoor achter een pakketje.
Een bestelling die vandaag is toegekomen bij de post."
"Zozo." Zei Bart met een grijns.
"Stel u nu eens voor dat wij van de Sociale Inspectie waren?
Dan waarde gij er wel gloeiend bij hé mateke."
Lou schudde het hoofd.
"Luistert nekeer hier paljaske." Zei hij.
"Ik ben consulent bij de vakbond.
Ik weet perfect wat ik mag doen en wat niet.
Ik hou hier gewoon vijf minuten de boel in het oog, daarna zet ik mij terug op mijn kruk en drink ik op mijn gemak mijn pint leeg.
Zal ik nog eens iets zeggen vriend?
Het is door mensen zoals gij dat mensen naast elkaar leven in plaats van met elkaar.
Moogt ge fier op zijn, regelneefke!
Echt wel!"
"Ik wilde u er gewoon maar op wijzen hé vriend," zei Bart.
"Ge moet zo uw stekeltjes niet uitsteken."
"Bart het is al goed." Zei Sarah.
"De Lou meent het goed, dat is de meest joviale mens die ik ken."
"Ok, ok." Zei Bart. "Laat ons dan meteen ter zake komen.
Misschien kan onze'joviale vriend ons iets meer vertellen over Jurgen Van Maele die hier af en toe komt helpen."
Lou keek voor zich uit.
"Godverdomme," zei hij.
"Hebben ze hem ook te stekken ja?
Eerst Ayse 'van de pitta'...
En nu hij.
Ik heb just dat filmpke gezien.
Pedro, die hier ook vaak komt pinten pakken toonde het op zijne smartphone, zelf heb ik dat niet. Ik ben niet aan al die rommel, maar soit.
Dat filmke waarop duidelijk te zien is hoe ze Ayse neerschoten en dan in die auto sleuren terwijl Jurgen nog wist te ontkomen."
"Precies." Zij Sarah.
"Daarom zijn we hier."
Lou kwam van achter de toog, zette zich op zijn barkruk en nam een slok van zijn pint.
"De Jurgen da's nen toffe kadee.
Een jongen met iets in zijn bolleke.
Veel verstandiger dan zijne pa.
Den onnozele kloot.
Moest ik ne zoon hebben zoals de Jurgen ik zou er verdomme fier op zijn.
Hij niet.
Integendeel.
Staat zijn zoon in 't midden van de straat de huid vol te schelden.
Terwijl hij hem slaat.
En weet ge waarom?
Omdat hij zich amuseerde met zijn maatjes op het skatepark.
Maar ja wat wilt ge?
Tony Van Maele is dan ook niets meer dan een domme fasho."
"Waarom?
Omdat hij niet wil dat zijn zoon op dat skatepark rondhangt?" Zei Bart.
"Ewel, eerlijk gezegd.hé.
Ik zou dat ook niet willen.
Ge weet toch dat er daar geblowd wordt.
Er zijn toch nuttiger bezigheden waar jonge gasten zich mee kunnen bezig houden.
Of niet soms?"


Lou keek Bart met een nijdige blik aan.
"Gast!
Zijde gij zo onnozel?
Of doede gij alsof?
Mogen jonge gasten zich niet amuseren of wa?
Mogen ze niet nekeer onder elkaar wat onnozel doen?
Mogen ze niet nekeer dom doen... En eruit leren?
Een echt flikske gij hé.
Gij ziet in alles het slechte, het kwade, het verdorvene.
Gij moogt meegaan met Jurgen Van Maele de domme fascistische meeloper die als een hondje achter het gat van nazi crimineel Gwijde Ryckeboer loopt.
En die niets anders doet dan zijn zoon pushen om ook toe te treden tot dat clubje van achterlijke kletskoppen.
Terwijl die jongen geen enkele, maar dan ook geen enkele uitstaans heeft met die kale randdebielen.
Weet ge!
Toen dat crapuul van een Gwijde Ryckeboer nog in den bak zat voor de moord op Joao Devilder.
Omdat die een relatie had met zijn zus Nele.
Exact hetzelfde verhaal.
Dat meiske werd ook verstoten omdat ze zich niet wilde inpassen in dat belachelijke gedoe.
Maar soit, dit geheel terzijde.
Ik wil maar zeggen.
Toen Gwijde nog in den bak zat, toen deed den Tony normaal.
Hij raakte in kennis met Sylvie Nuytens, een meiske met wie ik nog in de klas heb gezeten.
Die een meer dan goede invloed had op hem.
Hij liet zijn haar groeien.
Vond een heel goeie job.
Hij was een goede vader voor zijn zoontje Jurgen.
Hij ging zelfs mee naar concerten met mij en een paar andere maten.
Brachten vele uren door hier in de Dinky Toys.
Tot op de dag dat diene Gwijde terug op vrije voeten was.
Ik was erbij toen hij ineens café Tropical hier wat verder binnenwandelde.
En meteen op Tony afstapte.
En hem begon te trakteren.
Zie ze nog zitten samen aan een tafelke.
Ben gedegouteerd weggegaan, ik wist gewoon...
DEES KOMT NIET GOED!

En ik heb gelijk gekregen.
Sinds die dag was Tony weer helemaal onder controle van dat criminele nazicrapuul.
Hij schoor zijn haar af.
Hij liep weer rond in van die mottige bomberjacks.
De Dinky Toys was ineens te min voor hem wegens 'te links'.
Maar dat was het ergste niet.
Ik zag gewoon hoe hij zijn eigen zoon probeerde in een richting te duwen die echt niet paste bij die jongen.
En hoe Jurgen daar onder leed.
De dag dat Sylvie wegging bij hem en het hoederecht over hem wist te verkrijgen was dan ook een zegen voor die jongen.
Hij bloeide weer helemaal open.
Kwam onder de mensen, zat vaak in het jeugdhuis.
Nam deel aan de workshops die ik daar organiseerde.
Kan gitaar spelen als geen ander en zocht een jobke om iets bij te verdienen.
Waarbij ik hem met plezier hielp.
Eerst in de superette rechtover mijn deur.
En sinds zijn achttiende helpt ie hier in 't café.
Met dat geld kocht ie zijn eerste gitaar en betaalt ie zijn studies.
Maar ja, natuurlijk gaf Tony niet op.
En zijn nazi vriendjes evenmin.
Die bleven Jurgen maar lastigvallen.
Hem bedreigen.
Zeiden hem dat hij er niet ongestraft uit kon stappen.
Uit dat clubje genaamd Arische Jeugd Vlaanderen.
Want een 'Jonge Vlaamse Ariër' was je voor het leven en uit de beweging treden of hun regels overtreden staat gelijk aan verraad en verraders verdienen de dood.
Godverdomse bende onnozelaars!
Tegelijk wist Tony het toch zover te krijgen dat Jurgen om de veertien dagen het weekend bij zijn vader moest doorbrengen. Iets waar die jongen zo erg tegenop zag.
Op een keer probeerde Jurgen daar onderuit te komen.
Door in plaats van op het uur van afspraak op zijn pa te wachten.
Met zijn vrienden naar het skatepark te gaan.
Toen was het kot te klein natuurlijk.
Toen ben ik tussengekomen.
Ik kon dat niet meer aanzien.
Ik heb den Tony bij zijne col gepakt en hem een goei mot op zijn bakkes gegeven.
Tuurlijk kloeg hij me aan.
Heb een ferme schadevergoeding mogen betalen en kreeg een voorwaardelijke straf.
Maar dat trek ik me niet aan."

"Zijt ge niet een beetje aan het afdwalen." Vroeg Bart.
"Nee." Antwoordde Lou.
"Ge wilde toch dat ik meer vertelde over Jurgen hé?
Ewel.
Nog nekeer.
Jurgen is ne créme van ne gast.
Heeft veel vrienden.
Hij werkt hier nu al een jaar of twee elk weekend.
Die jongen bloeide hier open, echt wel.
En ja... Ik mag hem geire.
Echt hé... als er hem iets overkomt.
Dan weet ik zijne pa te vinden.
En die hele familie Ryckeboer ook.
Bende smerige fasho's.
Altijd miserie met dat klotevolk... ALTIJD!"
Lou keek voor zich uit.
Beet op zijn lip.
"Wanneer heb je Jurgen nog gezien?" Vroeg Sarah.
"De dag voor oudejaar.
Toen was het hier superdruk.
Heb toen wat plaatjes gedraaid.
Ah ja, op oudejaar is het hier altijd gesloten omdat Willem en zijn zoon dan oudejaar doorbrengen bij hun familie aan zee.
De dag ervoor is er de 'Last day of the year party'.
Dan is het hier altijd vollen bak.
Jong en oud samen.
Goeie rockmuziek.
Feesten tot het ochtendgloren.
Na sluitingstijd zouden we nog een pitta gaan eten.
Wat we altijd deden... ALTIJD!
Maar hij wilde niet.
Ik wilde nog vragen waarom?
Maar hij gaf geen antwoord.
Ineens was ie weg.
Weet ge... Mehmet vroeg nog waarom Jurgen niet meekwam.
Daarom vond ik het eigenlijk raar dat jullie hem verdachten.

"Ja." Zei Bart.
"Eremoord.
Zou niet de eerste keer zijn hé.
Het is in die cultuur nu eenmaal not done om als meiske om te gaan met een ongelovige."
Weer keek Lou Bart schamper aan.
"Hoe hebde gij dat tot rechercheur geschopt? Broekventje.
Gij zijt er ook ene die alles gelooft wat ze in die sensatiegazetten schrijven hé.
Heeft nekeer iets gelezen over een eremoord in de Turkse gemeenschap.
En denkt dan ook dat ze allemaal zo zijn!
Laat me dit zeggen maat.
Mehmet zou nooit, maar dan ook nooit een vinger uitsteken naar zijn dochter.
NOOIT!
JAMAIS!
Daar steek ik mijn hand voor in het vuur.
Hij was er niet gelukkig mee nee.
Toen het aan zijn oren kwam dat Ayse iets had met Jurgen.
Vooral omwille van de praat van de mensen.
Dat zijn van die dingen die altijd en overal hetzelfde zijn.
Beducht moeten zijn voor de mensen en voor hun domme klap.
Turken zijn conservatief ja.
En ook in die gemeenschap viert het nationalisme, het traditionalisme en het godsdienstgezeik hoogtij.
En niemand wordt graag door zijn eigen familie verstoten.
Daarom besloot Mehmet om zijn dochter naar Turkije te sturen.
Tot de storm wat was gaan liggen.
Ja.
Stiekem hoopte hij dat ze toenadering zou zoeken tot Selattin, een jongen die ze afgelopen zomer leerde kennen toen ze bij haar familie in Turkije op vakantie was.
Ayse leek ermee akkoord te gaan.
Maar blijkbaar was niets minder waar."

Lou dronk zijn pint leeg en liep naar de toog.
"Moeten jullie niks drinken?" Vroeg hij.
"Nee." Zei Bart, we zijn hier in volle dienst.
"Koffie mag wel hé Bart." Zei Sarah.
"Zou me wel smaken met dat koude pokkeweer."
Lou tapte een pint voor zichzelf en zette twee koppen koffie voor Bart en Sarah.
"Liefde." Zei Lou, terwijl de koffie langzaam in de tassen liep.
"Dat is iets sterks.
Zeker bij jonge mensen.
En geloof me.
Ik weet verdomme heel goed waarover ik spreek.
De liefde die ik voelde voor mijn schatteke.
Mijn Grace'ke.
Dat is iets...
Dat iets sterks.
Ge kunt dat met geen woorden beschrijven.
Na al die jaren voel ik dat nog altijd tot in de diepste vezel van mijn lijf.
Ik ruik nog altijd haar geur.
Voel nog altijd haar adem in mijn nek.
Toen ze voorgoed van mij werd weggerukt.
Dat was precies of iemand trok met een ruk mijn hart uit het lijf.
Zoals in die film van Indiana Jones weet ge nog?
Met diene sekteleider die een kloppend hart uit iemands lijf rukte.
Ewel.
Zo voelde dat aan.
Snapt ge wat ik wil zeggen?
Ik kan Ayse begrijpen.
Ik kan begrijpen dat het idee om die ene jongen waarvoor ze zoveel voelde te moeten laten vallen.
Omwille van de goede naam.
Omwille van de familie eer.
Of voor welke zever dan ook.
Ik kan goed begrijpen hoe haar hart, haar lichaam, haar ziel.
Daar uit alle macht tegen protesteerde.
Hoe elke vezel van haar lijf zich daartegen verzette.
Ik kan dat begrijpen.
Ik kan begrijpen waarom ze deed wat ze deed.
Waarom ze uiteindelijk in plaats van naar Turkije te vliegen.
De trein nam naar Gent.
Om daar de liefde van haar leven op te zoeken."

Dan zweeg Lou.
Op dat moment kwam Willem binnen.
"Oei Sarah.
In gezelschap.
Ge zijt hier toch niet omwille van... "
"Ja." Zei Sarah.
"Het gaat over Jurgen."
"Hier was ik al bang voor.
God waar zit hij.
Zijn moeder stond gisteren ook al voor de deur.
Vertelde dat hij de ochtend van de 31ste december niet naar huis kwam.
En sindsdien niets meer van zich liet horen.
Zijn gsm geeft zelfs geen signaal meer.
Dan zag ik vanmiddag die beelden die een stamgast kwam tonen."
Willem tapte voor zichzelf een pint.
"Maar wacht eens even." Zei hij.
"Joost."
"Joost?" herhaalde Lou.
"Bedoelde gij... DE Joost?"
"Ja." Antwoordde Willem.
"De Joost.
Joost Verastenhoven.
Beetje een zonderling figuur.
Woont al een jaar of tien in een blokhut in de Ardennen.
Maar komt soms nog eens naar de stad om er zijn oude vader te bezoeken.
En om er zijn zelfgestookte kruiden en bosvruchtenlikeur aan de man te brengen.
Af en toe serveer ik dat eens als zaterdagavond suggestie."
"De Joost dat is ne mens zoals ze er nog weinig maken.
Bakken levenservaring.
Luisterend oor.
Een gouden hart.
Hij wist wat Jurgen doormaakte.
Want hij heeft het zelf allemaal moeten doorstaan.
Beledigd, beschimpt, uitgescholden, uitgesloten.
Door zijn eigen vader.
Die een Vlaamse SS'er was.
Actief meewerkend aan de Jodenvervolging en daarvoor in de gevangenis gevlogen en al zijn burgerrechten kwijtgespeeld.
Joost heeft afgezien in zijn jeugd, echt wel.
Uitgelachen, gepest en uitgesloten door de maatschappij.
Omwille van het verleden van zijn vader.
Na jarenlang proberen om zich te schikken naar de normen en doen wat de maatschappij van hem verwachtte.
Gaf hij er de brui aan.
Liet vrouw en kinderen in de steek en ging als kluizenaar leven in de Ardennen.
Regelmatig kwam ie terug.
Met zijn oude camper.
Gaf workshops in het jeugdhuis.
Jongleren, acrobatie en dat soort dingen.
Draaide platen op fuiven en zo.
Verkocht er zijn likeuren en zelfgemaakte hoestsiroop op de markt.
Om dan tegen het eind van de zomer met de noorderzon te verdwijnen.
Ik weet nog dat hij tegen Jurgen zei.
"Als het u teveel wordt, en ge wilt er nekeer tussenuit.
Komt naar mij.
Gij jongen.
GIJ ZIJT ALTIJD WELKOM!"


Familiekwesties 4


Alain reed met een rotvaart over de snelweg.
Dat het wederom sneeuwde, weerhield hem er niet van om het gaspedaal goed diep in te drukken.
Razend was hij.
Razend op volksvertegenwoordiger Marcel Leliaert.
Die een oude wonde die nooit helemaal was geheeld terug openmaakt.
Door een zinspeling te maken naar het donkere verleden van zijn grootvader.
Waarover hij al zoveel verwensingen en beledigingen moest slikken.
Die de oorzaak waren van zoveel pesterijen.
Die bovenop het feit kwamen dat hij zonder ouders opgroeien moest.
Na die ene finale daad van zijn grootvader.
Die het niet hebben kon dat zijn eigen zoon met een meisje uit een Joods-Nederlandse familie huwde.
Alain probeerde die dingen van zich af te zetten.
Sprak er zeer zelden over.
Alleen met Sarah had hij het er uitgebreid over gehad.
Omdat hij wist dat ze luisterde.
Net dat maakte dat het schuldgevoel nog groter werd.
Het schuldgevoel dat aan hem vrat sinds hij de verhouding die hij met haar had stopzette.
Allerlei gedachten tolden door  het hoofd van de oude speurder.
Maar de gedachte die domineerde was deze van haat!
HAAT EN MINACHTING!
Diepe minachting voor de alles behalve onbesproken politicus Marcel Leliaert.
Zijn betrokkenheid bij het toekennen van een vergunning voor een zogenaamd 'massagesalon' - waar de politie bij een inval minderjarigen aantrof - hebben ertoe geleid dat hij een ministerpost aan zijn neus voorbij zag gaan.
Toch ontsnapte hij aan een gerechtelijke vervolging omdat de procureur van mening was dat er onvoldoende bewijzen waren.
Meer nog.
Hij beweerde dat er sprake was van willekeur.
Het was één van de eerste zaken waaraan Alain als rechercheur meewerkte.
Toen nog onder leiding van Gaston Debouef  zijn eerste overste die tevens ook zijn eerste partner was.
Alain noemde hem altijd zeer respectvol 'mijn leermeester'.
Het waren Alain en Gaston die de connectie tussen Marcel Leliaert en de familie Valckeneers blootlegden, waardoor Marcel Leliaert in wel heel nauwe schoentjes terechtkwam.
Maar net op dat moment kregen ze te horen dat het dossier zou worden overgeheveld naar het Parket van Brussel.
Waarna de hele zaak in de doofpot terechtkwam.
Niet lang daarna overleed de gedreven speurder Gaston Lebouef ten gevolge van een vreemd verkeersongeval.
En Alain werd overgeplaatst naar de recherche afdeling van een lokale politie eenheid.
Waar hij tot op heden actief is.
Alain heeft het nooit kunnen verkroppen dat deze zaak waarbij minderjarige en zelfs zeer jonge meisjes op dergelijke manier werd tegengewerkt.
Dit is één van de dingen die hem zo somber en humeurig maken.

Alain verliet de snelweg.
Stelde tot zijn ergernis vast dat de secundaire weg die naar de stad leidde amper sneeuwvrij was gemaakt.
"Altijd hetzelfde." Foeterde hij.
"Slagen er nauwelijks in om de boel sneeuwvrij te houden."
Dan ging zijn gsm af, Alain nam op.
"Donck." Zei hij kortaf zoals altijd.
"Waar?
Industriezone.
De anderen zijn er al.
OK... Ik kom eraan."
Weer duwde Alain het gaspedaal heel diep in.
Reed naar de industriezone waar het krioelde van politievoertuigen met flikkerende zwaailichten en agenten druk doende waren om de boel af te spannen.
Hij stapte uit.
"Bon, wat hebben we?" Vroeg hij.
"Twee mannen, vermoedelijk koperdieven die hier rondzwierven.
Politiepatrouille die erop af kwam ontdekten tijdens hun zoektocht in dit leegstaande pakhuis een lichaam van een jong meisje."
"Nee!" Kreunde Alain.
"Niet weer."
De agent haalde zijn schouders op.
"Helaas wel.
De wetsdokter is bezig het lichaam te onderzoeken."
Alain volgde de agent die hem voorging door de gangen en liep een nis in die met een zeil was afgeschermd.
De wetsdokter stond moeizaam recht en gaf hem een hand.
"Veel woorden moet ik hier niet aan vuilmaken." Zei hij.
"Twee kogels doorboorden haar hart.
Het was meteen voorbij.
Daarna werd haar lichaam hierheen gesleept.
Zonde van zo'n prachtmeid." Voegde hij eraan toe terwijl hij een blik wierp op het dode meisje dat op haar rug lag, ontdaan van haar bovenkleding. Haar hoofd lichtjes gedraaid en haar mond half open, alsof het leek of ze nog iets wilde roepen op het moment dat de dood genadeloos toesloeg.
"En die twee indringers?" Zei Alain.
"Denk niet dat die er iets mee hebben te maken.
Ze is al meer dan 24 uur dood.
En de twee koperdieven waren ongewapend."
"Kwamen hier hun buit verbergen." Voegde Bart eraan toe die reeds aanwezig was omdat hij samen met Sarah nachtpermanentie had.
"En ze hadden een document bij, een bevel om het grondgebied te verlaten.
Met de stempel met de datum van gisteren, 31 december."
"Een sluitend alibi dus."
"Neem ze mee naar het bureau, we zullen ze eens goed op de rooster leggen.
En breng de dienst vreemdelingenzaken maar op de hoogte."
Sarah praatte met Cindy en Jonas, en die laatste vertelde van het bezoekje aan de pittabar vlak voor ze de oproep kregen die leidde tot het aantreffen van het lichaam va Ayse Oztürk.
En over hetgeen haar vader zei.
"Eremoord." Mompelde ze.
Waarna ze naar Alain liep.
"Dit werpt een heel ander licht op de zaak." Zei hij.
"Jij gaat met Bart die eigenaar van die pittatent aan de tand voelen."
Sarah keek Alain aan.
"Hoe was het op de receptie?" Vroeg ze.
Alain draaide zich om, zonder iets te zeggen.
Maar zijn gezicht sprak boekdelen.
"Jij houdt daar echt niet van  hé, van zo'n schijnheilige toespraken en zo." Zei ze.
"Nee Sarah, ik hou daar niet van.
En ik zal er nooit van houden ook.
Zeker niet na vanavond!"
Dan stapte hij in zijn auto en reed hij naar het bureau.
De nacht zou langer duren dan hij dacht.


Bart en Sarah reden naar het centrum.
Het was nu ineens echt heftig aan het sneeuwen dus moest Bart heel voorzichtig rijden.
De strooidiensten hadden de handen vol maar konden weinig beginnen tegen deze enorme lading verse sneeuw die nu uit de lucht viel.
Bart parkeerde zijn dienstwagen in de stationsbuurt waar ondanks het gure koude weer veel volk was.
De café's zaten stampende vol en ook in de pittazaak genaamd Pitta-Mehmet was het een drukte van jewelste.
De ramen van de pittatent waren bewasemd en toen Bart de deur opende kwam de geur van gegrild vlees en look hem tegemoet.
Hij kon de walging die hij voelde opkomen niet verbergen.
"Zelfs al had ik dagen niet meer gegeten, dan nog crepeer ik liever van de honger dan dat ik die ranzige viezigheid zou vreten." Zei hij.
"Een mens weet niet eens wat voor vlees er in die viezigheid zit.
Laat staan hoe lang dat daar al op die pieken aan het ronddraaien is aan een veel te lage temperatuur."
Sarah keek hem aan.
"Je bent de enige niet die vies is van dit soort eten. Ik ben daar ook niet zo tuk op."
"Eten?" zei Bart.
"Die rotzooi is de benaming eten niet waard.
Stront is voor mij een betere benaming, maar goed."
Dan liepen ze de rij negerend naar de toonbank.
"Bent u de zaakvoerder?" Vroeg Bart aan de potige iets oudere man met snor die driftig pittavlees van de spies aan het snijden was met een groot mes.
"Voor wat is het?" Vroeg hij.
"Je ziet toch dat het heel druk is nu?"
"Dat is dan spijtig, we moeten u heel dringend spreken.
Het gaat over uw dochter, Ayse."
"Ayse is op vakantie in Turkije." Zei hij.
"Is dat zo?" Zei Bart.
"Ja, ze is in Turkije.
Ze gaat trouwen."
"Jij gaat met ons mee naar het bureau." Zei Bart. "U bent aangehouden."
Dan kwam een andere man de gelagzaal binnen, hij was iets ouder dan Mehmet.
"Joelie zijn polis?" Vroeg hij in gebroken Nederlands.
"Waar is Ayse?" Vroeg Sarah aan de man.
"In Toerkaie, zaaij trouwen met goed muslim."
"Jij gaat ook mee. Bart bel voor versterking.
De tent gaat hier dicht voor vanavond." Zei Sarah kordaat.
Er ontstond tumult.
Enkele dronken klanten begonnen Bart en Sarah uit te schelden.
"Bende klotegestapo's!" Riep er iemand.
"Als ge een proces verbaal wilt voor smaad aan de politie moet ge vooral zo voortdoen." Zei Bart terwijl hij de dronken kerel strak aankeek.
Meteen kwam een politiepatrouille tussenbeide.
"Komaan iedereen naar buiten, de zaak gaat dicht op last van de politie."

Mehmet en zijn broer Suleyman werden meegenomen voor verhoor.
"Ik wil erbij zijn." Zei Alain.
"We zullen die varkentjes wel eens wassen."
Dan liep hij autoritair de ondervragingsruimte in.
"Zozo meneer Oztürk. Waar is uw dochter?
Waar is Ayse."
"In Turkije.
Heb haar eergisteren afgezet op de luchthaven.
Samen met mijn broer Suleyman en met Fehriye mijn echtgenote."
Hij griste in zijn zak.
"Hier.
Het bonnetje van de parkeergarage."
Alain bekeek het.
De datum van eergisteren, 10:32 in de voormiddag.
Ik nam afscheid van haar.
Dan liep ze de terminal in.
Kijk." Zei Mehmet ineens.
"Ik zeg niets meer, behalve in het bijzijn van mijn advocaat.
Ik begrijp echt niet waarom wij hier uit onze zaak worden geplukt en meegenomen."
Mehmet zijn stem stokte.
Hij keek Alain en Sarah wanhopig aan.
"Als er iets met Ayse is gebeurd!
Dan moeten jullie mij dat nu zeggen!!!"
"Meneer Oztürk.
We hebben het lichaam van Ayse aangetroffen.
Hier in de stad op het industrieterrein."
Mehmet sloeg zijn ogen ten hemel en mompelde iets in het Turks.
"Dat kan niet." zei hij dan.
"Ik begrijp het gewoon niet."
"Vond u het dan niet raar meneer Oztürk.
Dat ze niet belde.
Om te zeggen dat ze goed was aangekomen.
Want dat deed ze blijkbaar niet.
Ze heeft haar gsm de hele dag niet gebruikt.
Het laatste berichtje was aan haar vriend.
Die Jurgen heette.
Waarin ze zei, "Bel of sms me een poosje niet. Mijn familie is te wantrouwig."
Mehmet boog het hoofd.
Alain zag dat de man aangegrepen was.
Dat het ineens keihard tot hem doordring dat Ayse dood is."
Zoals de zaken nu zijn.
Moet ik jullie voorlopig laten gaan.
Maar u stelt zich allebei ter beschikking van het onderzoek.
Evenals de rest van uw familie.
U, uw broer, uw beider echtgenotes en jullie zoons, alsook de dochters van Suleyman."
De broers verlieten aangeslagen het bureau.
Alain greep naar zijn thermos.
"Koffie... Heet en straf." Zuchtte hij.
"Wat ga je nu doen?" Vroeg Bart.
"Simpel." Zei Alain.
"Ik wil weten of Ayse Oztürk in de luchthaven is geweest.
Of ze daadwerkelijk heeft ingecheckt en zich naar de terminal begaf.
Ik wil eigenlijk weten waar Ayse echt was op haar laatste levensdag?"


Familiekwesties 3


Die avond.
Een stijlvolle feestzaal even buiten de stad liep langzaam vol met politiemensen, vooral van het hogere kader.
Velen in uniform.
Anderen in het pak.
Alain arriveerde samen met zijn overste commissaris Wim Van Marcke die maar al te graag met Alain meereed.
Dan kon hij tenminste eens een glas meedrinken. Alain die geheelonthouder is zou toch BOB spelen.
Alain was zenuwachtig, hij voelde zich altijd al onwennig in dergelijk gezelschap.
Een jonge hostess in een stijlvol uniform bestaande uit een kort bordeauxrood rokje en dito jasje benaderde hem met een plateau vol Champagneglazen.
"Goede avond meneer, wenst u een glaasje Champagne?" Vroeg ze met een frisse stem.
"Nee dank je, ik ben geheelonthouder, hebt u geen fruitsap of zo?" Vroeg hij.
"Mijn collega wat verder gaat rond met smoothies, neemt u maar gerust." Zei ze terwijl ze haar parelwitte tanden blootlachte.
"Nou ja." Dacht Alain. "Het is eens wat anders."
Toen hij er naartoe liep werd hij meteen aangeklampt door een collega rechercheur van de Gentse politie.
"Mor ierse doarse, den Alain. Hoe is da nog me eu moatse?" Vroeg hij nogal enthousiast.
"Manuel Rosseel was een struise kerel met een flinke snor en handen als kolenschoppen.
Daar werd Alain meteen aan herinnert toen Manuel hem een hand gaf."
Maar Alain mocht hem wel.
Het gesprek werd meteen heel hartelijk en net op dat moment kwam een hostess langs met heerlijke kleurrijke smoothies.
Alain nam er één met aardbei, blauwe bes en Granny Smith appels.
"Hoe dadde gaa da binnenkraagt moatse da verstoan ik nie."
"Zo denk ik hoe langer hoe meer over alcohol mijn beste." Zei Alain.
En hoe langer ik in het vak zit, hoe erger het wordt."
"Ge moe nu ook nie zo negatief doen hé joengne. De meeste mense kunnen toch nog wel omgaan met drank zulle."
"Alain schuifelde zenuwachtig heen en weer."
"Het kruipt in mijn kleren Manu." Zei hij.
"Al die toestanden, al dat leed veroorzaakt door verwrongen geesten.
Ik kan het almaar moeilijker van me afzetten."
"Ja moatse, ik ken dadde." Reageerde Manuel die kortweg Manu werd genoemd.
"Het is een harde stiel. Ge moet tegen een stootje kunnen.
En op tijd afstand nemen."
"Daar zit het hem." Zei Alain.
"De zaken volgen elkaar alsmaar sneller op. Ge krijgt de tijd niet meer om te recupereren.
We moeten het ook alsmaar met minder gaan doen.
Dat gezeik van besparingen altijd.
We zijn toch ook maar mensen hé zeg."
"Ja moatse. Ken dadde.
Zeg, we moeten nekeer wa meer ofspreken hé.
Ne keer bijbabbelen.
Etwoaschen woar da w'op ons gemak zitte.
Nekeer bijbabbelen over vruuger en zo weetewel."


Dan ineens keek Alain om.
Zag iemand binnenkomen die hij absoluut niet luchten kon.
Het was Marcel Lelieart, schepen van veiligheid in zijn stad, volksvertegenwoordiger en bestendige gedeputeerde in de provincieraad, tevens voormalige kabinetchef op het ministerie van binnenlandse zaken.
Alain kon die man echt niet luchten en Manu wist dat.
"Ierse aawen beste moat is doar." zei hij in het plat Gents.
"Dat moest er nog bijkomen.
Die gaat hier toch niet komen speechen zeker?" Zei hij zuchtend.
"Den totentrekker.
Als er één iemand is die mij iets te vaak stokken in de wielen heeft gestoken tijdens een onderzoek, dan is hij het wel.
Niet toevallig vooral in de dossiers rond de pooiersfamilie Valckeneers.
Het zal hem ook wel pikken dat zijn protegé Arnaud Valckeneers in de cel zit."
"Doar heeft hem zijn hande allang van getrokke zulle." Merkte Manu op.
"Tuurlijk.
Doen alsof zijn neus bloed.
En intussen hier wat komen lullen over het belang van goede samenwerking tussen politie en justitie.
Ach, gast spring toch in de vaart... Godverdomsen hypocriet!"
Marcel Leliaert kwam inderdaad speechen.
Besteeg het spreekgestoelte en keek de aanwezigen met een plechtige en autoritaire blik aan.
Strak in een Italiaans maatpak, grijzende slapen, bril met duur montuur.
Hij hanteerde een gedistingeerd taalgebruik en sprak met volumineuze volzinnen.
Wat Alain zijn ergernis nog groter maakte.
"Ik ga een sigaret opsteken." Zei hij.
"Wacht kgon mee." Zei Manu.
"'K Benne wel gestopt me smuure, mor een beke buitenlucht zou me goed doen."

Alain en Manu stonden buiten.
Alain stak een sigaret op en begon er gulzig aan te trekken.
"Nog altijd niet van plan van te stoppe me smuure?" Vroeg Manu.
Alain slaakte een diepe zucht.
"Ik heb dat al zo dikwijls geprobeerd." Zei hij.
"Maar het heeft me alleen zenuwen, slapeloze nachten en een rothumeur opgebracht."
"Joa moatse, kenne dadde." Zei Manu.
"'k Heb dat uuk ollemolle meegemaakt.
Mor toch hebbe kik deurgebete.
Pas oep.
Pas uuk achter da 'k goe onder maan sjokkedeizen heb gekrege van Professor Van Roost van de dienst Cardiologie in 't UZ hier in Gent.
Tons zaan maan uugen opengegoan.
Mor 'k moen er wel baazegge, nog meer dedie van ons Hilde, maan vraawe.
Die heeft er direkt de pees op gelegd.
Nie meer smuure, gezonder eten.
Genen drank en nie meer oep café.
Want ze zeiget sebiet.
Ik wil a nie verlieze 'Beerke'.
Ewel hé.
Na draa joar loater.
Ben ekik  content da 'k het gedoan heb.
Ik voele me vele beter.
Kheb ne conditie van ne gast van midden in de dertig.
Mor soertoe.
Ik smaak were maan eten, en ik riek et sebiet als ons Hilde staot te koken als ekik binnenkom.
Moatse.
Dat is echt zalig.
Om terug alles te ruiken, te proeven, te voelen.
Om terug scherp te kunnen nadenken.
Doe gelik ik Alain.
Lot aa begeleiden.
Ik ken ne goeien therapeut die u heel goed kan helpen in 't proces om te stoppen me smuure.
En uuk ne goeien diëtist.
Khem de telefongnummers."
Manu keek Alain aan.
"Ge moeget nie veur maa doen Alain.
Doeget voor uw eige.
En paast dan nog nekier aan maa."
Ach, ge hebt misschien gelijk.
Ik zal me maar aanpassen aan de groepsdruk zeker."
Bij die woorden zette hij de hak van zijn voet op de sigaret die hij zo even op de grond liet vallen en liep hij terug naar binnen.

Dan werd Alain geroepen door de commissaris.
"Ah Alain kom even.
Meneer Leliaert wil graag eens een woordje met u spreken."
"Hierop zat ik dus te wachten." Dacht Alain bij zichzelf.
Marcel Leliaert stak zijn hand uit.
"Aha kijk eens hier.
Hoofdinspecteur Alain Donck.
Ben blij u te ontmoeten."
"Insgelijks Meneer Leliaert." Zei Alain.
"Sta me toe meneer Donck, om u te feliciteren met het goede speurwerk dat u en uw team het afgelopen jaar hebben verricht.
Vooral dan in de zaak rond Le Mimosa, die hoerenkeet waar minderjarige slachtoffers van mensenhandel tot prostitutie werden gedwongen.
Goed dat daar eens een einde aan gesteld werd.
Nogmaals mijn complimenten."
"OK." Bromde Alain.
"Wat is nu je punt.
Dat je blij bent dat de zaak op een dusdanige manier opgelost werd zodat jij en je corrrupte vriendjes buiten schot bleven?
Tja.
We konden ook niet anders.
Wilden we niet riskeren dat het onderzoek uit handen werd gegeven.
Want daar had je wel het handje van weg hé."
"Alain alstublieft!" Zei commissaris Van Marcke terwijl hij aan Alain zijn mouw trok.
"Wat.
Het is toch waar zeker?
Jarenlang heeft meneer elk onderzoek tegengewerkt, zeker wanneer we iets te dicht in de buurt van hem of van zijn corrupte vriendjes kwamen hadden we prijs.
Onderzoek ingetrokken, dossier overgeheveld, verdachte vrijgelaten wegens gebrek aan bewijzen.
En pas op... Niet een keer hé, maar telkens opnieuw.
Denkt ge dat het niet opviel misschien Meneer Leliaert?
Hé!
Denkt Meneer Leliaert soms dat hij met een stel uilen te doen heeft?
Hé!

En moet ik nu zijn complimentjes in ontvangst nemen gelijk ne kleine die een centje voor zijn zondag krijgt?
Hé!
Wel commissaris.
Aan die show doe ik niet mee!!"
"Meneer Donck." Zei Marcel Leliaert terwijl hij zijn handen op Alain zijn schouders legde.
"U weet toch dat het dankzij mijn vader Omer Leliaert, destijds stafchef op het departement binnenlandse zaken is dat u alsnog werd toegelaten op de politieschool.
Dit echter na mijn bemiddeling.
Want als het aan de toenmalige directeur Guillaume Swerts had gelegen die als leider van de Gentse afdeling van de Witte Brigade een gloeiende hekel had aan alles en iedereen die ook maar iets met collaboratie te maken had.
Dan zou je als kleinzoon van een actieve collaborateur nooit ofte nimmer toegelaten zijn op de politieschool. Ondanks het feit dat je vader zaliger met een Joodse huwde.
En ondanks het feit dat je eigenlijk in een pleeggezin opgroeide.
Dat weet ge toch?
Hé!
Alain Donck, kleinzoon van Joseph Donck. Verantwoordelijk voor het deporteren van talloze Joodse gezinnen, en voor het executeren van vele verzetslui.
Ik wil maar zeggen.
Het wordt tijd om op te houden met de 'prinzipenreiter' uit te hangen mijn beste, en mijn felicitaties gewoon in ontvangst te nemen.
Kwestie van het toch een beetje gezellig te houden.
Want je kan mij toch niets maken.
Tenminste niet zonder je carrière zwaar te schaden en je jarenlang opgebouwde anciënniteit en daaraan verbonden zuurverdiende pensioen  aan je neus voorbij te zien gaan."
Alain werd witheet van woede.
Keek Marcel Leliaert strak in de ogen.
Zijn lip begon te beven.
"Gij godverdoms smerig stuk crapuul!" Foeterde hij.
Waarna hij naar buiten liep, in zijn Range Rover stapte.
En met een rotvaart wegscheurde.
Met als gevolg dat commissaris Van Marcke een taxi moest bellen om thuis te geraken.

Terzelfder tijd.
Een politie combi reed door de straten die ondanks de verwoede pogingen van de strooi en sneeuwruimdiensten opnieuw langzaam bedekt werden met een fijn laagje sneeuw dat de ambitie had om almaar dikker te worden.
Wanneer je in het licht van de straatlantaarns keek zag je dat de lucht weer gevuld was met ragfijne sneeuwvlokken.
Het was flink koud geworden de laatste 24 uur.
En volgens de weersvoorspellingen was dit nog maar het begin.
In de politie combi zaten Jonas Vercoutter en Cindy Byttebier.
Twee jonge maar ambitieuze politiemensen op nachtelijke patrouille.
"Ik heb honger." Zei Jonas.
"Ik eigenlijk ook." Reageerde Cindy.
"Pittake?"
"Welja, dat zou me wel smaken." Zei Cindy.
Jonas hield halt bij een drukbezochte pittabar in de stationsbuurt.
Het was er best druk.
Er zaten vooral jongeren die de vele café's frequenteerden.
Het was tenslotte kerstvakantie.
Jonas bestelde twee pitta's met look.
"Is Ayse er niet?" Vroeg hij.
"Ayse is met vakantie naar Turkije.
Kan goed zijn dat ze er voorgoed blijft." Voegde Mehmet de uitbater en vader van Ayse eraan toe.
Ayse was de meer dan knappe dochter van Mehmet Oztürk, al meer dan 25 jaar uitbater van Pitta-Mehmet.
Veel jonge mannen kwamen vooral voor haar.
Want Ayse hield wel van een grapje en was altijd welgezind.
En zorgde er op haar manier voor dat de sfeer altijd positief bleef.


Met elk een grote pitta liepen Jonas en Cindy terug naar de combi.
Dan ineens een oproep via de radio.
"Oproep aan de beschikbare wagens.
Inbraak in leegstaand pand in de Gracienne Van Ackerelaan.
Getuigen zagen twee mannen een leegstaand pakhuis binnendringen, vermoedelijk koperdieven."
Jonas zette de zwaailichten aan en liet de sirene loeien.
met een rotvaart vlamde hij door de stad.
Over de Gracienne van Ackerelaan naar de industriezone.
Langs de kant van deze drukke baan bevonden zich oude pakhuizen en de ruïne van de oude fabriek.
Maar niet voor lang meer.
Een groot bedrijf had de gronden gekocht en wil er een technisch opleidingscentrum neerpoten.
Eindelijk zou deze onveilige stadskanker en aantrekkingspool voor junkies, koperdieven, illegalen op zoek naar een schuilplaats en ander onguur gespuis verdwijnen.
Jonas parkeerde zijn auto vlak voor het pakhuis.
Er waren sporen in de sneeuw.
Die naar binnen wezen.
Daar gingen de sporen over in natte voetafdrukken op het droge cement.
Met een zaklamp in de hand volgden Jonas en Cindy die sporen.
"Voorzichtig." Zei Cindy.
Hier zijn diepe krochten die naar voorraadplaatsen leidden.
Kan je lelijk in vallen."
"Geen zorgen." Zei Jonas.
"Ik ken dat hier wel hoor.
Heb hier als kind nog vaak gespeeld."
Ze liepen verder.
De voetstappen droogden op.
Liepen naar een ruimte vol onbestemde rommel.
Daarachter was een nis.
Jonas scheen in alle richting met zijn zaklamp.
"Daar." Riep Cindy.
"Daar ligt een lichaam."
Jonas liep er naartoe.
"Wacht, ik dek je." Zei Cindy terwijl ze naar haar dienstwapen greep en op het vermeende lichaam bleef schijnen."
Ook Jonas greep zijn pistool.
"OK. Draai je om met je handen in de lucht." Beval hij.
Het lichaam bleef roerloos liggen.
Hij zag een hoofd.
Lange zwarte haren.
Jonas had er geen goed gevoel bij.
Het lichaam lag onder houten balken, steengruis en verwrongen ijzeren vlechtwerk dat dienst doet in de bouw voor het verstevigen van beton en ander nog onbestemd materiaal.
Jonas schoof enkele houten balken weg.
"Een vrouw, een jonge vrouw." Zei hij.
"Godverdomme, die smeerlappen hebben toch niet."
Hij tilde het hoofd op en draaide het.
Dan... Bleef hij verstijfd voor zich uit staren.
"Cindy... Kom.
Kom eens hier."
Cindy kwam naderbij.
Cindy bekeek het lichaam van de jonge vrouw wiens ogen verstard naar het plafond staarden.
Ook zij herkende haar.
Het was Ayse Oztürk.
De negentienjarige dochter van de uitbater van de pittazaak waar ze zo even nog langs waren geweest...

Familiekwesties 2


Laat in de namiddag.
Het begon al te schemeren terwijl de sneeuw onophoudelijk uit de grauwe hemel bleef vallen.
De daken van de omliggende huizen waren al bedekt met een dikke laag sneeuw en zelfs op de vensterbank en op het onderste raamkozijn lag er al een fijn laagje.
Sarah en Bart lagen nog steeds in bed.
In een innige omhelzing.
Hun tongen zochten en vonden elkaar in een eeuwig glibberige paringsdans.
Sarah genoot met gesloten ogen van Bart zijn strelende handen, zoekende tong en zijn gespierde lichaam.
Ze sloeg haar hoofd achterover wanneer zijn vinger de weg naar haar clitje zocht.
Nog maar eens.
Hoe vaak had hij haar niet gevingerd?
Het was zeker al de vijfde maal.
Hij zoende haar hals, beet in haar oorlelletje.
Waarna zijn lippen en tong hun weg zochten naar haar borsten.
Hartstochtelijk zoog hij aan haar tepel.
Wat haar in extase bracht.
Ze woelde door zijn blonde haren.
"Oh fuck dit is zo zalig!" Kreunde Sarah.
"DEES IS ZO FUCKING ZALIG GAST!"
Ze schudde heftig met haar hoofd van links naar rechts.
Zonder ook maar iets te zeggen verdween zijn hoofd tussen haar benen.
Om gretig haar druipnatte poesje te likken.
Nog maar eens.
Nog maar eens zoog hij lekker aan haar clitoris.
Sarah greep in de heerlijke roes van het nabije orgasme naar haar hoofdkussen.
Haar lichaam schokte.
Dit was zo onwezenlijk.
Ze had seks met Bart.
Af en toe bekroop haar iets van schuldgevoel.
Seks met de man die nog maar anderhalve maand haar partner was.
Anderhalve maand nadat Alain een eind maakte aan hun verhouding.
Maar daar wilde ze nu even niet aan denken.
Ze kreeg er ook nauwelijks de kans voor.
Want de heftigheid waarmee Bart elke vezel van haar bronstige lijf beroerde liet geen plaats voor enige andere gedachte.

Bart was een super minnaar.
Dat was wel duidelijk.
Hij voelde haar perfect aan.
Hij slaagde er moeiteloos in om zijn orgasme zo lang mogelijk uit te stellen.
Laat dit de reden zijn waarom Sarah zich meer tot rijpere mannen aangetrokken voelde.
Ze vond dat veel van haar leeftijdsgenoten er maar weinig van bakten.
Dat ze teveel aan zichzelf dachten.
Bart niet.
Bart had ook een formidabel uithoudingsvermogen.
Maar dat verbaasde haar niet van een sportfreak zoals hij.
Eindeloos likte en zoog Bart haar clitje terwijl hij haar vagina met zijn vingers penetreerde.
Toen hij ophield was het zo goed als donker.
Zijn lichaam was een reusachtige zwarte schim die het invallende licht inpalmde.
Ze voelde hem.
Ze voelde zijn handen over haar lichaam.
Ze voelde zijn lijf op en over het hare.
Ze voelde zijn gladde eikel over haar schaamlippen.
Steeds dieper en dieper.
Ze voelde hoe hij in haar binnendrong.
Hoe hij traag in haar heen en weer ging.
Terwijl hij haar opnieuw tongzoende.
"Gij zijt een zalig wijf Sarah, weet ge dat?" Hoorde ze hem zeggen.
"Is 't waar Bart?" Fluisterde ze in zijn oor.
"Ja Sarah.
Gij zijt een fucking zalig wijf.
En ge hebt een verdomd schoon lichaam.
Ik krijg maar geen genoeg van u.
Godverdomme, toen ik u voor het eerst zag in uw strak fitnesspakske.
Toen had ik al goesting in u.
Ik wilde je.
En ik kreeg je.
En verdomme... Dit laat ik niet aan mij voorbij gaan."
Dan rechtte hij zich en begon hard en heftig te penetreren.
Ditmaal een vol halfuur.
Hij trok haar benen tot tegen haar onderlichaam.
En gaf zich helemaal.
Kwam klaar en ging dan gewoon verder.
Zonder één woord te zeggen.
Tot voor hij voor de tweede maal klaarkwam.
"GODVERDOMME! WAT ZIJDE GIJ TOCH EEN FERME MOKKE!" Zei hij hijgend, waarna hij zijn laatste dosis sperma in haar liefdesgrotje spoot.

Daarna lag Sarah heerlijk nagenietend in zijn armen.
Haar hoofdje op zijn brede borstkas.
Terwijl hij door haar korte blonde haren woelde.
"Sarah." Fluisterde hij zachtjes.
"Bart." Zei ze met gelukzalige ondertoon in haar stem.
"Wil je verder met me Sarah?" Vroeg Bart.
Sarah zuchtte.
"Kweenie.
Dit was heel lekker.
Maar het kwam zo onverwacht."
"Niet voor mij." Zei Bart.
"Het is niet alleen omdat ik veeleisend ben als partner dat ik je uitdaagde tot die duurlopen.
Het was niet alleen omwille van het gemak en de tijdswinst dat ik hier mijn rugzak achterliet en inging op je aanbod om bij jou te komen douchen."
Dan keek hij haar aan.
"Ik wil je Sarah.
Ik ga eerlijk zijn.
Tijdens onze eerste kennismaking zag ik u al zitten.
Jong, dynamisch.
En vooral... Sportief!
Weliswaar op een lager niveau als ik.
Maar ik had al snel door dat dit bijgeschaafd kan worden."
"Bart." Zei Sarah.
"Gij kunt zoveel meisjes krijgen.
Ge hebt er vast al veel gehad.
Patrick vertelde dat je er over opschepte dat je iets had met Jennifer Roelstraete.
Toen jullie haar gadesloegen tijdens haar aerobicslessen de dag dat ze stierf."
Bart zweeg.
"Jennifer." Fluisterde hij met een zucht.
"Ik voel me daar schuldig over.
Dat ik haar bedroog.
Vooral omdat...
Als ik dat niet had gedaan had ze misschien geen troost gezocht bij dat Italiaanse rijkeluiszoontje.
En zou ze misschien nog leven, en Joeri en Muriel ook."
"Hey... " Zei Sarah.
"Niet doen.
Er is maar één iemand schuldig aan hun dood.
Dat was Stacey Courtois, de gifmengster.
En haar door en door corrupte vriendje.
Het leven gaat verder Bart."
Bart woelde zwijgend door haar blonde haren.

"Sarah." Zei hij ineens. "Wees eens eerlijk.
Is er iets geweest tussen u en de Chef?
Allez ja ik bedoel dus Alain."
"Ik heb een zwak voor oudere mannen ja.
Allez ja, neem het niet persoonlijk.
Maar veel jonge gasten zijn alleen met zichzelf bezig.
Hun pleziertjes, hun maten, hun hobby's.
Op dat vlak was Alain anders.
Nu ja.
Eigenlijk begon het gewoon, hoe moet ik het zeggen?
We konden goed babbelen.
Hij had het over zijn vrouw Carine die in een instelling verblijft.
Voor het leven gehandicapt nadat ze in een dronken bui ongelukkig ten val was gekomen.
Nu ja, na die val is gebleken dat ze eigenlijk al vergevorderde 'Korsakoff' had.
Nu leeft ze verder als een plant.
Alain bekostigt haar verblijf en ze zijn nog altijd officieel gehuwd ja.
Maar ik merkte.
Hij had behoefte aan tederheid.
Een knuffel.
Aan...
Aan seks ja.
En ik gaf hem dat alles.
We trokken ons regelmatig terug in een rendez-vous hotelletje langs een grote steenweg."
Sarah staarde naar het plafond.
"Ik genoot er wel van ja.
In het begin was het gewoon seks om de seks.
Maar gaandeweg.
Allez ja.
Ik ontdekte wat hij lekker vond en hij wat ik lekker vond.
We gingen samen naar een conferentie over onderzoekstechnieken in Duitsland.
We sliepen in dezelfde hotelkamer.
Nu ja... Veel geslapen hebben we niet.
Gevreeën des te meer.
Veertien dagen later bracht ik met hem het weekend door in zijn buitenhuisje in de Ardennen.
Toen dacht ik.
Hier wil ik oud worden met hem.
Ik zag het zo voor me.
Hoe we daar in dat huisje een nieuw leven zouden opbouwen."
Sarah zuchtte lang en diep.
"Ach.
Misschien ben ik te hard van stapel gelopen.
Denk nog altijd.
Waar zat ik met mijn gedachten?
Een langdurige relatie met een oudere man.
Een kind van hem krijgen.
Een kind met een oude man als vader.
Die dood zou zijn tegen dat dat kind de volwassen leeftijd had bereikt.
Aan de ene kant is het misschien beter zo.
Aan de andere kant.
Ik maak me zorgen om hem.
Hij moet dringend iets doen aan zijn gezondheid.
Het advies van de cardiologe ter harte nemen.
Maar dat krijg ik maar niet aan zijn verstand."

"Mag ik eens wat zeggen Sarah?
Ik weet het, het zal hard klinken.
Maar Alain is verloren.
Die kan je niet meer veranderen.
Die zit zo vastgeroest in zijn gewoonten.
In zijn slechte gewoonten.
Eerlijk.
Het zou beter zijn voor het team.
Als hij gewoon zou vervangen worden.
Echt wel.
Ik zou evengoed het team kunnen leiden.
Echt wel.
Ik weet, het is nog te vroeg, anciënniteit en zo.
Maar toch.
Ik ga me daar dan ook kandidaat voor stellen als de tijd daarvoor gekomen is.
Het wordt tijd dat er in de recherche eens een stevige verjonging plaatsvindt.
Dat er eens een einde komt aan die vastgeroeste mentaliteit.
Waarvan mannen als Alain de oorzaak van zijn."
Daar wil ik echt aan meewerken.
Hoofdcommissaris worden.
Of nog hoger.
Dat is mijn ambitie.
Dan ga je wat zien.
Maar dat zijn zorgen voor later.
Vooreerst gaat de aandacht naar jou lieverd.
Denk er nog eens goed over na.
Over wat ik je vroeg.
Over wat ik zo hard verlang.
Verder met jou.
Met jou door het leven...
SARAH!"

De volgende dag.
Sarah en Bart zaten in 't Croissantje en waren al aan het ontbijten toen Alain binnenkwam.
"Goeiemorgen Alain." Zei Sarah met een glimlach.
"Morgen Chef." Zei Bart.
"Dag jongelui." Bromde Alain.
"Precies niet welgezind Chef." Zei Bart. "Slecht geslapen?"
"Zwijg stil." Bromde Alain.
"Vanavond Nieuwjaarsreceptie bij de Federale Politie.
En dan de rest van de week nog in de naburige politiezones.
Volgende week bij ons.
God weet dat ik daar zo'n pesthekel aan heb.
Al die totentrekkerij.
Al dat gezuip.
Die dronken prietpraat.
Bah!"
"Ge komt daar toch in contact met interessante mensen." Zei Bart.
Alain schudde het hoofd.
"Met mensen die je ofwel al zo vaak ziet en die je al zo vaak hetzelfde hoort vertellen.
Of met mensen die eigenlijk niets te zeggen hebben, maar die dat hoegenaamd niet van zichzelf vinden, vooral niet wanneer ze al een paar glazen binnen hebben."
"Jammer dat ik niet uitgenodigd ben." Zei Bart.
Alain keek schamper.
"Wat zou jij daar kunnen gaan uitrichten tussen al die hoge piefen die zichzelf zo belangrijk vinden."
"Netwerken tsjeins." Zei Bart.
Alain zuchtte nog meer."
"Laat het uit jongen." Zei hij.
"Al die moderne 'management' prietpraat zit me tot hier.
Zelfs onze commissaris komt met die onzin op de proppen.
'Productiviteit, vooruitgang, inzicht, een goede groepsgeest, blablablablabla'...
Wie verzint dat toch allemaal?"
"Heel simpel." Antwoordde Bart.
"Mensen die bezig zijn met dingen als productiviteit, vooruitgang, inzicht, een goede groepsgeest, en al van die dingen.
Ik vind dat soort dingen net goed.
Mensen uit hun comfortzone halen.
Zorgen dat mensen zich betrokken voelen bij hun werk. Zorgen dat er een gemeenschappelijk doel is.
Zorgen dat de neuzen in dezelfde richting staan."
"Alsof dat nu nog niet het geval is." Bromde Alain.
"Nog niet genoeg Chef, nog niet genoeg."
Alain dronk zijn koffie uit.
"Bon, tijd om naar het bureau te gaan." Zei hij.
"De Korpschef komt zijn nieuwjaarsspeech geven en onze eigen commissaris heeft ook nog het één en ander te zeggen. Die typische nieuwjaarspraatjes weet je wel?"
Even later stak hij gevolgd door Bart en Sarah de straat over.
Terwijl er opnieuw een dik pak sneeuw uit de lucht viel.

Even later zaten ze in de grote vergaderruimte samen met de agenten van de andere diensten.
Het interventiekorps, de jongens van de verkeersdienst, de wijkagenten.
De Hoofdcommissaris begon zijn speech met 'ik zal het kort houden'.
"Dat kennen we." Bromde Alain amper hoorbaar.
Maar Bart luisterde geboeid aar hetgeen de Korpschef te vertellen had.
"Bon, zijn er nog vragen?" Vroeg de korpschef tenslotte.
Niemand reageerde.
Behalve Bart.
"Ja." Zei hij.
"Ik heb nog vragen.
Vooral aangaande de opvolging van de vereisten inzake de fysieke paraatheid van dit korps."
De Korpschef keek verbaasd.
Waarna Bart hem een driedelige vraag stelde over de fysieke vereisten die horen bij de job van politie agent en de in zijn ogen gebrekkige opvolging ervan vooral dan bij mensen die hoofdzakelijk bureauwerk doen, en ook bij dat van de rechercheurs.
"Ziet u meneer de hoofdcommissaris. Het is niet omdat wij voornamelijk met saai sporenonderzoek, het checken van verklaringen of het ondervragen van mensen bezig zijn. Dat die vereisten voor onze dienst niet belangrijk zouden zijn.
Een optimale fysieke conditie is niet alleen levensreddend in bepaalde situaties.
Maar het gaat ook over uitstraling.
Wie een goede fysieke conditie heeft is niet alleen gezond, maar hij of zij straalt ook gezondheid, vitaliteit en levenskracht uit.
En is in deze dan ook een voorbeeld voor anderen.
En naar mijn mening hebben wij als politiemensen in deze een voorbeeldfunctie.
Maar aan sommige mensen van dit korps zou ik toch liever geen voorbeeld nemen."
Bij die woorden keek hij expliciet naar Alain.
Die voelde een withete woede opkomen toen hij dat zag.
Bart daarentegen kon maar weinig vrede nemen met het antwoord van de hoofdcommissaris en wilde doorvragen.
"We gaan het hierbij laten." Zei de hoofdcommissaris die weinig zin had om in discussie te gaan met een pas aangeworven rechercheur met iets te veel geldingsdrang naar zijn zin.

"Gij zijt een schone collega gij." Zei Alain geprikkeld toen hij terug op het bureau een kop koffie inschonk.
"Waarom?" Vroeg Bart.
"Als ze na een speech de gelegenheid geven om vragen te stellen dan doe ik dat.
Ik geef kritiek tijdens de vergadering en niet erna zoals de meeste mensen.
Weet ge.
Op dat vlak kunnen we veel leren van de Nederlanders.
Die klagen aan de vergadertafel niet bij het koffie automaat.
En de dingen lopen daar veel beter dan hier, op veel vlakken."
"Waarom ga je daar dan niet wonen? Als het daar toch zoveel beter is.
Ge zoudt daar heel goed op uw plaats zijn, op een betweter meer of minder komt het daar toch niet op aan."
"Aaah." Zei Bart terwijl hij een uitdagende houding aannam.
Ben ik dat in uw ogen Chef?
Een betweter."
Hij gaf Alain een stevige por.
"Ewel.
Dat hoor ik graag.
Want laat dit nu net één van mijn ambities zijn.
Om dingen te veranderen.
Te verbeteren.
Om komaf te maken met een hoop vastgeroeste en totaal verouderde patronen.
Ook al besef ik dat ik op weinig medewerking zal kunnen rekenen.
Vooral niet van mijn directe overste.
Die liever zou hebben dat ik net als de rest meedrijf met de stroom.
En opga in de rest, verzinkend in dezelfde vastgeroeste patronen van slechte gewoonten en achterhaalde ideeën.
Maar u zal  vast wel al gemerkt hebben Chef.
Dat dit niet in mijn persoonlijkheid ligt!