Pagina's

zaterdag 21 oktober 2023

Een weekje Ardennen 2


Dag lieve mensen.
De Ardennen zijn voor mij een bijzondere plek.
Net omdat het niet zo dicht bevolkt is en vooral omdat men nog niet alles heeft volgebouwd zoals hier bij ons, zijn de Ardennen de perfecte plaats voor wie graag de natuur in trekt en vooral voor wie op zoek is naar STILTE!
Stilte lieve mensen is in onze samenleving zo ondergewaardeerd. Mensen begrijpen niet dat er medemensen zijn die echt verlangen naar stilte. Die geprikkeld worden door alle lawaai om ons heen. En ik raad het jullie aan lieve mensen om eens eenmaal in je leven een echt bos in te trekken, ver van alle behuizing, alle wegen en vooral van mensen. Maar neem wel je voorzorgen en laat anderen weten waar je bent, want een ongeluk is gauw gebeurt.
Maar doe het eens. Ga een bos in, wandel, volg de bewegwijzering. En dan, als je merkt dat je echt in ‘the middle of nowhere’ bent. Zet u neer op een rots, of een bemoste boomstronk. Adem diep in en uit…
EN LUISTER!
Luister naar de vogels, luister naar het ruisen van de bladeren, luister naar de wind, naar het klaterende water. Sluit je ogen en neem de tijd om even te mediteren.
Laat regen je niet tegenhouden, trek een goede regenjas aan, doe die kap over je hoofd en luister naar het geluid van de regen die valt op je kap, op je jas, op de grond, op het bladerdak van de bomen.
Denk dan even aan het feit dat de wereld intussen verder draait. Dat de mensen ver van al dit moois gewoon hun leven verderzetten, dat alle gekheid gewoon doorgaat zoals ze dat altijd doet.
En bedenkt dan even DAT JIJ VANDAAG EVEN NIET MEEDOET!











Bedenk hoe het moet geweest zijn voor monniken en pelgrims op zoek naar spiritualiteit en bezinning. Deze vonden zij dan bijvoorbeeld in Saint-Hubert, de stad genoemd en gewijd aan de Heilige Hubertus, patroon van de jacht.
Daar vindt je een prachtige basiliek en een daarbij horende abdij die na de Franse revolutie werd opgeheven op bevel van de Franse revolutionairen. Een plaats die geschiedenis uitstraalt. Een plaats die voor vele pelgrims het einddoel was, want de Heilige Hubertus was een heilige die geëerd werd.
Het was zeker de moeite om er tijdens onze vakantie even halt te houden in deze kleine maar mooie stad. En niets is meer ontspannend dan op een plaats waar je nooit eerder was op een terrasje het dagelijkse leven te aanschouwen. En dan het idee dat niemand je hier kent.

De Basiliek van Saint Hubert.










Een leuke tussenstop die we al meer hebben gedaan als we in de Ardennen waren is Bomal.
Door de week een ingeslapen dorpje met een kerk en enkele cafétjes. Maar op zondag kan je er over de koppen lopen. Want dan vindt daar La Petite Batte plaats, een zondagse markt met kraampjes over het hele dorp en een rommel en brocantemarkt in de sporthal. Bij mooi weer kan je er over de koppen lopen en moet je verdorie veel moeite doen om je auto kwijt te raken, al kennen wij nu toch wel onze plaatsjes. De marktgangers zijn een mix van locals, mensen uit de wijde omgeving die er op zondag eens tussenuit willen en Vlamingen en Nederlanders die op dat moment ergens in de Ardennen verblijven en een dagje kraampjes kuieren inlassen.
Vanuit Bohan was het wel ver rijden, de andere keren dat we Bomal bezochten was tijdens onze verblijven in Durbuy en Achouffe. Vanuit Durbuy is het nog geen kwartier rijden en Achouffe ligt er op een half uurtje vandaan. Maar vanuit Bohan doe je er zeker een uur over. Maar wat geeft dat?
Rijden in de Ardennen is nog zo ontspannend. Cruisen met een snelheid zo tussen zeventig en negentig kilometer per uur. Je passeert langs charmante dorpjes, je rijdt er door de mooie bossen en van tijd tot tijd wordt je vergast op een prachtig panorama. Zet een muziekje op en de rit wordt nog leuker. Je bent met verlof, leef ernaar. Enjoy the ride.













Het was nadat we eerst Bertrix aandeden dat we doorgereden zijn naar Saint-Hubert. In Bertrix was er niets te beleven, maar we vonden dat dat de pret niet mocht drukken en besloten dan maar om een stukje verder te rijden. En zo reden we die zaterdag eveneens over de Ardense wegen. Het was tamelijk rustig op de baan, en dat we werden voorbijgestoken omdat ik het op sommige stukken niet veilig vond om negentig kilometer per uur te rijden, daar trok ik me niets van aan. Mijn veiligheid heeft voorrang op de ongeduld van een ander.
Dan bekroop me ook het gevoel van ‘andere streken, andere mentaliteit’. In de Ardennen licht men snelheidslimieten graag een beentje en is de doorlopende witte lijn weinig meer dan decoratie. Maar aan de andere kant is er niet die gehaastheid die je bij ons in Vlaanderen hebt. Men gaat er niet zo snel bumperkleven omdat ze weten dat het niet lang duurt eer er een mogelijkheid is om in te halen, of dat nu volgens de regels is of niet. Je haalt ze er zo uit, de mensen die gewoon zijn van in de Ardennen te rijden, en occasionele toeristen zoals wij. Soms rij je op een iets comfortabelere hoofdweg en dan is het ergens wel een zegen dat je daar negentig kilometer per uur mag rijden net zoals dat bij ons het geval was voor 2017 toen minister Ben Weyts de snelheidsbeperking op gewestwegen buiten de bebouwde kom terugbracht naar zeventig kilometer per uur. Onveilig heb ik me nog nooit gevoeld in de Ardennen, alleen is het even wennen aan de hellingen en het bochtenwerk als ik er nog maar pas ben.






Maar in een regio als de Ardennen ben je niets zonder auto, dat staat als een paal boven water. Het openbaar vervoer is er heel beperkt en doet niet altijd de kleinere dorpjes aan. In Bohan is er een Proxy Delhaize, wil je naar een grote supermarkt? Dan moet je algauw meer dan twintig kilometer rijden. En als je wil shoppen vaak nog verder. Ook ziekenhuizen liggen veel verder verspreid dan bij ons.
Klein Celientje had zich bij een sprong mispakt en had daarna blijkbaar veel pijn. Ze was stiller dan anders en had moeite met stappen. Dierenarts raadplegen dus, die vonden we gelukkig in het naburige Vresse Sur Semois. Daar heb ik dan het probleem in mijn beste Frans uitgelegd. We vonden het beter om voor een buggy of zo te zorgen zodat we toch ergens naar toe konden gaan met ons kleine rakkertje. Daarvoor reden we eerst naar Bearaing, het gekende bedevaartsoord waar zich een vestiging van Tom&Co zou bevinden. Maar die bestond niet meer, er was er wel één in het naburige Givet, dat is in Frankrijk. Zo’n tien kilometer rijden van Bauraing. Daar vonden we een kleine maar comfortabele hondenbuggy waarmee dan toch met ons kleine Celientje konden wandelen. Het spuitje dat ze van de dierenarts kreeg en de pilletjes en het pipetje met een soort gel dat ik in haar bekje moest spuiten deden meer dan behoorlijk hun werk en na twee dagen stapte ons Celientje weer veel beter, maar we moeten haar kniegewrichtjes in de gaten blijven houden zei onze eigen Dierenarts.

Hier was ze al veel beter.
Ons kleine Celientje.














Het was dit dat mij deed beseffen dat wij in het dichtbevolkte Vlaanderen het eigenlijk iet zo slecht hebben. We hebben winkels, dokters, dierenartsen, ziekenhuizen en andere instanties binnen handbereik. Het openbaar vervoer is goed (al kan het op sommige vlakken toch beter) en rijdt met een behoorlijke regelmaat. En heel veel afstanden zijn goed te doen met de fiets. En alles is hier vlak, wat je in de Ardennen bezwaarlijk kan zeggen.
En toch ga ik er graag terug.
Om er te genieten van de stilte en me even terug te trekken.

Kleine speurneusjes in Saint Hubert.


















Het water van de Semois is zo helder.
Je kan er de forellen in zien zwemmen.



















De laatste foto van onze vakantie.
Het was mooi, bedankt Bohan, bedankt Ardennen.
Bedankt voor de mooie momenten. 💖














Geen opmerkingen:

Een reactie posten