Pagina's

maandag 5 september 2016

Haar laatste verlangen 2


Vol goede moed was Nathalie weer aan het trainen.
Ze trok weer baantjes in het zwembad, deed haar krachttraining en reed kilometers met de fiets.
Haar ouders en haar ‘Parrain’ vonden het een goed idee.
“Het zal haar wat afleiden." Zo meenden ze.
“Alles is beter dan dat ze zou gaan piekeren en in een ‘zwart gat’ zou terecht komen.
Het trieste nieuws deed snel de ronde in het kleine dorpje waar ze woonde.
Daarom was het eerste wat ze deed daags na haar eerste training, naar Liesbeth rijden.
Liesbeth was haar aller, aller, allerbeste vriendin.
Ze leerden elkaar kennen in de kleuterklas, gingen samen naar de zwemclub.
Altijd waren ze samen.
Ook al was Liesbeth niet zo’n begenadigd zwemster als Nathalie. Waardoor ze zo ongeveer rond haar veertiende er de brui aan gaf.
Toch wachtte ze haar vriendin regelmatig op na de training, om dan samen wat te kletsen bij één van hen op de kamer, of in de zomer op het tuinterras van Café The Sherrif.
Daar was een prachtig zonovergoten tuinterras en een heel grote speeltuin, waar ze als kind samen heel fijne uren doorbrachten.
En later uren te kletsen in de zon. Nathalie met een fruitsapje en Liesbeth met een lekker Duvelke.
Terwijl Nathalie leefde voor haar sport. Gezond eten, niet roken, geen alcohol, op tijd naar bed.
Was Liesbeth zoals zoveel meisjes van haar leeftijd, regelmatig te vinden in het jeugdhuis of in één van de vele café’s in de stad.
Ze rookte, dronk graag Duvels en flirtte erop los, en had om de zoveel tijd een ander vriendje.
En vaak vertelde ze honderduit over haar avontuurtjes. Nathalie was er best nieuwsgierig naar.
Gniffelend luisterde ze dan naar de verhalen van haar beste vriendin. En was ze nieuwsgierig naar alle details.
Hoe vaak hebben ze zo niet liggen giechelen op bed, met schaamrood op de wangen.
Nathalie zette haar fiets tegen de muur van het rijhuis waar Liesbeth woonde en belde aan.
Haar moeder deed open. “Hallo Nats kom erin, Liesbeth is boven op haar kamer.”
Nathalie liep de trap op terwijl ze Liesbeth haar moeder hoorde roepen “Bethje, Nathalie is hier!!!"
De deur ging open en de traphal werd ineens gevuld met luid gekef.
‘Jefke’, het kleine vrolijke keeshondje glipte door de opengaande deur en liep luid blaffend op Nathalie af.
Ze nam het diertje op en gaf het een ferme knuffel.
Onderaan de trap hoorde ze de moeder van Liesbeth knorren. “Hoe dikwijls moet ik nog zeggen, de hond niet op de kamer. Ik heb juist gepoetst.”
“Ma.” Reageerde Liesbeth. “Ik had hem de hele tijd op schoot, er is niks vuilgemaakt.”
Toen richtte ze zich tot Nathalie die ‘Jefke’ optilde en over zijn kopje aaide.
Jefke  likte haar gezicht en kwispelde met zijn staartje.
“Zot manneke.” Zei Nathalie plagend. “Wat zijde gij toch een zot manneke.”
“Hey Nats." Zei Liesbeth. “Kom erin.”
Jefke werd op de bureaustoel gezet en beide meisjes gaven elkaar een hele dikke knuffel.
Liesbeth haar ogen straalden.
“Ben zo blij dat ge uit de kliniek zijt meiske.” Zei Liesbeth terwijl ze haar vriendin een zoen op de mond gaf. Ongegeneerd.
En dan nog eens. Haar tong zachtjes over haar lippen.
Nathalie liet dan ook haar tong over die van Liesbeth glijden.
Deden ze vaker, ongegeneerd.
Zo hecht was hun vriendschap.
Dat ze ongeremd met elkaar omgingen. Vaak lagen ze uren in bed te knuffelen en te zoenen.
Zonder remmingen.
Liesbeth troonde Nathalie mee naar haar computer.
“Check it meid." Zei ze triomfantelijk.
Ze klikte een paar keer met haar muis. Op het scherm verscheen een foto van een gespierde jongeman.
Helemaal naakt.
“Da’s nogal een hunk hé meid”. Nathalie bekeek de foto en voelde het in haar buik kriebelen.
“Hmmmm, die moet het mij geen twee keer vragen”. Zei ze terwijl ze sensueel haar lip aflikte.
“Ik heb er zo nog hoor.” Zei Liesbeth. “Moet ik ze naar u doorsturen? Kan je vannacht een beetje fantaseren.”
Bij die woorden keek ze haar hartsvriendin schalks aan.

Nathalie voelde ineens een steek in haar hart.
Er ging van alles door haar hoofd.
Een traan verscheen op haar wang, Liesbeth zag het.
“Hey Nats… Wat is er, waarom weent ge nu?”
Nathalie probeerde zich te vermannen, maar moest dan toch haar tranen de vrije loop laten.
Liesbeth sloot haar in haar armen en woelde door haar lange blonde haren.
“Hey meiske wat scheelt er met u? Toch geen slecht nieuws gekregen daar in die rotkliniek?”
Nathalie knikte van ja.
“Moogt ge niet zwemmen of zo?” Vroeg Liesbeth. “Gho dat zou kei erg zijn Nats.”
Nathalie zette zich op bed, Liesbeth zat naast haar.
“Liesbeth ik…” Ze zocht naar haar woorden.
Liesbeth zag hoe haar vriendin trilde op haar benen en wreef over haar rug.
“Rustig maar”, zei ze. “Adem diep in en uit, dan komt het wel vanzelf."
“Liesbeth." Herhaalde ze. Haalde nogmaals diep adem.
“Ik ga sterven... " Bij die woorden barstte ze opnieuw in diepe snikken uit.
Ze legde haar hoofd op de schouder van Liesbeth haar hartsvriendin waarmee ze zoveel mooie momenten meemaakte, en bij wie ze troost vond op moeilijke momenten.
Liesbeth kreeg het koud. Ze nam Nathalie stevig vast.
“Dat meent ge niet !!!!
Toe suske!!! Zeg dat ge dat nie meent!!!! Neem die woorden terug alstublieft!!!”
Liesbeth keek haar liefste vriendin vertwijfeld aan.
Haar hart brak bij het horen van die vreselijke woorden.
Snikkend vertelde Nathalie wat de dokter haar in het ziekenhuis vertelde.
Huilend omhelsden beide meisjes elkaar. Murw geslagen door een vreselijke gedachte.
De gedachte dat ze definitief en veel te vroeg uiteen gerukt zouden worden door... De dood.
Liet een spoor van  bittere pijn na diep in hun hart. Ze waren zo aan elkaar gehecht.
De gedachte was ondraaglijk.
Dergelijk nieuws kan je niet vatten... Nooit!
“Ik wou het u zelf vertellen, voor ge het van iemand anders zou horen." Zei Nathalie
Ik denk dat zowat de hele stad het al zal weten nu."

En dat was zo.
Want terzelfder tijd zat John Debeuckelaer achter de toog van zijn café The Sherrif voor zich uit te staren.
“Ge zijt er precies niet bij hé ‘Sherrif’.” Zei één van de vaste klanten gevat.
“Nee maat.” Antwoordde hij. “Ik heb heel slecht nieuws te horen gekregen.”
“Wat is er dan gebeurd?” Vroeg Marc, een vaste klant die na zijn ochtendshift al eens een pintje kwam drinken.
John zuchtte diep. “Ons Natske." Mompelde hij.
“Wat is er met haar? Ze had zo goed gezwommen van ’t weekend." Antwoordde hij. “Ik heb het gelezen in de gazet. Provinciaal kampioene. Ze verdient een dikke proficiat."
John vervolgde. “Na de wedstrijd is ze onwel geworden en werd ze naar de kliniek gebracht."
John zuchtte nogmaals… “Daar hebben ze vastgesteld dat ze een tumor in haar hersenen heeft. En die is uitgezaaid."
Marc zette verbaasd zijn pint neer, met een harde bons.
“Meende da nu?" Vroeg hij.
John zette zich op zijn kruk en boog het hoofd.
“Natske heeft nog maar zes maanden te leven Marc.” Zei hij met gebroken stem.
“Dat meiske was zo ambitieus, zat boordevol ambitie en toekomstplannen. En dan ineens krijgt ze dat op eur talloor.
En dan proberen ze ons wijs te maken dat er een God is. Laat me niet lachen!!!"
Hij wierp een blik op de krant. Met een paginagrote foto van De Paus.
“Ziet hem daar staan de paljas. ‘Het gezin is de hoeksteen van de samenleving en samenwonen voor het huwelijk is uit den boze’.
Hoe lang gaan ze ons die fabeltjes wijsmaken? Wat doen jonge mensen die samenwonen voor het huwelijk? Die ‘vogelen’ voor het huwelijk verkeerd?
In den tijd toen we Westernfilms draaiden voor de jonge gasten, toen we dansavonden en optredens van rockbands organiseerden hier in ’t café kwam de ‘paster’ ook zagen over ‘zedenbederf’ en ‘de jeugd op verkeerde gedachten brengen’.
Dat ze godverdomme mijn zak opblazen bende hypocrieten.
Als God bestaat is ’t ne grote KLOOTZAK!!!! En daarmee basta!”

Hij keek naar de ingekaderde foto aan de muur achter de toog tussen twee glazenkasten in.
Een foto van Nathalie. In haar badpak stond ze in vol ornaat te pronken met een veel te grote beker.
Nadat ze een prestigieuze wedstrijd won in Australië.
Op de achtergrond kon je The Opera House van Sidney zien.
“Natske… Ladychamp… Mijn trots, mijn kampioene, dapper vechterke.
Een voorbeeld voor veel jonge gasten. Echt waar.
Ze leefde voor haar sport, had er alles voor over. Terwijl haar leeftijdsgenoten uitgaan, paffen en zuipen en tot ’t kot in de nacht in dancings rondhossen. Was zij aan het trainen. Vroeg uit bed, vroeg erin. Jamaar hey... En tussenin nog studeren hé. En het was een goeie studente.
En nu… Hoe moet het nu verder. Ik mag er niet aan denken. Ik wil er gewoon niet aan denken.”
Ondanks er intussen al meer klanten in het café waren.
Was het drukkend stil, mensen wisten niet goed wat zeggen.
Door de speakers klonk ‘Rehab’ van Amy Winehouse…
Het nieuws deed snel de ronde.
Velen stonden perplex.
Nathalie Van Bosvoorde, het jonge zwemtalent waar de hele stad, zelfs de hele streek trots op mocht zijn.
Terminaal ziek.
Van overal kreeg ze bemoedigende woorden en steunbetuigingen.
Mensen vonden het ook dapper dat ze toch nog mee wilde doen aan het Belgisch Kampioenschap.
En velen wilden er bij zijn.
Om haar voor de allerlaatste keer in actie te zien.
Maar Nathalie was meer dan alleen maar een goeie zwemster.
Ze was buiten het bad ook een gewoon  meisje.
Een meisje met een hart van goud.

Enkele maanden terug.
Ze had de training afgerond en verliet het zwembad.
Het Café van haar ‘Parrain’ lag aan de overkant van de straat.
Hij was in de tijd een vurig ijveraar voor een zwembad in de gemeente.
En die kwam hier in de stad langs de invalsweg.
Later kwam er naast het zwembad ook het sportpark.
En een nieuw voetbalveld met een heuse tribune en een kantine.
Naast het café bevond zich de drankencentrale, die nu gerund werd door ‘Nonkel Jerry’. De oudste zoon van ‘De Sherrif’. Maar zoals dat dikwijls gaat kon John De Beuckelaer het niet laten om zich te moeien.
Toen Nathalie haar fiets op slot zette hoorde ze haar ‘Parrain’ en ‘Nonkel Jerry’ luid ruziemaken.
“Waar zitte gij met uw verstand gast?” hoorde ze haar ‘Parrain’ luid brullen.
“Hoe haalt ge het in uwe kop om zo’n paljas aan te nemen?
Ziet hem daar lopen, allez ‘lopen’. Precies een oud peeke. Slef, slef, slef, slef… Geen fierheid, geen ruggengraat, geen presentatie. Niks, niks, NIKS!!!
Zelfs ‘nen hond met nen hoed opzoude gij aannemen. Sjongejonge. Als ik er toch niet ben om een oogske in het zeil te houden hé!”
“Mor allee pa.” Reageerde Jerry De Beuckelaer. Geef die jongen toch een kans. Hij is nog maar pas bezig en breekt hem al af."
“'Mor allee pa, mor allee pa'. Niks te ‘mor allee pa’. Da’s hier wel een bedrijf hé, geen beschutte werkplaats!”
Nathalie wandelde nieuwsgierig de drankcentrale binnen en liep tussen de opgestapelde bierbakken naar het afgezonderde bureau waar de luide conversatie plaatsgreep.
Aan de ingang zag ze een lange slungelachtige jongen wat verveeld rondhangen.
Ze herkende hem.
Hij herkende haar ook.
Het was Tim, Tim Boldermans. Een jongen die ze nog kende van toen ze nog in het Atheneum zat.
Tim Boldermans was zo’n jongen die niet goed wist wat hij moest doen met zijn leven.
Hij had al in verschillende richtingen gezeten, maar kon er zijn draai niet vinden.
Hij kon ook moeilijk gezag aanvaarden en zat eigenlijk altijd wat afgezonderd.
Zo’n jongen die zich door iedereen onbegrepen voelde.
Op een keer zag ze hoe hij door een stel andere, oudere jongens gepest werd.
Ze kwam tussen, op haar eigen felle manier.
Luid brullend en wilde gebaren makend stormde ze op het groepje jongens af.
“Als gulle die gast nie gerust laat hebde gijle met mij te doen hebt ge dat verstaan stelletje krapuul!!!"
Ze gaf een paar jongens een duw en stond tussen hen.
Ze stonden perplex.
Ze wisten wel dat Nathalie geen katje was om zonder handschoenen aan te pakken.
Ze was groot en breed geschouderd en was niet bang om dat uit te spelen in een confrontatie.
Ze nam de jongen apart en samen gingen ze in een hoekje zitten babbelen.
Zo ontstond er een hechte band.
Tim was best een lieve jongen ondanks zijn ietwat ruwe, slordige uiterlijk.
Tim wilde eigenlijk het liefst van al iets creatiefs doen. Tekenen, schilderen, of iets met muziek.
Maar dat zagen zijn ouders helemaal niet zitten. Ze vonden dat hij een echt vak moest leren.
Maar leren ging hem niet af en dingen als schilderen of houtbewerking zag hij ook niet zitten.
Vooral het vooruitzicht om naar de pijpen van één of andere baas te moeten dansen stond hem tegen.
Hij was erg rebels van aard en liet zich door niemand de les lezen.
Op een dag werd hij ook van het Atheneum gestuurd.
Nathalie mistte hem wel.
Tim was best een lieve en gevoelige jongen.
Eerlijk: Ze voelde wel wat voor hem.
Er leek iets mooi’s te bloeien tussen hen.
Ze werden vaak samen gezien, soms hand in hand.
Nathalie met een brede glimlach op haar lippen en met blinkende flonkerende oogjes.

Op een koude namiddag stonden ze aan de bushalte. Tim sloeg zijn armen om haar heen.
En keek diep in haar ogen.
Nathalie voelde haar hartje bonzen en het kriebelde in haar buik.
En dat vond ze best fijn.
En toen kusten ze elkaar.
Een lange innige tongzoen.
“Waarom ga je niet met me mee Nats?” Vroeg Tim.
“Mijn ouders zijn niet thuis, niemand zal ons storen. En ik heb een fles wodka op mijn kamer. Het kan nog gezellig worden.” Bij die woorden liet hij zijn hand over haar rug glijden, tot aan haar kont.
Ze voelde dat hij een erectie had, het was allemaal best spannend.
Maar ze wees hem af.
“Sorry Tim, je bent een lieve jongen. Maar ik heb andere dingen te doen.
De training, volgend weekend een wedstrijd. Ik kan het me niet permitteren om alcohol te drinken.
En moet morgen met een frisse kop in het zwembad zijn.”
Bij die woorden drukte ze Tim dicht tegen zich aan.
“Je bent een schat van een jongen, ik ben graag bij u. Maar meer dan vriendschap kan er niet worden tussen ons.”
Tim probeerde nog. “Gewoon eens lekker vrijen, meer verlang ik niet. Gij hebt zo’n schoon lichaam Nathalie. We kunnen toch eens gewoon afspreken. Ik begrijp dat ge met het zwemmen veel wilt bereiken en dat ge daar veel voor over hebt. Maar ge kunt toch niet leven als een non. Ge zijt een jong en gezond meiske… Allez snapt ge?”
“Ik snap het wel.” Zei ze. “Maar ik ga echt niet voor de lol met de eerste de beste in bed duiken, sorry.”
“Ik ben toch niet de eerste de beste, wij zijn toch vrienden!!!" Zei Tim.
“Juist daarom-… " Zei ze beslist.
“Er moet meer zijn dan dat, eer ik met een jongen naar bed ga. Er moet liefde zijn… Een relatie.
En daar heb ik nu geen tijd voor. Probeer dit te begrijpen Tim.”
Tim keek haar teleurgesteld aan.
“Ik dacht dat ge meer ruimdenkend waart." Zei hij.
En hij liep weg, binnensmonds vloekend. En stapte de eerste de beste bus op
Nathalie bleef verweesd achter.
Enkele dagen later werd hij van school gestuurd.
Hij was na dat ene moment bijzonder prikkelbaar. Of hij teleurgesteld was dat hij haar niet kon krijgen.
Ze voelde zich daar wel een beetje schuldig voor. Maar aan de andere kant dacht ze van. "Ja ey!! Ik ben wel geen slet hé.”

En nu zag ze hem terug.
“Hey Nats." Zei hij, terwijl hij breed glimlachte.
“Wat doede gij hier meiske?”
“Ik? Gewoon even goeiedag zeggen aan mijn ‘Parrain’ en aan nonkel Jerry.”
“Zijt gij hier familie.” Vroeg hij.
“Ja." Zei Nathalie. Dat hier is mijn grootvader en ook mijn dooppeter, daarom noem ik hem altijd ‘Parrain’. En dat is mijn nonkel Jerry, de broer van mijn moeder.
“Amai… " Stamelde Tim. “De wereld is toch klein hé."
John zag zijn kleindochter staan en liep meteen naar haar toe. Hij gaf haar een flinke pakkerd.
“Hier se onze kampioene, hoe was de training?"
“Goed hoor." Antwoordde ze. “Maar waarom maken jullie zo’n ruzie. Amai zulle ik hoor het tot buiten."
“Hier se,.. Doar se. Meneerken hier se!" Antwoordde John terwijl hij naar zijn oudste zoon wees.
“Meneer heeft hier zonet een wandelende zak patatten aangenomen om hier in de brouwerij te werken. Ik zie het de mensen al zeggen. "Hey biervat waar gaat ge naartoe met dat manneke’??"
Bij die woorden keek hij minachtend naar Tim.
“Ewel paljas! Wat staat ge hier nog te doen? Ga op een ander werk zoeken? Probeer het eens aan 't stad.  Daar zijt ge meer op uw plaats, bij de andere lanterfanters!!!”
“Allez Parrain." Zei Nathalie. “Geef die jongen een kans, ik ken hem. Da’s een hele goeie jongen.
Hij heeft het niet altijd gemakkelijk gehad. Maar ik vind dat hij recht heeft op een kans, op wat steun en zo."
“Vanwaar ken ge 'diene gust'?" Vroeg John.
“Van op school”, antwoordde Nathalie. “We kwamen goed overeen, als vrienden. Babbelen en zo.
Eigenlijk is het gewoon iemand die wat aanmoediging nodig heeft. Iemand die in hem gelooft."
“En gij gelooft in hem?” Vroeg haar ‘Parrain’ een beetje cynisch.
“Jazeker." Antwoordde ze zelfverzekerd. “Ik geloof in Tim!!!”
John dacht even na en ging dan naar de jongen  toe. Hij keek hem met strenge blik diep in de ogen.
“Gij hebt chance maat. Chance dat mijn petekind in u gelooft, en dat ik haar niets kan weigeren.
Maar één fout, één misstap. En ge moogt uw boeltje pakken. HEBT GE DAT BEGREPEN??”
Na haar avondtraining fietste Nathalie terug naar de drankencentrale.
Tim kwam net buiten.
“En hoe was uw eerste werkdag”? Vroeg ze nieuwsgierig.
“Viel best mee, uw nonkel Jerry is best een goeie baas. Veel gemakkelijker als uw ‘Parrain’.”
“Ja." Zei Nathalie zacht. “Nonkel Jerry is iemand die zich niet rap boven zijn personeel gaat stellen.
Hij zal al eens mee aanschuiven om boterhammekes te eten, en vragen hoe het gaat en zo.
Mijn ‘Parrain’ is op dat vlak van de oude stempel. Autoritair, ‘gij doet wat ik zeg’. Maar hij heeft een hart van koekebrood. Als ge doet wat er van u verlangt wordt en zijn vertrouwen weet te winnen. Dan zal hij wel ontdooien hoor.
Maar verwacht niet dat hij met u een gemoedelijk klapke gaat doen. Toch niet tijdens de werkuren. Want als uw uren lopen dan moet er gewerkt worden. En hard als 't efkes kan."
Zo babbelden ze wat verder. Nathalie en Tim.
Het deed haar deugd aan haar hartje om Tim terug te zien.
Maar zweeg toch wijselijk over dat ene moment daar aan die bushalte. Wie weet was hij daar nog altijd boos om.

Maar dit was maanden geleden.
Nog lang voor Nathalie Van Bosvoorde te horen kreeg dat ze niet lang meer te leven had.
Maar nu was alles ineens anders.
En begon ze de dingen ook anders te zien.
Het was midden in de nacht.
Nathalie kon de slaap niet vatten.
Er ging van alles door haar heen.
Over een maand haar laatste wedstrijd, het hele dorp zou erbij zijn.
Het gesprek die middag met Liesbeth haar hartsvriendin.
Uren lagen ze te huilen op het bed van Liesbeth.
Lange tijd zeiden ze geen woord.
Uiteindelijk begonnen ze zachtjes te babbelen, gewoon over domme dingen.
Over jongens.
Over wat ze zouden doen moesten ze alleen zijn met die knappe gast op het scherm van Liesbeth haar laptop.
Beide meisjes fleurden even op.
Maar er was die vreselijke tijding die als een 'Zwaard Van Damocles' over hun hoofd hing bleef hangen.
“Nog zes maanden." Zei Nathalie met een snik in haar stem.
“Nog zes maanden zijn we samen, en dan laat ik je voorgoed achter."
Ze keken elkaar aan.
En naar de foto op de laptop.
“Stel je voor." Zei Nathalie cynisch. “Sterven als maagd.”
Ze moesten er om lachen, door hun tranen heen.
Maar nu ze alleen in bed lag, bleef dit grappig bedoelde zinnetje door haar hoofd spoken.
Die foto van die knappe kerel op het scherm stond op haar netvlies gebrand.
Ze fantaseerde hoe hij haar in haar armen sloot. Hoe hij haar kuste en streelde over heel haar lichaam.
Hoe zijn handen tussen haar benen gleden en hij zachtjes haar clitoris beroerde.
Alleen al van die gedachte ging er een siddering door haar lichaam.
Ze sloot haar ogen en begon met zichzelf te spelen.
Ze liet haar slipje zakken en trachtte zich in te beelden hoe het zou voelen als die gast diep in haar zou binnen dringen.
Niet veel later kreeg ze een orgasme.
Ze slaakte een paar gesmoorde kreetjes, daarna lag ze languit op bed, haar slip nog rond haar dijen.
“Sterven als maagd… “
Ineens besefte ze dat heel haar leven draaide om het zwemmen.
Trainen, op haar voeding letten, op tijd naar bed.
Terwijl andere meisjes van haar leeftijd uitgingen en plezier maakten.
En verliefd werden, met jongens naar bed gingen.
Nathalie had ook haar gevoelens, zoals ze dat wel eens zeggen.
Ze vond het leuk om over jongens te fantaseren, om samen met haar vriendin Liesbeth jongens te keuren en puntjes te geven.
Maar het zwemmen ging voor.
Dat was haar leven. HAAR PASSIE!
De sportmicrobe weet je wel.
De smaak van het applaus.
De mensen die aan de kant stonden te supporteren waren haar fans, haar familie en haar beste vrienden.
Ze deed het voor hen.
Wilde hen niet teleurstellen.
De felicitaties, de complimentjes, foto in de krant.
De medailles aan de muur en de bekers in de kast van de woonkamer of in het café van haar ‘Parrain’. Die meer dan fier was op zijn talentvolle kleindochter.
Hij was een gulle sponsor voor De Waterratten en dit lang voor Nathalie geboren was.
Wat was hij dan ook fier dat het zijn kleindochter was die voor deze zwemclub de ene overwinning na de andere binnenhaalde
De ‘Ladychamp’ van De Waterratten naar de Olympische Spelen’. Dat zou de kroon op het werk zijn.
Hij kon er niet over zwijgen.
Het motiveerde haar. Het was omdat hij een goed woordje deed dat ze lid mocht worden, aan wedstrijdzwemmen mocht deelnemen.
Wat was ze trots op haar eerste medaille, haar eerste beker.
De jaloerse blikken van haar klasgenootjes toen ze voor het eerst in de krant stond.
Het motiveerde haar, het succes smaakte naar meer.
Maar nu…
Het besef dat de ‘leuke dingen’ van het jong zijn aan haar voorbij gingen.
Sneed zo diep door het hart.
“Zes maanden” dacht ze.
Kon ik in die zes maanden maar eens de kans krijgen om, ook al was het maar heel even.
Te genieten van liefde, van passie, van SEKS !!!
IK WIL NIET STERVEN ALS MAAGD!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten