Pagina's

maandag 14 augustus 2017

De Klaverhoeve 3



Een jaar ging voorbij.
Joyce bloeide helemaal open in De Klaverhoeve.
Een meisje zo hard geraakt door het leven.
Vond rust.
Regelmaat.
En NESTWARMTE!
Zo kwam er een heel andere kant in haar naar boven.
Een rustige, poëtische en kunstzinnige kant.
Een zachte kant
Dromerig keek ze 's avonds naar de ondergaande zon.
Terwijl Beau haar kop op haar been legde.
Het ooit zo rusteloze meisje.
Vond zichzelf terug.
Maar ook tussen haar en Willem, de oudste zoon van het gezin Gijsbrechts onstond een heel innige band.
Maar het meisje was erg breekbaar.
Had nood aan structuur, houvast en vooral VEEL LIEFDE!
Trok zich elke avond terug in de schuur samen met die lieve Beau.
En dat baarde Achiel erg veel zorgen.
Want Beau werd oud en alsmaar zwakker.
Het arme dier kon amper nog lopen.
Sleepte zich letterlijk voort.
Het ware beter dat het arme dier uit haar lijden verlost werd.
Maar hij dacht aan Joyce.
"Zal dit meisje dit verlies wel aankunnen?" Vroeg hij zich af.
's Avonds bij het avondmaal begon hij er voorzichtig over.
"Mannekes," zei hij
"Het gaat niet goed met ons Beau.
Ze wordt oud.
Kan niet meer lopen.
Het zal beter zijn... Als we haar een spuitje geven."
Achiel keek naar Joyce.
Het meisje zuchtte diep.
"Misschien is het beter zo.
Beau'ke ziet zo af Vader Achiel.
Gisteren moest ik haar naar de schuur dragen. 't Beest kon niet meer stappen."
Joyce huilde zacht.
Maar leek zich toch kranig te houden.
"Beau'ke heeft een schoon leven gehad," zei ze.
"Mag ik er bij zijn als ze een spuitje krijgt?
Ik wil afscheid nemen.
Bij haar zijn als ze aan haar laatste reis begint.
Beau'ke betekende veel voor mij.
Meer dan de meeste mensen die ik in mijn leven ontmoette.
Behalve jullie dan."

Achiel stemde in.
Zelf wilde hij er liever niet bij zijn.
Hij was een harde koppige boer.
Maar met een zachte binnenkant.
Hij hield veel van zijn lieve Duitse Herder.
Had het er moeilijk mee dat het dier zo aftakelde.
Diep vanbinnen vrat het verdriet hem op.
Maar hij voelde zich te trots om het te tonen.
Toen de dierenarts diezelfde avond kwam om Beau te laten inslapen.
Zat hij in de keuken.
Tranen liepen over zijn wangen.
Intussen zaten de rest van het gezin en de pleegkinderen in de schuur.
Waar ze afscheid nemen van Beau.
Eén voor één aaiden ze het lieve dier over haar kop.
Het leek wel dat ze wist dat haar einde naderde.
Ze legde haar kop tussen haar voorpoten.
Leek zich in haar lot te berusten.
Joyce ging op haar hurken zitten.
"Beau'ke," zei ze zacht.
De oude hond piepte zachtjes.
Hief haar kop op
Joyce liet het dier haar kop rusten op haar been.
Streelde zacht haar kop en hals.
"Rustig maar Beau'ke.
We gaan u geen pijn doen.
We gaan u doen slapen.
Ge gaat lang slapen,"
Dan diende de dierenarts de injecties toe.
Beau legde haar kop te rusten.
Met tranen in de ogen voelde Joyce hoe die lieve Beau haar laatste adem uitblies.
Dan legde ze het dier neer waarna de dierenarts haar in een plastiek zak stopte die hij dan dichtritste.
Joyce liet haar hoofd zakken tegen Willem's schouder en barstte in diepe snikken uit.
Willem streelde zacht door haar haren en gaf haar een zoentje op haar voorhoofd.

Beau werd begraven achter de koeienstal.
Willem nam een boomstronk en kliefde die met de bijl in twee, en dan nog eens.
Waarna Joyce met een mes de naam van Beau er heel kunstig in kerfde.
Daarna werd de stronk op het graf van Beau geplaatst, waarna Joyce er ook nog een zelfgemaakt bloemstuk naast legde.
Vader Achiel stond achter Joyce en Willem.
"Schoon gedaan jongelui.
Nee echt.
Ik zien da geire, dat jonge gasten zoals gijle nog jullie tijd in iets steken."
Hij gaf hen allebei een schouderklopje en boog dan het hoofd bij het graf van zijn trouwe hond.
"Komt gijlen nekeer mee," zij hij dan ineens.
Joyce en Willem volgden Achiel. Hij liep naar zijn auto, een oude aftandse pick-up truck.
"Doe nekeer één van de achterportieren open," droeg hij Joyce op.
Het meisje deed het. Achter op de zetel die bedekt was met oude kranten zat een kleine Duitse Herder puppy.
"Mooooooooooh!!!!" riep Joyce vertederd.
"Ezo'n schatteke!" 
Ze tilde het dier op en begon het meteen te knuffelen.
"Geen boerderij zonder waakhond," zei Achiel.
"Ik wil dat gij en Willem voor dit manneke zorgen.
Ja 't is een manneke.
En ge moogt zelf de naam kiezen."
Joyce dacht even na.
"Sultan!" zei ze plots.
"Da's ne schuune naam voor nen hond.""Goed dan," zei Vader Achiel.
Welkom op De Klaverhoeve kleine Sultan.

Weer gingen de maanden voorbij.
Sultan groeide als kool en werd de chouchou van de jongelui die opgroeiden op De Klaverhoeve.
Maar het was vooral Joyce die met het dier bezig was.
Ze leerde hem allerlei kunstjes en al snel kende hij heel wat bevelen.
Op een zondagmiddag.
Albert Gijsbrechts de broer van Achiel kwam op bezoek.
Hij is een echte hondenkenner.
Lesgever in een hondenschool en organiseerde wedstrijden in 'gehoorzaamheid', 'Agility' en andere disciplines in de hondensport. Tevens was hij voor zijn pensioen agent en later zelfs instructeur bij de hondenbrigade van de politie.
"Is dat dat meiske dat ge vorig jaar onder uw hoede hebt genomen?" vroeg hij. "Die Joyce Tempels."
Achiel knikte.
"En zeggen dat onze collega's in Gent zeiden dat dat een vogel voor de kat was.
Dat er niks van dat jong terecht zou komen.
Voor galg en rad zoals dat heet."
"Onzin," zei Achiel.
"Geen enkel kind is verloren.
Ik neem al heel mijn leven kinderen op, net zoals ons vader en grootvader dat deden.
En die zijn allemaal goed terecht gekomen."
"Achiel jongen," zei Albert.
"Dat waren andere tijden hé.
Den dag van vandaag is 't allemaal zo simpel niemeer zulle.
Met al dienen drugs.
En al die andere verleidingen.
Ge moogt er niet meer mee doen wat ge wilt ook hoor.
Ze kennen beter hun rechten als wij."
"Albert luistert," zei Achiel.
"De tijden veranderen, maar de mensen niet.
De mensen, en zeker jonge mensen hebben nood aan structuur.
Een houvast.
Hier is dat altijd al geweest.
Discipline, regelmaat, samenwerking, en vooral... Nestwarmte.
Daar hebben jonge gasten altijd al nood aan gehad.
En daar gaan ze altijd nood aan blijven hebben.
Hier maken we tijd voor die gasten.
Hoe druk het ook moge zijn op de boerderij.
Daar zit het probleem den dag van vandaag.
Ouders steken geen tijd meer in hun kinderen."
Albert knikte, moest toegeven dat...
Zijn broer in deze ZO HARD GELIJK HAD!"

"Maar zeg nekeer. Waarom laat ge ze niet meedoen met wedstrijden.
Uwe Sultan gaat prijzen winnen.
En dat gaat Joyce haar eigenwaarde een stevige boost geven."
"Milledjieje!" Mompelde Achiel.
"Daar zegt ge nog iets."
Achiel sprak er over met Joyce en Willem en ze waren allebei enthousiast.
Ze leerden de kleine dappere Sultan allerlei bevelen aan, en oefenden met hem in het schapen drijven.
De jonge leergierige Sultan had het allemaal snel onder de knie.
Over enkele maanden was er een zeer belangrijke wedstrijd in het naburige dorp, en Achiel wilde dat Joyce met Sultan zou meedoen.
Dus werd er zeer gedreven getraind met de schapen.
Joyce gaf het beste van zichzelf en wist het beste uit de jonge Sultan te halen.
Achiel geloofde erg hard in zijn jonge protegé en zijn leergierige herdershond.
Dan brak de dag van de wedstrijd aan.
De eerste manche deden Joyce en Sultan het voortreffelijk.
Zelfs de eigenaars van de meer ervaren herdershonden keken waren verbluft.
Dan wachtte Joyce op de halve finale.
Een man kwam naderbij. Groot, kaal, tatoeages, stierennek, grimmige blik.
Joyce herkende hem.
"Wat doede gij hiere godverdomse kluutzak?" dacht ze bij zichzelf.
"Ierse doarse," zei de man grijnzend.
"Maan stiefdochtere begot. En nog altijd even toppezot van honden hé."
"Wat is 't"?
Vroeg Joyce. "Heb 'k iets van u aan misschiens?"
"Ik wil mor ien dieng tegen aa zegge loetse!
"Tegen ons gode nie winne zulle!"
"Ons?" Vroeg Joyce.
"Doede gij ook mee misschiens?"
"Joak! Khem nen nieuwen hond. Een topperke.
En daor gone kik veel prijzengeld mee opstrijke.
En gaa go maa nie tegenhaawe wete da?
Bastoardsjoenk!"
Joyce wierp haar stiefvader een giftige blik toe.
"Kom Sultan, lot ons aangenoamer gezelschap opzuuke!" zei ze terwijl ze hem een zachte por in de zij gaf.

Dan was het haar beurt.
De zenuwen gierden door haar lichaam.
"En dan nu de eerste kandidate voor de halve finale, juffrouw Joyce Tempels!" Klonk het door de luidsprekers.
Joyce liep het terrein op.
Enkele drijvers joegen de schapen het terrein op, Sultan trok hijgend aan zijn leiband.
"Rustig moatse!" Fluisterde ze zacht.
Dan weerklonk het startsein. Joyce liet Sultan los en het dier liep meteen naar de schapen toe.
Net toen Joyce hem aanwijzingen wilde geven in de vorm van korte bevelen leek hij ineens terug te deinzen.
Of hij aarzelde.
"Wat es me dadde nu?" dacht ze.
Willem stond in het publiek.
Zag een grote kale man met stierennek en tatoeages.
Hij had een laserpen in de hand.
Hij keek even goed, leek wel of hij de enige was die het in de gaten had.
Ja hoor.
Hij richtte de pen op Sultan.
"Godverdomse klootzak!" foeterde hij.
Dan gaf hij hem een por.
"Hey gast! waar zijde gij mee bezig?"
"Wat is 't probleem moatse?" Reageerde de man giftig.
Willem rukte de laserpen uit zijn handen.
Greep de man bij zijn kraag.
"Wat zijt gij daarmee van plan? Hé?
Klootzak!"
De man gaf Willem een slag in het aangezicht!
Willem viel achterover.
Maar Wannes was er ook nog.
En ook Kevin, Tom en Jason.
Ze snelden Willem ter hulp.
"Ey wilde gij mijn broer nekeer gerust laten stuk crapuul dat ge zijt!" riep Wannes.
De pezige Kevin duwde de man tegen de dranghekkens.
Twee politieagenten kwamen op het tumult af.
"Wat is dat hier?" vroegen ze.
"Die gast viel mijn broer lastig!" Zei Wannes.
"En wilde Joyce saboteren!" Riep Kevin. "Kijk hier, een laserpen.
Fucking lowlife, chance dat die flikken er zijn of ik sloeg u in de kliniek.
Weet ge dat!" Sneerde hij giftig naar de man!
"Zozo meneer Decanck wat hebt u hier op te zeggen?" Vroeg de agent!
"Laten we er maar eens de organisatie bij halen, want dit lijkt me wel een ernstige reden voor diskwalificatie! Of niet soms?"
En zo geschiedde.
"Guido Decanck de stiefvader van Joyce, de man die ooit zijn eigen hond brutaal om het leven bracht omdat het dier haar wilde beschermen tegen zijn agressie, werd gediskwalificeerd.
Tevens kwamen mensen zich beklagen over het feit dat een kale man zijn hond nogal bruut behandelde. Zeg maar mishandelde.
"Wilt u even meekomen naar het bureau meneer Decanck?" Vroegen de agenten streng.
De wedstrijd werd overgedaan en Joyce bereikte de finale, waar ze helaas de duimen moest leggen tegen een beter getalenteerde hond met een meer ervaren meester.
Maar dat kon de vreugde niet temperen.
Joyce was vooral Willem en de andere jongens heel dankbaar.
"Dankzij ulder heeft diene klootzak van ne stiefpa zijne verdiende loon gehad."

Die avond lag ze samen met Willem in de schuur.
Het was herfst.
De wind woei door de scheuren en de regen roffelde op het dak.
Sultan speelde in het hooi, wat grappig was om zien.
Joyce had zich in Willems schoot genesteld.
"Ksien u geire maatse!" zei ze met een tedere blik in haar ogen.
"Ik u ook lieverd," antwoordde Willem.
Hij keek haar in de ogen.
Ze drukte haar lippen tegen de zijne en woelde door zijn haren.
Willem liet haar begaan en streelde zacht haar rug.
Dan legde hij haar in het hooi en ging bovenop haar liggen.
Hij trok haar sweater omhoog en streelde haar blote buik.
Zijn vingers gleden over het knoopje van haar broek.
"Wat zijde gij van plan maatse?" vroeg Joyce.
Willem lachte ondeugend.
"Wat denkt ge?" Vroeg hij.
"Is da nie een beetse te vroeg?" vroeg ze met haar typische Gentse accent.
"Kweenie?" Zei Willem.
"Ik ben zot van u Joyce.
Zo zot van u."
"Ik merk het," zei Joyce.
"Maar...
Ik vind het nog een beteke te vroeg maatse.
Snapte."
Willem keek haar aan met een ietwat trieste blik.
"Ge zijt toch nie kwaad?"
"Nee," zei hij.
"Ik mocht zo egoïstisch niet zijn," reageerde hij.
"Sorry Joyce."
"Ey, maatse!" zei Joyce.
"D'er is niemand die zegt dadde gij nen egoïst zijt hé.
Da's normaal da gij verlangens hebt.
Ik hem die uuk zulle.
Mor... "

Joyce zweeg.
Trok Willem dichter.
"Als 'k er gereed voor zijn, dan laat ik het u weten is 't goe?"Willem keek haar aan.
"Daar twijfel ik niet aan... Loetse!" Zei Willem die Joyce haar Gents nu ook al een beetje onder de knie begon te krijgen.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten