Pagina's

dinsdag 15 augustus 2017

De Klaverhoeve 4


Het is de jaarlijkse kermis in het dorp.
De tricolore vlaggen hangen uit.
Overal in de straten hingen wimpels uit.
De harmonie speelde de vrolijkste deuntjes.
Er kwam een skatepark, vlak bij de kerk.
Op het braakliggende stukje grond dat het kerkhof scheidde van de oude pastorie.
Een eigen plekje voor de dorpsjeugd.
Omgeven door een muur.
Die ze zelf mochten van een eigen kleurtje voorzien.
Joyce had een mooi ontwerp klaar.
Dat in de smaak viel bij de andere jongeren in het dorp.
Elke vrijdagavond, zaterdag en zondag, alsook elke vakantiedag werd er aan gewerkt.
Joyce gaf aanwijzingen.
Al snel bleek dat het meisje een sterk karakter was en de leiding wist te nemen over de andere jongeren.
Die keken erg op naar haar.
Naar haar kunstzinnige talenten.
Naar haar sterke karakter.
En haar intelligentie.
Nu was het werk klaar.
De burgemeester huldigde het skatepark in.
En feliciteerde haar voor haar mooie ontwerp.
Ze keek verlegen weg.
Willem stond naast haar.
Sloeg zijn handen om haar buik.
"Ik ben trots op je meisje," zei hij teder.
"Ge hebt dat heel goed gedaan."
Er stond een podium bij het skatepark.
Een lokaal rockbandje gaf het beste van zichzelf.
Joyce genoot.
Schudde heftig mee met de muziek.
Maar er was iets wat velen opviel.
Terwijl iedereen pintjes dronk.
Hield ze het op cola en spuitwater.
"Moet gij geen pint hebben Joyce?" Vroeg iemand.
"Nee, sorry. Ik heb al meer of genoeg smeerlapperaa gezien in mijn leven door alcohol en drugs.
Ik hou mij daar verre van af."
Na de verbazing kwam het respect.
"Zoals gij Joyce, zo moesten er meer zijn."

De band speelde een traag liedje.
Joyce nam Willems hand.
"ga de mee dansen maatse?" Vroeg ze.
Ze dansten.
Joyce keek hem diep in de ogen.
"Da's toch een schoon koppel eh", zei Gitte een meisje uit het dorp waarmee Joyce het goed vinden kon.
"Joyce is een meiske met een hart van goud.
De Willem is met zijn gat in de boter gevallen," zei Wannes zijn broer.
Ineens fluisterde ze in zijn oor: "Maatse 't jeukt een beetje. Als ge versta wa 'k wil zeggen?"
Willem verstond het maar al te goed.
"Laten we naar huis gaan?"
"Neeje zot! Zo ne schuune zwoele zomeravond.
Dat vraagt toch om het gewoon buiten te doen.
Ik zijn der gereed veure, veur onzen eerste keer.
Lot ons der ietske speciaals van make.

Kom schattebol, ik verlang hier zo hard naar".
Ze nam Willem bij de hand en ze liepen weg van het dorpsplein.
Weg van het kermisgewoel.
Het dorp uit.
Op weg naar De Klaverhoeve lag er een groot maisveld.
Joyce en Willem liepen in het veld.
Daar trok ze haar t-shirt en BH uit en omhelsde ze Willem en begon ze hem te tongzoenen.
En wiegde sensueel met haar heupen terwijl haar handen over zijn rug en kont gleden.
"Khem wree vele goesting nu Willem." Zei ze smekend.
"Leg maa op de grond, trekt mijne broek uit en pak me.
Pakt me gelijk dat ge mij altijd al wilde pakken, als ge 's nachts van mij lag te drome."
Willem tilde haar op legde haar zacht op de grond.
Knoopte haar short los en schoof die naar beneden.
Streelde haar heerlijke poesje.
"Ooooh," kreunde Joyce zachtjes.
"Uw handen zijn zo zalig maatse.
Maar uwe lul... Die is nog waarschijnlijk nog vele zaliger.
En daar verlange kik nu zo hard naar."
"Niet zo ongeduldig meiske," zei Willem die zijn T-shirt uittrok.
"Gewoon efkes genieten nu.
Gewoon efkes genieten."
Hij streelde het kutje van het knappe meisje dat naakt in het maisveld lag, waarna hij haar lekker lang befte.
Daarna kuste hij haar buik terwijl hij haar verder met zijn vingers bevredigde.
Hij likte haar borsten en zoog zacht op haar tepels.
"Is dat niet zalig?" Fluisterde hij in haar oor.
"Ooooh jaaaah mijne lieve schattebol," kreunde ze.
Hij zoende en likte haar prachtige lichaam.
Haar volumptueze borsten.
Haar strakke buik.
En zo naar beneden.
Gaf het meisje opnieuw een lekker lange befbeurt.
"Ooooh, oooooooh, ooooooooh!!!" Kreunde Joyce.
Ze kwam kreunend en schreeuwend klaar.
Daarna drong hij in haar binnen.
Gaf haar een heerlijke beurt.
"Harder maatse, harder!" Smeekte Joyce.
Het was een heerlijke avond.
Een heerlijke windje streelde de mais.
En ook Willems rug.

Ineens...
Voelde hij regendruppels.
Willem hield op.
"Ge hebt toch gene schrik van een beke regen zeker?
Gewoon doorgaan maatse.
Vrijen in de regen dat is 't toch helemaal de max, toch?".
Er klonk gerommel in de verte
"Nee Joyce," zei Willem.
Het onweert.
We moeten veiliger oorden opzoeken.
Hier is het risico op een blikseminslag te groot.
Hij trok zijn broek aan.
Joyce baalde.
"Godverdomme, het was just zo tof nu.
Dat moest de nacht van maan leven worden."
"Dat kan het toch nog altijd schatje", zei Willem terwijl hij zijn meisje dicht tegen zich aantrok.
Kom we gaan naar de schuur.
De regen viel met bakken uit de hemel.
En het waaide.
Het was een hevig onweer.
In het dorp vluchtte iedereen naar huis of naar de twee dorpscafé's
Die ineens stampvol zaten .
Ook Achiel en Gerda zochten de droogte op in Herberg De Vergulde Zwaan.
"Waar zijn Joyce en Willem"? Vroeg hij.
Wannes, Kevin, Thomas en Shana Joyce haar beste vriendin in het dorp kwamen ook de herberg binnen.
Samen met nog een stel uitgeregende jongelui.
"Weten jullie waar Joyce en Willem zijn?" Vroeg Achiel.
"Die", zei Wannes.
"Die zijn rustiger oorden gaan opzoeken.
De vonken sprongen er goed af, ge had ze moeten zien dansen.
Dat is echt wel dikke mik tussen die twee pa."
"Ik hoop dat ze maar zo verstandig zijn om veiliger oorden op te zoeken," zei Achiel.
Intussen liepen Joyce en Willem zich de benen uit hun lijf.
Plots zagen ze een fel licht.
Een bliksem, heel dichtbij.
Ze konden de elektriciteit voelen.
Daarna een enorme knal.
Een vonk, vanuit De Klaverhoeve.
"Fuck!!!" Riep Willem.
"Da's bij ons".
Hij zag vlammen oplichten.
"Godverdomme, de koeienstal!!!"
Willem versnelde, Joyce volgde.
Ze hoorden de koeien loeien, de dieren waren hoorbaar in paniek.
Willen nam zijn GSM, maar die was al te doorweekt.
"Godverdomme, die kan ik al vergeten."
"Joyce, loop snel naar het woongedeelte en bel de brandweer.
En tracht pa of ma te bereiken, rap!"
Joyce liep naar binnen.
Nam de vaste telefoon en belde de brandweer.
Daarna belde ze Achiel op.
Maar die leek zijn GSM niet te horen.
"Allez pakt nu toch oep joengne." foeterde het meisje.
Voicemail ging af.
Joyce hing op en probeerde opnieuw.
Ditmaal nam hij wel op.
"Vader Achiel 't Is Joyce ier!! De bliksem is ingeslagen op de koeienstal. Ge moet sebiet komen.
Joat Vaoder, de pompiers zaan al onderweg!"
Ze hing op.
Ze hoorde het geloei van de koeien.
Liep naar de koeienstal.
"Willem!!!" Riep ze.
"Willem waar zijde maatse!"
Ze zag de koeien in paniek de stal uit rennen.
Maar waar was Willem.
De vlammen sloegen om zich heen.
En dan ineens.
De angst sloeg het meisje om het hart.
Willem lag midden in het gangpad.

"'t Is nie woare.
Vertrappeld deure de koeien"!!!
Ze liep de stal in...
"Willem!!!!" Schreeuwde ze.
"Godverdomme maatse!!!
Wordt wakker maatse.
Laat me nie in de steke nu, komaan."
Ze schreeuwde wanhopig zijn naam.
"WILLEM!!!!"
Ze tilde hem op.
Strompelde met Willem in haar armen naar buiten., wat niet meeviel voor haar.
Want Wiillem was een stevige knaap.
Joyce had moeite om hem vast te houden.
Moest lossen.
Ineens bewoog Willem het hoofd.
"Willem maatse, we moeten hier weg".
"Waar, ben ik," Vroeg hij.
"Sta recht Willem," gebood Joyce.
"We moeten naar buiten.
De vlammen slaan overal om zich heen.
Willem was gelukkig niet ernstig gewond.
Hij kreeg een stamp van een koe en was even buiten westen.
Joyce hielp hem overeind.
"Kom maatse, we moeten het halen.
We goan het halen, uurde dadde!"
De hitte werd ondraaglijk.
De rook verstikkend.
Joyce slaagde erin om Willem in veiligheid te brengen.
"Ik ga rap de boxen van de laatste koeien openen," zei Joyce.
"Nee," zei Willem.
"Het is te laat.
We kunnen niets meer voor die beesten doen,"
Maar Joyce.
Ze was niet te houden.
Ze liep de stal in, de verzengende hitte trotserend.
Opende de deuren, dat het metaal al goed verhit was deerde haar niet.
"Kom beestekes naar buiten, Ju!!!"
Ze joeg de laatste zes runderen naar de uitgang.
De vlammen likte gretig aan alles wat op hun weg lag...

EN TOEN GEBEURDE HET!!!
Willem krabbelde overein en leidde de laatste runderen naar de weide even buiten het erf.
Het bleef ongenadig regenen.
Dan ineens hoorde hij een hels gebulder.
Het dak van de stal stortte in.
Willem draaide zich om.
Hij zag Joyce die zich haastte naar de uitgang.
Het brandende dak...
VIEL MET VOLLE GEWELD OP HET ONGELUKKIGE MEISJE!!!!
Joyce Tempels had geen schijn van kans.
Nog voor ze het doorhad wat er gebeurde.
Viel het brandende dak met gebinte en al op haar, terwijl ze op minder dan een meter van de uitgang stond.
Willem schreeuwde het uit.
"NEEEEEEEEEEEE!!!!!!!" Schreeuwde hij.
Een vuurbal steeg op.
Even later vielen ook de muren neer.
De brandweer reedt het erf op.
Willem viel huilend op zijn knieën.
En staarde als versteend naar de ingestortte koeienstal.

Mensen kunt ge u voorstellen.
Hoe ruw en hartsverscheurend de schreeuw van Willem klonk.
Toen hij zag hoe het brandende dak de ongelukkige Joyce letterlijk vermorzelde.
De toegesnelde brandweerlui begrepen al snel dat er voor hun ogen een diep menselijk en hartverscheurend drama afspeelde.
Ze riepen een ambulance.
De hulpverleners dienden Willem een verdovend middel toe en hij werd gewikkeld in aluminiumfolie naar de ambulance gebrand.
Dan kwamen ook Achiel en zijn echtgenote Gerda toe, een politieagent lichtte hen in over wat er gebeurd is.
De schok kwam voor het echtpaar Gijsbrechts hard aan.
Alsook voor de andere bewoners die niet lang daarna arriveerden.
Achiel staarde naar de smeulende resten van de koeienstal.
"Joyce, godverdomme.
Meiske toch.
Jongske toch".
Hij huilde.
Iedereen die rond hem stond kende hem, als een nukkige koppige geharde boer.
Nooit zagen ze ze hem huilen.
Nu wel.
Hij schudde het hoofd terwijl de tranen over zijn wangen rolden.
Ook Gerda stond bitter te schreien.
Ondersteund door haar jongste zoon Wannes.
Politie en gerecht kwamen ter plaatse.
Pas in de vroege ochtend, toen de brandweerlui er zeker van waren dat alle vuur geblust was en dus niet meer kon opflakkeren.
Kon men het verkoolde lichaam van het ongelukkige meisje bergen.
De wetsdokter onderzocht haar stoffelijk overschot in een tent naast de stal waar rechercheurs en agenten bleven af en aan lopen.
"Schedel verbrijzeld", zei hij.
"Ze heeft amper iets gevoeld.
Het was meteen voorbij.
Maar toch.
Zonde van zo'n jong en beloftevol meisje."

De schok in het dorp was groot.
Niemand kon het geloven.
De avond voordien was Joyce nog in hun midden.
Lachend.
Gelukkig.
Dansend met haar grote liefde Willem.
Haar mooie blauwe ogen straalden.
Ze genoot van de eer die haar toekwam na de inhuldiging van het skatepark en de mooi beschilderde muur.
Die nu eeuwig aan haar herinneren zou.
En de ochtend daarop.
Was ze er niet meer.
Haar vele vrienden verzamelden bij het skatepark.
Legde bloemen neer bij de muur.
Haar muur.
Lieten hun tranen de vrije loop.
Maar ook de volwassenen waren onder de indruk van wat er afgelopen nacht gebeurde in De Klaverhoeve. Het gebeuren werd druk besproken in de café's en in het kleine buurtwinkeltje.
"Kunt ge da nu geloven?" Zeiden ze.
"Dat meiske kwam hier helemaal op haar plooi.
Had eindelijk richting gegeven aan haar leven.
En dan ineens... Is ze weg."
"Ja, mompelde Gust die het winkeltje al meer dan veertig jaar draaiende hield. "Het leven is niet eerlijk hé. Het leven is godverdomme niet eerlijk."

Een week later zat de kerk afgeladen vol.
Om afscheid te nemen van Joyce Tempels.
Mensen schoven aan, passeerden aan de witte kist waarin ze lag.
Leden van de hondenvereniging waar Joyce samen met Sultan lid van was vormden een erehaag samen met hun honden toen de kist in de kerk werd binnengedragen.
Ook haar moeder was aanwezig.
"Het spijt me meiske," zei ze zacht, terwijl ze voor de kist stond.
"Dat ik je nooit datgene gaf waar je zo naar verlangde.
Een warm nest.
Bij Achiel Gijsbrechts had je dat wel gevonden.
Waarde gij gelukkig.
't Spijt me"...
Daarna trok ze zich terug.
Verliet na de offerande de kerk.
Met gebogen hoofd.
Willem was totaal van de kaart.
Rouwde om zijn meisje.
Het eerste meisje dat hij ooit heeft gehad.
Met wie hij voor het eerst intiem was.
Hij huilde met lange diepe halen terwijl de kist zacht in het graf neerdaalde.
Gerda sloeg haar arm om de rug van haar oudste zoon.
Terwijl de tranen ook over haar wangen liepen.

Joyce.
Die lieve hartverwarmende meid.
Ze wilde maar één ding.
Gelukkig zijn.
Liefde krijgen.
Liefde die ze teruggaf
Aan haar pleegouders;
En vooral aan Willem.
Liefde had ze ook voor de dieren op de boerderij.
Die ze met liefde verzorgde.
De lieve oude Beau.
De jonge spring in 't veld Sultan.
De koeien die ze wilde redden van de vuurdood.
Welks ze met haar jonge leven moest bekopen.
Een week voor haar zeventiende verjaardag eindigde het voor Joyce Tempels, brutaal en onverwacht.
Ze liet allen die van haar hielden wezenloos achter.
In bittere tranen en onwezenlijk verdriet.
Willem zat op het plekje waar hij zo vaak had gezeten met haar.
Uitkijkend op de velden, en het woonhuis.
Hij staarde naar de hemel.
Met tranen in de ogen.
Shana kwam bij hem zitten.
Met haar was Joyce bevriend geraakt toen ze in De Klaverhoeve woonde.
Een volks meisje uit het dorp dat in dezelfde school zat en samen met de groep naar school fietste en terug.
"Gij hebt haar geiren gezien hé." zei Shana terwijl ze hem aankeek.
Willem zweeg, slikte even.
"Ze heeft me laten kennis maken met de liefde," zei hij.
"We fantaseerden samen.
Over samen trouwen en dan de hoeve overnemen.
En vaders werk verder zetten."
"Zoudt ge dat willen?" Vroeg Shana?
"Jonge gasten een thuis geven."
"Ja," zei Willem.
"Joyce zou dat zeker gewild hebben.
En die zou met die gasten kunnen klappen hebben, want ze had het allemaal zelf meegemaakt."
Shana nam Willem's hand vast.
"Laten wij het doen," zei ze.
"Wij twee.
Ik weet dat ge er nu nog niet klaar voor zijt.
Dat ge tijd nodig hebt om de dood van Joyce te verwerken.
Maar... "
Willem sloeg zijn arm rond Shana's middel.
"Merci," zei hij.
"Merci dat gij d'er zijt voor mij.
Laten we d'er gewoon zijn voor mekaar.
Joyce zou dat zo gewild hebben."
Shana legde haar hoofd tegen Willem's schouder.
Ze zeiden geen woord.
Keken naar de ondergaande zon.
En deelden hun verdriet.
Hun verdriet om Joyce.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten