Pagina's

vrijdag 11 augustus 2017

De Klaverhoeve


Ergens in Vlaanderen.

In het platteland.
Daar vindt je een prachtige oude hoeve.
De Klaverhoeve.
De hoeve lag in de bocht van een rustige landweg.
Vooraan was er de woning in grijze steen die duidelijk toonde dat deze boerderij bewoond werd door welstellende herenboeren.
Wat ook zo was.
De familie Gijsbrechts runde het bedrijf al generaties lang.
Hun naam werd al halfweg de 18de eeuw vernoemd als eigenaars van De Klaverhoeve.
De huidige eigenaar Achiel Gijsbrechts runt het bedrijf samen met zijn twee zonen Wannes en Willem.
Het is een gemengd bedrijf. Naast akkers waar tarwe, gerst, mais, aardappelen, suikerbieten en koolzaad worden verbouwd, hebben ze ook nog runderen en is Achiel Gijsbrechts een gepassioneerde fokker van Brabantse en Vlaamse trekpaarden.
Achiel Gijsbrechts mocht fier zijn op zijn bedrijf.
Het bloeide en bracht de familie welstand en zekerheid.
Wat niet evident is in een tijd waarin landbouwers het niet makkelijk hebben.
Maar de Gijsbrechtsen zijn koppig en zijn niet bang van hard werk.
En er was het feit dat Achiel Gijsbrechts een neus had voor goede zaken.
En het feit dat hij 'kon tellen'.
Wat kon je verkeerd zeggen van een oude gedreven landbouwer als Achiel Gijsbrechts.
Die tevens zeer gelovig was.
En sociaal geëngageerd.
Naar het voorbeeld van zijn vader en grootvader was hij een goede pleegvader voor heel wat geplaatste jongeren.
Talloze jongeren, veelal jongen maar ook enige meisjes vonden op De Klaverhoeve rust, regelmaat en vooral een warme thuis!!
Ze hielpen mee op de boerderij en leerden zo wat hard werken en verantwoordelijkheid was.
Achiel was erg gesteld op orde en discipline, Greta was de moederkloek die altijd in de keuken te vinden was en ervoor zorgde dat er vers voedsel op tafel stond.
De zonen Wannes en Willem waren niet anders gewoon dan dat ze de aandacht van hun ouders, alsook hun leefruimte met andere kinderen moesten delen.
Doch toen beide jongens respectievelijk 15 en 13 jaar waren.
Zouden ze kennis maken met een wel heel speciale medebewoonster die haar opwachting zou maken in De Klaverhoeve.

Ver daar vandaan.
In een grauwe buitenwijk van de grote stad.
Zwierf een groep jonge tieners door de straten.
Eén van hen wist aan alcohol te geraken.
Zomaar, gekocht in een nachtwinkel waar een baardige Pakistaan zich geen reet aantrok van het verbod op het verkopen aan alcohol aan minderjarigen.
Daar liepen ze.
Drie jongens en twee meisjes.
Met een fles vodka.
Eén van de meisjes heette Joyce.
Joyce Tempels, 14 jaar.
Grofgebekt.
Geen huis mee te houden.
Dreef haar alleenstaande moeder tot wanhoop met haar brutale mond, haar nachtelijke rondhanggedrag en aanwezigheid op allerlei fuiven, liefst deze waar ze nog niet binnenmocht.
En vooral omwille van al die keren dat ze haar dochter op het politiebureau mocht gaan afhalen nadat het op zo'n fuif of gewoon op straat weer eens uit de hand liep.
Gulzig dronk het blonde meisje van de fles vodka.
Schopte tegen een leeg colablikje.
Dat kletterde tegen de gevels, of zelfs tegen een auto.
Dat deerde haar niets.
Want ze had voor niets of niemand enig respect.
Een man stak zijn hoofd uit het venster.
"Ey bende snotjoeng!" riep hij.
"'k Zou geire nog een beke wille sloape, dus wilde astemblieft euwen tetter auwe Godverdoeme?"
"Sloapt dan é," riep Joyce.
"Vur oens moete nie wakker blijve zulle, ouwen zaag."
"Tetter auwe zeg 'k U, of moe 'k de flieke belle"?
"Peinsde dawe schrik hemme van de flieke? We smere da tussen ons boterham wette da?" Riep Joyce opnieuw.
En ze schopte het blikje extra hard tegen de gevel van het huis waar de man woonde.
"Godverdoems bende krapulejoeng," foeterde de man.
"Geef mij die flesche vodka nekier?" Vroeg Joyce aan Jayden die net een flinke teug nam.
Ze maakte het laatste restje drank soldaat en liep naar de overkant van de straat.
"Nu moete goe kijke," zei ze schalks.
"Kgoan dienen auwe nekier de schrik van zijn leve bezorge."
"Ey Joyce zijde zot?" Riep Kevin, de oudste jongen van de groep.
"Doar gade miserie mee krijge ze maske."
"Wat is 't mietje? Hebde schrik?" Vroeg ze bits.
"Fucking broekschijter joengne."
En dan gooide ze de fles zo hoog ze kon.
Die kwam recht op het slaapkamerraam terecht.
Luid gerinkel deed de hele straat opschrikken.
Glasscherven vielen naar beneden.
Een hond begon te blaffen.
Het groepje zette het op een lopen.
"Doar gade gulder nie goe van zijn Godverdoms krapuul," riep de man.
Een paar straten verder werden Joyce en haar vrienden tegengehouden door een politiepatrouille.
Twee agenten stapten uit en maanden hen kordaat aan om in de politieauto te stappen.
"Meekomen jongelui," zei een mannelijke agent. "We willen eens een hartig woordje met jullie praten op het bureau."
"Ik zou begot niet weten wa 'k daar zou moeten vertelle," zei Joyce op een gemene toon.
Maar dan kwam de tweede vrouwelijke politieagente van achter het stuur van haar combi vandaan, stapte kordaat op Joyce af en greep haar vast.
Ze duwde het meisje met een kwak tegen de combi en sloeg haar meteen in de boeien.
Ze trok aan haar haren en beet haar bits toe, "wat gaan we doen mamzel? Beetje een franke teut opzetten?
Ik dacht het niet ze, hop de combi in en da 'k u niet meer hoor brutaal joenk."

Meteen reed de combi met flikkerende zwaailichten naar het bureau.
En ja, daar zwaaide er wat.
Niet alleen voor Joyce.
Maar ook voor haar moeder.
Die zo bleek haar dochter niet meteen een goede opvoeding gaf.
Het meisje at voornamelijk ravioli en corned-beef uit blik.
Vulde haar dagen thuis met TV kijken en het kon haar moeder niet schelen of ze naar school ging of niet.
Moeder ontving liever mannen voor seks om dat geld dan te verbrassen aan drank en overmatige snoep.
Was naast zwaar alcoholisch ook verslaafd aan anti-depressiva en slaappillen.
Het appartement waar ze woonde was een vreselijke bende.
En elke week verbleef er een andere man in huis.
Overal lagen lege bierflesjes en slingerde lege pizzadozen rond.
De jeugdrechter besloot om de moeder van Joyce uit de ouderlijke macht te ontzetten en het meisje in een instelling te plaatsen.
Een half jaar later werd Achiel Gijsbrechts gecontacteerd door de dienst pleegzorg.
Of hij geen meisje 'dat opgroeide in een problematische situatie', zoals ze dat zo schoon zeggen in de welzijnssector
Achiel ging akkoord.
Joyce Tempels werd de nieuwe bewoonster van De Klaverhoeve.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten