Pagina's

maandag 11 juli 2016

De Confrontatie 2

De volgende dag was iedereen in de wolken over haar TV optreden.
Het liep haar meer dan voor de wind.
Haar boek verkocht goed, ze gaf interviews en zelfs spreekbeurten.
Voor scholen zelfs voor de universiteit.
Samen met Linda zat ze in een organisatie die opkwam voor misbruikte vrouwen.
De aandacht voor Sandra’s boek maakte dat ook die organisatie bekendheid kreeg.
En steun kreeg van velen, zelfs uit onverwachte hoek.
Ze konden op subsidies rekenen.
Maar tussendoor ging Sandra ook gewoon werken.
En maakte ze tijd voor haar vele vrienden.
Vooral met Jeroen en Cornelia trok ze veel op.
Jeroen was haar eerste grote liefde.
Lange tijd waren ze gelukkig samen.
Beleefde heerlijke momenten met hem, ook in bed, zelfs vooral in bed.
Jeroen was en is nog altijd een goeie minnaar.
Met een enorme behoefte aan seks.
Maar toen werd Sandra brutaal verkracht.
Na het trauma dat ze toen opliep wilde ze niet dat hij dit zich zou ontzeggen omwille van haar.
Dat kon ze niet verdragen.
Ze liet hem gaan.
Met verdriet in het hart.
Maar de liefde en genegenheid voor hem was zo groot.
En zo diep.
Ze wilde niet dat hij de mooiste jaren van zijn leven opofferde voor haar.
Hoeveel pijn het hen beiden ook deed.
Ze wist hem aan haar liefste collega en vriendin Cornelia te koppelen.
En zag hun geluk samen.
De band tussen hen werd alleen maar sterker.
En ook Caroline sloten ze in hun hart.
Heel vaak trokken ze samen op uitstap. Weekendje naar zee, citytrip, of gewoon eens uit gaan eten.

Nu hadden ze een mooie vakantie gepland.
Jeroen mocht de mobilehome van een vriend lenen.
Daarmee zouden ze een mooie reis maken.
Over Frankrijk, helemaal tot in Spanje.
Daar zouden ze Chico en Isabella, de ouders van Inez opzoeken.
Een jaar geleden besloten ze om terug te keren naar hun geboorteland.
Want hier in België was er niets meer dat hen bond.
Behalve de trieste herinneringen aan hun lieve dochter die na zes maanden vreselijk lijden uit het leven stapte.
Sandra en vooral Caroline waren er het hart van in.
Ze namen uitgebreid afscheid van deze lieve mensen.
Isabella gaf hen een kaartje.
“Dit is het adres van ons nieuwe huis in Spanje.
Kom ons gerust eens opzoeken lieverds, jullie zijn echt van harte welkom.
We staan er op om jullie gastvrij te ontvangen.
Want jullie hebben een mooie plaats in ons hart voor altijd”.
Sandra en Caroline vonden het een geweldig plan.
Vooral Caroline keek er zo hard naar uit om hen nog eens terug te zien.
Nog één dag en dan was het zo ver.
Sandra vertrok naar haar werk.
Ze sloeg haar armen om Caroline.
“Tot straks lieve schat." Zei ze.
Met een glimlach op haar lippen.
“Dan beginnen we aan onze mooie ‘voyage’.
Ik weet dat jij hier zo keihard naar uitkijkt.
Maar ik ook hoor.
Lieve Caroline.
Zonnetje in mijn leven.
Ik zie u toch zo fucking graag meiske”.
Sandra gaf Caroline een lange lieve tongzoen.
Streelde haar over haar rug.
Keek haar in de ogen.
Kuiltjes in haar wangen.
Geluk in die sprankelende ogen van haar.
Ze was gelukkig.
Met Caroline.
Met de hechte band die ze had met Jeroen en Cornelia.
Met die mooie vooruitzichten van een heerlijke tijd samen met de mensen die ze het meest van al liefhad.
Voor wie ze een diepe genegenheid koesterde.

Toen ging ze werken.
Met volle enthousiasme.
Haar baas Peter Vermeulen pakte haar eens goed vast.
“Gij meiske. Gij zijt een krak weet ge dat?
Ik zat als aan de grond genageld te kijken naar die uitzending gisterenavond.
Goed gedaan Sandra chapeau!”
Ook haar collega’s gooiden haar woorden van lof toe.
Maar er moest gewerkt worden.
Sandra telde de uren af.
Ze ontving tussendoor heel wat bemoedigende SMS’jes met felicitaties.
Woorden van bewondering en waardering, telkens weer.
Eindelijk was het vijf uur.
Sandra deed haar jasje aan.
Gaf haar collega’s en haar baas een flinke knuffel.
“Prettige vakantie meisje." Zeiden ze.
“Geniet er maar eens goed van, je verdient dat echt zo keihard lieverd."
Dan stapte ze op haar fiets.
Maar niet nadat ze snel een SMS zond naar haar liefste Caroline.
Ze slaakte een zucht, glimlachte. Ze zei zacht, “i love you lieve schat."
Stak daarna haar mobieltje terug in haar tas en stapte op haar fiets.
Ze genoot van de zon op haar gezichtje.
Ze zag de auto niet.
Die achter haar reed.
Met daarin twee mannen van het Noord-Afrikaanse type.
“Dat is die bitch die we moeten hebben." Zei de begeleider tegen de man aan het stuur.
“Isj lekker stuk." Reageerde de bestuurder.
“Ik wil die wel es bij eur poes pakke.” Grinnikte hij.
“Wat moeten we precies met dat mokkel doen?" Vroeg de begeleider.
“Naar adres in Ardennen brengen en daar opsluiten en bewaken.
Tot Abdel komt met ene ‘Broeder Abdullah’.
Celmaat, bekeerde moslim. Hij door die bitch die daar voor ons rijdt in de fokking gevangenis geraakt.
Wil zich wreken”.
“Cool." Zei de andere grinnikend.
“Dat wil ik wel zien”.
“Nenee”, als ze aankomen wij moete direct weg”, zei de chauffeur.
Sandra verliet de drukke winkelstraat en sloeg een zijstraat in.
Hier was het rustiger.
“Nu”, zei de begeleider van de auto achter haar.
De chauffeur reed tegen het achterwiel van Sandra haar fiets.
Ze viel.
Met haar knie op de borduur van het voetpad.
Ze vloekte, schreeuwde het uit van de pijn.
“Aaaauw Godverdomse debielen!
Aaauw, aauw mijn knie verdomme!
Dat doet fucking pijn gast!
Miljaar! En ik zou net op vakantie vertrekken vanavond”.
Sandra probeerde recht te komen.
Ze keek de mannen die uit de zwarte BMW stapten venijnig aan.
“Waar zaten jullie met jullie gedachten zeg?
Godverdomse klotemacho’s met jullie debiele stoefkar”.
Ze voelde weer een pijnscheut toen ze op te staan..
“Aaaaaauw !!!!!” gilde ze.
“Ziet er niet goed uit”, zei de man in die even tevoren in de passagierszetel zat.
“Kom stap in, wij doen u naar kliniek. Isj onze schuld”.
Hij ondersteunde haar, Sandra liep al mankend naar de auto.
Ineens gaf hij haar een duw. Sandra viel languit op de achterbank.
Hij kwam erbij zitten en gaf haar nog een duw.
Ze voelde opnieuw een pijnscheut.
“Aauw, idioot! Wat is de bedoeling hiervan als ik vragen mag”?
Hij gaf haar een klap, los in het gezicht.
“Liggen bitch, of ge krijgt kletsen”. Baste hij haar nijdig toe.
“Tussen de zetels en ge kunt zien dat ge uwe smoel houdt, verstaan fokking slet?"
Hij duwde brutaal zijn voet tegen haar hoofd.
De chauffeur klapte de linker voordeur toe en stoof weg.
Nadat hij haar fiets halvelings tegen een lantaarnpaal plaatste.
Sandra was doodsbang.
Wat waren die kerels met haar van plan????
Intussen zat Caroline op Sandra te wachten.
De koffers waren gepakt.
Even na vijf uur ontving ze nog een SMS’je.
“Mijn allerliefste Lientje, ben op weg naar huis nu.
Kijk zo uit naar ons heerlijke verlof. Hou van je XXX. Je Sanneke”.
Vol verwachting wachtte Caroline haar lieve schatje op.
Een tweede SMS’je een kwartier later.
“Dames zijn jullie klaar, we komen eraan. XXX Jeroen en Cornelia”
Waar blijft Sandra toch? Dit is helemaal van haar gewoonte niet.
Haar SMS’je barstte van het enthousiasme.
Ze naam haar GSM en belde naar Sandra.
Het sloeg over.
Maar dan ineens… “Piep, “dit is de voicemail van Sandra Musschaert, spreek je boodschap in en dan bel ik je zo terug. Groetjes."
In de auto die intussen met een rotvaart over de snelweg stoof weerklonk het melodietje van ‘Wickie De Viking’, Haar lievelingstekenfilm toen ze klein was.
De man die zijn voet op haar hoofd hield greep haar bij de haren.
“Uwe GSM? Waar is uwe fokking GSM bitch?" Siste hij nijdig.
Hij tastte in de zak van haar vestje.
Duwde af, opende de achterkant en haalde de batterij en de SIM-kaart eruit.
Brak de SIM-kaart en gooide die uit het raam.
“Zo nu ben je niet meer te traceren”, grijnsde de man op de achterbank.
“Mooie Smartphone Sandra, die zullen we met plezier verkopen in de Handelstraat voor een mooi prijsje”.

Intussen hoorde Caroline getoeter buiten.
Er stond een mobilehome voor de voordeur van het appartementsgebouw waar ze woonden.
“Oh nee ze zijn er al, hoe moet ik hen dit uitleggen.
Sandra schatje, waar zit je toch”.
Jeroen en Cornelia zagen hoe de deur openging.
Alleen Caroline kwam buiten, helemaal overstuur.
Meteen stapten ze uit.
“Lientje wat is er meisje? Waar is Sandra?”
Caroline viel huilend in Cornelia haar armen.
En barstte in diepe snikken uit.
“Sandra?" Snikte ze.
“Rustig maar meisje” zei Cornelia moederlijk.
“Waar is Sandra? Is er iets gebeurd?"
Met horten en stoten vertelde ze hoe Sandra even na vijven een SMS’je stuurde.
Maar dan op zich liet wachten, tegen haar gewoonte in.
Ze wisten meteen dat er meer aan de hand was.
Jeroen besloot om met de mobilehome de weg die Sandra aflegde even te volgen.
En ja, daar zagen ze haar fiets, nonchalant tegen een boom geplaatst. Hij wist meteen dit was echt niet goed.
“We moeten de politie verwittigen…
Dit is meer dan onrustwekkend”.
Intussen raasde de BMW in een razende vaart richting Ardennen.
Sandra zat nog steeds op handen en knieën tussen de zetels.
Haar rechterknie klopte van de pijn. Ze wilde haar been strekken, maar de man naast haar hield haar in bedwang met zijn voet. Als ze omkeek zag ze een gemene grijns op zijn gezicht. Hij leek er echt van te genieten. Van haar angst, haar pijn.
Ze was bang.
“Waar brengen ze me toch heen, wat willen ze van mij.
Ik ben zo bang.
‘Lientje’ maakt zich vast zorgen.
Dat was vast zij aan de telefoon.
Mijn lieve ‘Lientje." Zal ik jou nog ooit weerzien?
Ik ben zo bang… zo vreselijk bang.
‘Lientje’, het spijt me lieverd.
Ik wil je dit vreselijke verdriet niet aandoen.
Niet nog eens.
Niet nog eens iemand verliezen waar je zielsveel van houdt.
Ik kom hier wel levend uit schatje.
Maar hoe????”
De auto leek de snelweg verlaten te hebben.
De wegen waren nu heel bochtig.
En soms ging het stijl omhoog.
En dan weer stijl omlaag.
Even keek ze omhoog.
Ze zag beboste heuvels.
In de verte zelfs een kasteel hoog boven een rots.
“De Ardennen” dacht ze.
Toen ineens begon de auto te schudden.
Ze reden nu over een onverharde weg.

Dan stopte de auto.
De man op de achterbank greep Sandra bij haar haren.
Duwde haar naar een vervallen douaniershuisje.
Gebroken ramen, een kale ruimte met een krakkemikkig bureau dat daar klaarblijkelijk achtergelaten werd.
En een soort van celdeur.
De bestuurder van de auto maakte die open.
“Sluit die bitch hier op, daar zit ze veilig tot Broeder Abdullah komt.
Om met haar af te rekenen."
Hij keek haar nijdig aan.
“Bereid je maar voor op het einde Sandra.
Want je laatste uren zijn geteld."
Daarna gooide hij haar de cel in.
De deur achter haar sloot zich met veel gekraak van de vermolmde hengsels.
Er stond alleen een houten brits die met kettingen aan de muur bevestigd werd.
En ernaast een klein krakkemikkig tafeltje.
Hierin sloten douaniers ooit smokkelaars op.
In afwachting tot men hen kwam halen om voor het gerecht te brengen.
Er was een klein raampje, met dikke metalen tralies ervoor.
Daar piepte wat schemerend licht door, maar niet voor lang meer.
Want het was al laat in de avond.
Sandra was bang.
Doodsbang.
Wat ging er met haar gebeuren.
Wie was die ‘Broeder Abdullah’.
En vooral…
“Wat heb ik die gast misdaan”?
Sandra rook de scherpe geur van specerijen en gebraden worst.
En hoorde opzwepende Arabische muziek.
Leek wel of haar ontvoerders een feestje aan het bouwen waren.
Was ook zo.
Ze hadden een gasvuurtje bij en wat mondvoorraad.
Couscous, merguez en een kruidig sausje.
Moesten hen helpen om de nacht door te komen.
Intussen…
Heerste er paniek in de gevangenis van Brugge.
Abdullah (Francis) Pelckmans, Abdel Benaïssa en Mohammed Al-Hassan hielden elk een bewaker gegijzeld.
Abdullah schoot.
“Deuren open janetten, of hier gaan doden vallen ik meen het.
Hier gaan garantie doden vallen, want ik geef geen moer om jullie zielige leventjes."
Hij herhaalde nogmaals en nu heel luid.
“DEUREN OPEN GODVERDOMME !!!!!”
Ze raakten buiten, bij de cipiers was de paniek compleet.
Ze schudden hun gijzelaars van hun af.
Abdullah schoot, mikte op hun benen.
“Loop bende mietjes, loop voor jullie leven verdomme.
Loop zeg ik u!!!"
Hij lachte sardonisch, genoot van de paniek die hij had aangericht.
Ze stapten in hun auto.
Rachid gaf plankgas.
Vooruit, nu snel naar mijn onderduik adresje in de Ardennen." Zei Abdullah vastberaden.
“Onze mannen zijn goed aangekomen." Liet Rachid hen weten.
“Sandra zit opgesloten in de oude cel, ze kan geen kant meer uit."
“Uitstekend”, zei Abdullah die zijn wapen wegstopte en daarna zijn armen kruiste.
“Je laatste uren hebben geslagen Sandra Musschaert." Fluisterde hij met een gemene grimlach op zijn gezicht.
“Nog even en dan sterf je een langzame en pijnlijke dood.
En je verdient het verdomme… “
Die lieve Sandra Musschaert.
Dat moedige strijdbare meisje.
Ze is in acuut levensgevaar.
Zo meteen stapt haar eeuwige kwelduivel Francis Pelckmans die zich nu Abdullah laat noemen naar binnen.
Met maar één wens.
Haar heel langzaam en op sadistische wijze de dood in te jagen.

HOE ZAL DIT AFLOPEN????

Geen opmerkingen:

Een reactie posten