Pagina's

dinsdag 12 juli 2016

De Confrontatie 3



Het was bijna ochtend.
Het eerste zonlicht priemde door het piepkleine met tralies omgeven raampje.
Sandra was in slaap gevallen.
Ze had zich in een bolletje gerold op de houten brits.
En wachtte bang af.
Op wat er komen zou.
Ze voelde haar hartje bonzen.
Ineens werd ze wakker.
Ze hoorde het geronk van een motor.
Dichtslaande autoportieren.
Ze hoorde stemmen.
Typische gutterale klanken, een conversatie deels in het Arabisch deels in het Nederlands.
“Salaam Alaikum”, was het enige wat ze kon verstaan.
Eén van de mannen leek zachter te praten.
“Ik wil niet dat ze mijn stem herkend zei hij zachtjes. Dat maakt de verrassing voor haar net dat ietsje ‘aangenamer’. Bij die woorden grijnsde hij heel gemeen.
Abdel, ga jij haar alvast wekken, zeg dat ze zich alvast uitkleed.
Dat maakt het voor mij gemakkelijker”.
Abdel schoof de hengsels opzij en opende de deur.
Sandra hield haar adem in, bang voor wat er nu komen zou.
“Hey fokking sloerie uitkleden NU!!!
Bevel van ‘Broeder Abdullah’.”
Sandra wreef haar ogen uit.
“Gast, waar gaat dat hier over? Wat is dat voor spelletje?"
“Ey!! Bek houden en uitkleden, heb ik u gezegd." Riep hij nu een stuk luider.
“Of moe ‘k u komen helpen? Fokking bitch!"
Sandra veerde recht.
“Zeg tegen die Broeder Abdullah dat hij ze kan kussen Godverdomme." Gilde ze.
“Ik ben die zever hier echt kotsbeu IK WIL NAAR HUIS!!!!”
Ze keek Abdel aan met een striemende blik. Ze ademde snel en oppervlakkig, haar hart klopte van pure angst. Maar ze wilde zeker niet laten merken dat ze bang was voor die kerels.
“Zozo jij bent nog altijd geen haar verandert hé Sandra!!!!" Hoorde ze ineens een krachtige mannenstem roepen.
Ze zag een man binnenkomen, hij duwde Abdel weg en ging breed in de deuropening staan.
Een grote rijzige man. Kaal en met lange baard.
Hij droeg een blauwe jeansbroek en een geruit hemd.
Ze herkende zijn blik, zijn gemene grijnslach.
Haar hart stond stil.
Dit kon niet waar zijn.
Dit mag niet waar zijn.
Ze keek recht in de ogen van Francis Pelckmans.
Haar verkrachter, haar kwelduivel.
Paniek maakte zich over haar meester.
Hij keek naar de mannen achter hem.
Bon. Jullie weten wat jullie te doen staat? Ik zie jullie over een uur."
Daarna sloot de deur weer en schoven de hengsels knarsend weer in het slot.

“NEEEEEEEEEEEEE!!!!!!" Schreeuwde ze.
Het besef dat ze nergens heen kon.
Opgesloten in één en dezelfde ruimte met de man die haar ooit zo brutaal vernederde en verkrachtte.
Ze liep langs de muur, naar de hoek van de kamer.
Pelckmans genoot.
Hij genoot ervan om te zien hoe machteloos ze was.
“Nu heb je zoveel praat niet meer hé Sandra Musschaert.
Nu is het TUSSEN ONS!!!”
Hij liep naar haar toe, sloot haar in.
Hij greep haar vast en kwakte haar hoofd genadeloos tegen de muur.
En nog eens.
En nog eens.
Daarna gaf hij haar een paar klappen in het aangezicht.
Toen keek hij haar recht in de ogen.
“Jij hebt ons mannen al meer dan genoeg voor schut gezet met je smerige feministische propaganda.
Ik dacht dat ik je destijds klein gekregen had toen ik jou eens goed aanpakte die ene nacht.
Dat ik jou en die andere strontwijven op hun plaats had gezet.
Maar nee.
Nu gaat mamzel nog een boek schrijven ook.
Hoe verloopt de verkoop Sandra?
Kan je daar een beetje van leven? Van die op papier gezette prietpraat van jou?
Weet je nog Sandra? Toen ik dat pistool op je richtte.
Maar uiteindelijk toch niet schoot?
Ewel… Daar heb ik nu grote spijt van se.
Maar dit wordt zo meteen rechtgezet… Voorgoed!!!!
Want je hebt me godverdomme voor schut gezet in die klote rechtszaal.
Dacht je nu echt dat je daar ongestraft mee zou wegkomen?"
Hij grinnikte.
Sandra voelde zijn rechterhand over haar broek.
Hij maakte traag haar broeksriem los.
Daarna het knoopje.
Haar hart kromp ineen.
Ze voelde het angstzweet langs haar voorhoofd.
Ze voelde hoe hij de ritssluiting van haar broek langzaam naar beneden trok.
Terwijl hij haar in het gezicht stond uit te lachen.
“Hier geniet ik nu eens enorm van Sandra?" Grijnsde hij.
“Jij eergisteravond nog in dat belachelijke praatprogramma op TV.
Met je grote mond.
En je dwaze praatjes.
Weer ons mannen voor schut zetten.
Met je brutale bek vol penisnijd.
En nu.
Helemaal in mijn macht.
Je kan nergens heen nu Sandra.
Deze deur is langs de buitenkant gesloten.
Deze bouwvallige keet staat midden in de bossen.
Kilometers in de omtrek woont hier geen mens.
Niemand zal je horen schreeuwen.
Leuk toch, vindt je niet?
Ik vind van wel”.
Toen trok hij brutaal haar broek naar beneden.
Graaide met zijn handen tussen zijn benen.
Hijgde in haar nek.
Likte aan haar oor.

Toen fluisterde hij in haar oor.
“Nog een laatste maal.
Een allerlaatste maal.
Zal ik genieten van jou heerlijke lichaam.
Want dat heb je wel Sandra.
Een heerlijk lichaam.
En lekker strak kutje.
Kon over niets anders fantaseren in mijn cel.
Over jou lekkere strakke poesje.
Ik dacht, voor ik dit decadente land voorgoed verlaat.
Wil ik het nog eens doen met Sandra.
Nog een allerlaatste maal.
Voor ik met mijn broeders naar Marokko vertrek.
Waar mannen wel nog gerespecteerd worden.
En vrouwen tenminste hun bek houden, willen ze geen pak ransel krijgen van hun echtgenoot, hun vader, hun broers of hun neven.
Maar voor ik die reis aanvat, om er een nieuw leven te beginnen in een land waar je als man tenminste gerespecteerd wordt!
Neuk ik je een allerlaatste maal.
Leuk toch.
Ik weet dat jij er ook van genoot.
Denk je dat ik die spelletjes van trauma en zo geloof?
Nee Sandra, ik weet wel beter. Veel beter.
Jij bent gewoon een slet.
Niets meer en niets minder.
Een gore, dierlijke slet.
Die ervan geniet om ons mannen eerst de kop zot te maken en dan te vernederen.
Ik ken jou soort wel Sandra.
Maar ditmaal.
Ditmaal win ik.
Ik maak een einde aan jou smerige, zieke spelletjes.
Aan jou misselijkmakende propaganda waarmee je jonge meisjes en andere vrouwen gewoon de kop zot maakt.
Om ons nog meer voor schut te zetten.
En daar nog grof geld mee verdient ook. Geld van die smerige teven en afvallige verraders die onze samenleving naar de vaantjes helpen, om God weet welke reden?
Oh ik zie de sentimentele krantenkoppen al.
Van die ziekelijke sensatiemedia in ons land.
Die elke ernstige mening over de scheefgelopen man/vrouw verhoudingen gewoon totaal negeren.
En zelfs verdacht maken.
Door het slijk halen, telkens weer.
Maar misschien zal de boodschap bij sommigen doordringen.
Dat je als vrouw beter geen te grote bek opzet.
Dat dat toch… Ooit.
Verkeerd afloopt."

Hij duwde Sandra van zich af, ze viel op de grond.
Op haar zere knie.
Ze schreeuwde het uit van de pijn.
“Beetje week in je knietje Sandra” lachte hij luid.
Hij stampte tegen haar knie.
Extra hard.
Sandra krulde over de grond van de pijn.
“GESTOORDE SMEERLAP!!!!!" Schreeuwde ze.
Ze trok haar broek terug op.
En probeerde overeind te krabbelen.
Maar ze voelde hoe hij haar bij de haren greep.
En haar zo omhoogtrok.
Weer schreeuwde ze het uit van de pijn.
Weer moest ze een regen van slagen incasseren.
Eerst met de vlakke hand.
Daarna met de vuist.
Hij gooide haar op de houten brits.
Sandra was half versuft van de slagen die ze kreeg.
Ze zag hoe hij zijn broek losknoopte en liet zakken.
Ze voelde haar hoofd bonzen.
Weer trok hij aan haar broek.
Trok die uit.
Hij kroop op haar, legde zijn enorme handen op haar schouders.
Zijn bedoelingen waren duidelijk.
Ze hoorde hem hijgen.
Ze rook zijn bezwete lijf.
Ze voelde hoe hij haar haar betaste, haar benen probeerde te spreiden.
Ze verzette zich.
Maar kreeg nog twee klappen op het hoofd.
“Je verzetten heeft geen zin Sandraatje.
Ik doe dit keer met jou wat ik wil.
En daarna maak ik je van kant.
Heel langzaam.
Heel pijnlijk”.
Sandra draaide haar hoofd.
Ze zag een klein tafeltje, oud en krakkemikkig maar gemaakt van stevig hout dat vast hard aankwam als je het tegen je hoofd kreeg.
Ze greep naar het tafeltje.
Francis had het niet in de gaten.
Hij duwde met een krachtige stoot zijn penis in haar vagina.
En begon haar opnieuw te verkrachten, terwijl hij haar t-shirt omhoog trok.
Krachtig stootte hij diep in haar.
"Godverdomme da's toch zo lekker." Zei hij terwijl haar met een geile blik aankeek.
Sandra hield het tafeltje vast met een krachtige grip.
Ze voelde dat ze erin slaagde om het op te heffen.
Ze voelde hoe hij haar met pijnlijk harde stoten penetreerde.
Ze liet hem even begaan.
“Geniet er maar van smeerlap.
Nu je nog kan”.

Toen hief ze het tafeltje hoog op.
En liet het op zijn hoofd neerkomen.
Met volle kracht.
Hij tierde en schreeuwde van de pijn.
Sandra glipte onder hem door liet zich op de grond vallen.
Wilde het tafeltje dat op de grond was gevallen oprapen.
Maar hij was haar voor, greep haar benen vast en haalde haar onder de houten brits uit.
Dan trok haar aan haar haren.
En kwakte haar keihard tegen de zijmuur.
“Dus jij wil het hard spelen hé meisje?" Brulde hij.
“Mij best Sandra... "
Hij tilde haar hoog op.
En liet haar keihard vallen op de stenen vloer.
Weer krulde Sandra zich op van de hevige pijnen.
Ze voelde hem schoppen.
Probeerde van bij hem weg te komen.
Maar hij trapte haar waar hij haar maar raken kon.
En weer in haar knie, keihard.
Maar ook op haar hoofd.
Sandra was vastbesloten.
Ze mocht het bewustzijn niet verliezen.
Want dan was ze reddeloos verloren.
Ineens greep ze zijn been.
Trok eraan.
Hij verloor zijn evenwicht en viel, zijn hoofd miste net de houten brits.
“Smerige sloerie!!!” Schreeuwde hij.
Ze kwam recht en trapte, keihard tussen zijn benen.
En nog eens.
“Klootzak!" schreeuwde ze. Terwijl ze hem een derde trap gaf.
“Denk maar niet dat ik me als een lammetje laat afslachten door jou!"
Maar dan sprong hij weer recht en wierp zich op haar.
Ze viel op de grond en hij met zijn volle gewicht op haar.
Hij legde zijn beide handen op haar hals.
“Ik maak u godverdomme kapot smerige teef!" Zei hij met ingehouden woede.
Maar Sandra slaagde erin hem een mep te geven.
Vlak op zijn neus.
En plantte daarna haar knie in zijn kruis.
Weer probeerde ze bij het tafeltje te komen.
Hiermee hoopte ze hem uit te schakelen.
Haar hele lichaam deed pijn.
Ze bloedde uit haar neus en uit haar lip.
Maar woede had het overgenomen van angst.
Ze besefte dat ze niets meer te verliezen had.
Als ze dan toch moest sterven.
Dan zou het staande zijn.
In het vuur van de strijd.
Weer greep hij haar bij de haren.
Maar ditmaal krabde ze zijn gezicht open.
Pelckmans vloekte en schold.
“Ge gaat eraan, deraan gaat ge nondedju” schreeuwde hij meerdere malen.
Ze gaf hem de ene mep na de andere.
Met volle kracht.
In de hoop dat hij zijn greep om haar haren zou lossen.

Ineens begon hij te lachen.
“Jij hebt wel wat pit in je lijfje hé kleine Sandra.
Ik bewonder je dapperheid wel.
Maar het zal je niet helpen liefje.
Het is voorbij, echt wel.
Geef je over, en ik gun je een snelle, pijnloze dood."
Sandra hijgde en pufte.
Ze voelde haar hart bonzen.
Ze was de uitputting nabij.
Maar opgeven dat was ze zeker niet van plan.
Ze keek hem recht in de ogen.
"FUCK YOU!" Zei ze met sissende stem.
Hij tilde haar hoog op.
Bij haar haren.
Ze spartelde.
Hij lachte gemeen, kon zijn plezier niet op.
"Fuck you zegt ze!!! Gijse stom wijf!"
Ineens weer haar voet in zijn kruis.
Ze viel op keihard op de houten brits voelde een vreselijke pijnscheut in haar rug en ribben.
Daar waar hij haar zonet keihard schopte.
Hij greep haar weer vast.
Sloeg haar andermaal.
Nu bloedde ze heel fel uit haar neus, ze voelde het warme bloed over haar gezicht en hals stromen.
Weer penetreerde hij haar.
Nu heel hard.
Met felle stoten.
Ze voelde dat hij klaarkwam.
Ze hapte naar adem, kon geen woord uitbrengen.
Maar diep van binnen schreeuwde haar lichaam het uit.
"Weer verkracht door die smeerlap." Ging het door haar hoofd.
Daarna legde hij weer zijn handen rond haar nek
En begon heel hard te drukken.
Met zijn duimen in het midden van haar keel.
Op haar adamsappel.
Sandra kreeg geen lucht meer.
Haar lichaam schokte.
Haar einde leek nabij.
Maar ditmaal stak ze haar rechter wijs en middelvinger in zijn ogen.
En begon heel hard te duwen.
Hij moest lossen.
Sandra haalde uit met haar hand, recht op zijn neus, Francis deinsde achteruit.
Hoestend en kuchend liet Sandra zich weer op de grond vallen.
Ze zag hem in een hoekje, ineengekrompen.
Brullend van de pijn.
“Mijn ogen, mijn ogen godverdomme." Hoorde ze hem schreeuwen.
Het was NU OF NOOIT !!!!!
Ze kroop over de grond.
Nam het tafeltje.
En liet het met een flinke knal op zijn hoofd neerkomen.
En nog eens.
En nog eens.
Ze slaakte een rauwe kreet terwijl ze dat deed.
“SMEERLAP!” schreeuwde ze. “GODVERDOMSE LIEDERLIJKE, HATELIJKE SMEERLAP!!!!”
Het tafeltje was zo oud en krakkemikkig dat de splinters langs alle kanten vlogen.
Toen er enkel nog een paar planken en een loshangende tafelpoot overbleven hield Sandra op.
Hij zat in een hoek van de cel, liet zich onderuitzakken.
Met veel gegrom en gereutel.
Een gapende wonde aan zijn hoofd, overal bloed.
Hij verloor bewustzijn.
Sandra zocht haar broek en slipje en kleedde zich weer aan.
Nu moest ze zo snel mogelijk buiten geraken.
Voor die twee helpers van Pelckmans terugkwamen.
Maar hoe?
Dat was een goeie vraag.
Er zat niets anders op dan met haar goede voet de deur proberen in te beuken.
De deur was oud en vermolmd. Dat was haar enige kans.
Met de moet der wanhoop begon ze te beuken.
Beuken tot de ze deur hoorde kraken.
Hoeveel pijn haar lichaam ook deed, hoezeer haar zere knie ook gezwollen was.
Hoezeer haar ribben ook pijn deden van die smak die ze op de stenen vloer maakte.
Sandra zette door.
Met alle kracht.
Dan kraakt er twee planken in het midden.
Zo oud en vermolmd was de oude celdeur.
Sandra stak haar hand door het gat en kon met veel moeite de hengsels wegschuiven.
Dan maakte ze dat ze weg was.

Sandra liep door het grote woud.
Haar knie speelde haar parten.
Was pijnlijk en gezwollen.
Haar rug deed pijn.
Ze kon moeilijk ademen door die felle trappen op haar borst.
Ze geraakte moeilijk vooruit.
Want die vreselijke, kloppende, snerpende pijn overheerste.
Waar was ze? Ze had er geen enkel idee van.
Ja ergens in de Ardennen.
Maar waar?
Overal dichte bossen, geen mens of huis te bekennen.
Ze hoorde geruis.
Een rijbaan.
Misschien kon ze een auto doen stoppen die haar naar het dichtstbijzijnde politiebureau bracht.
De rijbaan lag hogerop. Ze moest klimmen.
Het viel niet mee.
Maar Sandra zette door
Ze besefte, dat ze nu de enige was die ervoor kon zorgen dat de gevaarlijke crimineel Francis Pelckmans terug opgepakt kon worden.
“Het lot van vele onschuldige meisjes en vrouwen ligt in mijn handen.
Hij heeft genoeg slachtoffers gemaakt.
Hoe sneller ze hem oppakken hoe beter."
Ze liep de weg op.
Ze zag een wegwijzer.
GEDINNE 5km.
Ze volgde die richting. Tegen de rijrichting in.
Ze kreeg moeite met stappen.
Overal voelde ze die kloppende pijn.
Over heel haar lichaam.
Ze voelde elke plek die door Pelckmans zijn vuisten en voeten werden geraakt.
Elke plek waarop ze viel of waarmee hij haar met zijn brute kracht tegen de muur kwakte.
Deed zo hard pijn.
Ze besloot om even te rusten op de vangrail.
Ze keek naar de blauwe lucht.
Ze hoorde de vogeltjes fluiten.
Ze voelde de zon op haar lichaam branden.
Ook al was het nog vroeg op de dag, het was warm.
Het beloofde een snikhete dag te worden.
Voor het eerst, na een veel te nat en te kil voorjaar.
Het was stil.
Sandra trilde over haar hele lichaam.
Besefte dat ze aan de dood was ontsnapt.
Ze voelde haar hartje bonzen.
Tranen liepen over haar wangen.
Ze twijfelde.
Wat moest ze doen?
Verder stappen en de pijn verbijten.
Of wachten tot er een auto voorbij kwam en hulp vragen.
Een moeilijke zelfs hartverscheurende keuze.
Ze zou het zich beklagen als daardoor die smeerlap van een Francis Pelckmans de kans zag om te ontsnappen. En opnieuw zou gaan toeslaan.
Maar aan de andere kant.
Ze had overal pijn.
Over haar hele lichaam.
Ze voelde hoe ze stilaan uitgeput raakte.
Ineens hoorde ze geluid.
Ze zag verderop langs de bochtige weg de contouren van een auto.
Die tamelijk hard leek te rijden.
Ze stond recht.
“Au secours!" Riep ze;
“Help me!!"
Ze zwaaide met haar armen.
Maar de auto reed rakelings langs haar.
Ze deinsde weg.
Draaide zich om en smakte tegen de vangrail, met haar knie.
“Aaauw smerige rotknie."
“Ik heb dringend een dokter nodig." Zei ze tegen zichzelf.
In de auto zaten niemand minder dan Abdel en Mohammed.
Hun kompaan Rachid was met zijn handlangers terug naar Antwerpen vertrokken.
Abdel zat achter het stuur, hield er een vinnige rijstijl op na.
“Zo nog even en wij zijn terug bij onze broeder Abdullah.
We hebben benzine, hooi en oude kartonnen dozen voor die keet in brand te steken.
En die fucking bitch erbij.
Onze wijze broeder zal tevreden zijn”.
Ze passeerden Sandra.
“Stoop!" Riep Mohammed.
“Ey wa’s da met u klootzak? Zot geworren ofwa?” Vroeg Abdel verbolgen.
“Edde gij kak in uw oge ofwa?"  Antwoordde Mohammed. “Da’s die bitch die bij Abdullah opgesloten zat."
Abdel keek in zijn achteruitkijkspiegel.
Zijn neef had gelijk.
“Wat doet die hier, die fokking slet? Die moest toch allang dood zijn." Vroeg hij zich af.
Hij ging in achteruit, liet de auto bruusk keren en gaf gas.
Sandra zag de auto keren.
Zag ineens de twee mannen die erin zaten.
“De helpers van Pelckmans” dacht ze.
“Ik ben in gevaar, fuck."
Ze klom met veel moeite over de vangrail, sprong over het grachtje.
En klauterde de helling op.
Zich vastklampend aan bomen en struiken.
De grond was vochtig en de rotsen onder het gebladerte verdomd glibberig.
Met angst in het hart klom Sandra naar boven.
De pijn over haar frêle lichaam verbijtend.

In de auto gaf Abdel orders aan zijn neef.
“Ga achter die teef aan, en pak ze bij haar lurven voor ze gaat kletsen.
Ik ga kijken waar onze broeder Abdullah is.
Wie weet wat heeft ze gedaan die fokking bitch”.
Mohammed stapte uit, sprong over de vangrail en klauterde lenig als een aap de helling op.
Sandra zag hem naderen.
“Fuck ik ben verloren." Dacht ze.
De angst sloeg haar om het hart.
Ze mocht er niet aan denken om in die kerel zijn klauwen terecht te komen.
Verzwakt als ze nu was.
Ze greep elke boom en elke struik die in haar buurt kwam.
De vermoeidheid en de pijn begonnen haar parten te spelen.
Maar ze zette door.
Met de moed der wanhoop.
Elke meter was een overwinning.
Zeker toen ze Mohammed ineens zag uitglijden.
Hij mispakte zich op een glibberige rots.
Hij vloekte en schold in het Arabisch.
Het gaf Sandra moed.
Enkele meters hoger leek het minder stijl te worden.
En dan was ze boven.
Wie weet kon ze daar ergens hulp vinden.
Een bewoond huis of boerderij, of een voorbijganger die voorbij kwam per auto, per fiets of te voet. Meer had ze niet nodig.
Ze was al eerder in de Ardennen geweest en ze wist dat de mensen hier heel hulpvaardig waren.
Zeker voor mensen die in de bossen in nood verkeerden.
Intussen was Abdel bij de oude barak aangekomen.
Hij zag hoe de deur was ingebeukt.
"Die bitch heeft dat op eige kracht gedaan ofwa?" Vroeg hij zich af.
Hij liep naar binnen en zag zijn vriend en broeder Abdullah liggen.
In een plas bloed;
Hij kwam bij bewustzijn.
Abdel hoorde hem kreunen.
“Waar ben ik?" Murmelde hij.
Abdullah mijn broeder, ik ben hier.
“Sandra, waar is ze?" Stamelde hij.
“Die teef is gewoon gevaarlijk. Ze heeft me bijna de schedel ingeslagen”.
Hij wilde opstaan, maar zakte meteen ineen.
“Blijf hier broeder, ik haal hulp.
Je hebt een dokter nodig”.
Abdullah/Francis vloekte.
“Smerige hoer, teef!"
Hij kreunde het uit van de pijn.
Hij was er erg aan toe.
In zijn hoofd gaapte een grote bloederige wonde.
Abdel nam zijn GSM, en belde naar zijn neef Mohammed.
Intussen klom Sandra alsmaar hoger.
Mohammed hoorde zijn GSM rinkelen.
“Ey klootzak, waarom belt ge verdomme."
“Ebde die Sandra al te pakken?" Vroeg Abdel.
“Nee." Was het antwoord. “Die fokking bitch is veel te hoog gast, en da is hier fokking glad en stijl."
Hij hoorde Abdel schelden en kafferen.
“Maak haar koud, zorg ervoor dat die bitch voorgoed zwijgt ebde da verstaan gast? En kom dan rap terug, ze heeft Broeder Abdullah bijna doodgeslagen."
We moeten maken dat we zo snel mogelijk in Frankrijk zijn”.
Toen legde Abdel in.
Mohammed begreep dat de situatie ernstig was, en dat er direct moest ingegrepen worden.
Hij keek naar boven, hij zag dat Sandra nog steeds onvermoeibaar klom voor haar leven.
Toen haalde hij zijn pistool uit zijn vestzak.
Schakelde de veiligheid uit.
Richtte…
En schoot.

PANG !!!!!
Een schot klonk luid en echo achtig door het bos.
Een vogel schrok op en slaakte een luide kreet, om dan weg te vliegen.
De kogel raakte Sandra in haar rug.
Met een flinke schok.
Ze struikelde.
Klampte zich vast aan een jong boompje.
Sandra panikeerde.
“Ik ben geraakt.
Oh shit”.
Ze voelde een enorme pijnscheut.
Langs haar rug.
Tot aan haar longen.
Ademen deed ineens pijn.
Nog meer pijn bovenop haar zere knie en haar uitgeputte lichaam dat al zoveel moest incasseren.
Ze hoestte.
Ze hoestte bloed op.
Ze raakte in paniek.
“Nee." Zei ze ineens luidop.
“Laat het hier niet eindigen, alsjeblieft.
Laat me hier niet sterven. Oh God alstublieft, laat me hier niet sterven!!
Oh ik ben zo bang... "
Ze keek naar beneden, of ze haar belager niet zag.
Maar die verborg zich achter een boom.
Hij zag haar wel.
Hij mikte.
“Ge gaat eraan vuil fokking bitch." Dacht hij.
Hij richtte.
Haalde diep adem.
PANG !!!! PANG !!!!
Twee kogels raakten haar.
De eerste vlak in haar schouders.
Sandra brulde het uit van de pijn.
Ze slaakte een rauwe haast dierlijke kreet.
En de tweede kogel trof haar in de zij.
Ter hoogte van de hartstreek…
Ze loste haar greep op het jonge boompje dat ze krampachtig vasthield.
Ze viel.
Ze rolde de helling naar beneden.
Haar lichaam knalde tegen een boomstam.
Ze bleef roerloos liggen.
Mohammed maakte dat hij wegkwam, maar naar beneden was geen optie.
Er kwam een groep wielertoeristen aan.
“Niemand moet me zien." Dacht hij.
Dus klom hij hoger.
Het was stil.
Angstwekkend stil.
Sandra lag onder de boom waar ze zonet met volle geweld tegen knalde.
Ze bewoog niet meer…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten