Pagina's

donderdag 21 december 2017

De liefde kwam met kerst 4


Twee weken later.

Kerwin zat op de trein die door een wit sneeuwlandschap raasde.
Het bleef maar sneeuwen.
Wat eens vaalgroen en bruin was onder een eeuwig miezerige grijze hemel, werd nu een prachtig en feeëriek sprookjeslandschap.
Het typische vlakke landschap van polders en weilanden leek te transformeren in een tafereel uit één of andere oude vergeelde kerstkaart;
Maar Kerwin had geen oog voor al dat mooi's.
Hij dacht aan Yenka.
Die herstelde van de zware operatie die ze onderging.
Waar ze tot zijn grote opluchting mee instemde.
Hij hield zijn belofte en  nam de kosten van de operatie en haar verblijf in het ziekenhuis op zich.
Om die kosten te betalen verkocht hij zijn auto.
Aan een autohandelaar in Amsterdam die hij goed kende en er een flinke prijs voor betaalde.
Hiermee zette hij pas echt een punt aan zijn vluchtige leventje als professioneel kickbokser.
Een leven dat hem veel geld opbracht alsook heel veel aandacht van gewillige vrouwen.
Maar dat interesseerde hem niet.
Ja.
Het kickboksen maakte dat hij van de straat weg was, en van de drugs en de criminaliteit.
Maar ergens wrong er wat.
Dat leventje van snel geld, geslijm en valse vrienden.
Het was toch zijn leventje niet.
Dat zei hij dan ook tegen zijn trainer en manager toen hij aankondigde er voorgoed mee te kappen.
"Komaan Kerwin, je bent zo goed op weg naar de top." zei Joop Moorkens zijn trainer die hem alles leerde.
"Jonge gozers kijken op naar je Kerwin," viel Harry Vonk, Kerwins manager hem bij.
"Stel hen niet teleur."
"Ik zou hen net teleurstellen moest ik net doorgaan met dat leventje dat vluchtig en oppervlakkig is.
Er is meer dan met geld smossen en meiden versieren.
En dat 'meer', daar wil ik nu voor gaan."
Beide mannen beseften dat het geen zin had om de zelfverzekerde Kerwin te overtuigen.
Hij was zelfs aan het solliciteren geslagen en vond een job in de onderhoudsploeg van een groot chemiebedrijf in de haven.

Kerwin keek voor zich uit.
Met Yenka in zijn gedachten.
Hij had haar die ochtend nog aan de lijn.
Haar stem klonk fris en opgewekt.
Het deed hem zoveel plezier haar zo te horen.
Zo heel anders dan voor hij naar Nederland vertrok voor zijn laatste kamp en om de zaken rond zijn afscheid uit de vechtsport af te handelen.
Hij liep nog een eindje mee tot aan de operatiekamer.
Zijn handen in de hare gestrengeld.
"Hou je sterk liefje... Ik ben in gedachte dicht bij je."
Yenka keek hem aan.
Haar gezicht in tranen.
"Merci Kerwin," hoorde hij haar zacht prevelen.
"I love you!"
Ja, dit zei ze.
Terwijl ze zacht naar hem glimlachte.
Dan werd ze de operatie binnengereden en ging de deur onverbiddelijk dicht.
Met lood in zijn schoenen verliet Kerwin de kliniek.
Reed naar Nederland waar hem een moeilijk gevecht wachtte.
Maar hij won.
Droeg zijn overwinning op aan Yenka.
Na de kamp belde hij met Dokter Nathaniël Ghijsbrechts. Die had tot Kerwins grote opluchting goed nieuws.
De operatie is goed verlopen, en het leek er op dat Yenka goed zou herstellen. Ze reageerde goed op de medicatie en van complicaties was er hoegenaamd geen sprake.
Dit nieuws stemde Kerwin hoopvol.
Ook Antoinette Lafargue was blij met dit heuglijke nieuws.
"Komt rap nor hois joenge," zei ze. "Da maske eeft aa nodig!"

Eindelijk reed de trein het magistrale Centraal Station van Antwerpen in.
Maar dan wel op het onderste niveau waar je weinig ziet van hoe prachtig dat station wel is, iets wat mensen die vanuit Nederland naar Antwerpen sporen vast wel zullen weten.
Kerwin stapte uit en met haastige tred liep hij naar de bushalte.
De bus die hem naar het Universitair Ziekenhuis moest brengen reed net voor zijn neus weg.
Daar stond hij dan in de ijzige wind die de sneeuw die onophoudelijk leek te vallen in zijn gezicht blies.
Maar gelukkig wist een jonge Chassidische Jood hem te vertellen dat de volgende bus ook die richting uit ging. Snel maakte dat Kerwin deze keer mee was.
De bus zette zich in beweging.
Baande zich een weg door het drukke stadsverkeer.
Vlot ging het niet, want de brutale winterinval zorgde voor veel verkeerschaos.
Eindelijk bereikte hij het ziekenhuis.
Yenka zat recht op de stoel naast haar bed.
Keek  naar de sneeuw die maar uit de lucht bleef vallen.
Met een dromerige, gelukzalige blik.
Kerwin klopte zacht tegen de deur en liep naar binnen. Yenka draaide zich om.
Haar ogen straalden.
Ze lachte haar tanden bloot.
"Kerwin," riep ze verrukt uit.
"Je bent terug."
"Ja liefje," zij hij.
Yenka wilde rechtstaan, maar Kerwin gebaarde haar te blijven zitten.
"Rustig aan doen meissie," zei hij.
Hij zakte door zijn knieën en sloeg zijn handen rond haar hals.
Keek haar in de ogen.
Haar ogen die straalden en vol leven zaten.
Ze raakte hem aan, omhelsde hem.
Ze lachte.
Met speelse kirretjes.
"Kerwin," zei ze met gelukzaligheid in haar stem.
Dan gaf ze hem een kus.
Kuste hem met lange halen.
Haar handen gleden over zijn borst.
Ritste zijn jas los.
Dan gleden haar handen onder zijn trui.
"Lekker warm," kirde ze ondeugend.
"Ondeugende meid," zei Kerwin terwijl hij haar hoofd tegen zijn borst drukte.
"Oh lieve Kerwin.
Ik ben zo gelukkig.
Echt.
Ik leef Kerwin.
IK LEEF!!!"

Tranen stroomden over haar wangen.
Tranen van geluk.
Puur intens geluk.
"Ik heb me nog nooit gevoeld zoals nu.
Vol levenskracht.
Vol goesting.
Goesting om iets van mijn leven te maken.
En dat allemaal dankzij u.
En dankzij uw oma.
Antoinetje.
Oh maatje toch."
Weer drukte ze haar lippen tegen die van Kerwin.
"Kus me schatteke.
Kus me.
Ik wil dat je me kust.
Want dat is zo schoon.
Het leven is zo schoon Kerwin.
Dankzij u.
Dankzij u lieve schat van me!"
Weer kusten Yenka en Kerwin elkaar.
Hij proefde het zout van haar tranen.
Haar koele handen onder zijn trui.
Zag haar ogen stralen, twinkelen, schitteren.
Hoorde hoe ze zijn naam fluisterde, met diepe gelukzaligheid in haar frisse, helder klinkende stem.
"Kerwin... "
Dan draaide ze haar hoofd.
"Het sneeuwt Kerwin."
"Schoon toch.
Ik wil zo graag naar buiten.
De sneeuw aanraken.
De koude voelen."
"Ik weet niet of het zo'n goed idee is moppie," zei Kerwin.
"Je hebt nog een lange weg te gaan eer je hersteld ben.
Je hart is nog zwak. Je moet nog veel rusten.
Aansterken."
Yenka keek sip.
"Even maar.
Gewoon even naar buiten.
In de rolstoel.
Waarmee ik al eens op de gang ga rijden."
"Goed dan," zei Kerwin.
"Maar duffel je wel warm in.
Trek mijn jas aan.En leg dit deken over je."
Hij haalde een deken dat in een kast lag en legde het op haar.
Dan reed hij haar naar buiten.
Yenka lachte, haar ogen begonnen te twinkelen en te schitteren als nooit voorheen.
Ze was niet meer het zielige hoopje ellende dat al bedelend de straten afschuimde.
Het zielige meisje met bleke huid en blauwe lippen.
Dat leefde van dag tot dag.
Zich vastklampte aan elke laatste strohalm.
Haar lichaam overleverde aan vieze dronkaards voor geld.
Geld om medicijnen te kopen.
Die ze als ze de dokter mocht geloven misschien niet meer zou nodig hebben.
Sneeuwvlokken vielen op haar stralende gezicht.
"Kerwin!!!" riep ze verrukt.
"Is dit niet fantastisch.
Kijk dan toch.
Kijk die Kerstboom bij de ingang, vol lichtjes in de sneeuw.
Kijk!
Kijk hoe die kindjes die boom staan te bewonderen.
Die verwondering in hun oogjes.
Leven Kerwin.
LEVEN!!!!"
Ze schreeuwde het uit.
"IK BEN GODVERDOMME ZO BLIJ DA 'K LEEF!!!!!"Kerwin legde zijn handen op de hare.
Keek haar aan.
"Je bent gelukkig hé moppie," zei hij.
"Ja.
Ik ben gelukkig.
Ik voel me zo super goed
Zo FUCKING FANTASTISCH!!!"
Dan keek ze hem aan.
Greep zijn onderarmen vast.
"Blijf bij me schatje." zei ze.
"Laat me nooit in de steek.
Toe.
Je bent alles wat ik nog heb.
Alles."
"Nee moppie," zei Kerwin.
"Jou laat ik nooit achter.
Ik verbind mijn lot aan dat van jou.
Mijn lieve moppie."
Die woorden bezegelde Kerwin met een lange tedere kus.
Na enkele dagen mocht Yenka naar huis.
Kerwin nam haar mee naar het karig flatje van zijn oma Antoinette Lafargue.
Waar hij voorlopig zijn intrek zou nemen in afwachting tot hij een eigen appartementje had gevonden.
Antoinette keek Yenka aan.
"Mor kinneke toch," zei ze.
"Gaa ziet er goe uit.
Neeje.
Echt.
Ge blinkt in aa velleke.
Gaa zijt toch echt wel een schoewn maske zulle."
"Dank je Antoinette." zei Yenka.terwijl ze de oude vrouw liefdevol omhelsde.
"Ge zijt zo lief.
Zonder u.
En zonder Kerwin.
Was ik er nu misschien al niet meer."
Antoinette zei niks.
Keek Yenka aan.
Met een liefdevolle blik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten