Vrijdagnamiddag.
De werkweek zat erop, enkele mensen verlieten blijgezind het kantoor en liepen
door de stad.
"'t Is goed weer," zei één van hen. "Laten we hier op dit terras
ene drinken."
"Goed idee," zei een andere. "Kwestie van de werkweek in stijl
af te sluiten."
Ze gingen aan tafel zitten en meteen kwam een jonge dienster langs om een
bestelling op te nemen. "Wat drinken de heren?" vroeg ze.
"Voor mij een goeie pint," zei de jongeman die het iniatief nam. "Weet ge wat? Maak er maar van den
eerste keer een halve liter van, ik werk er hard genoeg voor."
"Ewel ja, dat zou mij ook smaken, zo'n volwassen pint bier, doe mij ook
maar een halve liter."
"Ik ga voor een Brugse Zot," zei de derde. De twee dames in
het gezelschap gingen voor een witte wijn.
"Voor mij een Icetea," zei de jongeman die laatst aan de beurt was.
Iedereen keek hem aan.
"Ge zijt toch niet ziek?" vroeg Tom, de jongeman die het terras
voorstelde.
"Moet je daarvoor ziek zijn, om geen alcohol te drinken?" Antwoordde
Geert rustig ofschoon deze reactie hem ergerde.
"Ik drink nooit alcohol," vervolgde hij.
"Hoe, gij drinkt nooit alcohol?" vroeg Gilles de jongste uit het
gezelschap.
Geert knikte van nee.
"Dat is toch saai, waarom ben je dan meegegaan met ons als ge toch niets
drinkt?"
"Om gezellig wat bij te babbelen, waarom anders.
Kan toch ook zonder alcohol, of niet soms?"
Geert keek de anderen strak aan.
Hij zag hun blikken, hun verwondering.
Zijn collega's keken hem aan alsof hij van een andere planeet kwam.
Ze kenden Geert als een vrolijke gast die graag grappen maakte en af en toe
zijn collega's beet nam. Nog maar drie maand in dienst maar hij lag meteen goed
in de groep.
De anderen waren dan ook niet verbaasd dat hij hen zou vervoegen op dit terras
op deze eerste echt zonnige dag van het jaar.
Maar nu keken ze toch wel vreemd op.
"Dat had ik toch nooit in u gezien ze," zei Inge, de jongste van de
twee vrouwen.
"Ge zijt toch geen moslim of zo?" reageerde Tom. "Allahu
akbar, Allahu akbar!"
"Gasten, serieus. Wat is nu jullie probleem?
Dat ik geen alcohol drink?
Moet ik me toch niet voor verantwoorden zeker?
Ik drink geen alcohol en ik eet geen vlees noch zuivelproducten of andere zaken
die van dieren komen." zei Geert terwijl hij zijn collega's nog
indringender aankeek.
Die keken hem nu nog vreemder aan.
"Dat is toch... Saai!" riep Inge uit.
"Oh ja?
Dus je kan alleen lol hebben als je jezelf hebt volgegoten met alcohol? Nou hoe
ben ik op het werk? Ben ik saai? Nee toch."
"Nee, ge zijt een grapjas en een plaaggeest, juist daarom dat ik zo
verbaasd ben," zei Tom. "Allez ja."
"Welnu, antwoord op mijn vraag. Ben ik saai, ja of nee?"
"Nee," zei Tom.
"Maar waarom drink je geen alcohol?" vroeg Nancy de tweede vrouw in
het gezelschap. "Moet ge misschien medicijnen nemen."
Geert knikte van nee.
"Hoor jullie nu eens bezig. Ik drink geen alcohol en ik ben echt niet van
plan om me daarvoor te verantwoorden hoor.
Laat me het eens anders vragen. Waarom drinken jullie alcohol?
Wat vinden jullie daar zo lekker aan?
Het smaakt raar, ge wordt er wazig van in uw hoofd, ge verliest alle controle.
En sommigen van jullie moeten nog met de auto naar huis. En ik weet al wat ge
gaat zeggen. "Jamaar, eentje kan toch geen kwaad!"
Ge weet heel goed dat er na 'ééntje' 'nog ééntje' gaat komen.
En dan gaat ge met een licht schuldgevoel achter het stuur van uw auto kruipen
en hoopt ge dat ge geen alcoholcontrole gaat tegenkomen, want ge weet dat ge er
gloeiend bij gaat zijn als ge gaat moeten blazen.
En jullie denken dan alleen aan dat 'blazen' hé. Niet aan 'the worst case
scenario'. Een verkeersongeval, met lichamelijke letsels. Leg het dan eens uit,
aan de slachtoffers, aan de rechter. Wat ga je dan zeggen? Ja sorry het was
plezant, ik dacht even niet aan de gevolgen van rijden onder invloed."
"Ge gaat hier den boel toch niet verpesten met uw gepreek zeker?"
reageerde Tom geprikkeld.
Geert bleef kalm en was amper onder de indruk van de uitval van Tom.
"Is dat je beste argument Tom? Nee toch hoop ik."
"Kunnen we het alstublieft gezellig houden?" vroeg Nancy. "Het
is vrijdagmiddag, het was een drukke werkweek en ik heb geen zin in een
oeverloze discussie, klaar?"
"Ik ook niet, ik had zin in een gezellige after work babbel op een
zonnig terrasje. Maar in plaats daarvan moet ik me hier verantwoorden omdat ik
geen alcohol drink. Dus heb ik maar even de bal teruggekaatst.
Maar misschien dat ik inderdaad maar beter opstap. Ik dacht dat jullie 'open
minded' waren, niet dus. Jammer maar helaas."
"Ey kom, dat was zo niet bedoeld," zei Inge.
"Tuurlijk niet," reageerde Geert. "Jullie hebben het niet zo
bedoeld. Maar intussen heb ik het toch maar weer op mijn bord gekregen hé. Voor
de zoveelste keer.
Heb ik voor de zoveelste keer nog eens diezelfde fucking clichés moeten
aanhoren.
Ge zijt saai. Zijt ge ziek? Moet ge medicamenten nemen? Waarom zijt ge dan met
ons meegekomen? Wat doet ge hier dan eigenlijk? Ge zijt toch een moslim?
Wanneer gaat ge intreden in 't klooster? Ligde gij onder de sloef van uw vrouw?
Telkens weer opnieuw.
Geloof me! Ge gaat daar op den duur van braken. Echt keihard van braken!"
Weer keek hij zijn collega's met een striemende blik aan. "Ik ga jullie
eens iets zeggen.
Alcohol is het meest gepushte en opgedrongen consumptiemiddel dat er bestaat.
Tot zo'n 25 geleden waren dat sigaretten. Mijn vader die rookte toen ik kind
was zo'n 2 pakken per dag. In de auto, thuis voor de TV, op familiefeestjes, of
gewoon wandelend over straat. Altijd zag je hem met een sigaret. Hij stopte met
roken zo'n vijfentwintig jaar geleden, ik was toen twaalf. Wij moedigden hem
daarin aan, ons ma het meest van al want ze was het wassen van zijn stinkende
kleren kotsbeu en ja ze maakte zich zorgen om zijn gezondheid.
Maar zijn collega's op het werk, zijn vrienden bij de voetbalploeg waar hij bij
speelde. Altijd weer opnieuw. "Echt geen sigaretje Walter?" Ze
hielden die stinkstokken voor zijn neus. Begonnen een sigaret op te steken toen
hij binnenkwam.
Dat heeft iets in mij wakker gemaakt.
Maar de echte wake-up call kwam zeven jaar later.
Ik studeerde, zat op kot.
Studentenleven, ge kent het wel.
De cantussen, de kotfuiven, de donderdagavonden in de studentencafé's.
Het bier vloeide rijkelijk.
En vaak werd er afgesloten bij een maat op kot met een fles sterke drank.
Er was een kotgenote, ze heette Lisa.
Lisa dronk geen alcohol, omdat ze teveel gezien had in haar jeugd.
Maar dacht je dat de andere kotgenoten dat respecteerden?
Vergeet het maar.
Lisa was een seut, Lisa was saai, Lisa hoorde er niet bij.
Lieten ze haar elke dag merken.
Ze deden drank in haar glas en smeerden haar bed vol met pis, kak en andere smeerlapperij. Ze plaagden
en sarden haar op alle mogelijke manieren. Ik vond het walgelijk, ik schaamde
me voor het gedrag van mijn 'vrienden'.
Op een avond hield ik het niet langer uit.
Ik had genoeg van het wangedrag van mijn kotgenoten en ik heb in een vlaag van
woede alle drank weggegoten. Al het bier, de whisky, de vodka, de gin, alles.
En ik heb hen gezegd dat ik dat ging blijven doen tot ze ermee ophielden en hun
excuses aanboden. En op die dag heb ik gezworen om nooit nog een druppel
alcohol aan mijn lippen te zetten.
Ik kreeg het hele studentenkot tegen mij en alle gasten van de studentenclub
waar we lid van waren. Heb die dag meteen mijn lidmaatschap opgezegd.
Ik verloor al mijn vrienden.
Maar ik won het respect van Lisa."
Met een vastberaden blik keek Geert zijn
collega's aan.
Die dag is er iets gegroeid tussen Lisa en mij.
We waren de paria's van het kot en van onze faculteit.
Overal waar we kwamen werden we scheef bekeken. "Kijk, het seutenkoppelke
is daar!"
Ze gooiden bier naar ons, en lege drankflessen.
Maar als ik dan in haar ogen keek, dan zag ik die blik.
Ik was de enige die haar keuze begreep en er respect voor had.
De enige die voor haar en voor haar keuze opkwam.
Als we elkaar aankeken dan wisten we: samen kunnen we de wereld aan.
En samen hebben we een ander kot gezocht, de kosten gedeeld en algauw ook het
bed.
En dat doen we nu 13 jaar later nog altijd.
Lisa en ik, wij leven nu al 13 jaar alcoholvrij en dat bevalt ons prima, dank
je.
We weten waarom we het doen, en Lisa meer dan ik. Maar ik ken haar verhaal. Een
verhaal van alcoholisme, familiaal geweld, harde woorden en diepe
vernederingen. Een verhaal van bittere armoede, van scheef aangekeken te worden
als dochter van een lafaard die te laf was om verantwoordelijkheid op te nemen
nadat hij een jonge moeder en haar dochtertje van het zebrapad maaide met meer
dan drie promille alcohol in zijn lijf.
Hij verhing zich liever in zijn cel en moeder mocht opdraaien voor de kosten.
Alles aangeslagen, op straat belandt en met hard werken en zich veel ontzeggen
er bovenop geraakt. Mijn vrienden gingen pintelieren en leefden alsof de morgen
niet bestond. Lisa ging elk weekend werken en 's avonds studeerde ze als een
bezetene omdat ze hogerop wilde geraken, weg uit de armoede.
En net zij kreeg die bagger over zich heen, van gasten die niet beseften dat ze
gehersenspoeld zijn door de reclame en die stomme groepsdruk. Ik zag dat
patroon als kind bij de vrienden van mijn vader. Nu zag ik dat in veelvoud.
Ik vertelde dat thuis en pa herkende het direct. Groepsdruk.
"Gij doet daar toch niet aan mee?" vroeg hij streng.
"Het herinnerde hem aan toen hij stopte met roken en zei dat dat enkel en
alleen lukte omdat wij - zijn gezin dus - achter hem stonden en hem steunden,
daar waar anderen hem sigaretten opdrongen en hem probeerden te overhalen om
toch een sigaret op te steken. Vaak deden ze dat onbewust door hem een sigaret
aan te reiken als ze er zelf één opstaken.
Ik wist na dat gesprek wat mij te doen stond. Ik wist dat als ik het niet
opneem voor Lisa.
Dan doet niemand het!
Ik betaalde een hoge prijs, zeker voor de jonge gast die ik toen was.
Want uw vrienden verliezen, dat is niet plezant.
Maar ik wist waarom ik het deed.
Ik was als tiener een rebel en een schenenschopper.
Ik had lak aan de school en aan regels.
Als anderen wit zeiden dan zei ik zwart.
Ik spijbelde, zette de klas op stelten en mijn leraren voor schut en mijn
klasgenoten vonden dat tof. Ze vonden mij cool.
Ze vonden mijn grote bek en astrante taalgebruik cool.
Ik vond mezelf ook cool.
Ik vond mezelf heel wat, ik dacht dat ik het was.
Maar toen ik het opnam voor Lisa had ik voor het eerst echt het gevoel dat ik
iets rebels deed.
Ik ging tegen de stroom in. En ik kwam op voor iemand die door anderen aan de
kant werd geschoven. En dat voelde zo goed aan, echt waar.
Het heeft mij gesterkt in het leven en ik won het respect van de persoon die
mij tot vandaag het meest dierbaar is. Mijn allerliefste Lisa!
Winston Churchill zei ooit: "You have enemies? Good, it means that
you stand up for someone or something once in your life!"
Tom, Bart, Inge en de anderen luisterden met
open mond.
Tom stond recht en legde zijn hand op Geert zijn schouder.
"Respect maat," zei hij. "Nee echt, ik meen het.
Zoals gij zouden er meer moeten zijn.
Ik ben vader, mijn zoon is nu 11. Volgend jaar gaat hij naar het secundair.
En ik ben bang dat hij gaat zwichten voor de groepsdruk. Dat hij gaat roken,
drinken of drugs gebruiken. Of zich met gevaarlijke dingen gaat inlaten.
Ik praat er met hem over, maar ik heb soms zo hard het gevoel dat het niet tot
hem doordringt.
Ik denk dat ik weet waarom.
Dat ik zo hard weet waarom!"
Geert keek Tom aan.
"Tom," zei Geert.
"Als er één iets is wat het leven mij geleerd heeft, dan is het dit.
Wees de verandering die je wilt zien in de wereld.
Toen Lisa en ik trouwden hebben we duidelijk gemaakt dat er op ons huwelijk
geen alcohol zou worden geschonken. Dat werd op heel wat gemor onthaald. Maar
mijn ouders en oudere broer begrepen het. En ook mijn grootvader die alle dagen
zijn jeneverke dronk begreep mij.
Het werd een gezellig feest. Er werd gedanst, gezongen, spelletjes gespeeld en
plezier gemaakt.
Dat heeft velen de ogen geopend. Mijn broer is niet lang daarna ook gestopt met
drinken en ook mijn ouders raken al tien jaar geen druppel meer aan. Pa zegt
dat hij zich nu veel gezonder voelt dan tien jaar geleden. Hij raakte zelfs
zijn buikske kwijt.
En dat geeft mij een goed gevoel ja. Het gevoel van iets in gang te hebben
gezet.
Oh, dat van dat 'geen vlees of zuivelproducten'. Dat is geen waar hoor.
Al proberen Lisa en ik om minstens twee keer per week vegetarisch of
veganistisch te koken.
Omdat dat gezonder is en beter voor het milieu.
"Bon, wat drinken jullie? Ik betaal, drinkt maar wat ge wilt ze."
Iedereen van het gezelschap bestelde een niet alcoholisch drankje.
Dit verhaal is fictie.
En toch weer niet.
Waarom is het zo dat als je geen alcohol drinkt of geen vlees eet, je door de goegemeente raar wordt bekeken?
Je krijgt meteen van die vragen. "Voel je je wel goed?" "Ge zijt toch niet ziek?" "Ge gaat toch niet saai doen? De sfeer bederven?"
"Ge zijt vegetariër? Eet je dan vis?" "Hoe kom je dan aan je proteïnen?" "Wat eet je dan zoal? Blaadjes sla en wortelen?"
Dit verhaal pende ik vorig jaar neer, het kwam zomaar uit het iets. Het is nu Tournee Minerale en dit leek me dus een goede gelegenheid om het op mijn blog te posten.
Liefs. Miguel.
Reacties
Een reactie posten