Pagina's

zondag 5 februari 2017

Passionele fout.



Het was vrijdagnamiddag.

Nadat de werknemers van het kleine IT bedrijfje ‘Websolut’ te horen kregen dat hun jaarlijkse teambuilding weekend aan zee niet zou doorgaan, maar vervangen zou worden door een ander event dat door de nieuwe bazen uit Nederland zou worden georganiseerd. Een event waar ook de werknemers van het Nederlandse bedrijf zelf aan zouden deelnemen.
“Kwestie van elkaar beter te leren kennen, daar jullie vaak en intens zullen samenwerken in de toekomst”.
Zo stond in de e-mail van het bedrijf te lezen.
“Nadere details volgen… " Stond er bij.
Die vrijdag kwam Kurt het afdelingshoofd hen melden dat ze maandagmorgen om 07u00 stipt aanwezig moesten zijn op de parking van het bedrijf. Waar een bus hen zou oppikken voor een teambuilding week…
Een volle week lang zouden ze kennismaken met hun Nederlandse collega’s door middel van een intense sportweek die zou plaatsvinden in de Ardennen.
Ze kregen van Kurt een foldertje in de hand gestopt  met meer informatie van het bedrijf dat zich specialiseerde in teambuilding en bedrijfsstages.
Ze hadden trainingscentra in Nederland, In Friesland, Drenthe, Zeeland en Nederlands Limburg.
Maar ook in Duitsland, in de Eifel, het Sauerland en het Zwarte Woud. In Frankrijk, in de Provence, de Savoie, de Pyreneeën en de Opaalkust. In Italië, Spanje, Groot-Brittannië en in België.
Eén in de Ardennen en binnenkort zou er ééntje komen aan onze kust. In Nieuwpoort.
Dat andere in de Ardennen bevond zich in het dorpje Achouffe.
Een piepklein dorpje nabij Houffalize, waar ze het alom gekende La Chouffe bier brouwen.
Daar hadden ze een oude hoeve gekocht van rijke pachters en die omgevormd tot een centrum voor bedrijfsstages.
“Alle voorzieningen zijn er aanwezig”, stond er mooi in hun folder.
Er is een zaal voor vergaderingen en meetings, er zijn gemeenschappelijke en individuele kamers, met bad, douche en WC. Er is ontspanningsruimte met TV, DVD-speler, draadloos internet, etc…
Ideaal dus, vooral dat laatste voor een stel gedreven wizzkids werkzaam in de IT-sector.
“Lap het begint al”, zei Bert. Eén van de werknemers. Terwijl hij het foldertje doornam.
“Dat wordt dus een week vol ‘Hollands geouwehoer'… ”  Dat laatste woord sprak hij uit met fel overdreven Hollands accent en een typische zogenaamde ‘Gooische R’.
Zo liet Bert Goorissen nog maar eens weten dat hij niet opgezet was met de overname van het bedrijf door een Nederlandse IT-Groep.
“Mor allee Bert, Achouffe daar brouwen ze lekker bier. Daar moet gij u toch thuis voelen”… Grapte Dirk een andere werknemer. Terwijl hij met zijn hand een drinkende beweging maakte.
Ze wisten allemaal dat Bert graag meer dan één glaasje dronk. En graag uitpakte met zijn ontdekkingstochten naar lekkere streekbieren en heerlijke wijnen.
“Ja lach maar.” Zei Bert verveeld.

En daar stonden ze dan te wachten in de ochtendkilte, met hun sportzakken en valiezen, te wachten op het busje dat hen naar de Ardennen zou brengen.
In de verte hoorde je het eeuwige geruis van de E40.
Eén van de werknemers, de man waarrond dit verhaal draait was Wouter Vandooren.
30 jaar, reeds 5 jaar gehuwd met zijn grote liefde Ilse Vennebroek.
Vader van Jade 2 jaar en een half en een tweede kindje op komst.
Het rijhuisje in Tollembeek - het kleine dorpje in het Pajottenland met lolbroek Urbanus als bekendste inwoner - dat hij eigenhandig renoveerde was net klaar. Een maand geleden trokken ze erin, niet zonder eerst een spetterende house-warming party gegeven te hebben met veel natjes en droogjes natuurlijk.
Wouter was een blonde sportieve knaap met een athetisch lichaam dat best gezien mocht worden, twee rechterhanden en een hart van goud.
Hij hield van fietsen, liefst hard en als het kan zoveel mogelijk kilometers. Hardlopen, zwemmen en powertraining.
Maar ook de lekkere dingen des levens laat hij niet aan zich voorbij gaan.
Hij is een gepassioneerde hobbykok die met liefde lekkere doch gezonde gerechtjes op tafel zet.
Al dan niet vergezeld met een passend wijntje.
Een zwart busje met geblindeerde ruiten en Nederlandse nummerplaat reed de parking op.
Een oudere man met een ferme bierpens en ouderwetse ruitjespet stapte uit.
“Hoi jongelui, mijn naam is Joop Slagthuysen, maar iedereen noemt me gewoon Jopie.
Ik ben jullie chauffeur voor de rest van de week. Ik breng jullie naar Achouffe en de hele week lang heel de Ardennen rond. Jullie zullen het dus met mij motten doen jochies.
Laadt de bagage maar achterin, maar het matje motten jullie vrijhouden hoor. Da’s voor Ome Jopie zijn Kabouterbiertjes.
Jaaaah alleen al daarvoor rij ik met plezier het hele end van Mokum naar de Ardennen.
Ome Jopie houdt wel van dat lekkere biertje met die leuke kaboutertjes op het flessie”.
En daar reden ze.
Met ‘Ome Jopie’ als chauffeur.
‘Jopie’ was een goedlachse Amsterdammer.
Hij dronk graag een goeie jajem (jenever), en van een ‘schuine mop’ op zijn tijd was hij ook niet vies.
Ze waren nog maar net de snelweg op gereden en daar begon hij al.
“Zeg jongelui, weten jullie waarom een Belg een schaar meeneemt in de auto?”
Niemand gaf een antwoord.
“Nou… Om de bochte af te snije natuurlijk!!!”
Jopie bulderde van het lachen. Maar moest vaststellen dat zijn passagiers nog niet in waren voor een grapje.
Maar eens voorbij Brussel verliep het wat hartelijker.
Jopie vertelde over zijn tijd als buschauffeur bij een grote Amsterdamse busmaatschappij.
Over de reizen naar Tirol, de Costa Brava en Het Gardameer.
Over de ambiance van weleer, het lachen en plezier maken de hele reis lang.
“De mensen waren blij dat ze konden en mochten reizen. Ze lachten en zongen de hele rit lang.
Ach herejezus waar is de tijd… “
Nu moest hij om toch iets te verdienen gaan werken voor een busbedrijf dat zich vooral richtte op het transport van zakenmensen van en naar de luchthaven.
Deze rit in opdracht van ‘Dutchconnect’ het Nederlandse IT bedrijf dat ‘Websolut’ overnam was een welkome afwisseling voor hem.
“Eindelijk eens een langere rit met leuke mensen, ipv van het centrum naar Schiphol en terug om één of andere droogkloot naar zijn hotel of gastbedrijf te brengen”.

Eindelijk zagen ze afslag ‘Houffalize’. De eindeloos lijkende rit zat er bijna op.
“Ik ga blij zijn dat ik mijn benen eens zal kunnen strekken”, zei Wouter, terwijl hij zijn sportzak uit de koffer van het busje haalde.
Ze wandelden naar de piekfijn gerestaureerde herenboerderij. Een statig en klassevol gebouw met een geschiedenis.
In de inkomhal zaten de Nederlandse collega’s met wie ze de hele week lang zouden sporten en aan teambuilding doen al te wachten.
Het viel Wouter al meteen op dat er een pak meer vrouwen bij waren dan bij hen.
Websolut was een echt mannenbastion. Buiten Greetje de receptioniste waren zowat alle werknemers mannen.
Eén van de aanwezige vrouwen in de delegatie van ‘Dutchconnect’ viel meteen op door aan grote gestalte en haar sportieve, zeg maar gerust gespierde en stevig uit de kluiten gewassen lichaam.
Ze was best knap.
Blond lang haar, helblauwe  twinkelende ogen, hagelwitte tanden, tamelijk brede schouders, gespierde armen en benen, strak figuur en opvallend geblokte buikspieren en wat bij de mannen en niet in het minst bij Wouter meteen opviel… Grote welgevormde borsten en een strakke stevige kont.
Ze sprak met die typische ‘Gooische R’, iets wat Bert Goorissen tot zijn grote ergernis meteen opviel.
“Ik kom uit Het Gooi, ben rrrotverrwend, en loop grraag in de kijkerr, daarom sprrreek ik met zo’n irritante en bekakte Errrrrrrr.” Zei hij op een toon waarvan hij hoopte dat alleen zijn collega’s het zouden horen.
Dan kwamen enkele heren in maatpak binnen, vergezeld van een jonge man en vrouw in een duur trainingspak met het logo van de teambuildingsfirma erop.
Een van de heren in maatpak was Reginald Verbruggen, de oprichter en hoofdmanager van Websolut.
Nu in loondienst van Dutchconnect en verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van Websolut, sinds zes maanden officiëel een dochterbedrijf van Dutchconnect.
Een andere grote oudere man met grijzende slapen nam het woord.
Het was Jan-Frans Willemse, CEO van Dutchconnect die het woord nam.
“Goeiemiddag en allen van harte welkom op onze teambuildingsweek.
Ik hoop dat het voor jullie allen, en voor ons bedrijf een vruchtbare en verrijkende week zal worden.
Teambuilding is van essentieël belang voor een goede samenwerking van medewerkers om zo het bedrijf in goede en in kwade dagen op een zo efficiënt mogelijke manier te kunnen laten draaien…”
Zo praatte de heer Jan-Frans Willemse nog een twintigtal minuten door.
Woorden als efficiëntie, samenwerking, doorzettingsvermogen en ‘het schip loodsen door de zwaarste stormen’ kwamen veelvuldig terug…
“Zie je wel…” zei Bert. “Ikhemmetunogzogezijt…. Slap kleinburgerlijk droogkloterig, oersaai, Hollands geleuter.
Ik heb nog stage gelopen in Nederland. Ik heb zo’n half jaar niks anders dan dergelijke bullshit gehoord.
Kotsmisselijk werd ik ervan… Bah!”
De groep werd voorgesteld aan de coaches die hen de komende week onder handen zouden nemen.
Gert-Jan Geurtsen en Hermina Flink.
Gert-Jan een flink uit de kluiten gewassen goed uitziende en frisgewassen blonde Hollander. En Hermina een roodharige Drenthse boerendochter met een licentiaat Lichamelijke Opvoeding op zak.
Ze lieten meteen een spervuur van peptalk op het gezelschap los.
Ze hadden het over ‘team-spirit’, ‘groepsgeest’, ‘engagement’, ‘doorzettingsvermogen’, ‘working together’, ‘dynamiek’, enzovoort.
Hermina besloot met een krachtige ‘we gaan derveur’. Haar Drenthse tongval viel in deze meteen op.
Waarna het gezelschap het duo volgde voor een ‘kennismakingswandeling’ in de bossen rond het het stagecentrum.
Bert liet zijn minachting voor alles wat ‘Hollands’ was nogmaals blijken.
“Godverdoeme seeg! Wat een achterlijk gezeik. Veel geblaat en weinig wol. Ik ghon content zijn dat de week om is. En onze congé paye begint.
Veertien dagen lang Franse savoir-vivre, lekkere wijn, goed eten en zon, zon!!!
Veel beter dan slap Calvinistisch geleuter met een wuft sausje van peptalk erover om ons als mieren in het gareel te houden… Mensenlief”.
Wouter had het gehad met Berts negativisme en slecht humeur en verwijderde zich van zijn collega’s.
De hierboven omschreven knappe jongedame kwam naast hem lopen.
“Hoi knul, ik ben Annemiek. En wat is jou naam”?
“Euh… Wouter, mijn naam is Wouter… Aangenaam”.
“Insgelijk”, zei Annemiek… “Je lijkt me wel een leuke knul Wouter. Ben je gehuwd”?
“Euh ja, al vijf jaar met Ilse. We hebben een dochtertje van tweeënhalf en een tweede kindje op komst”, zei Wouter.
“Ooooh”, reageerde Annemiek. “Wat leuk toch, een fiere papa, nou sjeg als ik jou zo bekijk dat zal vast een heeeele mooie baby worden dan Wouter, echt wel”.
“Ik hoop het”, zei Wouter een beetje schuchter.
Annemiek woelde door zijn haren. “Zoo schuchter, typisch Belgisch hé. Altijd heel bescheiden en teruggetrokken. Je wordt voor de tweede maal vader man! Daar mag je gerust fier op zijn hoor.
Nou voor de dag ermee, weet je al wat het worden zal? Een jongen of een meisje?”
“Een jongen”, antwoordde Wouter, terwijl hij Annemiek aankeek.
“Nou is dat niet leuk Wouter?” zei ze terwijl ze naar hem lachte met levendige twinkelende ogen.
“Een ‘koningswens’. Daar droomt toch elke fiere vader van.”
“Ja dat is inderdaad prachtig, van elk eentje”. Zei Wouter. Maar het voornaamste is toch dat ze gezond zijn hé.”
“Tuurlijk Wouter”, zei Annemiek terwijl ze nogmaals door zijn haar woelde.
“En jij?” Vroeg hij dan op zijn beurt? “Ben jij gehuwd? Of in een relatie?”
“Oh nee… Ik ben een ‘Happy Single’. Ik woon op mijn uppie en dat vind ik best zo.
Ik doe en laat wat ik wil, en voor ‘dat ene’ is er Rob, de coach van de Kickboksclub. Hij is een beetje mijn ‘fuckbuddy’. Zo’n twee a drie keer per maand spreken we eens af voor een stevige beurt. En als ik tussenin wat zin heb, dan heb ik nog de datingsite waar ik reeds enige jaren een profiel heb. Dan zoek ik daar een leuke knul, nodig hem uit om te ‘cammen’. En als ie er lekker uitziet en groot geschapen is, dan wil ik hem wel eens voelen.” Zei ze met een licht kirretje in haar stem.
“Wat een vrouw.” dacht hij. “Zelfverzekerd, recht door zee, niet op haar mondje gevallen…” Hij voelde zich best goed bij haar.
Annemiek Van Wolterburg was een 25 jarige vrijgevochten jonge vrouw die wist wat ze wou in het leven.
En dat was zeker niet het oppervlakkige en materialistische leventje dat haar welgestelde ouders in Het Gooi voor haar hadden weggelegd.
Ze had de korfbalclub, de shopping-uitjes met vriendinnen, en de door vader betaalde rechtenstudie achter zich gelaten en koos voor een met hard werk zelf bekostigde studie kinesitherapie en ortopedagogie aan de universiteit van Amsterdam.
Annemiek is gezondheidsfreak, vegetariër en geheelonthouder. Doet aan Kickboksen, Rope-skipping, wielrennen en gaat elke zomer zeilen in de Noorse fjörden.
Daarover vertelde ze graag en Wouter was één en al oor. Met veel interesse aanhoorde hij haar verhalen en zo maakten ze tijdens een wandeling in een donker Ardens bos kennis met elkaar.


Daarna waren ze terug in het ‘stagecentrum’.
Er was koud en warm buffet. Vlees, vis, groenten, fruit. Zowel voor vleeseters al voor veggie’s was er keuze zat.
Ook was er wijn en bier. Uiteraard van de plaatselijke brouwerij ‘Brasserie d’Achouffe', maar er was ook een ander bier van een brouwerij waar zelfs bierkenner Bert nog nooit eerder van hoorde. Inter-Pol', gebrouwen in een dorpje in de buurt door een uitgeweken Vlaming.
Maar de coaches hadden daar meteen een striemende mededeling bij.
“Jullie zijn hier op sport en teambuildingstage en niet op een drinkgelag. Dus rustig met de alcoholische dranken alsjeblief ja… "
“Ja zo kennen we die kneuterige Calvinisten weer.” Zei Bert Cynisch. Krenterig en altijd bereid je met een enooorm schuldgevoel op te zadelen.”Bij die woorden opende hij nog een flesje La Chouffe.
“Zwaanstnaniehé… "Voegde hij er knorrig aan toe.
Wouter zat met zijn collega’s wat te keuvelen. Hij praatte over zijn ontmoeting met Annemiek.
“Laat me raden?” zei Bert.
“Annemiek, blond, verwend, heeft een rijke papa die in de raad van bestuur van Dutchconnect zit en die dochterlief een baantje bezorgde omdat ze thuis niet in de weg zou lopen.
En ze heeft een vriendje die ofwel ‘Arend-Jan’ of’ Kees-Willem’ heet, met een dure Mercedes rijdt en haar overlaad met de duurste cadeaus in de hoop er eens mee ‘van bil’ te mogen gaan..."
“Bert jongen hou op!" Zei Wouter geërgerd.
“Waarom? Is ’t geen waar misschien.
Ik heb genoeg gezien daar in Holland.
Man, man, man… Ge zijt er niet geweest hé.
Alphen aan de Rijn. Clichématiger kan een Hollands provincienest niet zijn.
Strak stratenplan met tot op de millimeter volgens de normen gebouwde keurige rijhuizen met grote ramen, bewoond door kneuterige kleinburgers en regelneven.
Een winkelstraat met een Blokker, een ‘Keurslager’, een Zeeman of Landgraaf. En niet te vergeten… De ‘Heeemaaaa’!!!! De ‘beschuit-met-muisjes’ en pindakaas kwamen me al na twee weken de strot uit.
Rij er één kilometer te snel en een politiewagen zet je aan de kant en de agent van dienst komt je met het wijzende vingertje terechtwijzen. En waarschuwt je dat de boete de volgende keer ‘niet mals zal zijn’.
En de enige bron van vertier was een soort ‘Ambiancecafé' waar men uit de bol ging op Frans Bauer, Andre Hazes en Guus Meeuwis. In één woord… VRE-SE-LIJK!!!!!”
“Nou jaaaa… Alphen aan de Rijn. Daar zou ik het ook niet lang uithouden hoor!" Hoorden ze een opgewekte meisjestem zeggen.
Iedereen keek op, Annemiek stond voor hen. In haar strakke topje en haar gitzwarte rennersbroekje en haar hagelwitte sportschoenen.
“Mag ik er effe bijzitten, ik ben Annemiek en heb zonet kennisgemaakt met jullie fijne collega Wouter.”
Ze zette zich vlak naast Wouter en keek hem met fonkelende ogen aan.
Daarna wendde ze haar blik naar de anderen, vooral naar Bert.
“Nogal veel vooroordelen over Nederland, nietwaar mijn beste?
Zal ik jou eens effe gidsen door Amsterdam?
Je zal dan meteen zien hoe veelzijdig en vrijgevig Nederland wel zijn kan.”
Bert lachte schamper… “Nee laat maar zitten. Ik heb er lang genoeg gezeten.
Neenee schatteke, geef mij maar mijn geliefde Antwerpen. Een lekker bierke op een terraske op de Grote Markt of een goed pak friet met mayonaise en nen berepoot!"
En in de zomer Frankrijk, wijn, lekker eten en een goeie pastis als aperitief… Wat wil een mens nog meer?”
Bij die woorden zette hij zijn tanden in een stevige kippenbout.
Annemiek gruwde ervan, Bert zag het en stak haar een tweede kippenbout toe.
“Ook een stukske Annemiek?”
“Erg aardig van je hoor, maar ik ben vegetariër."
Bert lachte schamper. “Ja natuurlijk. Dat soort trendy gezeik kan je vlotjes verkocht krijgen in een land waar ze lekker en met smaak eten bijna als een doodzonde beschouwen. Vegetariër worden.
Kan je tenminste zonder schuldgevoel van tafel gaan, wegens tenminste geen beestje gestorven voor je eten nietwaar.
Maar geef mij maar een goeie biefstuk hoor. Het leven is tekort om konijnenvoer te fretten!
Hoe krijgde gaa dat in Godsnaam binnen, alle dagen salade en tofu???”
Wouter ergerde zich inwendig aan de cynische uitlatingen van Bert, maar Annemiek bleek er stoïcijns kalm onder te blijven.
“Ik weet zeker beste Bert, ja dat is toch je naam hé, is het niet?
Dat wij vegetariërs gevarieerder eten dan de meerderheid van mensen die kiezen voor een traditioneel vleesmenu, echt wel. En weet waarom ik dat zo zeker weet?
Omdat wij tenminste nadenken over wat er op ons bord komt.
Net doordat er een belangrijk stuk uit onze voeding wegvalt verplichten we onszelf om creativiteit, verbeeldingsvermogen en de bereidheid om nieuwe dingen te ontdekken aan de dag te leggen om toch maar weer elke dag een gezonde en evenwichtige maaltijd op ons bord te krijgen.
En dat lukt ons best, dank je.
En jij? Heb jij je vijf porties groenten en fruit al op voor vandaag?
In dit bord zie ik maar weinig groenten liggen. Buiten wat sla en geraspte wortelen en een tomaat.
Maar wel vlees, saus, mayonaise en andere veel te vettige troep… Bah.”
Bij die woorden nam ze een stukje rauwe bloemkool die op haar bord lag en nam er een smakelijke beet van.
“Waar is Wouter ineens”? Vroeg Dirk.
Annemiek zag hem door de terrasdeur naar buitenwandelen en stond recht.
“Nou ik laat jullie maar, tot nog es lieve mensen.”
En ze knipoogde en lachte haar hagelwitte tanden bloot.
Dirk en nog een paar anderen zwaaiden terug. Bert zat te balen.
Hij kon het niet verteren dat hij door Annemiek op zijn plaats werd gezet.
“Je hebt het toch zelf gezocht hé Bert. Was dat nu echt nodig om zo kattig te doen tegen dat meisje. Ge gaat daar nog mee in de problemen komen hé maat."
Bert stond recht en zocht zijn kamer op.
Buiten zat Wouter naar de sterrenhemel te staren. Annemiek sloeg haar armen om zijn middel.
“Waarom was je ineens weg Wouter?” Vroeg ze.
“Ach." Zei hij. “Ik ergerde me aan Bert. Bert is een toffe gast met een gouden hart en een goeie kameraad. Maar ja.. Het is een Antwerpenaar hé. Groot bakkes, klein hartje. En als hij iets tegen zijn goesting moet doen dan is hij niet te genieten. En dan vit hij op alles en iedereen.
Ik kan me daar zo in ergeren."
“Is toch nergens voor nodig Wouter.
Jij bent een schat van een man, weet je dat. Een luisterend oor, open geest, een gezonde levensstijl. Dat vind ik belangrijk, echt wel hoor.”
Bij die woorden wreef ze hem over zijn rug en zo nog eens langs zijn buik.
Hij liet het zich welgevallen…
“Gij zijt een tof meiske Annemiek. Een beetje speciaal maar dat vind ik wel interessant”.
Bij die woorden draaide hij zich om en keek haar in de ogen.
Toen gaf ze hem een zoen op de mond en woelde door zijn haren.
“Knapperd." Zei ze zachtjes.
“Ik vind jou echt een knapperd.”
Ze zoende hem nogmaals op de mond en likte zachtjes met haar tong over zijn lippen.
Hij liet zijn tong over de hare glijden. Voorzichtig begonnen ze elkaar te kussen.
Eerst heel voorzichtig maar daarna zocht Annemiek met steeds meer passie naar de tong van Wouter.
Ze nam hem stevig beet en ging met haar handen onder zijn T-shirt. Met haar kruis wreef ze over het zijne. Ze was gewaar dat hij een erectie kreeg en liet daarna meteen haar handen over zijn kont glijden.
Toen werden ze opgeschrikt door een rinkelende gsm…
“Verdomme ons Ilse." Zei Wouter verschrikt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten