Pagina's

maandag 24 juli 2017

Zeg jij het, of ik? 5


Een maand later.
Kurt woonde alleen.
In een klein appartementje.
Sophie bleef met de kinderen in de echtelijke woning.
Geen van beiden wist eigenlijk hoe het verder moest.
Kurt toonde berouw voor zijn overspel.
Maar had het moeilijk met het feit dat Sophie achter zijn rug een relatie had met zijn bloedeigen broer.
Hij kon het niet vatten.
Sophie, die zo ambitieus was, en zo gedreven bezig was met haar beroep.
Samen met Gunther.
De eeuwige lanterfanter die altijd in geldnood zat, geen vaste job had en leefde van dag tot dag.
Nog steeds gelovend in het utopie van een samenleving zonder klassenverschillen waar iedereen gelijk is.
Op een dag.
Het was al avond, maar Kurt zat nog achter zijn bureau geconcentreerd voor het scherm van zijn PC.
Hij dronk zoals gewoonlijk het ene flesje cola na het andere.
Dan werd er geklopt.
"Binnen." Zei Kurt.
Het was Theo.
"Kurt, stoor ik?"
"Gij stoort nooit Theo, dat weet ge;" antwoordde Kurt.
"Bon, da's goed. Ik wil nekeer serieus klappen met u," zei Theo.
Hij zette zich op één van de twee stoelen die voor het bureau stonden en keek Kurt aan.
"Kijk Kurt." Begon hij.
"Eigenlijk zijn het mijn zaken niet, maar toch moet het van mijn hart.
Waarom blijft ge de schijn ophouden?"
"Hoe bedoelt ge?" vroeg Kurt.
"Dat ge ondanks de vragen van de mensen blijft ontkennen dat Sophie en gij uit elkaar zijn."
Kurt zuchtte.
"We zijn niet uit elkaar.
Enfin, nog niet.
We zijn nog altijd getrouwd.
Maar na wat er allemaal gebeurd is, lijkt het me beter dat we wat afstand nemen van elkaar."
Theo schudde het hoofd.
"Kurt.
Luister naar mijn goede raad.
En stop met uzelf wat wijs te maken.
Het is voorbij.
Definitief.
Voorbij.
Geloof me.
Het heeft geen zin om het opnieuw te proberen.
Dat maakt de zaak alleen maar erger.
Ik heb dat zelf genoeg zien gebeuren.
Daarom dat ik er meteen een punt achte zette toen Nadine er van onder trok.
Ze wilde het ook nog eens proberen.
Maar mijn besluit stond vast.
Buiten is buiten.
Da's hetzelfde als met werknemers.
Ene die zijn ontslag neemt moet ge achteraf ook niet meer binnenpakken.
Dat weet ge als ondernemer goed genoeg... Toch?"
Kurt knikte.
"Ewel.
In een relatie is dat just hetzelfde.
Geloof me.
Ge maakt het alleen maar erger voor haar en voor uzelf.
Als ge geen vechtscheiding wilt die jaren blijft aanslepen en die mentaal en fysiek aan u blijft vreten.
Dan volgt ge gewoon mijn raad op."

Kurt boog het hoofd.
"Theo.
Ons Sophie.
Had een verhouding met de Gunther.
Mijn broer.
Dat bekende ze die avond toen die Marlies bij ons aan de deur stond."
Theo zweeg.
Keek Kurt aan.
"Daar zijt ge van verschoten zeker hé."
Kurt knikte.
"Ewel Kurt...
IK NIET!"
Theo draaide zijn stoel en installeerde zich wat gemakkelijker.
Knikte met zijn hoofd.
"In uw ogen was Gunther maar een naïeve idealist met een onrealistisch wereldbeeld.
Iemand die kon doordraven over hoe de wereld er volgens hem moest uitzien, maar die zijn eigen leven maar niet op orde kreeg.
Just hé Kurt.
Maar de meeste mensen zagen hem heel anders.
Ik ook.
En Sophie ook.
Gij zijt er nooit in geslaagd om uw broer op een positieve manier te bekijken.
Die jongen kon niets goed doen voor u.
Just hé.
Ik heb veel gesprekken met hem gehad.
's Avonds in één van de vele café's in de stationsbuurt waar ik hem trof als ik eens een pint ging drinken.
Diepzinnige gesprekken.
Intelligente gesprekken.
Sorry da 'k het zo zeg Kurt. Maar ik vond bij momenten dat uw broer stukken intelligenter was dan gij.
Dat hij veel dieper over de dingen nadacht.
Ja. 't is waar. Gunther was een idealist.
Wat is daar mis mee?
Weet ge? Bovenal was de Gunther vooral een heel zorgzame mens.
Die begaan was met anderen.
Hij zou zijn laatste boterham geven aan iemand die honger had, ook al had ie zelfs niets meer te eten.
Gij verstaat dat niet hé, dat mensen zo zijn.
Ik wel.
Gij gelooft in hard werken en zien dat er geld in 't bakske komt.
En al wie niet hard genoeg werkt is 'minder' in uw ogen.
En als zo iemand in de miserie zit, dan heeft hij het zogezegd aan zijn eigen te danken.
Geld, aanzien en status.
Dat is uwe wereld.
Iets anders.
Dat kent ge niet.
Geef maar toe."
Theo keek Kurt aan.
"Kurt," zei hij.
"Ik werk graag met u.
Ge zijt een goeie baas.
Correct.
Ambitieus.
Ge hebt verstand van zaken doen.
Maar ge hebt nog altijd niet door...
Dat er meer is in het leven dan werken, geld verdienen en daarmee te koop lopen!"
"Wat is dat 'meer'?" Vroeg Kurt.
"Ik heb een eigen zaak.
Geef mensen werk.
Als ge niet bezig zijt met uw werk, en uw zaken niet op orde hebt.
Dan gaat dat niet.
En ja, ik laat het graag breed hangen.
Ik hou van dure wagens, en van een goede maaltijd in een exquise restaurant.
Mag dat nog?
Ik werk er godverdomme toch voor!!"

"Zie je wel?" zei Theo.
"Ge snapt het niet.
Ik werk ook hard.
Ben ook gedreven en ambitieus.
Als dat niet zo was, zou ik het nooit geschopt hebben tot sales-manager bij één van de best verkopende automerken van dit land.
Want geloof me.
Veeleisend waren ze wel.
En de concurrentie was bikkelhard.
Maar af en toe hé Kurt.
Moet ge eens die klik in uwe kop omdraaien.
En gewoon mens zijn!
Snapt ge.
Gewoon eens MENS ZIJN ONDER DE MENSEN!
Allez ja. Hoe lang is het bijvoorbeeld geleden dat ge nog eens een klapke deed met uwe gebuur?"
"Zot!" Zei Kurt.
Die mens woont om bijna een kilometer van mij vandaan."
"En dan?
Gij zijt dus nog niet naar dat boerhofsteeke gegaan, daar aangeklopt en gezegd: "Hallo ik ben Kurt Smets en ik woon hier in dat gerestaureerde huisje ongeveer een kilometer verderop?"
"Waarom zou ik dat moeten doen?"
"Dat zei ik toch?" Zei Theo.
"Om eens onder de mensen te komen.
Mens te zijn onder de mensen.
Nekeer een gesprek hebben met iemand zonder dat ge daar op één of andere wijze voordeel uit wilt halen.
Hebde gij al eens met een vrouw gepraat zonder bijbedoelingen?
Zonder dat ge haar in bed wilt krijgen?"
Kurt zat er maar beteuterd bij.
"Wat is nu eigenlijk uw punt?" vroeg hij.
"Laat het nekeer efkes bezinken Kurt.
Gij zijt ne verstandige mens, dat weet ik maar al te goed.
Ge zult het wel snappen."
Terzelfdertijd was het voor de jongens in de garage ook tijd om huiswaarts te keren.
Fred Mortelmans, diensthoofd van de afdeling montage en onderhoud was nog bezig in zijn kantoortje dat uitzicht gaf op de garage de inventarissen op te maken.
"Tot morgen Fred." Zei Yassine.
"Tot morgen." Zei Fred terwijl hij even zijn hand opstak.
Yassine Al-Mimoune was de benjamin van de ploeg.
Een ietwat slungelachtige knaap van Marokkaanse afkomst die met een leercontract werkte.
Hij leerde erg snel en was gemotiveerd.
Hij haalde zijn fiets uit het fietsenrek en liep de parking op.
Wat verder stond de potige Range-Rover van Kurt.
Er lag iemand onder, een vrouw.
"Ey bitch wat doede gij daar?" Riep Yassine.
De jonge vrouw kroop onder de auto uit en zette het op een lopen.
Yassine liep de toonzaal in.
"Waar is Kurt? Hij moet sebiet komen!" Zei hij tegen Lies, de receptioniste.
"Wat is er gebeurd?" Vroeg ze.
Ze was van achter de receptie gekomen toen ze een jonge vrouw zag wegrennen.
Ze herkende haar als de vrouw die zich uitgaf als Kurt zijn verloofde.
"Daar was e wijf aan Kurt zijnen otto te prutsen!" Zei hij.
"Wacht!" Zei Lies.
Ze liep het kantoor van Kurt in die nog altijd aan het praten was met Theo.
"Kurt! Die Marlies was hier. Ze was aan uw auto aan het prutsen."
"Godverdomme!" Riep hij terwijl hij het bureau uit liep.
Theo en Yassine volgden.
Kurt zakte door zijn knieën en zijn hoofd verdween onder de auto.
"Smerige teef!" Hoorden Theo en Yassine hem roepen.
"ZE HEEFT DE REMKABELS DOORGEKNIPT!"

Theo haalde zijn gsm uit.
"Dit is werk voor de politie. We moeten de videobeelden bekijken, misschien is ze daarop te zien."
De politie werd erbij gehaald en de camerabeelden werden bekeken.
Ook Alain Donck kwam ter plaatse.
"Yep... Die dame kennen we." Zei hij meteen, toen hij de videobeelden zag.
"Oh ja?" vroeg Kurt.
"Marlies Jonckers: 28 jaar en tot tweemaal toe weduwe.
Haar laatste echtgenoot die dertig jaar ouder was stierf vorig jaar in zeer verdachte omstandigheden.
Waar onze collega's van het parket van Antwerpen nog altijd onderzoek naar voeren."
"En hoe is die mens gestorven?" Vroeg Kurt.
"CO2 vergiftiging.
Ondanks het feit dat de boiler in de badkamer waar ie dood in bad werd aangetroffen technisch perfect in orde was.
Marlies erfde al zijn bezittingen, en dat was heel wat.
Een villa in Brasschaat, en één in Knokke-Zoute. Appartement in Marbella en een zeiljacht in de Nieuwpoortse jachthaven.
Haar eerste echtgenoot een jonge beursmakelaar die het maakte in de Londense City crashte met zijn Porsche tegen een oplegger.
De auto explodeerde meteen, dus het was niet duidelijk of er sprake was van sabotage, dus werd er geen onderzoek naar gevoerd.
Maar daar zal ik zo snel mogelijk verandering in brengen," zei Alain Donck kordaat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten