Pagina's

dinsdag 27 december 2022

Die ene kerstvakantie 2





Ik werd wakker en voelde hoe de warmte van mijn donsdeken ineens werd weggerukt en ik alleen nog de kilte van de onverwarmde kamer voelde.
“Kom vent, opstoan. Ghoa je zere ghoan woasschen en aankleden, te zessenhoalf ontbijt en ghin minuute loater,” zei Sheila kordaat.
Ze had haar slaapkleed nog aan, daaronder zag ik haar gestroomlijnde lichaam en haar borsten die ze fier vooruitstak. Ik bedacht me dat die meid er best mocht wezen. Maar ik borg mijn fantasieën snel weg. “Die meid is niets voor u Ruben,” vermaande ik mezelf.
Ik waste me aan de wastafel in mijn kamer en trok mijn kleren aan. Toen ik in de keuken kwam werd er al snel een bord met spek met eieren voor mijn neus gezet. Het rook heerlijk en die eieren zagen zo diep geel bijna oranje. Dit moesten wel scharreleieren zijn. Net zoals de eieren die we soms krijgen van onze buurman. Die zien ook zo donkergeel.
“Bon,” zei Moeder Greta. “Ek ghoan sebiet mé voader na de klinieke. Ghiender zorgt dat ’t werk gedoan es. Koeien melken, zwiens en kiekens eten geevn, de peirden roskammen, en Sheila, ’t Ghoa joen toer zien voe te maken da ’t eten op tafel stoat wi. Kiekebilln met appelmoes – ’t zit er nog in de diepvries – en patatten. Ghoat dat lukken meid?”
“Mo tuurlijk moedertje,” zei Sheila. Waarna vader en moeder afscheid namen.
“Zorgt ghoed voe de boerhofstee,” zei vader.
"’t Es thopen dat voader were thuus es tegen de kerstdag,” zei Sheila.
“Tuurlijk wel,” zei Jason. Die dokteurs kunn’n vele wi den dag van vandaaghe.”


Dan gaf Jason mij een por. “Kom vent, tied voor an de slag te ghoan.”
“Mijn bord is nog niet leeg!” Protesteerde ik.
“Betje rapper eten vent, ’t werk wacht niet wi. Kom eerst de koeien,” legde Jason er meteen de pees in.
“Ey Jason, rustig an hé vent,” reageerde Sheila terwijl ze haar broer met een striemende blik aankeek.
“Jaja,” zei Jason terwijl hij met een knik aangaf om hem te volgen.
Het was verrekt koud. Kouder dan gisterenavond. Er lag overal rijp en de plassen op het erf waren bevroren.
“D’er hangt sneeuw in de lucht,” zei Jason. “Smoet mo je kitten, we ghoan meugen sneeuw ruumn sebiet.  Wet je wadde? Pakt mor ol ’t strooizoet en de schuppe in de schuure. En smiet mor heel ’t erf vul met zout. We wiln nie dat er ier iemand ze benen breekt.”
Ik liep de stal in en zocht naar het strooizout. Ik keek af en toe naar de geopende schuurpoort of Jason er niet aankwam, want als het te lang duurde naar zijn zin zou hij weer uitvliegen. Maar ik vond al snel een emmer met daarop in koeien van letters ‘strooizout’ erop en ernaast een grote schop. Even later schepte ik het zout op de schop en strooide het over het erf uit. Ik werkte zo snel mogelijk, en vond het stiekem jammer dat ik niet met Sheila mocht helpen.
De wind wakkerde aan en blies in mijn gezicht. Ik hoopte dat de sneeuw nog wat zou uitblijven, want het was zo al moeilijk genoeg om te wennen aan het harde werk op deze kleine familiale boerderij.
Eens klaar met het zout strooien liep ik naar de stal waar Jason me kortaf opdroeg om de koeienmest te verzamelen en daarna alles schoon te spuiten.
Ik werkte hard, maar begon stillaan te balen van heel de tijd maar te moeten werken zonder ook een momentje voor mezelf. Waarom wil iedereen dat ik mij met dat soort zaken bezig hou? Dat ik mij de hele dag loop af te jakkeren? Een moment voor mezelf, niet altijd mezelf moeten afbeulen. Is dat nu zoveel gevraagd?”
“Kom vent doe vors ’t werk wacht!” hoorde ik Jason zeggen. Hij stond achter mij met zijn handen in zijn heupen. Zijn benen wijdt uit elkaar en zijn striemende blik in mijn richting. Ik versnelde mijn tempo en deponeerde de mest op de mesthoop. Daarna spoot ik alles schoon en ging ik er nog eens over met de schuurborstel. Daarna moest ik de troggen met voeder voor de koeien vullen. De dieren storten zich meteen op hun verse voer.
Daarna hetzelfde in de varkensstal, hier werd de mest in een speciale citerne bewaard en ook hier moest alles brandschoon zijn. Hier bestond de vloer uit tegels en die moesten geschuurd worden.
En ook hier hield Jason mij de hele tijd in de gaten met zijn stuurse minachtende blik.
Dan kwam Sheila langs, net als haar broer droeg ze een ruitjeshemd en daarover een dikke jas, een oude jeansbroek die dienst deed als werkbroek en een koppel degelijke laarzen tot net onder de knie. Dat vader aandrong om oude kleren in te pakken en zeker mijn laarzen niet te vergeten deed mij al vermoeden dat ik hier terecht zou komen.
“En gastjes ghoat het e betje?” vroeg ze.
“D’er es nog vele schaafwerk an uzze logé wi,” zei Jason.
“’t Ghoat nippe zien om voe de noene gereed te zien.”

“De kiekens kunnen wachten tot achter ’t eten. Misschien kuje Ruben meepakken aje ’t tarweveld ghoat omploegen.”
“Dat ghoan ‘k wil alleine doen. Lat hem nu mor de kiekens doen en de boel in ’t kiekenkot proper maken. Dat ghoa vele beter zien.”

“Jason,” zei Sheila. “Als ie d’er ghin ghoeste meer in heit hé, komt het nooit meer ghoed tusschen Ruben en zien voader en vliegt ie buutn.”
“Es dat uus fucking probleem?”
riep Jason ineens uit!
“Nie alleine volt ol ’t werk ier op uzze nekke omwille van die operoasje van pa. We meugen hier nu nog babysit speeln voe diene sukkelaore ook. Je ku ghodverdomme nog ghin bustel vasthoedn de ghodverdomsche pezewever. Allez kom vent, makt daje in ’t kiekenkot ziet of ‘k schuppen je d’er naartoe.”
“Nu es ’t genoeg!” riep Sheila.
“Ghie makt daje in je tracteur zit en koelt doar mor e betje of,” zei ze kordaat.
“En ghie begunt ol met olles proper te maken in ’t kiekenkot. Ek kom straks efkes bie joen langs,” vervolgde Sheila.

Ik ging naar het kippenhok. Daar brak ik. Ik zette me op een houten constructie die diende als speeltuig voor de kippen en barstte in tranen uit.
Ik wist even niet waaraan of waaraf, alleen dat ik de boel voor mezelf ferm verkloot had en die mensen hier vooral tot last was.
Dan voelde ik een zachte hand op mijn schouders.
“Moatje,” hoorde ik de zachte stem van Sheila zeggen. Ze trok me dicht tegen zich aan en woelde door mijn haren. Ik de verte hoorde ik de tractor waarmee Jason naar het tarweveld reed.
“Vertelt ekeje, wat es ’t er zo scheef gelopen tusschen joen en joen voader dat ie joen wilt buutnsmieten?”
“Ik heb gewoon alles verkloot. Mijn studies, ik weet gewoon niet welke richting ik wil volgen. Ik ben begonnen in het ASO. Moderne talen, handelswetenschappen, verkoop. Het lag me allemaal niet.
Dan technisch, ook daar lagen de vakken me echt niet.
Dan probeerde pa mij warm te maken voor handenarbeid en hij overtuigde een vriend die een schrijnwerkerij had om daar aan de slag te gaan.”
“Mor dat deje ook nie geiren.”
“Jawel maar…
Ik trok liever op met mijn maten. Ik liet me door hen onder druk zetten. Toen van mij verwacht werd dat ik in de schrijnwerkerij zat, zat ik met mijn maten op de skateramp of trok ik met hen door de stad, wat rondhangen, kloterij uithalen. Tot mijn maten en ik in aanraking kwamen met de politie en die mij thuis hebben afgezet. Ja toen zat het er serieus op natuurlijk.”
“Ai!” zei Sheila. “Dat mocht je dus echt nie gedoan hein hé vent.
Nooit het vertrouwen van joen ouders beschamen,”
zei ze terwijl ze mij berispend aankeek.
“Je kan in de clinch liggen met je ouwelui. Mé sloande deuren naar je kamer gaan of een keer ghoed tegen de groend stampen. ‘k Hein dat ook ollemolle ghedoan wi, zie mor zeker.
Mor diengn in den duuk doen, liegen, ulder vertrouwen beschamen.
Dat is niet alleine heel lelijk en gemeen. Maar je brengt daarmee nog ’t meest van ol joen eigen in de miserie.
Hey, je pa en ma doen zovele voe joen. Ze zorgen voor e veilig nest, een warm bedde, eten op tafel en ze betalen joen rekening d’er nog ekeje bovenop. Dus e klein beetje respect es dus nie tevele gevraag hé.
Eerbied voe je voader en je moeder. Hoe hard daze ook zagen en hoe moeilijk da ze ’t joen maken.
Je moet dat olsang hier in je koptje hoedn. Je moaten zien vervangbaar. Mor den dag dat jouw ouders er niet meer zijn. Dan ga je een leegte voelen die met niets anders te vergelijken is.
Ik had dat bij mijn grootouders die ik tot aan hun dood verzorgde en hun dood veroorzaakte bij mij al een diepe leegte. Wat gaat dat zijn als ik mijn ouders verlies?
Mijn grootvader zei het me zelf al. “Hoedt je voader en moeder olsang in ere Sheila. Ze zien d’er mor vor e korten tied.”
Dat hein ‘k nooit vergeten. Nooit!”

“Daarmee! Ik heb het gewoon allemaal verkloot, enkel en alleen omdat ik mijn zin wilde doen. Omdat ik liever tekende en teksten schreef in plaats van mijn huiswerk te maken. Omdat ik liever optrok met mijn maten in plaats van aan het werk te zijn in die schrijnwerkerij.
Daarmee dat vader en moeder me niet geloofde toen ik hen wilde duidelijk maken waarom ik na een week al de brui gaf aan die vakantiejob in Oostduinkerke.
Pa gooide gewoon de telefoon dicht toen ik belde om mij te komen halen.
Telkens opnieuw, zonder dat ik de kans krijg om iets te zeggen. Ik hoorde hem nog zeggen ‘die snotneus stelt zich weer aan’.
Maar ik kon daar echt geen minuut langer blijven  bij die zotte alcolieker van een baas en dat hysterische wijf van hem. Dus heb ik maar mijn sporttas met spullen genomen en na enkele dagen aan zee te hebben verbleven, onder andere bij een goeie maat die daar ook een vakantiejob deed en met anderen een appartement deelde, keerde ik dan maar met tram en trein terug naar huis. Zonder geld had ik geen enkele keuze dan zwartrijden.
Maar ik werd betrapt en was zo dom om met die conducteur in discussie te gaan. Politietussenkomst en die hebben mij thuis afgezet, waarna de hel pas goed losbarstte.”
Tranen liepen over mijn wangen terwijl ik mijn verhaal deed.
“Ja, als je eine keir ’t vertrouwen van je ouders schendt,” zei Sheila.
“Ik zou zo graag hun vertrouwen terugwinnen en bewijzen dat ik echt wel mijn leven richting wil geven en dat ik kan doorzetten en ergens voor gaan.”
“En ek ghoan joen doarbie helpen,” zei Sheila terwijl ze mij een tedere knuffel gaf, waarna ze mij aankeek en mij… Warempel op de mond kuste.
Haar warme lippen tegen de mijne terwijl ze door mijn haren woelde. Daarna keek ze mij recht in de ogen met die staalblauwe kijkers van haar. Ik wist niet wat mij overkwam en had een joekel van een stijve in mijn broek.
“Allez kom, nu aan de slag, ek ghoan an ’t eten begun,” zei ze dan om mij met mijn twee voeten terug op de grond te zetten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten