Mijn verblijf in Bulskamp zat er op. Vader en moeder konden
elk ogenblik aankomen.
Mijn koffers stonden in de gang en ik zat samen met het gezin Verdoolaeghe aan
de ontbijttafel.
Moeder Greta had voor mij een extra portie spek met eieren gebakken en dit met
het zelfgebakken brood dat Greta elke dag opnieuw maakte en zo heerlijk geurde
toen ik mij aan het wassen was.
Jason at zijn spek met eieren met smaak op en vader en moeder maakten een
praatje. “Ghie ghoat dat hier missen hé moat,” zei Vader Johnny terwijl
hij naar mij knipoogde. “Lekker eten, olles rechte van ’t land. E
regelmoatig leven, vrucht hein van je werk.”
“Ik zou wel nog eens een handje willen komen helpen in de zomer,” zei ik.
“Lijkt me leuk om te doen voor ik mij in de echte arbeidsmarkt gooi. Of verder
studeer. Daar ben ik eigenlijk nog niet uit.”
“Olsang welgekomen vent, mor je ghoat dat toene wel eerst met joen oeders
moeten bespreken hé.”
Ik zag Sheila opkijken. Een glimlach op haar bedrukte gezicht.
Maar ze zei niets.
Haar hart zat vol verdriet, dat zag ik zo.
Sinds die vrijpartij zijn we dan ook enorm tot elkaar toe gegroeid. Ze nam me
zelfs mee naar Veurne om daar oudejaarsavond te vieren in haar stamcafé met de
grappige naam ‘Pietje Pek’.
Het laatste stuk naar huis fietsten we niet maar wandelden we hand in hand
en met onze fiets in de andere hand. Sheila keek me aan, haar ogen straalden en
ik zag kuiltjes in haar wangen. Ik besefte, dat meisje was niet zomaar gelukkig
maar SUPERGELUKKIG!
Ineens liet ze haar fiets vallen en trok ze mij dichter, ook mijn fiets viel op
de grond.
Ze kuste me. Vol passie, vol liefde en vol gemeende tederheid kuste ze mij en
voelde ik haar tong met lange diepe halen over de mijne wrijven. “Ek zien
joen zo geiren schatje!” fluisterde ze in mijn oor. “Ferm schatje van
mien!”
“Sheila, ik zie u ook graag liefje,” zei ik.
“Dat weten kik schatje, ventje, keptje. Ek wilde daje me liefde echt voelt.
Want ’t zit zo diepe schatje. ’t Zit zo enorm diepe.
’t Heit nog nooit zo diepe gezeten keptje,” zei Sheila met een diepe snik
in haar stem.
Ik besefte, Sheila is een meisje die als ze lief heeft, dat ze dat dan doet van
uit het diepste van haar hart, haar ziel en haar lichaam. En ik besefte, dat ik
dit maar beter kon respecteren en haar evenveel liefde en passie schenken als
zij dat aan mij geeft.
“Wil je vrijen in de schuur lieverd?” vroeg ik.
“’k Zoe wil wiln schietje,” zei ze met hese doorleefde stem.
Mor ‘k hein ghin kapootjes niemeje.”
“Ik wel,” zei ik. “Hey, het is ook aan mij om verantwoordelijkheid te nemen of
niet soms?”
“Oh Ruben!” zei Sheila terwijl ze mij opnieuw dichter trok en mij vol passie
begon te kussen.”
Ik voelde haar bekken tegen mijn kruis, hoe ze mijn stijve zocht en er met haar
intieme delen over schuren terwijl ze mij bleef kussen en ze met haar koude
handen onder mijn vest en trui ging, dit terwijl het hard waaide en sneeuwde.
Johnny stond recht en porde zijn zoon. “Kom vent, ’t werk
wacht en uzze nieuwe knecht kan d’er ook ieder moment stoan.” Ja er kwam
een nieuwe knecht en hoewel de dokter aanraadde om toch tot half januari rust
te nemen kon Johnny het niet laten om al opnieuw aan de slag te gaan. Greta was
even naar de moestuin achter kolen en rapen voor de hutsepot. Lekkere hutsepot,
vorige week maakte ze die ook klaar en die was zo lekker dat de pot al na één
dag leeg was. “Ghie ku’t ghoed eten vent,” prees ze mij om mijn eetlust.
Ik stond recht en ging achter Sheila staan en begon zacht haar schouders te
masseren.
“Jij hebt verdriet hé liefje.”
Dan stond ze recht en vloog ze me in de armen.
Ze begon te huilen, met diepe snikken: “Ek ghoan joen zo keihard missen
schatje!” zei ze terwijl ze huilend haar hoofd tegen mijn borst legde.
“Ek zien jo zo verdomd geiren! En de zomer dat es toch nog zo lange.
Nee schatje,” zei ze ineens. “Doet dat nie! Komt nie were van de zomer.”
“Waarom niet, ik wil je zo graag terug zien.”
“Ek ook… “ zei Sheila.
Ze keek me aan, haar tranen rolden over haar wangen en druppelden op de grond.
“Mor dat afscheid,” snikte ze.
“’t Es dat afscheid da ‘k nie an kunnen.
‘k Hein nu ol zovele heirtzeer schatje!”
Huilend drukte ze haar lippen tegen de mijne.
“Probeert mien te vergeten Ruben, ek ghoan dat ook doen.
’t Es ’t beste vor uus olle twee, geloof me.
Ghie ghoat joen leven leiden en met joen moaten optrekken. En d’er ghoan
meisjes joen pad kruusen.
Loat dat nie schieten voe mien Ruben. Hoe geiren daje mien ook ziet.
En merci!
Merci voe je liefde, joen lichaam, joen seks.
Vor ol die schone momenten da je mien gaf.”
“Nee Sheila. Jij bent bedankt.
Omdat je van mijn ontmaagding… Zo’n mooi moment hebt gemaakt.”
“Es ’t woar schietje,” zei ze terwijl haar gemoed weer vol liep.
“Ghie ghoa mien noois vergeten hé.
En ek joen ook niet!” zei ze terwijl ze mij een ALLERLAATSTE MAAL KUSTE!
Dan kwam moeder Greta binnen. “Ruben joen oeders zien
doar!” riep ze. Ik nam mijn koffers, Sheila hielp me erbij. Vader had de
koffer al opengezet en ik legde er alles zo snel mogelijk in.
Dan nam ik afscheid van Johnny, Greta, Jason en vooral… Van Sheila
Ik legde mijn handen op haar schouders en fluisterde zacht: “Hou je goed
Sheila.”
Ze glimlachte zacht en raakte even mijn handen aan, dan stapte ik achter in de
auto en zwaaide ik naar haar.
Ik ving een laatste glimp op van haar en dan drong het tot mij door…
IK ZIE DAT MEISJE NOOIT MEER TERUG!
Vijventwintig jaar later.
Ik zit achter mijn bureau te staren naar mijn computer. Ik neem een slok
koffie en krab mezelf in de haren. Ik weet me geen raad met een hardnekkig
probleem en erger me rot.
Ik bekijk voor de zoveelste keer de ingediende onkostennota’s van één van mijn
vertegenwoordigers die ik de baan op stuur om nieuwe klanten te ronselen voor
het bedrijf dat ik samen met Roel, mijn goede vriend die ik leerde kennen
tijdens mijn studies in Leuven en mijn ‘partner in crime’ is geworden.
Roel is een schrandere kerel met een neus voor zaken en een kei in marketing,
en netwerken kan hij als de beste. Ik neem vooral het boekhoudkundige en
administratieve werk voor mijn rekening, en ook de personeelszaken. En dat lukt
me prima, maar ditmaal even niet.
Dan komt Roel het bureau binnen en geeft me een stevige por. “Hey copain
hoe gaat het met de papierwinkel?” vroeg hij.
“Ik raak er niet uit. Hier moet eens zien welke onkosten ik hier aangerekend
krijg.”
“Van wie zijn die?” vroeg Roel.
“Patrick één van de nieuwe vertegenwoordigers die we onlangs hebben
aangeworven.”
“Verdomme, die is serieus met ons voeten aan het rammelen,” zei Roel.
“Ja maar, hoe bewijs je zoiets. Ik zou harde bewijzen moeten hebben, dan kan ik
hem van de eerste keer op staande voet ontslaan. Ik moet daar dus echt niet van
weten hé. Niemand moet hier denken dat ze met Ruben Baelmans zijn kl…
Kleurpotloden kunnen rammelen hé zeg.”
“Huur een detective in,” zei Roel.
“Wacht, ik heb hier nog een kaartje zitten die ik kreeg van één van onze pas
verworven klanten. Ha hier heb ik het. Neem contact op met dit detectivebureau,
het wordt gerund door twee ambitieuze dames die zeer professioneel te werk
gaan.”
Ik bekeek het kaartje: SV Intelligent Investigations, las ik.
Ik besloot om meteen contact op te nemen met dit bureau. Roel had intussen in
alle stilte de plaat gepoetst, logisch er is nog een hoop werk te doen.
Ik belde meteen het nummer dat op het kaartje stond, een vriendelijke dame nam
op. “SV Intelligent Investigations, met Morgane,” klonk het uit de mond
van een dame die met een hoorbare Franse R sprak.
Ik stelde me voor en legde meteen uit wat mijn probleem was.
“Kijk meneer, het is momenteel erg druk. Geef me je gegevens en ik zal een kort
verslag opmaken met wat uw probleem is en dit doorgeven aan mijn vennoot, en
zij zal zo spoedig mogelijk contact opnemen voor een afspraak.”
“Dat is zeer goed,” zei ik, waarna ik ophing en mijn mails en correspondentie
doornam.
Sinds tien jaar runden Roel en ik een klein bedrijf gespecialiseerd in de
invoer van Italiaanse koffiemachines voor de horeca. Koffiemachines van een
klein maar zeer exclusief familiebedrijf die hoogwaardige kwaliteit afleveren,
uiteraard tegen een hoogwaardige prijs.
Om zoveel mogelijk afzet te krijgen is het dus nodig dat we kunnen rekenen op
goede vertegenwoordigers die hun vak kennen en niet alleen klanten kunnen
ronselen, maar ook met hun klanten een goede relatie kunnen opbouwen.
Een relatie gebaseerd op vertrouwen, en die moet er zijn tussen de bedrijfsleiding
– wij dus – en de vertegenwoordigers die bij ons in dienst zijn. En als die er
niet is dan moeten wij dan maar radicale middelen inschakelen. Nee, ik had echt
gehoopt dat dit nooit nodig zou zijn. Maar één van onze vertegenwoordigers zal
op onze vraag door een detective geschaduwd worden. En wee zijn gebeente als
blijkt dat hij sjoemelt met onkostennota’s.
Het liep tegen de middag en net terwijl ik wilde rechtstaan
om een broodje te gaan eten ging de telefoon, ik nam af en hoorde een dame zich
voorstellen als Sheila Verdoolaeghe van SV Intelligent Investigations.
Ik stond als aan de grond genageld. “Nee!” dacht ik bij mezelf. “Dit kan niet!”
Ik hoorde tijdens het gesprek een goed hoorbare West-Vlaamse tongval en ze
gebruikte hier en daar typische West-Vlaamse woorden. Maar het was vooral haar
licht hese doorleefde stem die ik zo goed herkende. Ook al was het zoveel jaren
geleden.
Of ik naar Taverne ’t Marktplein wilde komen om daar tijdens een lunch alles
rustig te bespreken, vroeg ze? Ja dat zag ik wel zitten.
Ik twijfelde, zou zij het echt zijn.
Ik klopte aan de deur van mijn kameraad en vennoot en zei dat ik een afspraak
heb met één van die twee vrouwelijke detectives. “Amai die laten er ook geen
gras over groeien,” zei hij. “Probeer ze warm te maken voor een nauwere
samenwerking,” voegde hij eraan toe.
“Dat zal ik zeker doen,” zei ik.
Ik ging op pad en parkeerde mijn wagen op het marktplein. Ik stapte uit en
snoof de zacht winterlucht op. Het was veel te warm voor de tijd van het jaar
en het begon voor de zoveelste keer te miezeren. Die keer dat Sheila en ik
samen waren hadden we toch een heel andere winter.
Ik liep Taverne Het Marktplein binnen, ze zat amper volk en ik zette mij aan
een tafeltje bij het raam en bestelde een cola. Terwijl zag ik een potige
pick-up truck parkeren twee parkeerplaatsen van mijn auto. De deur ging open en
een dame stapte uit.
Ze droeg een zakelijk grijs mantelpakje maar haar haren liet ze heerlijk
wapperen in de wind. Ze stapte met kordate stap en was struis gebouwd. Ze liep
fier met het hoofd rechtop de taverne binnen en keek rond. Ik wenkte naar haar
en ze zette zich op de stoel tegenover mij. “Sheila Verdooleaghe om u te
dienen,” zei ze. “U wil beroep doen op uus… Ons detectivebureau,” zei
ze.
“Klopt,” zei ik terwijl ik in haar diepblauwe ogen keek. Alle herinneringen
kwamen terug.
“Zou ze mij herkennen? Ik ben verre van de lange slungel met lang warrig haar
van 25 jaar geleden.
Naast keihard studeren en hardop dromen en plannen maken voor een eigen zaak
was ik keihard bezig met sport. Ik heb een bredere lichaamsbouw, mijn haar is
een stuk korter en ik heb een getrimde baard. Ik kwam meteen ter zake en Sheila
luisterde en nam nota’s. Terwijl aten we eerst een dagsoep, en daarna at ik
zalm met penne en dillesaus. Sheila koos voor een entrecote en een pintje.
Sheila had al meteen een plan klaar welks ze thuis zou uitwerken en eens dat
klaar was zou ze meteen aan de slag gaan, en natuurlijk zou ze regelmatig
contact opnemen om verslag uit te brengen van de stand van zaken.
Dan keek ze me aan. Ze keek me recht in de ogen.
“Hoe langer hoe meer da ‘k joen bekijk, hoe meer ik een raar gevoel
krijg,” zei ze.
“Welk gevoel?” zei ik.
“Een heel zalig gevoel,” zei ze. “Zalige herinneringen aan één van de fijnste
momenten in mijn leven.
Wat is je naam ook alweer?” vroeg ze.
“Ruben Baelmans,” zei ik.
Ze nam mijn handen en wreef er zacht over met haar duimen.
“Ruben,” zei ze.
Ze beet op haar lip en ik zag dat ze een krop in de keel had.
“Rubentje,” herhaalde ze maar ditmaal met een hoorbare snik in haar stem.
“Achter ol die joaren.
Achter ol die ghodvedomsche joaren.
Lot uus bieklappen moatje!
Vanavond in de Dinky Toys, Dat es me stamcafétje. Je ghoa je doar ook geneiren,
geloof me.”
Ik stemde toe, geen idee hoe de avond zou uitdraaien.
Maar de kaarten liggen nu wel anders. Ik ben gehuwd en heb twee schatten van
kinderen. Of zij iemand heeft in haar leven? Dat weet ik niet.
Die avond liep ik het gekende café op het stationsplein
binnen. Het café waar ik als jonge gast zo vaak vertoefde. De eerste stop van Roel
en ik als we vanuit Gent met de trein terugkwamen na een week studeren. Om dan
veel te lang te blijven hangen met onze vele kameraden.
Ik ben er jaren niet meer geweest, en toch herkende Willem mij nog en zette hij
een pint voor mijn neus. Verderop aan de toog zat Sheila. Gekleed in een
ruitjeshemd en jeansbroek.
Ze zag me en riep me terwijl ze een barkruk achteruit zette.
“Ben zo content van joen were te zien moatje,” zei ze.
We raakten aan de praat en ik vertelde over mijn zaak, over Roel die helaas
niet komen kon omdat hij na een drukke werkdag kiest voor zijn gezin en zijn
nog jonge kindjes.
Ook vertelde ik over mijn huwelijk en mijn zoontje Brecht. En over mijn bedrijf natuurlijk dat ik met mijn
spaarcenten heb opgestart, ook al verklaarde mijn vrouw mij voor gek. “Ge hebt
alles wat ge als man en huisvader kunt dromen, vaste job, stabiliteit,
zekerheid. En ge gaat dat opofferen. Zot!”
Maar ik vind dat je in het leven moet durven. En Roel dacht er net zo over.
Gelukkig liep ons bedrijf al snel op rolletjes.
Sheila keek me aan. “Ghie ziet ghoed terechtgekomn,” zei ze.
“En van ’t ghoeie hout gesneden. Ondernemer zijn dat zit in je bloed.”
De avond vorderde en ik maakte ook kennis met Sheila’s vriend. Het was verdorie
Lou van het jeugdhuis, en tevens zanger van één van de eerste groepkes die ik
live aan het werk zag. Grace&Beauty
Wat was dat een verrassing zeg
Ik zag hoe Sheila en Lou naar elkaar keken, ik zag de liefde die uit hun ogen
straalde en ik voelde het warm worden.
Lou trakteerde mij op een frisse schuimende pint en we babbelden honderduit.
Sheila vertelde zonder enige géne over die heerlijk pretentieloos herinneringen
aan DIE ENE KERSTVAKANTIE!
Reacties
Een reactie posten