Onverwachte dienst 2

 




Claudia sloot de deur en liep naar de voorraadkamer om er alle voorraden te controleren. Een taak die de verpleegkundigen van de nachtdienst op zich moesten nemen. Daar zag ze Chrissy die daar blijkbaar mee begonnen was. Ze stapte op Claudia af en legde haar handen op Claudia’s schouders. “Ik zien u geire,” zei Chrissy terwijl ze Claudia wat dichter trok.
“Ik heb u ook graag maar ik ben wel hetero hé,” zei Claudia.
Chrissy keek Claudia recht in de ogen. “Zijt eerlijk met uzelf Claudia,” zei ze. “Denk dat gij meer bi gevoelens hebt dan dat ge zelf beseft.”
“Chrissy, ik weet dat gij een crush op mij hebt. Maar neemt gij uw wensen niet teveel voor werkelijkheid.”
“Zijt eerlijk met uzelf Claudia!” herhaalde Chrissy. “Denkt ge dat ik dat niet zie dat als ik binnenkom en gij zijt u aan het omkleden dat ge u altijd naar mij draait voor ge uw T-shirt aantrekt of uw witte vest dichtknoopt? Ge weet dat ik lesbisch ben, maar toch wilt ge dat ik naar uw borsten kijk. En die ene keer twee weken geleden dat uw BH ineens loskwam en haast van uw armen viel. Het deerde u niet hé dat ik uw borsten in volle glorie zag.”
Claudia duwde Chrissy van zich af en zette een stap achteruit. “Zeg die Erik Masschelein, kent gij die?” vroeg ze ineens en vooral om de aandacht af te leiden.
“Ik zou niet weten waarvan?” zei Chrissy die door de vraag verrast werd.
Dan haalde Claudia de brief van Erik uit haar binnenzak. “Hij zei dat ik die brief aan u moest geven. Ik vroeg hem waarom hij het vorige week niet zelf deed, en hij zei dat hij daarvoor zijn redenen had.
Misschien is hij u vader en weet ge dat nog niet.”
“Ik heb geen vader meer, mijn vader is dood.” zei Chrissy bars terwijl ze de enveloppe uit Claudia’s handen rukte en meteen in de vuilbak wierp.
“Wil je niet weten wat er in die brief staat?” vroeg Claudia.
“Nee, ik wil het niet weten! Ik ken die vent niet en negen op de tien keer heeft die gast gewoon een crush op mij zoals zoveel patiënten.”
“Kom, waarom zou ie dat bij jou doen en niet bij mij. Ik ben vijf jaar jonger en ook sla… Allez ja snapt ge?”
“Claudia, ge moest eens weten hoeveel venten geilen op mollige vrouwen,” zei Chrissy. “Jammer genoeg voor hen zijn ze bij mij aan het verkeerde adres. Er komt geen vent aan mijn lijf zolang ik leef! Goed geweten!”
“Chrissy, wat is er gebeurd tussen u en uw vader?” vroeg Claudia nu in alle ernst.
“Ik heb geen vader!” zei Chrissy. “Heb het juist gezegd.”
“Mijn vader is dood!”
“Chrissy luister efkes. Die Erik Masschelein die ken ik. Allez ja, het is te zeggen. Mijn ouders runden tot voor kort een bloeiende groothandel in delicatessen en we leverden aan restaurants over de hele provincie en ver daarbuiten. En Erik Masschelein was één van hun beste klanten.
Door het feit dat er buiten hem geen andere patiënt is op zijn kamer heb ik de gelegenheid gehad om tijdens de verzorging openhartig met hem te kunnen praten. En dit kan ik je wel zeggen. Erik is geen freak die op ‘mollige vrouwen’ geilt en hen dan briefjes stuurt. Dat is een hele warme mens die heel hard gewerkt heeft en nu met zware gezondheidsproblemen kampt en spijt heeft dat hij niet meer tijd heeft doorgebracht met zijn familie. En hij heeft ook spijt van zijn gebroken huwelijk. Van het feit dat hij zijn echtgenote liet zitten voor een andere veel jongere vrouw.”
“Oh ja, is dat zo?” sneerde Chrissy. “Jeez Claudia zijt gij zo goedgelovig ja?
Erik Masschelein was een tiran en een bullebak. Tegen zijn personeel, tegen zijn echtgenote en tegen mij. Roepen, tieren, schelden, met dingen gooien… SLAAN!
Vooral als hem gezopen had.  
Terwijl moeder de klanten buitenliet, de rekeningen maakte, de bestellingen opmaakte en doorgaf en tussendoor hielp met het opkuisen van de keuken, zat Meneerke Masschelein in de voorraadkelder  te vossen met Charlene één van de serveersters.
Er kon maar één iemand goed doen voor hem, en dat was Pedro zijn zoon. Net zo’n eikel als zijn pa. Ik daarentegen was alleen maar goed voor de vuile werkskes. Aardappelen schillen, frieten snijden, afwassen, de was doen, de servetten plooien en vooral om op mijn kop te krijgen en uitgescholden te worden. De lelijkste dingen eerst. ‘Vette zeug, sloerie, geit, lomp varken!’ eindeloos was het.”

Chrissy schudde het hoofd, tranen liepen over haar wangen.
“Mijn vader is dood. Hij stierf toen ik vijf was. Auto ongeluk gehad, lag maanden in coma.
“Mama werkte in Het Lorkenbos, het restaurant van Erik die toen net gescheiden was van zijn eerste echtgenote. Hij begon met haar aan te pappen en algauw trok ze bij hem in. Ze trouwden en ze werd ‘meewerkende echtgenote’. In het begin was hij een goede vader en echtgenoot. Het restaurant sloot twee dagen in de week en twee keer per jaar was het voor twee weken gesloten, dan gingen we op reis of deden we gewoon leuke dingen.
Maar met de jaren veranderde alles. Hij werd alsmaar hardvochtiger, ineens was het restaurant maar één dag per week gesloten en maar één week over het hele jaar. “Het is dat of we staan op straat,” zei hij. Het restaurant werd uitgebreid met een zaal voor feesten en banketten en
het enige wat nog telde was werken, werken, werken.
Nu ja, voor ons maar niet voor hem. Erik schoof graag aan tafel bij zijn klanten, en dan kwam de fles op tafel natuurlijk. Whisky, cognac, pousse cafétje hier, pousse cafétje daar. Maar ook tijdens de dienst werd er stevig gezopen natuurlijk. Ofwel vroeg hij moeder om het uur om een pint bier, ofwel zette hij een fles wijn bij het fornuis waar hij dan met gulzige teugen van dronk. En hoe zatter hij werd hoe agressiever en onhandelbaarder.
Eens mama van hem weg was bloeide ik weer helemaal open. Ja, ik had schrik van die vent. Ik haatte hem en ik haat hem nu nog altijd. Ik was aan de grond genageld toen ik zijn naam hoorde tijdens de overdracht. Hij zag mijn tatoeages, weet ge wat hij zij? “Ik wist wel dat gij een pot zijt.” Tuurlijk deed ik of hij het niet hoorde, maar echt hé! Ik had zin om een spuit met alleen lucht erin in zijn aderen te spuiten.”
“Chrissy, ge beseft toch dat ge dik in de shit zat moest ge dat hebben gedaan en dat komt uit!”
Chrissy slikte. “Ik haat die gast Claudia,” zei ze met een snik in haar stem.
“Echt waar, ik haat die gast tot in het diepste van mijn ziel. En nee, hij moet niet vragen om vergiffenis. Ik spring nog lieven van het dak zonder zeveren.”
Dan liep Claudia naar de vuilnisemmer en haalde de enveloppe eruit. “Ik wil weten wat er in die brief staat,” zei ze vastberaden.
“Ik begrijp dat ge kwaad zijn. Maar ik wil graag zijn kant van het verhaal weten.”
“Doe wat ge niet laten kunt,” zei Chrissy terwijl ze de voorraadkamer verliet en de kar voor het nemen van de parameters voor zich uitduwde.
Claudia liep terug naar de keuken, daar zette ze zich neer en plooide de brief open. Ze las het volgende.

“Dag Chrissy.
Ik weet, je bent kwaad. Razend zelfs.
Vanaf je me herkende zag ik de withete woede in je ogen. Je haat me, zoveel is wel duidelijk.
En dat begrijp ik maar al te goed.
Ik heb u en uw moeder veel kwaad gedaan, veel verdriet aangedaan.
Ik was een eikel. Ik was een tiran. Ik zoop meer dan goed voor me was en daar betaal ik nu een prijs voor. Ik herstel van een zware hartoperatie met complicaties. Mijn lever is naar de kloten, mijn nieren zijn het aan het begeven en ik kan amper nog op mijn benen staan. Zonder rolstoel kan ik mij niet meer verplaatsen.
Mijn dagen zijn geteld, deze kerst is mijn laatste. Daarover moet ik mij geen illusies maken.
Ik zou graag nu het nog kan, mijn diepe spijt betuigen over wat ik u en uw moeder heb aangedaan. We hadden het goed samen, je moeder had een gunstige invloed op mijn leven. Voor haar wilde ik minder hard werken en ik deed wat voordien nooit in mij opkwam omdat ik het nooit had gekend. Ik sloot twee keer per jaar en een dag extra in de week. Dit tegen de zin van mijn boekhouder en van mensen die geld in mijn restaurant staken. Mensen die mij voorstellen deden die ik niet kon weigeren. Die mij geld beloofden, geld dat mij de ogen uitstak. Mensen met wie ik veel te veel en veel te lang in de drank zat terwijl uw moeder en het personeel zich uit de naad werkten om alles terug proper te krijgen.
Ik heb mijn leven, mijn gezondheid en mijn huwelijk naar de kloten geholpen voor een stel stuivers, mooie cadeaus en een dikke bak. Ik ging veel te hoge leningen aan voor het uitbreiden van mijn restaurant om dan vast te stellen dat ik gewoon lelijk in het zak gezet was. Ik bedroog je moeder met Charlene met wie ik hertrouwde nadat je mama en ik gescheiden waren. Zij was het die mij finaal pluimde en had Pedro de zaak niet overgenomen dan had de deurwaarder al lang heel den boel aangeslagen.
Mijn geweten knaagt en het knaagt zo hard dat ik er niet meer van slaap, dat ik amper nog eet en de wil om te leven volledig weg is. Ik zou je willen vragen om deze brief ook aan je moeder te tonen.
Lieve Roos. Ik was fout. Fout op alle vlakken.
Ik heb je als een vod behandeld, ik heb je bedrogen en laten zakken.
Ik besefte te weinig welk goeds je voor me deed.
Ik had nog maar net mijn echtgenote verloren, jij je man. De papa van Chrissy.
Dat schepte een band, een hechte band. We trouwden en ik wilde alles anders doen. Ik heb zelfs op het punt gestaan om mijn restaurant te verkopen en iets anders te gaan doen. Zodat ik meer thuis zou zijn met u en met Chrissy. Maar ja, geld, status en aanzien wonnen het van de rede.
Ik liet me overreden door vrienden, door valse vrienden. Door die lui die hier elke avond zaten en waaraan jij je dood ergerde. Lui van wie jij al wist at het valse vrienden waren.
Ik had moeten luisteren. Ik had je raad moeten opvolgen. Minder drinken en op mijn voeding letten.
Maar ik was te koppig, te weerbarstig, te egoïstisch.
Ik weet dat het heel moeilijk is, wat ik nu van je vraag. Maar laat me alstublieft in vrede sterven.
EN SCHENK MIJ VERGIFFENIS!

Het spijt me.
Erik.

Reacties