Pagina's

vrijdag 9 juni 2017

Gerechtigheid voor Ronny 2



40 jaar later.
Politieauto's stonden bij een half afgebroken loods.
Agenten en politiemensen in burger liepen af en aan.
Twee rechercheurs arriveerden.
Een jonge vrouw en een oudere man.
De jonge vrouw heette Sarah Van Beiren. 30 jaar, kort blond haar, sportief, atletisch gebouwd.
Ze is laborante van opleiding en gespecialiseerd in forensisch onderzoek.
Sarah is een 'single lady', gehecht aan haar vrijheid en onafhankelijkheid.
De enige man in haar leven is Florke, het ondeugende katertje dat ze onlangs adopteerde.
Sinds 5 jaar is ze de partner van Alain Donck.
58 jaar, 36 jaar ervaring als rechercheur.
Hem moet je niks meer wijsmaken. Zeker niet als je samen met hem in de verhoorkamer zit.
Alain noemt zich misantroop: En hij kan je zonder verpinken tien redenen geven waarom hij de meeste van zijn medemensen hartsgrondig haat.
Cynisme is zijn tweede natuur en sarcasme zijn tweede taal.
Zijn collega's noemen hem  'de donderwolk'.
Alain is verslaafd aan koffie en sigaretten, ondanks meerdere pogingen om met het roken te stoppen.
Maar je zal hem nooit alcohol zien drinken.
Na jaren figuurlijk getrouwd te zijn met de whiskyfles, zwoer hij vijftien jaar geleden de drank af.Dit na een zeer ingrijpende gebeurtenis in zijn leven waarop zeker nog zal worden teruggekomen gedurende deze verhalenreeks.Hij schuwt drukke plaatsen en zeker café's.
Het liefst zit hij thuis in zijn leeszetel met een goed boek.
Alain en Sarah kwamen bij de plaats van de misdaad.
In het half afgebroken gedeelte van de oude fabriek was een put.
Daarin lag jawel... Een lijk.
Nog in goede staat, maar de wetsdokter vertelde er wel bij dat het daar al zeker 40 jaar moest gelegen hebben.
"Mummificatie." Zei Sarah.
"Goed gezien." Antwoordde de wetsdokter. "Gij zoudt een goeie assistente zijn."
Hij lag in deze put, met een steen er stevig opgeschroefd.
Geen zuurstof, geen bacteriën die voor ontbinding kunnen zorgen.
Hij lag in feite in een soort sarcofaag."
"Interessant." Zei Sarah.
Ze bekeek het lichaam.
Keek meteen naar sporen.
"Ze hebben zijn tanden uitgetrokken", zei ze.
"Jammer, dat zal de identificatie niet vergemakkelijken".
"Bleef het daar maar bij." Zei de wetsdokter hoofdschuddend.
"Ze hebben elk bot van zijn lichaam gebroken.
Zijn intieme delen hebben ze afgesneden en letterlijk in zijn mond geklopt.
En zijn lichaam hebben ze bewerkt met brandende sigaretten.
Dat is na 40 jaar nog altijd zichtbaar."
"Wie kan dit gedaan hebben?" Vroeg Sarah.
"De onderwereld." zei Alain.
"Hij was vast een informant of zo.
Iemand die bepaalde figuren in het misdaadmilieu heel erg boos gemaakt moet hebben.
Verdomme... " zei Alain ineens.
"Ik denk ineens aan zo iemand.
Iemand die 40 jaar geleden spoorloos verdween.
Mijn eerste partner en leermeester Gaston Deboeuf heeft zich nog met zijn verdwijning bezig gehouden?"
"Oh ja?" Zei de wetsdokter.
"En aan wie denkt u dan?"
"Ronny." zei Alain.
"Ronny Meurens.
Werkte als manusje van alles voor Richard Valkeneers.
Maar verdween ineens spoorloos.
Vlak daarvoor had hij een gesprek met wijlen José Van Nieuwenhuysen, een onderzoeksjounalist die bezig was aan een ophefmakende reportage over het prostitutiemilieu. En daarin de onfrisse rol blootlegde van nogal wat top politici uit die periode.
Tot hij ineens in nogal duistere omstandigheden om het leven kwam."
"Heeft die Ronny nog familie? Zou handig zijn voor DNA onderzoek." Vroeg Sarah zich af.
"Dat moet ik eens even uitzoeken." Antwoordde Alain.

De volgende dag arriveerden Alain en Sarah in Home Zonnerust.
In een hoekje van dagzaal op het eerste verdiep zaten enkele oudjes te kaarten.
Eén van hen was Jacky Meurens, de oudste broer van Ronny.
"Koekes troef", riep hij boven iedereen uit.
Jacky was een kranig mannetje van 85 jaar.
Hij vulde zijn dagen in het tehuis met kaarten.
En dronk alle dagen zijn Trappistje.
Hij schold zijn compagnon uit. "Allez gijsen onnozelaar? Ge ga me nu toch nie zeggen dat ge niet kunt volgen zeker?
Godjammenas kunde gij nog kaarten of hoe zit het?"

Eén van de zorgkundigen klampte  hem aan.
"Jacky, er zijn hier twee mensen van de Politie die u efkes willen spreken."
"Polies: Mor... Mor... Ik hebbe kik niks gedoan zulle."
"Dag Jacky", begroette Alain hem vriendelijk.
"We willen even praten over uw broer, de Ronny."
"Wazeitem?" Vroeg hij aan de zorgkundige?
"Ja." Antwoordde die. "Ge moet een beetje luider spreken.
Jacky hoort niet meer zo goed."
Toen wendde ze zich tot Jacky.
"Die mensen willen u iets vragen over uw broer Ronny." Riep ze luid in Jacky's oor.
"We gaan efkes naar uw kamer gaan Ronny." Zei Sarah. "Is dat goed?
Daar kunnen we rustig praten."
Ronny stond met veel moeite recht. Alain bracht zijn looprek wat dichter.
Samen trokken ze naar de kamer van Jacky.
"Jacky." Zei Alain met krachtige goed hoorbare stem.
"Ge hebt het misschien gelezen in de krant.
Dat ze gisteren een lichaam hebben gevonden in een oude half afgebroken loods.
Een lichaam dat er waarschijnlijk al meer dan 40 jaar ligt.
We denken... Dat het wel eens uw broer zou kunnen zijn."
Jacky staarde voor zich uit.
"Ronny... " Stamelde hij.
"De Ronny begot.
Ze hemmen hem van kant gemaakt hé meneer.
Dieje wist teveel.
Ik heb het hem altijd gezegd dat hij daar moest wegblijven.
Dat hem nie voor zo'n volk moest werken.
Mor ja.
Peinsde dat hem luisterde?"

De oude man keek voor zich uit.
"Kijk." Zei Alain.
"We zouden graag wat DNA van u afnemen, dan kunnen we dat vergelijken met het DNA van het lichaam dat gisteren gevonden werd.
Dan kunnen we beide DNA's vergelijken, en uit de resultaten daarvan kunnen we weten of het uw broer was ja of nee?"
"Oeioei, en gade gulder dan bloed trekken? Of mijn haar afknippen?" Vroeg Jacky angstig.
"Nee." Zei Sarah. "We gaan gewoon even met dat staafje wat ronddraaien in uw mondholte en zo een speekselstaaltje nemen.
Maar ge moet er eerst uw toestemming voor geven, door even uw handtekening te zetten onder dit formulier."
"OK." Zei hij.
"Op één voorwaarde.
Ik hem goesting in een goei Trappist.
Mor ik hem geen centen niemeer.
Ik hem gisteren nen Trappist getrakteerd aan De Mon, da's mijnen beste maat hier.
En nu is mijn weekgeld op."

Hij keek Alain en Sarah vragend aan.
Alain haalden wat geld boven.
"Maar dat kunnen we toch niet doen." Zei Sarah.
Alain schudde geërgerd zijn hoofd.
"Da's nen ouwe mens, gun hem dat toch."
Sarah begaf zich naar de cafetaria.
"Jacky." Zei Alain.
"Wanneer hebt ge uw broer het laatst gezien?"
"Gho." Zei Jacky peinzend.
"Een maand, of twee voor hij verdween.
Heel  zeker weet ik het niet meer.
Als we elkaar zagen, dan kwam hij altijd geld lenen.
Ne mens geraakt dat muug hé meneer.
Dat geschooi.
Hij had altijd geld tekort.
Of zat op een andere manier in de problemen.
Pas op.
Ik had hem wel geire zenne.
Onze Ronny.
Het bleef mijn broer hé.
Mijn klein broerke.
Ook al werkte hij zich altijd in nesten.
Van kleinsaf aan al.
Grote mond opzetten.
Optrekken met gasten waarmee ge beter niet optrekt.
Hij zat in een jeugdbende.
Vechten, stelen, sjacheren, afpersen.
In aanraking komen met de politie.
En het gerecht.
Vader en moeder hebben miserie gehad met dat manneke.
Op den duur vloog hem buiten hé.
Dus hij kwam bij mij.
Was toen al getrouwd, had een zoon.
Die had Nonkel Ronny graag in huis, ja onzen Benny had hem geiren in huis hé.
Ik op den duur iets minder.
Ik trachtte het diplomatisch op te lossen.
Regelde via een kennis die bij een sociale huisvestingsmaatschappij werkte een sociale woning voor hem. Toen kon dat nog allemaal hé meneer.Als ge 'ne langen arm' had, dan konde veel gedaan krijgen.Enfin, hij had tenminste een dak boven zijn hoofd.
Hij betaalde de huur, dus reden voor hem buiten te smijten hadden ze niet.
Maar hij maakten dan bij anderen schulden.
Bij gasten waar ge beter geen schulden bij maakt."
Intussen kwam Sarah terug met een schuimende Trappist.
Het DNA staal werd genomen.
Daarna trokken Sarah en Alain terug naar het politiebureau.


Op het bureau bekeek Alain het dossier omtrent te verdwijning van Ronny Meurens.

"Afrekening in het milieu." Mompelde hij.
"40 jaar geleden. De daders zijn ofwel dood, ofwel amper op te sporen.
Die Richard Valkeneers had een heel team Afrikanen die de vuile werkjes voor hem opknapten.
Ze werden 'Les Tontons Africaine' genoemd.
Ze werden alom gevreesd voor hun ongebreidelde wreedheid.
Er is een getuigenis van een man die moest toezien hoe zijn kompaan door hen met benzine werd overgoten en levend in brand werd gestoken.
De man in kwestie was zelf voor het leven invalide nadat hij door hen geslagen, gestampt en met zuur overgoten werd.
Meestal waren ze illegaal in het land.
Werden ze opgepakt dan trok Valkeneers zijn handen er van af.
En natuurlijk deden ze alsof ze noch Nederlands noch Frans verstonden.
Daar zaten ze dan met die gasten.
Die ze dan vaak onverrichterzake moesten vrijlaten.Met een 'bevel om het grondgebied onmiddelijk te verlaten', Welks ze natuurlijk aan hun laars lapten.
Zo ging dat in die tijd. Allez ja, ge

 verstaat, waar zouden we ook maar moeten beginnen".
Toen sloot hij zijn computer af.
"We gaan dat morgen uitzoeken, het is al laat." Zei hij terwijl hij Sarah aankeek.
"Tijd om naar huis te gaan."


Geen opmerkingen:

Een reactie posten