Pagina's

donderdag 8 juni 2017

Gerechtigheid voor Ronny



Januari 1974
Grauwe wolken dreven boven de Lijsterstraat.
een straat bestaande uit in gele baksteen opgetrokken sociale woningen.
Een in die tijd nog tamelijk recent project.
Op warme zomerdagen zag je hier kinderen buitenspelen.
En gaven de tuinkabouters van nummer 18 een vrolijk cachet aan de fleurige goed onderhouden bloementuintjes.
Nu stonden ze er op deze troosteloze uitgeregende winterdag maar treurig bij.
Nog treuriger was de aanblik op het huis ernaast.
Nummer twintig.
Hopen schroot en bouwafval, en een afgeleefde Ford Taunus, bouwjaar 1969.
Hier woonde Ronny Meurens.
35 jaar, zonder beroep.
De buurtbewoners zagen hem overdag zelden.
Ging 's avonds de deur uit en kwam pas vroeg in de ochtend terug.
"Hij gaat in het zwart werken." Zeiden de buurtbewoners.
Anderen beweerden dat hij zich met louche zaakjes bezighield.
Het was stil op straat.
Wie niet buiten moest zijn bleef die dag liever binnen met de gordijnen toe.
Daardoor zag niemand de twee mannen die langs het paadje dat uitgaf op de achtertuintjes in de tuin van Ronny binnendrongen.
Ze waren gewapend.
En hadden niet veel moeite om de achterdeur die op slot was met een ijzerdraad open te peuteren.
Stil drongen de mannen binnen.
Er hing de muffe geur van een slecht onderhouden en nauwelijks gepoetste woning.
Doordrongen met een alles overheersende geur van sigarettenrook.
De mannen liepen door de keuken, vuile pannen en borden lagen op het aanrecht.
Een deur kwam uit op de gang, de andere op de woonkamer die vol lag met lege flessen en volle asbakken.
Hier overheerste de geur van sigaretten nog veel meer, alsook die van verschraald bier.
Aan de muur hing een poster van een tropisch strand met palmbomen.
Naast de oude meubelen stond een lamp met typisch oranje lampenkapje.
"Hij is boven." Fluisterde één van de mannen.
"En zo te horen is em goe van zijnen teen aan 't geven."
Ze zwegen.
Ineens hoorden ze een vrouw heftig kreunen.
Stil slopen ze de trap op.
In de slaapkamer was Ronny Meurens inderdaad stevig van bil aan het gaan met Severine.
Severine werkte als prostituee in de bar waar Ronny als klusjesman en buitenwipper aan de slag was.
In het zwart dat spreekt.
Ontving bovenop zijn uitkering nog een riant loon.
Daarmee ging hij dan elke zomer opnieuw mee op reis naar Benidorm.
Om daar de grote Jan uit te hangen en meisjes te versieren.
Severine was één van de hoertjes die er aanwezig waren.
Ze was een bloedmooie Française met lang donker haar, bruine reeënogen en een tenger lichaam.
Ze lag op haar rug met haar benen gespreid en smeekte om meer.
"Baise moi Ronny, oooh baise moi." Kreunde ze.
Ronny ging stevig op haar tekeer.
Kon geen genoeg krijgen van haar.
Voor de deur stonden de twee mannen.
"Op mijn teken." Zei de man die het verste van de deur stond.De deur werd open gestampt en de twee mannen stormden met veel geweld naar binnen.
Severine gilde van paniek, maar voor Ronny iets kon zeggen schoot één van de mannen het ongelukkige meisje een kogel door haar hoofd.
Haar opengesperde ogen staarden naar het plafond.
De tweede trok aan Ronny's haren.
"Gij gaat mee met ons Ronny Meurens. Wat zegt ge daarvan?"
Hij trok Ronny uit bed, de andere  rijkte Ronny een kamerjas aan.
"Hier trekt dat aan, in uwen blote valt ge anders teveel op."
Daarna trokken ze een zak over zijn hoofd en leidden ze hem naar buiten.
Ze duwden hem door het weggetje dat liep naar de Spreeuwenstraat.
Daar duwden ze hem in een klaarstaande auto die met gierende banden wegscheurde.
Een uur later.
Ronny hing naakt met zijn armen vastgebonden aan een ketting in de hal van een leegstaande fabriek.
De mannen keken hem grijnzend aan.
"Over een uurke komt 'De Patron'." zei de kleinste van de twee.
En moet ge wat weten Ronny? Hij is niet welgezind.
Eigenlijk is hij zelfs heel kwaad.
En ge weet net zo goed als ik dat het beter is om ervoor te zorgen dat ge De Patron niet kwaad maakt."

Daarna stapten ze in hun auto en reden ze weg.
Ronny bleef achter.
Alleen.
Naakt.
Hulpeloos.
In een koude leegstaande fabriekshal.
Hij hoorde de regen roffelen op het dak en door het lekkende dak vielen ijskoude druppels op zijn rechterschouder.
Toen kwam een grote, blinkende zwarte Mercedes de fabriekshal binnen.
De voorste portieren gingen open, twee mannen stapten uit.
Twee zwarte mannen.
Dat alleen al maakte dat bij Ronny de schrik om het hart sloeg.
Als de 'Tontons Africaine' oftewe 'De Zwette Nonkels' De Patron vergezelden, dan wist je het wel.
De 'Tontons Africaine', zo noemde men de knokploeg van De Patron.Dodelijk efficiënt, extreem gewelddadig en met een niets ontziend sadisme liquideerden de 'Tontons Africaine' al wie Richard Valckeneers bijgenaamd 'De Patron' ook maar één duimbreed in de weg durfde te leggen.Hij ronselde hen zelf in het toenmalige Zaire/Belgisch Congo.
De chauffeur opende het rechter achterportier.
Richard Valckeneers hees zich met veel moeite uit de wagen.Hij was een rijzige zwaarlijvige man van achterin de zestig.Hij rookte een dikke sigaar, en droeg een chique zwart kostuum en een witte stetson.
Hij tilde zijn zwarte zonnebril op en bekeek Ronny vol minachting.
"Espèce de conard." Siste hij.
"Gaa gruute, gruute, gruute smeirlap."
Hij gaf Ronny een klap in het gezicht.
"Woar is maan geld?" Vroeg hij.
"We we welk g g geld"? Vroeg Ronny stotterend.
"Onnuzeleir." Grijnsde De Patron.
"Welk geld? Vroagt em dan nog."
Hij knikte naar zijn zwarte handlangers, die deden boksbeugels aan en begonnen als bezetenen op zijn gezicht te timmeren.
"Bon, ik vroag het aa nog iene keer...
Woar is maan geld???"

Ronny hing hijgend aan de ketting.
Zijn gezicht vertrok van de pijn.
"Alsjeblieft Patron, niet doen. Ik weet van geen geld, echt waar?"
Weer knikte hij naar zijn zwarte handlangers, die hem een geducht pak ransel gaven.
"Grosse menteur.
Gaase gruute leugeneir.

Ne leugeneir, ne bedrieger, ne charlatan en ne leigoard.
Dat zaade gij.
Mijne drank uitzoipen, aan mijn maskes zitten, en mijn geld pikken.
Da's 't enige wat dadde gaa kunt.
Voor de rest.
Zijde gaa geen kluuten weird... paljas." Zo sprak Richard Valckeneers vol minachting in het Brusselse dialect, welks hij altijd deed.
Hij knikte naar de grootste van de twee handlangers.
"Hector, casse son genouille a droite... Brekt zaane rechter knieschaaf."
"Mijn God! Neeeee!!!!!" Brulde Ronny.
De jongste van het stel greep zijn rechterbeen terwijl de oudste, een stevig gebouwde knaap met kaal rond hoofd en stierennek een baseball knuppel uit de auto haalde.
Met vier stevige slagen verbrijzelde hij de knieschijf van Ronny, die het letterlijk uitschreeuwde van de pijn.
"Bon, veur de leste keer.... WOAR IS MAAN GELD??? GODVERDOEMME!!!"
Ronny huilde, keek vertwijfeld om zich heen.
Voor zo ver dat nog kon met half dichtgeslagen ogen.
"Hoe zit het ket? Is 't nog veur vandoag?"
"Waar heb je het over?" Vroeg Ronny smekend.
"Ik weet van geen geld, ik heb altijd alles netjes in de safe gestoken?"
"Gij paanst echt da kiek nen onnuuzeleir zen hé ket?" zei De Patron vlakaf.
"Honderdvaafentwintigduuzend achthonderd frank menneken.
Weg.
Uit maane safe.
Weg!!! Partie!!!
De safe die was leeg toen da'k vanmorge toekwam.
Het bedrag stoeng eroep joa.
Mor de safe?
Dieje was leig."

"Patron..." Probeerde Ronny.
"Denkt ge nu echt dat ik het bedrag zou opschrijven en dan de safe leeg zou laten.
Zoiets stoms zou ik toch nooit doen?"
Toen knikte hij opnieuw naar zijn oudste zwarte handlanger.
"Hector, le sac."
Hector haalde een grijze sporttas uit de koffer en gooide die tussen De Patron en Ronny op de grond.
De Patron opende de zak en haalde er een stapel bankbiljetten uit.
"Ziede da menneken?
125.800 frank.
Ik hem het nageteld.
Maane zeun Arnaud heeft dat deze morgen gevonnen in aawen 'otto'.
Hij heeft de koffer oepengevezen terwijl dat gaa boven met Severine aan 't vossen woart.
Dat leek maa na echt ietske veur aa.
Er vandonder goan met het geld van de safe en iejen van de maskes.
Om ergens in de 'midi' de gruute Jan te goan oithangen.
Is 't gein woar misschien?"

"Die sporttas is niet van mij.
En het slot van de koffer van mijn auto is al jaren kapot.
Iedereen kan dat erin gelegd hebben."
De Patron lachte luid.
Hij lachte Ronny vierkant in het gezicht uit.
"Pauvre con." Zei hij lachend.
"Hector, les autre genouille." Voegde hij er meteen aan toe."Nee... Nee... Genade, GENADE!!" Smeekte Ronny.
Het mocht niet baten.
Ditmaal werd zijn linkerknie genadeloos verbrijzeld. Zijn geschreeuw ging door merg en been.
Van angst begon Ronny te plassen, de urine liep langs zijn benen.
Hij besefte dat hij hier nooit levend uit zou komen.
Ze hadden hem erin geluisd.
Een sportzak vol geld in de koffer van zijn auto.
En een telefoontje naar De Patron.
Meer was er niet nodig.
Het was echt iets voor Arnaud, het 'lieve' zoontje van Le Patron.

Richard Valckeneers keek Ronny in de ogen terwijl hij aan zijn sigaar trok.
Hij blies minachtend de rook in Ronny's gezicht. 
"D'er zaan twieje dingen woar da'k niet teigen kan Ronny Meurens." zei De Patron.
"Les voluers et let menteurs...
Dieven, en leugeneirs.

En gaa!! Gaa zijdet  allebaa.

Ge zaa nen 'lafoard' en te loemp om duud te doen.
Versloafd aan drank, gokken en seks.
En aan werken hebde gaa een bruurken duud.
En der is nog iets.
Ik hoor van sommigen dat gaa ne lange tong hebt.
En daar kan De Patron al helemoal niet tegen."

"Patron." zei Ronny nu heel wanhopig.
"Ik. Ik heb nog no no nooit geklikt.
Tegen niemand.
Echt... echt waar Patron."
Weer knikte De Patron naar zijn zwarte handlangers.
"Casse son jambes."
Met bruut geweld braken Hector en Jerome Ronny's benen.
Ronny schreeuwde en brulde.
Zowel zijn boven als onderbenen moesten eraan geloven.
Alsook zijn voeten.
"Gaa zaa gezien samen met José Van Nieuwenhuysen!" Brulde De Patron.
"Ge wet wel dat stukske journalist dat zo geire sensationele verhaaltjes schraaft over den onderweireld.

Ge zijt met hem gezien in Café Den Bonten Os baa de stoase.
Voile smeirige rat dat ge zaat!"

"Oh is het dat"? Vroeg Ronny.
"Ge kunt niet bewijzen dat ik echt met die Van Nieuwenhuysen heb gesproken, daarom liet ge veinzen dat ik geld had gepikt.
Om mij toch te kunnen straffen.
Maar ik heb niks gedaan.
Uwe zoon, diene wilt mij weg, dat is het!
Die moet mij niet hebben.
Hij heeft altijd gezegd dat hij mij wel eens bij mijn kloten zou hebben.
En zie, het is hem nog gelukt ook.
Hij mag content zijn."Ronny liet het hoofd hangen, hij wist dat zijn leven hier zou eindigen.
"Sukkeleir." zei De Patron opnieuw.
"Het is altaad de schuld van een ander hé Ronnyken.
Altaad.
Ronnyken is altaad den onschuld zelve.
Het onschuldige lammeke, 't kerstekind.
Maar hoe dikwijls heeft Ronnyken al niet moeten op de luup goan veur schuldeisers en gasten die met hem een eike te pellen hemmen.
Het was toch daarom hé dat ge zuu content woart dat wijlen aa zouwen beschermen.
Ge zaa ne slechte leugeneir Ronny.
Gaa doet alles om aa vel te redden.
Zelfs de naam van de zeun van aawen boas haalt ge deur 't slijk... GRUUTE SUKKELEIR!!!
En als ge aan geld kunt geroaken zonder der een klop veur te moeten doen, dan zaade der geiren bij.
Maar aa spelleke pakt niemeer.
Die spellekes hemmen nooit gepakt baa De Patron.
Dat is dan ook de reden waarom da kik zo gehaat en gevreesd ben in den onderweireld.
De Patron mokt korte metten met leugenaars, verraders en ander crapuul dat hem ne peer wilt stoven.
Had ge schonekes bekend, veur iene keer in aa leiven aa fouten toegegeven.
Dan hadd kik aa ne genadevolle dood gegund.
Maar naa...
Bon 'Tontons', laisse cette piece de conard souffre long et dure." Beval hij aan Hector en Jerome terwijl hij terug achterin de auto plaats nam.
"Ik wil huure hoe dat hem de ziel uit zaan laaf schrieuwt.
Ik wil dat zaanen doodsreutel zo pijnlijk meugelijk klinkt".Dan sloeg hij het portier dicht, opende het raam en zette zijn zonnebril op zijn neus. Zo keek met een venijnige grijns naar het gruwelijke spektakel dat zich voor zijn neus afspeelde.
'Les Tontons' vierden hun grenzeloze sadisme bot op de ongelukkige Ronny.
Zo goed als al zijn beenderen werden gebroken.
Ze verhitten het lemmet van een mes met hun aanstekers en kerfden ermee in zijn lichaam.
Tussendoor sloegen ze hem op het gezicht en bewerkten ze hem met hun baseball knuppel.
Urenlang duurde de marteling voor Ronny.
Tenslotte castreerden ze hem en sneden ze zijn geslachtsorgaan eraf.
Heel traag en pijnlijk.
Ze dwongen hem zijn penis en testikels in zijn mond te stoppen, die ze dan dichtplakten met tape. Waarna ze de ketting vierden zodat hij met een harde smak op de grond viel, en ze hem tenslotte genadeloos de schedel insloegen.
Zijn lichaam werd gedumpt in een put, het deksel werd toegeschroefd.
Nooit zou iemand nog iets van Ronny Meurens vernemen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten