Pagina's

vrijdag 17 november 2017

De Wraakgilde 2


Alain en Sarah zaten op de trein die net het station van Brussel Noord had verlaten.
Nog een uurtje sporen en ze waren weer thuis.
"Wat een povere bedoening vergeleken met de hoge snelheidstrein waarin we daarstraks nog zaten." Bromde hij.
"Onze spoorwegmaatschappij is gewoon één grote kostelijke klucht.
Ik heb dat tegen de toenmalige spoorbaas Etienne Schouppe nog zelf gezegd, recht in zijn gezicht."
"En wat zei hij?" Vroeg Sarah lachend.
"Niks, hij is kwaad weggelopen, de lafaard.
Allez zeg nu zelf. Treinstellen van meer dan dertig jaar oud, uitgeblust personeel die alleen maar hun uren kloppen. Nepotisme en nomenclatuur hebben heel dat bedrijf kapot gemaakt.
Geen visie, geen betrokkenheid, geen enkele aanzet tot innovatie. Het is gewoon om bij te janken!
Dit land is amper een zakdoek groot en je slaagt er niet eens in om van de ene kant van het land naar het andere te reizen zonder dat je je slaapzak en brooddoos moet meenemen.
En zeggen dat ik eigenlijk een verwoed treinreiziger ben.
Denk nog met plezier terug aan toen Carine en ik pas getrouwd waren.
Onze huwelijks reis was met de trein kriskras door Italië. Alle kunststeden hebben we aangedaan met de trein.
Milaan, Turijn, Venetië, Rome, Napels en tenslotte een volle week op het romantische Capri.
En dan op ons gemak met de trein terug. Heerlijk was dat.
Ik reis echt waar veel liever met de trein dan met de auto of het vliegtuig.
Op de trein kan je tenminste nog eens je benen strekken, heb je tenminste voldoende beenruimte en zie je nog eens van het landschap om je heen."
Sarah glimlachte. "Ouwe brombeer." Zei ze plagend.
Hij streelde zwijgend de rug van haar hand met zijn duim.
"Gij moogt dat zeggen liefje." Dacht hij bij zichzelf.

Toen ze aankwamen liepen Alain en Sarah meteen naar het bureau.
"Ah net op tijd." Zei de commissaris die op hen toeliep.
"Ik wil een briefing houden, nu meteen!"
Alain en Sarah volgden hem naar de vergaderzaal, alle rechercheurs waren aanwezig.
Er hing een zenuwachtige sfeer.
De commissaris liep naar voor en nam het woord.
"Dames en heren, goed dat jullie hier allemaal zijn.
Laat ik meteen met de deur in huis vallen.
De situatie is ERNSTIG!
Op nog geen twee dagen tijd drie doden!
Op gewelddadige wijze om het leven gebracht.
Waarna deze brieven werden gevonden ondertekend met de naam De Wraakgilde!
Telkens weer een heel betoog over de zogenaamde verloedering van de maatschappij en de lakse houding van gerecht en politie... Wij dus.
Slachtoffer 1 Rudy Serneels: 33 jaar, werkloos. Zwaar strafblad, vooral voor gewelddelicten. Drank en drugsverslaafd en gekend voor zijn losse handjes.
Kwam om door een met molotovcocktails aangestoken brand in zijn huurwoning.
Slachtoffer 2 Benny Sabbe: 30 jaar, bouwvakker. Eveneens een goedgevuld strafblad, vooral voor het ontvreemden van bouwmaterialen, zwartwerk, heling en het dealen van drugs.
Werd gisterenavond dood aangetroffen in het stadspark. Plastic zak over het hoofd getrokken en daarna de schedel ingeslagen.
En tenslotte deze morgen troffen we een nieuw slachtoffer aan.
Dimitri Bastiaensens: 32 jaar, projectleider en zoon van Gilbert Bastiaensens zaakvoerder van NV Bastiaensens het alom gekende bouwbedrijf in onze regio, tevens een belangrijke schakel in de lokale economie en één van de belangrijkste werkgevers in onze streek. Ook hem hebben ze een zak over het hoofd getrokken en de schedel ingeslagen op de parking van de hoofdzetel van de NV Bastiaensens, waar hij deze morgen door de conciërge werd gevonden
U begrijpt dat ik echt alles en iedereen op deze zaak wil zetten.
Al was het maar omdat vooral de laatste moord erg veel stof heeft doen opwaaien."
"Nu komt de aap uit de mouw." Zei Alain.
"Daarom dat ik onverricht ter zake terug moest komen van dat congres waar jij met alle geweld wilde dat ik erheen ging." merkte Alain op. "Een van de slachtoffers is een fils-a-papa."
"Alain alstublieft hé.," bromde de commissaris. "Ik heb mijn beste mensen nodig voor deze zaak ja."
Want het parket, de onderzoeksrechter, de pers en zelfs de burgemeester zitten in mijn nek."
"Ok, ik heb het al begrepen," zei Alain sussend.
"Goed." Zei de commissaris.
"Wat weten we over de slachtoffers.
Ze hebben blijkbaar allemaal één ding gemeen.
Ze werkten allen voor de NV Bastiaensens.
Dus moeten we de daders in die richting gaan zoeken. Niet?"
"Nagaan wie van het personeel bij NV Bastiaensens een strafblad heeft." Viel Sarah hem in de rede, terwijl Alain glimlachend naar haar knipoogde.
"Zeer goed idee Sarah," zei de commissaris. "Dit lijkt me, wat zeg ik... Dit IS een goed begin!"
"Bon... We gaan de dit zeer kordaat aanpakken!
Ik wil dus buurtonderzoeken, ondervragingen, screenings...
Alain ik reken op jou als hoofdinspecteur dat jij de teugels stevig in handen neemt.
Maar geen eigengereid optreden, heb je me begrepen?
Ik wil twee maal daags door jou Alain gebriefd worden, en ik zal niet dulden dat je ook maar één iets voor me achter houdt.
En vooral... IK WIL VOORUITGANG ZIEN IN DEZE ZAAK!!"

Alain wist wat hem te doen stond.
Na nog wat onderhandelen over 'punten en komma's' deed Alain zijn jas aan.
"Kom Sarah, we gaan eens ernstig praten met Gilbert Bastiaensens."
Ze stapten in de auto en reden de stad uit.
Na een kwartier rijden reed Alain de oprit op van het prachtige landhuis dat Gilbert Bastiaensens met zijn gezin betrok.
Het was een oud jachtslot met een groot bosrijk domein errond.
Ooit het buitenverblijf van een invloedrijke adelijke familie.
Alain parkeerde zijn auto vlak voor de trap die leidde naar de grote deur van de hoofdinkom.
Hij belde aan, Gilbert deed open.
"Goedemiddag, inspecteurs Alain Donck en Sarah Van Beiren van de Lokale Politie zou het mogelijk zijn dat ik u eens kan spreken?" Vroeg Alain.
Gilbert Bastiaensens een grote man met achterovergekamd grijzend haar, rond gezicht en scherpe neus liet hen zwijgend binnen.
"Volg me maar." Zei hij met bedrukte stem.
Ze liepen door het prachtige landhuis met overal jachttrofeeën en schilderijen met jacht en landbouwtaferelen.
Gilbert liet hen binnen in zijn werk en studeerkamer, een prachtig vertrek met een groot eikenhouten bureau, een antieke kast en in de hoek een grote televisie die op Kanaal-Z stond.
"Wat willen jullie weten?" vroeg hij.
"Gilbert." Begon Alain.
"Laat ons eerlijk zijn, hoe hard het voor u in deze omstandigheden ook is.
Uw zoon Dimitri was geen brave jongen hé.
Het zou me niet verwonderen dat hij wel een heel pak vijanden had."
Gilbert schudde het hoofd.
"Alain luister eens naar mij.
Dimitri... Was eindelijk op de goede weg.
Ja!
Hij heeft het uitgehangen.
Mensen tegen elkaar opgezet.
Mensen tegen zich in het harnas gejaagd.
Mensen het bloed van onder de nagels gehaald.
Dat geef ik toe.
En ik geef ook toe dat ik hem te lang het handje boven het hoofd heb gehouden.
Maar na een poos kreeg ik er zelf genoeg van.
Ik liet hem meedraaien met de jongens op de werf.
Wilde dat hij eens leerde wat hard werken was.
En hij heeft er uit geleerd.
Hij leerde zelfs sneller bij dan ik verwachtte.
Daarom heb ik hem de leiding gegeven over één van onze recentste projecten en dat deed hij uitstekend.
Met veel verantwoordelijkheid zelfs.
Hij wist zijn mannen te motiveren.
Hij woonde sinds een jaar samen met Annelies Verbeke zijn vriendin.
Ze zouden trouwen meneer Donck.
Het leven lachte mijn zoon toe, en dat motiveerde hem om extra zijn best te doen.
Om iets van zijn leven te maken."
Gilbert zette zijn bril af, nam de kan van de koffiezet en schonk zichzelf een kop koffie in.
Hij keek naar Alain en Sarah.
"Oh excuseer voor mijn onbeleefdheid... Ook een kopje?
Of liever iets sterkers."
"Koffie is goed." Zei Alain.

Hij schonk nog twee koffie's in en keek terug naar Alain en Sarah, maar wist niet goed wat zeggen.
"Meneer Bastiaensens... Er zijn afgelopen dagen nog twee moorden gepleegd in de stad.
Twee slachtoffers waarvan er één bij u in dienst is en de andere nog bij u in dienst is geweest."
"Ja," zei Gilbert. "Ik weet over wie u het hebt.
Weet u meneer Donck.
Wij zijn een familiebedrijf, honderd jaar geleden opgericht door mijn betovergrootvader Aloïs Bastiaensens.
Hij maakte er een punt van om bij het aanwerven van personeel een voorkeur te hebben voor jongens die nauwelijks aan de bak kwamen.
Velen die voor ons bedrijf werkten hadden in weeshuizen of instellingen gezeten.
Kwamen in het bedrijf en leerden er de stiel.
Die traditie werd bij ons verder gezet.
In die zin maakte het voor ons niet uit of er iemand die bij ons kwam solliciteren een strafblad had of niet. Elkeen verdient een kans, ook een tweede.
Maar natuurlijk geen derde of vierde.
Af en toe moeten ook wij van ons hart een steen maken en onwillige werknemers aan de deur zetten.
Die Rudy Serneels was er zo één.
Een geweldenaar, een ruziestoker, een saboteur.
Wilde gewoon van niemand gezag aanvaarden.
Kwam steevast te laat, haalde rotttigheid uit.
We hebben hem aangeworven destijds via de VDAB waar hij zijn opleiding had gekregen.
De meeste van onze werklui zijn langdurig werklozen die bij de VDAB of andere omscholingsprojecten bij ons stage lopen, en de meesten blijven ook na hun stage bij ons in dienst.
En dat is iets waar ik best wel trots op ben."
"En die andere?" Vroeg Alain.
"Die Benny Sabbe. Iemand die werfmateriaal steelt dat wil je als bouwbedrijf toch niet in dienst."
"Wij werken ook via de reclasseringsdienst van het gevangeniswezen.
Ja ook ex gedetineerden krijgen bij ons een tweede kans.
De bouw is een zwaar en hard beroep.
Maar dit is wat veel van die gasten net nodig hebben.
Hard werk.
Zwaar werk.
Onder gelijkgezinden.
Het is een macho wereldje ja.
Maar dit is wat een goed bouwbedrijf nodig heeft.
Mannen die geen schrik hebben om zich moe te maken.
Mannen die kunnen doorzetten.
Hoe hard het ook is.
En dat deed Benny Sabbe.
HIj was net begonnen aan zijn opleiding als ploegbaas. Dat was zo'n jongen die er best wel ging komen, mits de juiste begeleiding en aanpak"
"Hebt u er enig idee van of er iemand van uw personeelsleden of ex personeelsleden enige wrok zouden koesteren tegen uw bedrijf of andere personeelsleden dan Benny, Rudy en uw zoon Dimitri?"
"Daar vraag je me wat?" Zuchtte Gilbert.
"De meesten werken hier graag.
Zelfs ex werknemers zeggen dat ze bij ons een schone tijd hebben gehad.
Jongens die zelfs al tien jaar bij ons weg zijn zeggen mij nog altijd vriendelijk goede dag.
Ik heb echt geen idee welke gestoorde ziel achter deze acties zit meneer Donck... Geloof me."
Alain stond recht.
"Ik heb genoeg gehoord.
Kom Sarah, we hebben nog veel werk." Zei hij terwijl hij zijn jas aandeed.

Op het bureau aangekomen werd Alain aangeklampt door Patrick, één van de rechercheurs.
"Chef." Zei hij. "We hebben een spoor.
Brandbare materialen aangetroffen bij autocontrole. Bestuurder had een legitieme verklaring voor het in het bezit zijn van die materialen en mocht beschikken.
Het betreft ene Patrick Meyers, ook een ex werknemer bij NV Bastiaensens."
"En een knaap met een strafblad van hier tot in Timboektoe." Reageerde Alain.
"Waar zaten die van de verkeersbrigade met hun gedachten?" bromde Alain. "Hoe idioot moet je wel niet zijn om zo iemand te laten beschikken met dergelijke materialen in zijn auto?"
Alain keek op zijn horloge.
"Bon tijd voor mijn klapke met de commissaris zou ik zo denken."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten