Pagina's

woensdag 6 april 2016

Het Pleidooi Deel 3; De dader.



Een ambulance raasde met een rotvaart door de nacht.
Met gierende banden vloog hij de grote weg op, om zo snel mogelijk bij het ziekenhuis te zijn.
Sandra had een overdosis slaappillen genomen. Haar moeder trof haar bewusteloos aan op bed er lagen nog pillen op haar hoofdkussen en tussen haar lakens. Zelfs in haar hand hield ze er nog vast.
Moeder was totaal in paniek.
Ze zat bij Sandra in de ziekenauto, en hield haar hand vast.
“Meiske toch, waarom? Waarom hebt ge dat gedaan?"
Haar gezicht was in tranen maar ze hield zich sterk.
Ze wilde bij haar kind zijn. Wat er ook gebeurde.
In het ziekenhuis werd ze echter opgevangen door een verpleegster.
“Rustig maar mevrouw, alles komt in orde. De dokters zullen alles doen om uw dochter er weer bovenop te helpen." Zei de jonge verpleegster terwijl ze met geruststellende gebaren Sandra’s moeder naar een wachtlokaaltje bracht.
“Zal ik een kopje koffie voor u brengen mevrouw?" Vroeg ze.
Uren later.
Sandra lag in een ziekenhuisbed. Haar ouders waren bij haar.
Haar moeder streelde zachtjes haar haren terwijl haar vader zijn hand op die van zijn dochter legde.
Ze sliep. Nadat dokters haar maag hadden leeggepompt werd ze aan een hartmonitor gelegd. Om het kwartier kwam een dokter of verpleegster kijken.
“Uw dochter zal er snel bovenop zijn. De dosis pillen was gelukkig niet groot genoeg om dodelijke gevolgen te kunnen hebben. En het is een sterke jonge meid. Ze zal er geen gevolgen van ondervinden."
Opeens begon Sandra met met haar ogen te knipperen.
Zachtjes bewoog ze haar hoofd. Ze opende langzaam haar ogen en keek versuft in het rond.
“Oh shit… Mislukt… Verdomme toch." Hoorden haar ouders haar tot hun ontzetting binnensmonds murmelen.
“Kindje toch…” Moeder pakte haar hand vast.
“Waarom deed je dat? Wil je ons nu echt zoveel verdriet aandoen?"
Sandra zweeg. Ze staarde minutenlang naar het plafond.
Toen slikte ze even en draaide ze haar hoofd.
“Het spijt me Mama." Fluisterde ze zacht. “Ik zit er helemaal onderdoor… Wat heb ik nog om voor te leven?
Ik had het gisterenmiddag uitgemaakt met Jeroen… “ Ze slikte nogmaals en slaakte een diepe zucht.
“Ik kan hem toch alleen nog maar vriendschap geven. Wat is mijn leven nog waard? Zonder liefde, zonder genegenheid?”
“Rust wat kindje”, zei Moeder terwijl ze haar dochters tranen droogde. “Je bent moe, gun jezelf wat rust meisje..."

De maanden gingen voorbij
Sandra heeft diep gezeten, dat moet echt wel worden gezegd.
Ze verzonk in een diepe depressie en moest zelfs een tijdje in de kliniek blijven. Dokters vreesden dat ze wel eens een nieuwe wanhoopsdaad zou kunnen plegen.
Maar weet lieve lezer… Zover zou het nooit komen.
Sandra was een vechter… Zij wel.
Maar ze zou weldra het trieste verhaal horen van een ander meisje dat in de handen van haar belager viel. Een meisje dat helaas niet de kracht had om dat zware trauma te boven te komen.
Maar dat is voor later.
Maar nogmaals, Sandra… Da’s een vechtertje.
Ze klom uit het diepe dal waarin ze was verzonken nadat ze die ene mooie relatie met haar allerliefste Jeroen met spijt in het hart verbrak.
Ze vocht terug. Vooral na gesprekken met enkele van haar lotgenoten die haar in de kliniek kwamen opzoeken begon ze te beseffen dat ten onder gaan aan haar trauma’s, haar pijn en haar verdriet. Alleen maar een overwinning zou zijn voor haar smerige kwelgeest.
Dat hielp haar er langzaam maar zeker weer bovenop.
Bezwijken aan haar trauma’s? Ten onder gaan aan alle verdriet en pijn die hij haar had aangedaan.
Oh nee… NO FUCKING WAY !!!!!!
Dat gunde ze die klootzak niet.
Sandra kwam weer meer buiten.
Ze zocht haar vrienden en vriendinnen op.
Ze durfde zelfs al eens een bezoekje brengen aan de cocktailbar waar ze zovele jaren werkte.
Ze kreeg er een warm onthaal.
Oude vrienden sloten haar voorzichtig in de armen… Hoezeer Sandra ook huiverde, ze liet hen doen.
Want ze leerde beseffen dat echte vrienden dat deden uit genegenheid.
Ze genoot van de hartelijke verwelkomingen van haar vroegere collega’s en de vaste klanten.
“Sandra, gho zo blij dat ik u zie. Drinkt iets van mij lieverdje”…
Hoe vaak hoorde ze het niet zeggen.
Het deed haar deugd aan haar broze hartje.
Ze trok er zich aan op.
Maar diezelfde avond terwijl Sandra genoot van het weerzien met haar vele vroegere vrienden, die zo erg met haar meeleefden, haar kaartjes stuurden met ‘veel sterkte, ‘we missen je’, ‘hou vol’, ‘je bent de liefste vriendin’, etc… Erop.
Terwijl ze met hen een glaasje dronk en honderduit babbelde, in een gezellige en hartelijke sfeer.
Gebeurde er kilometers verderop iets wat haar verdere leven en haar kijk op de wereld op ingrijpende wijze zou veranderen.
Tientallen auto’s met zwaailichten, gepantserde wagens van gespecialiseerde eenheden van de Federale Politie.
Ze hadden zich in allerijl verzameld rond een oude hoeve.
“Komaan doe niet zo dom… Dit heeft geen enkele zin”. Riep een agent door een megafoon.
Toen knalde een handgranaat. Gelukkig zonder dat er gewonden vielen.
Meteen daarna klonk er een stem vanuit een openstaand venster.

“Vergeet het bende janetten. Ik ga me niet overgeven voor de goesting van een stel aanstellerige showwijven…
Kom me maar halen, de booby-traps wachten op jullie, BENDE MIETJES!!"
Maar toch wisten ze hem te overmeesteren.
Met een list wisten ze hem naar het raam te lokken, daar wist een agent van de speciale éénheid van de ‘Federale Politie hem te overmeesteren.
Een lenige kerel die op het dak klom en zich ondersteboven van het dak liet glijden, tegengehouden Zo hing hij boven het raam in kwestie en greep hem op het juiste moment vast.
Dan liet zijn collega hem vallen, samen kwamen ze op de grond terecht.
Nog voor de man ook maar iets konden ondernemen gooiden nog andere agenten zich op hem.
Zo wisten ze hem te overmeesteren, waarna ze hem in een auto duwden.
Eén van de mannen ging naast hem zitten en sprak hem aan.
 “Gij hebt chance dat ons doen en laten door velen gevolgd wordt gij smerig LOWLIFE !!!!
Maar als ik u was, ik zou me heel koest houden, want we worden niet overal gevolgd of geregistreerd. Hebt ge dat verstaan godverdoms CRAPUUL ???
De agenten in kwestie wisten dat ze te maken hadden met een individu dat er geen graten in zag om lukraak onschuldige meisjes of vrouwen uit te pikken om ze dan op gruwelijke manier te vernederen, en er zijn lusten op bot te vieren.
En sommigen onder hen hadden ook dochters… Als je snapt wat ik hiermee wil zeggen?

In een donker kantoor van het politiebureau zat hij naar de grond te staren.
Een vrouwelijke inspecteur vuurde de ene vraag na de andere op hem af. Ze bleef koel en berekend, ook al voelde ze niets dan minachting voor het individu dat geboeid op de stoel voor haar zat.
Maar hoezeer ze ook probeerde. Hij hield de lippen stijf op elkaar>.
Toen liep ze weg.
“Met die gast zijn we nog niet aan de nieuwe patatjes vrees ik." Zei ze. “Er is geen woord uit te krijgen."
“Ach?" Sprak haar mannelijke collega. “Ge kent dat toch, de koppigaard uithangen, denken dat ze nog altijd de boel in handen hebben…  Ik zal eens een klapke doen met die gast."
Hij liep het kantoor binnen.
“Precies niet veel van zegs hé Francis Pelckmans …” Zei de Inspecteur terwijl hij nonchalant op de stoel ging zitten.
“Wat wilt ge weten? Vraag maar raak Inspecteur. Ik ben bereid om ten volle mee te werken."
“Ja dat heb ik daarnet gezien, toen mijn collega u ondervroeg." Antwoordde hij cynisch.
“Met u werk ik mee." Zei Pelckmans." "Met haar niet…  Allez zeg nu zelf jongen. Vrouwen horen dit werk toch niet te doen.
Vrouwen mijne jongen. Die moeten zorgen dat het huis aan de kant is en het eten op tafel staat als hun vent thuiskomt…
Al de rest is gewoon dikke vette BULLSHIT !!!!!”
Dit was een fraai voorbeeld van hoe Francis Pelckmans 54 jaar, een aan lager wal geraakte ex Para-Commando, ex-huurling, en ooit zaakvoerder van een firma die buitenwippers en lijfwachten verhuurde, over vrouwen dacht...
Als man waande hij zich superieur. Leiding geven was in zijn ogen iets wat enkel en alleen aan mannen toekwam. Hij beschouwde het toelaten van vrouwen in de politiek, de zakenwereld, de politie en vooral het leger als de oorzaak van het verval van de maatschappij.
Francis Pelckmans vond dat we in een ‘mietjesmaatschappij’ leven waarin echt mannelijke eigenschappen taboe waren.
“Ja ik ben een macho. Ik ga op café zo lang ik wil, ik zuip zoveel ik wil, als ik kwaad ben op iemand sla ik op zijn bakkes zo hard ik wil, en als ik een vrouw knap vind dan sla ik op haar poep…
En ik ben er godverdomme fier op !!!!
En wie daar problemen mee heeft is ofwel een janet ofwel een strekenwijf, en janetten en strekenwijven moeten uit mijn buurt blijven."
Francis groeide op in een éénvoudig arbeidersgezin waar het traditionele rollenpatroon nog gold. Vader werkte als bouwvakker en moeder deed het huishouden en bediende hem op zijn wenken.
 Hijzelf was zo’n jongen waarmee men ‘geen kot kon houden’.
Buiten gevlogen uit meerdere scholen, dan maar gaan werken, in de bouw, als bakkersgast of keukenhulp. Maar meestal werd hij na een maand of twee aan de deur gezet omdat hij zijn grote mond niet kon houden of zich gewoonweg onuitstaanbaar gedroeg.
Hij was een haantje de voorste die zich graag liet gelden. Meermaals bracht men hem binnen in het politiebureau na weer een vechtpartij in één of ander café waar hij met zijn vriendjes de boel kwam op stelten zetten.
op zijn 18de ging hij het leger is, en koos voor de Para’s. Dat was echt zijn ding.
Leren vechten, leren schieten, keiharde inspanningen.
Hier kon hij tonen hoe mans hij wel was. Met zijn maten organiseerde hij ook graag wedstrijdjes, om ter meest pompen, om ter snelst het hindernissenparcours afleggen. En de verliezer moest dan in de kantine de hele avond trakteren.
Maar daar was hij zelden bij. Daarvoor won hij veel te graag.
Hij tekende bij en ging maar al te graag mee op missie naar het toenmalige Zaire.
Daar kon hij niet alleen bewijzen wat hij als Para-Commando waard was.
Hij liet zich de aandacht van de jonge zwarte vrouwen maar al te graag welgevallen.
Francis was een rokkenjager met een enorm libido.
Met zijn gespierde lichaam wist hij de aandacht van de meisjes te trekken en daar wist hij wel raad mee. Het ene na het andere meisje lulde hij in bed, om haar daarna weer te dumpen.
“Een meiske dat met de eerste de beste naar bed gaat is een ‘slet’, een ‘hoer’. Daar moet ge genen tijd insteken’. Uw goesting mee doen en dan dumpen die handel ”, zei hij tegen ieder die het horen wilde.
Daar in Afrika zag hij hoe de jonge mannen zich vergrepen aan de meisjes die naar dancings gingen om zich te amuseren. Hoe ze met hun handen aan de vrouwen hun kont zaten en ze dan met hun meisje naar keuze zich terug trokken voor een stevige beurt. Maar ook hoe getrouwde vrouwen hun lichaam bedekten als ze de deur uitgingen. Hoe ze zich onderdanig gedroegen tegenover hun echtgenotes. En ’s avonds braaf thuis bleven en voor man en kroost zorgden”.
“Daar in Afrika kennen de vrouwen hun plaats nog. Daar komen ze alleen buiten om naar de markt te gaan en op het veld te werken en houden ze tenminste hun bakkes. Die strekenteven hier in in België daarentegen… “
De jaren gingen voorbij en Francis Pelckmans wist zich op te klimmen tot instructeur bij de Para’s.
Hij was door de rekruten gehaat en gevreesd omwille van zijn harde aanpak.
Hij stelde zich bikkelhard op en deed niets liever dan de zwakkelingen eruit te halen en hen zodanig te vernederen dat ze zo snel mogelijk de brui aangaven. “Alleen de beste van de beste, de hardste van de hardsten zijn het waard om zich Para te mogen noemen. Bij de Para’s is er geen plaats voor zwakkelingen”

Op een dag ergens midden jaren 80 stormde hij briezend het bureau van de generaal binnen.
“Zijde gij zot geworden ofwa????
Een wijf bij de Para-Commando’s? Hoe haalt ge het in uw weke hersens!!!!”
De Generaal stond recht en kruiste zijn armen, hij was allerminst onder de indruk van de briezende Sergeant-Instructeur die voor zijn neus stond.
“Ten eerste ben ik hier nog altijd GENERAAL!!! En zodoende uw meerdere.
Ten tweede is uw brutale manier van binnenkomen werkelijk beneden alles
Ten derde. In elke eenheid zitten tegenwoordig vrouwen. Dus waarom niet bij ons?
En ten vierde… Van hogerhand hebben we orders gekregen. We moeten dus vrouwen toelaten om de opleiding te volgen. Dit mijn beste is een BEVEL!!!!
En ook gij gaat er u aan houden, of je dat nu wil of niet… “
“Over mijn lijk!!!!” Brulde Pelckmans
“Ik hou ermee op en geef mijn ontslag. Met ingang van NU!!!!
Kust allemaal mijn kloten godverdomme!”
Hij verliet het kantoor van de generaal met slaande deuren.
Hij stapte in zijn auto en reed naar huis.
Onderweg stopte hij bij een café. Hij zette zich aan de toog en kapte de ene whisky na de andere naar binnen.
Hij zat binnensmonds te vloeken en bonkte regelmatig met zijn vuist op tafel.
“Zeg Francis, wat is dat met u maat?" Vroeg de cafébaas. “Ge zijt zo opgewonden?"
“Je zou voor minder verdomme. De wereld is naar de kloten… Naar de kloten zeg ik u."
Hij dronk zijn whisky leeg en gaf aan dat hij er nog één wilde.
“Ik heb net mijn ontslag gegeven bij de generaal. Ik ga weg bij de Para’s. ’t is gedaan, FINI!!!
Ze hebben godverdomme op mijn hart getrapt de paljassen!!!”
“Allez gij. Nu doet ge mij verschieten. De Para’s daar ligt toch uw hart. Gij die zo trots waard op uw baret, uw uniform, uw werk als instructeur..."
Hij trok zijn jas uit en gooide het op de grond.
“Dat doe ik met mijn uniform se”. Hij veegde er zijn voeten aan en spuwde erop.
Bende VERRADERS!!! Geen eer, geen respect… BAH!!!
Het Belgisch Leger kan de pot op!” Bij die woorden stak hij zijn middelvinger in de lucht.
“Vrouwen bij de Para-Commando’s, het idee alleen al. Zum kotzen gewoon.”
“Gaat ge daarvoor weg bij de Para’s? Allez jong zijt ge nu niet een klein beetje aan het overdrijven?"
Francis keek de cafébaas strak in de ogen. “Hoe??? Wat?? Vinde gij da normaal ofwa?
Wijven hebben in het leger niks te zoeken. En al zeker niet bij de Para’s. Daar komt alleen maar miserie van.
Wijven moeten thuisblijven en voor de kinderen en het huishouden zorgen. Als ze ongehuwd zijn kunnen ze werken als poetsvrouw, kleuterjuf of secretaresse. Maar eens gehuwd is hun plaats in de keuken ja!!!"
Bij die woorden dronk hij zijn glas leeg en gooide het op de grond. Het spatte in duizend stukjes uit elkaar op de grond.


In een tafel achterin zaten twee jonge vrouwen. Eén van hen stond recht.
“Och hoor hem, hoor hem, stukske macho van mijn kloten…
In welke eeuw leefde gij nog gast?
Ziet dat eens af, meneer zit te zuipen, te brallen en van zijn oren te maken. En wij vrouwen zouden ons onderdanig moeten opstellen voor meneer. Wij mogen niet leven, alleen slaaf spelen voor meneer hé. En niet teveel kritiek hebben hé als meneer gaat zuipen en brallen en 's avonds onder het kots en de kwijl thuiskomt terwijl vrouwlief al het werk doet… Sjongejongejonge... Gij sukkelaar."
Nu werd Francis echt heel boos.
“Wat doen jullie hier truttebellen? Zouden jullie niet beter naar huis gaan in plaats van hier een grote bek op te zetten"? Bij die woorden smeet Francis zijn kruk op de grond.
“’t Zijn omhooggevallen streketeven zoals jullie die de maatschappij naar de kloten aan het helpen zijn. Met jullie ‘feminisme’, ‘emancipatie’, ‘gelijkheid van man en vrouw’… Hij spuwde nogmaals op de grond om zijn minachting te tonen.
Het wordt tijd dat jullie eens op jullie plaats worden gezet!!!!”
De cafebaas wou er zich mee moeien. “Francis hou u kalm of ge kunt het afbollen ja”.
Maar Francis was razend. Hij sloeg de cafébaas vlak in het gezicht.
“Moeit u nie janet”!!!!! Brulde hij.
“Kom meisjes, nu is ‘t tussen  ons. Ik ga die feministische streken eens gaan afleren se”.
Hij nam een stoel en begon de jonge vrouwen ermee te bedreigen.
Maar even later stormden een stel rijkswachters het café binnen. De cafébaas had de Rijkswacht gebeld, en de kazerne bevond zich op een halve kilometer van het café.
 Een van hen trok zijn pistool.
“Laat die stoel vallen en handen omhoog, u staat onder arrest”.
Francis draaide zich om.” Wat krijgen we nu? Is ’t jeanettencafé gesloten dat jullie hier komen janken?”
Hij sloeg de stoel keihard op de rijkswachter die zijn wapen naar hem richtte. Dat viel op de grond en een schot ging af. Een spiegel achter de toog brak luid in stukken. De andere rijkswachters overmeesterde hem en voerden hem af.

Voor de jongere lezers is het belangrijk om te weten dat tot voor enkele jaren een militair in dienst niet voor een burgerlijke rechtbank kon worden berecht.
Zodoende verscheen Francis Pelckmans voor de krijgsraad wegens geweldpleging, bedreiging van een wetsdienaar in functie, bedreiging en het onteren van een militair uniform.
Hij moest naar de militaire gevangenis. In de volksmond ‘het cachot’.
Daar leerde hij andere militairen kennen die zich misdroegen. Mannen met extreem rechtse sympathieën. Na zijn vrijlating trok hij met enkelen van hen naar Afrika en Zuid Amerika om er als huurling te gaan vechten in dienst van allerlei obscure dictatoriale regime’s.
Tien jaar later dook hij opnieuw op in ons land. Met een ferme smak geld op zak.
Hij wilde zaken doen. Hij richtte een firma op die zich specialiseerde in het opleiden en het verhuren van veiligheidsmensen. Wie nood had aan een buitenwipper of lijfwacht kon bij Francis Pelckmans terecht.
Ook daar was hij zijn keiharde zelf. En ook daar mochten alleen de besten van de besten bij hem in dienst gaan.
Maar hij verdiende geld als slijk en liet het dan ook graag zien dat hij goed zijn brood verdiende.
Snelle wagens, dure kleren, alle dagen op restaurant en wilde feestjes.
Hij ging op reis naar Thailand en leerde daar een lieve jongedame kennen.
Ze was een vrouw naar zijn hart, lief, trouw, gedienstig en onderdanig aan hem.
Tot ze huwden en hij met haar naar ons land terugkeerde.
Ineens was ze weg.
Hij was razend. Het idee alleen al dat een vrouw het gore lef had om zijn vertrouwen te beschadigen. Hij zwoer dat hij haar zou opzoeken en dan zou hij haar een lesje leren.
Hij ging na met wie ze allemaal belde en  stelde vast dat een nummer uit het Antwerpse veelvuldig in de lijst van zijn telefoonrekening voorkwam.
Het nummer kwam hem bekend voor.
Ineens viel zijn oog op een advertentie in de krant.
“Voor een heerlijke Thaise massage met dat ietsje meer… Bel  03/xxx xx xx”.
“Godverdoeme”, vloekte hij. Madam wil hier voor hoer spelen en maakt daarom misbruik van mijn goedheid en vertrouwen. Daar zal ik eens korte metten mee maken.
Hij belde en deed zich voor als een klant en had meteen een afspraak beet.
Hij ging naar het bewust adres, belde aan. Een andere Thaise jonge dame deed open.
“Kom binnen schatje”, zei ze poeslief.
“Laat me door trut”, briesde hij, en hij liep het appartement binnen. Milay die in de leefruimte zat schrok zich rot. “Francis jij hier”? Vroeg ze verschrikt.
Francis ging als een razende te keer en sloeg Milay verrot.
Ook de inboedel van het flatje dat ze als massagesalon met dat ietsje meer hadden ingericht moest eraan geloven.
Nadat Milay roerloos bleef liggen en ook haar flatgenote de nodige klappen had gekregen, bolde hij het af.
Milay was er erg aan toe, ze zou nooit meer kunnen lopen of spreken.
Voor die feiten kreeg hij tien jaar cel.
Zijn zaak moest hij overlaten en drie vierde van zijn vermogen moest hij vrijgeven om de hoge schadevergoeding te betalen.
Hij kwam vrij en met wat hij nog over had kocht hij een oude hoeve.
Hij  slaagde er in om een OCMW uitkering te bekomen. En deed zo nu en dan wat klusjes in het zwart.
Voor de rest leefde hij teruggetrokken in zijn oude hoeve. Met alleen Adolf zijn trouwe Duitse Herder als gezelschap.
Hij had een stuk van zijn tuin afgebakend. Daar moest Adolf dan blijven wanneer hij een weerloze jonge vrouw in zijn huis binnenloodste om er zijn lusten op bot te vieren.
Want zijn ongebreidelde libido bleef hem parten spelen.

En zijn haat jegens vrouwen was groter dan ooit tevoren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten