Pagina's

vrijdag 10 juni 2016

Liefde in Cuba 6


Enkele maanden later.

Joeri was terug in Moskou.
De opdracht in Cuba zat erop.
Hij hield zich nu bezig met vertaalopdrachten.
Teksten en artikelen vertalen van het Frans, Engels of Spaans, naar het Russisch.
Vanop zijn kamertje in Moskou zag hij de besneeuwde straten.
Er viel weer een flink pak sneeuw uit.
Nog maar eens.
Witte sneeuw en grauwe gebouwen.
Somberte alom.
Wat een verschil met het vrolijke en zonnige Cuba.
Hij treurde stilletjes om Manuela.
"Waar zou ze nu zijn"? Vroeg hij zich af.
"Zou ze al in Amerika zijn".
Om zijn verdriet te vergeten had hij zich toegelegd op zijn favoriete sport.
Judo.
Hij kreeg nieuws van zijn coach.
Volgende week is er een toernooi in Leningrad.
De beste tien daar mogen meedoen aan de 'Jeugdspelen' in Havana.
Joeri deed mee, en ja hoor.
Hij werd geselecteerd.
Niet veel later was hij weer op weg naar Cuba.
Ze verbleven in een soort complex even buiten de stad.
Het complex was eigendom van het ministerie van Sport van de Sovjet-Unie.
Infeite was het domein Sovjet grondgebied.
Zo hadden ze het afgesproken met de Cubaanse autoriteiten.
Russische soldaten stonden bij de poort op wacht.
Het was een prachtig domein.
Russische sportlui verbleven hier niet alleen als ze deelnamen aan toernooien.
Ze kwamen er ook op stage.
Het domein kwam uit op het strand.
Een prachtig wit palmenstrand met een azuurblauwe zee.
Een droom.
Met de andere geselecteerden genoot Joeri van de avondzon op het terras van hun bungalow.
Hij zag en hoorde de ruisende zee.
Voelde de zwoele avondlucht op zijn huid.

Het werd donker.
Na het nuttigen van een paar glazen vodka ging het gezelschap slapen.
Ineens werd Joeri wakker.
Hij hoorde schoten in de verte.
Een ontploffing.
"Wat is dat toch"? Vroeg hij zich af.
Hij luisterde naar de geluiden die vanuit de open deur die uitgaf op het strand in de slaapkamer goed hoorbaar waren.
Ook Ivan hoorde het.
Hij kwam recht en verschoof de lakens.
"Wat zou dat kunnen zijn"? Vroeg Joeri.
"Hmmm, vast de kustwacht". Antwoordde Ivan.
"Op jacht naar verraders die met bootjes naar Amerika willen, denkende dat ze daar een beter leven zullen hebben.
Maar in werkelijkheid komen ze terecht in de fabrieken van de verraders van ex-dictator en Amerika vriendje Batista.
Met zo'n volk heb ik geen medelijden.
Van dit land kan men een prachtig 'socialistisch' paradijs maken.
Maar dat vraagt offers.
Willen ze die offers niet maken, en kiezen ze ervoor om hun heil te zoeken in het land dat dit mooi's wil vernietigen. En gaan ze daar nog mee de leugens verspreiden die over Cuba en onze Sovjet-Unie door de USA worden verkondigd.
Dan verdienen ze het om afgeknald te worden, of te verzuipen, of om levend te verbranden in hun exploderende sloepen".
Joeri huiverde van de scherpe woorden van Ivan.
Maar wist dat het beter was van te zwijgen.
Zeker tegenover een felle hardliner en fanatieke volgeling van de strenge communistische leer zoals Ivan Bourdjof.
Het werd weer stil.
Maar Joeri huiverde nog na.
Hij dacht aan Manuela.
Ze werd gezocht door de autoriteiten.
Ze was een 'afvallige'.
Ze zouden voor haar een veilig onderkomen zoeken in de USA.
Hij mocht er niet aan denken.
"Stel dat zij nu op zo'n bootje zat, en dat het toevallig dat bootje was dat beschoten werd".
Hij probeerde die gedachte te verdringen.
Hij kreeg het warm.
Benauwd.
Hij moest naar buiten.
Frisse lucht happen.
Hij hoorde het ruisen van de zee.
Voelde het mulle zand van het strand.
Alsook wat kiezelsteentjes.
Hij liep naar de branding.
Alleen de maan gaf licht.
Hij zag iets liggen.
Een gedaante.
Een menselijke gedaante.
Die regelmatig overspoeld werd door de golven.
Hij liep er naartoe.
Het leek een jonge vrouw.
"Goeie God", dacht Joeri.
Hij knielde bij het lichaam.
Het was een jong meisje, zoals hij vermoedde.
Ze begon te kuchen en te hoesten.
Hoestte het water uit haar longen.
"Rustig maar", zei hij.
Hij nam haar vast, draaide haar om.
Kreeg een schok.
"Nee", stamelde hij.
"Nee... Dit kan niet".
Hij keek het meisje recht in de ogen.

"MANUELA!!!!"
Ook het meisje keek verwonderd.
"No es no possible." Zei ze.
Ze sloeg haar armen om hem heen.
"Joeri... Jij hier", zei ze met stokkende stem.
"Ja meisje, ik ben er. Rustig maar".
Manuela trilde over haar hele lichaam.
Ze keek Joeri aan met ogen vol angst.
Hij tilde haar op en bracht haar op de droge.
Ze rilde van de kou en hij had enkel zijn onderbroek aan, omwille van de warmte van deze tropische zomernacht.
Hij drukte het meisje tegen zich aan en wreef haar warm.
Ze legde haar hoofd tegen zijn borst, haar haren voelden nat, koud en klef aan.
Ze klemde zich aan hem vast en begon hartsverscheurend te huilen.
Joeri wiegde haar zacht in zijn armen.
Na een kwartier leek ze tot rust te komen.
Ze keek hem aan.
Met haar grote mooie donkere ogen.
"Oh Joeri, ik heb vreselijke dingen gezien.
Al die tijd zat ik in dat bordeel bij señora Esmeralda.
Tot op een dag, ze me naar beneden riep.
En waren enkele mannen, ze zouden mij en enkele andere meisjes die zich verborgen moesten houden naar Amerika overbrengen.
We reden nog langs andere panden waar mannen en vrouwen zich verborgen hielden.
En van daaruit naar een klein vissersdorpje.
Daarna in een oude boot met sputterende buitenboordmotor op zee.
Toen kwam er een patrouilleboot van de kustwacht".
Manuela verbeet haar tranen.
"Ze begonnen meteen te schieten.
Spring overboord beval de stuurman.
Ik en enkele jongens sprongen overboord.
We waren met vier.
Twee van hen sprongen te laat.
De jerrycan met benzine werd geraakt door een inslaande kogel.
De boot ontplofte.
Ik zag een jongen, hij sprong net toen de ontploffing zich voltrok.
Zijn ledematen werden afgerukt".
Joeri voelde een huivering toen hij Manuela's verhaal hoorde.
"een andere jongen en ikzelf probeerden terug naar de kust te zwemmen.
Het viel goed mee, we hadden de stroming mee.
Ineens hoorde ik die jongen schreeuwen.
Ik zag hem spartelen, hij probeerde om boven water te blijven.
Die schreeuw... Ik hoor die nu altijd nazinderen.
'Tiburon' schreeuwde hij. Een haai help me...
Daarna verdween hij onder water.
Hij was amper dertien..."
Manuela huilde opnieuw.
Ze was totaal overstuur.
Joeri besefte dat ze hier niet langer veilig was.
Als de politie haar te pakken kreeg dan... Hij mocht er niet aan denken.
"Ik zorg ervoor dat je snel veilig bent Manuela", zei hij.
Blijf hier, zorg ervoor dat niemand je ziet.
Binnen het uur ben ik terug".

"Nee!!!!" Gilde ze.
"Laat me niet alleen Joeri... Alsjeblieft. Laat me niet alleen ik ben zo bang. Zo ontzettend bang".
Je moet hier weg lieverd. Hier in Cuba ben je niet langer veilig.
Het lot heeft bepaald dat wij samen horen.
Jij en ik, het staat in de sterren geschreven.
Ik ben je enige en laatste kans, en Manuela lieve schat.
Ik heb je gemist daar in het koude winterse grijze Moskou.
Ik hunkerde zo naar je oprechte liefde.
Maar nu zijn we terug samen.
Lieve Manuela".
Hij kuste haar.
Proefde het zout op haar lippen.
Streelde haar zacht.
Over haar lichaam dat trilde als een espenblad.
"Oooh mi corazon", fluisterde Manuela met trillende stem.
"Ga nooit meer weg van me, alsjeblieft".
Ik blijf bij je schat, maar eerst moet ik enkele spullen halen.
Nogmaals... Binnen het uur ben ik terug.
Hou je zo stil mogelijk, zorg dat niemand je ziet.
En wees sterk lieverd... "
Na een intense liefdeskus liep Joeri terug naar de bungalow.
Iedereen lag nog steeds te slapen.
Stil deed hij zijn kleren aan, nam wat reservekleren, wat geld, zijn paspoort.
En het paspoort en enige kleren van Layla Achmedsjova, een judoka van Tsjetsjeense afkomst.
Klein van gestalte, lang ravenzwart haar, donkere ogen.
Manuela kon perfect voor haar doorgaan.
Dit was wat hij hebben moest.
Als hij nu gevat zou worden, hij zou streng gestraft worden.
Niemand mocht hem horen.
Stil sloop hij weer de bungalow uit.
Liep weer naar Manuela.
Nu was ongezien het domein verlaten de boodschap.
Trek snel deze kleren aan, ze zullen je wel passen.
Die zijn droger en zo kan je doorgaan voor een Sovjet athlete.
Manuela deed haar natte kleren uit. Joeri bekeek haar prachtige lichaam.
"Wat zijn haar borsten toch mooi", dacht hij.
Eens ze aangekleed was konden ze verder.
Ze liepen over het strand.
Geen bewakers te zien.
Vlak bij de branding eindigde het prikkeldraad onder het zand.
Opletten voor electrische schokken dacht hij.
Want die draad staat vast onder stroom.
Stil, voetje voor voetje liepen ze door de branding, zo ver mogelijk van het strand.
Zonder ongelukken.
Ze liepen verder.
Over het strand.
Zacht legde Joeri zijn arm om Manuela haar lenden.
Keek haar aan, met een blik vol liefde.
Ze glimlachte.
"Dit is zo opwindend", zei ze.
Na enkele kilometers stappen zagen ze autolichten.
Een rijbaan.
Hier moeten we liften.
Een vrachtwagen hield halt, ze konden plaatsnemen in de bak die gevuld was met oud ijzer, deels afgedekt met een groen dekzeil.
Precies wat ze nodig hadden om ongezien Havana binnen te geraken.
Ze reden door de 'diplomatieke wijk', waar de ambassades zijn.
"Ook dit was wat hij hebben moest".
Joeri bonsde op het venstertje dat uitkeek op de laadbak.
"Stop!!! Alto!!! Hier moeten we eruit", riep hij.
Joeri en Manuela stapten uit. Joeri wenkte nog naar de bestuurder.
"Graçias señor". Riep hij.
De bestuurder stak zijn duim omhoog en reed verder.

Ze stonden voor een prachtig gebouw in Spaanse koloniale stijl.
"Embajada de Belgica" stond er op een goudkleurig blinkend plakkaat.
Ze liepen naar de poort en Joeri belde aan.
"Zei aan de stem die hem toesprak via de intercom dat hij dringend de ambassadeur wilde spreken.
Het bleef stil.
Joeri keek schichtig om zich heen.
Of er geen politiepatrouille langsreed, of er geen ambtenaar of iemand van de inlichtingendienst in burger passeerde.
Ineens ging de poort open, met veel gekraak en gemormel.
Ze liepen snel binnen.
"Hier zijn we veilig Manuela" zei hij.
Binnen verzocht een bode om even te wachten in de gang.
Dat even duurde heel lang.
Joeri boog zich naar Manuela en zei "zeg dat je Layla heet. Die naam staat op het paspoort van een meisje die goed op jou gelijkt. En laat mij zoveel mogelijk het woord doen lieverd".
Hij gaf haar een zoentje, woelde even door haar haren.
De bode kwam weer langs en vroeg om hun identiteitspapieren.
Joeri gaf beide paspoorten af.
"Sovjet overlopers" mompelde de man in het Nederlands, een taal die noch Joeri, noch Manuela machtig waren.
Hij liep weg.
Weer wachten.
Toen kwam de ambassadeur, een oudere man met grijzende slapen.
Strak in het zijden maatpak.
Glimmende schoenen.
"Suivre mois sils vous plais", zei hij in het Frans.
Gelukkig sprak Joeri wel Frans.
In het bureau deed Joeri een heel betoog in het Frans.
Hij sprak over 'wrede vervolgingen van andersdenkenden'.
Over hoe hij en 'Layla' zich meer slaaf voelden dan atleet.
Dan liep de ambassadeur de kamer uit.
Manuela keek Joeri angstig aan.
"Ik ben bang Joeri"...
"Is nergens voor nodig lieverd", zei hij.
Hij wreef over haar schouder.
Keek haar aan.
"Het komt heus wel goed, even geduld nu maar".
De ambassadeur kwam terug en zei in het Frans dat er een aanvraag tot politiek asiel is ingedient.
Maar de procedure liep traag en het kon enkele dagen duren eer ze nieuw kregen.
Maar hij voegde eraan toe dat België bereid was om mensen in een netelige positie als de hunne asiel en toegang te verlenen.
Hij boodt hen een kamer aan in de ambassade.
Joeri en Manuela betraden een sobere maar keurig ingerichte kamer.
Aanpalend aan die kamer was er een badkamer.
Manuela en Joeri maakten maar al te graag gebruik van de gelegenheid om zich te verfrissen.
Om het zout en het zand van zich af te spoelen.
Het deed vooral Manuela veel deugd.
Joeri hield de kop van de douche vast en spoelde het zout van Manuela's lichaam.
Dan nam hij een washandje en begon naar in te zepen.
Zacht wreef hij over haar huid.
Maakte masserende bewegingen.
"Oooh zalig schat", kirde ze.
Hij drukte haar dicht tegen zich aan en wreef met het washandje over haar hele lichaam.
"Ya lyublyu tebya", fluisterde hij in haar oren.
"Te quero mi amor, mi corazon. Mi razon de vivir".
Hij zei het met zoveel emotie, het liet Manuela niet onberoerd.
Ze zuchtte en kreunde.
Ze draaide haar hoofd.
En haar lippen zochten de zijne.
Met zachte dwang kreeg hij haar zover dat ze zich helemaal draaide.
Hij duwde haar tegen de wand liet zijn handen over haar buik glijden.
En zo over haar benen die hij zacht uit elkaar duwde.
Manuela had de hint begrepen en spreidde haar benen.
Terwijl ze Joeri bleef kussen.
Een siddering ging door haar frêle lichaam.
Joeri drong in haar binnen, penetreerde haar zachtjes.
Doch met korte stoten.
"Ooooooh." Hijgde ze zachtjes.
"Oh zo fijn, zo zalig Joeri. Wat heb ik dit toch gemist lieverd.
Kom harder Joeri, laat je gaan.
Laat me schreeuwen.
Oooh jaaah!!!!"
De passie laaide hoog op.
Joeri penetreerde Manuela stevig en met volle kracht.
Streelde en betaste haar heerlijk stevige borsten.
Na enkele minuten kwam hij klaar.
Maar hij ging gewoon door.
Dit was zo heerlijk.
Vrijen met Manuela, dat was toch zo heerlijk.
Hij kon geen genoeg van haar krijgen.
Een uur later lagen ze half afgedroogd na te genieten in bed.
Joeri lag op zijn rug.
Manuela op hem, haar hoofdje tegen zijn schouder.
Ze zuchtte diep.
"Mi amor." Zei ze stilletjes.
"Voel me zo goed bij jou Joeri, zo geborgen.
Niets kan mij nog van jou scheiden.
Ik wil voor altijd van jou zijn schat".
Joeri zweeg.
Wreef zacht over haar rug.
Diep in zijn hart voelde hij een diepe, warme genegenheid voor Manuela.
Gecombineerd met een enorme passie en lust naar haar heerlijke lichaam.
Hij keek in haar mooie grote ogen.
Ze glimlachte.
Het was stil.
Ineens legde hij haar op haar rug, kwam recht en zat op zijn knieën naast haar op het bed.
"Lieve Manuela, ik heb je zo innig lief.
Wat ik voor jou voel, heb ik nooit eerder gevoeld voor een meisje.
En ik wil dat dit voor eeuwig zo zal blijven".
Hij nam haar hand vast.
Keek in haar ogen.
Hij omklemde haar hand met zijn beide handen.
Haalde diep adem.
En zei toen met heldere en duidelijke stem...

MANUELA GRANADOS... WIL JE MET ME TROUWEN LIEFSTE SCHAT?"
Manuela kwam recht, sloeg haar armen om zijn hals.
Ze huilde, van pure ontroering.
Tranen rolden over haar wangen.
"JA!!!" Zei ze.
"Ja Joeri... Ik wil met je trouwen.
Ik wil jou echtgenote zijn, moeder van jou kinderen.
Ik blijf bij je tot de dood ons scheiden zal."
Ze kuste hem, trok hem dicht tegen zich aan terwijl ze terug op het bed zakte.
Haar beide handen op zijn borst.
Haar hoofdje weggezakt in het hoofdkussen.
"Laat ons nog wat vrijen liefste.
Laat me je beminnen, genieten van jou heerlijke lichaam.
Ik wil de vrucht van jou liefde laten groeien in mijn moederschoot Joeri..."
Joeri drong opnieuw in haar binnen.
Nadat hij haar woorden aanhoorde.
Hij wist wat ze wilde zeggen.
En was helemaal weg van het idee.
Een gezinnetje stichten met Manuela.
Zijn lieve Cubaanse liefdesgodin.
Met wie hij niets liever wilde dan samen met haar door het leven gaan....
VOOR EEUWIG!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten