Pagina's

zaterdag 3 augustus 2019

Tropenpassie 5


Jean-Pierre opende zacht de deur van de logeerkamer.
Hij hoorde Karen zachtjes snurken.
Hij knoopte zijn hemd los en liet dan zijn broek zakken.
Bij het voeteneind lag Karen haar rugzak.
Hij maakte één van de zakken opzij open en tastte erin.
Hij voelde enkele ampullen.
Hij haalde er één uit en bekeek die.
Hij nam zijn zaklamp en scheen er op.
'Morphine', las hij.
Zo stil mogelijk stak hij de ampul terug in de rugzak en zette deze weer op zijn plaats.
Dan schoof hij het muskietennet wat opzij en trok de lakens weg.
Hij zag haar naakte lichaam.
Ze lag op haar zij en ademde rustig doch zwaar.
"Meisje toch." Zei hij zacht.
"Je bent in 'de fleur van je leven'.
En toch takelt je lichaam u al af."
Hij streelde zacht haar haren.
Dan draaide ze zich om.
"Heb je in mijn rugzak zitten snuffelen?" Vroeg ze ineens.
"Heb je me gehoord?" Reageerde Jean-Pierre.
"Antwoord op mijn vraag."
Jean-Pierre knikte bevestigend.
"Die Yitzhak is dokter.
Het moest hem meer dan mijzelf opgevallen zijn dat je lichaam aan het aftakelen is.
Hij sprak me erover aan.
Wat hij zei baarde me zorgen.
Daarom snuffelde ik in je rugzak.
Waarin ik ampullen met morfine zag liggen.
Kijk Karen.
De trip die we gaan maken door het oerwoud om tot bij je vader te tonen is niet van de poes.
Je moet in goede fysieke conditie zijn om dit uit te houden."
"Jean-Pierre, wees eens eerlijk?" Vroeg Karen.
"Als je op voorhand had geweten hoe ik eraan toe was. Zou je me hebben meegenomen."
"Nee." Zei hij.
Op dat moment niet.
Maar nu wel."
Jean-Pierre nam Karens hand vast.
"Weet je.
Yitzhak drong er op aan dat ik je zou overtuigen om deze trip niet te maken.
Maar ik heb dat naast me neer gelegd.
Want meer dan ooit begrijp ik heel goed waarom jij je vader wilt opzoeken.
Hey...
We pakken dit samen aan Karen.
Jij en ik!
Ik wil ook weten waarom hij alles achter zich om zijn broer op te zoeken.
Ik wil weten wat er met Pieter Van Hoevenen is gebeurd.
En God weet.
Dat mijn handen jeuken...
OM HEM EENS EEN GOED BIJ ZIJN NEKVEL TE GRABBELEN!"

Karen sloeg haar armen om zijn lichaam.
Drukte haar lippen op die van Jean-Pierre.
"Bedankt lieverd." Zei ze.
"Ik waardeer wat je doet voor mij.
Laat me eerlijk zijn met je.
Ik heb kanker.
Terminaal.
De dokters in Nederland gaven me amper zes maanden.
Ondanks dat ben ik toch naar Baluchistan afgereisd.
Ach.
Wat had ik te verliezen?
Dood ga ik toch.
Aan mijn vader dacht ik toen niet.
Tot ik bericht kreeg van mijn mams.
Ik vertrok meteen naar Karachi en nam het eerste het beste vliegtuig naar Londen en vandaar meteen naar Amsterdam.
We hadden een lang gesprek.
Waarna mijn besluit vast stond.
Ik moest en zou weten wat er waar was van die brief."
Karen keek Jean-Pierre aan.
"Ik voel mijn lichaam aftakelen.
Je hebt me vast wel horen hoesten.
De tumoren zijn uitgezaaid in mijn longen.
En in mijn bloed.
Daarom ben ik niet meer te behandelen."
Karen zweeg.
Jean-Pierre drukte haar dicht tegen zich aan.
Woelde zacht door haar lange blonde haren.
"Zin in een vluggertje voor we gaan slapen liefje?" Vroeg hij.
Haar betraande gezicht klaarde op.
Hier zei ze geen nee tegen.


De volgende dag namen Karen en Jean-Pierre afscheid van Yitzhak.
Hij gaf Jean-Pierre een stevige handdruk en wenste hem veel moed.
Daarna gaf hij Karen een welgemeende knuffel.
"Gaa zaat een dapper maske." Zei hij.
"Bedankt voor je hulp en goede raad." Zei Karen terwijl hem een lieve glimlach schonk.
Dan begon de lange tocht.
Een halve dag lang liepen ze eerst langs de drukke hoofdweg.
Waar ze constant moesten op hun hoede zijn voor voorbijrijdende auto's en vrachtwagens, en vooral voor de brommertjes die langs rechts de kolossen van vrachtwagens geladen met hardhout uit het regenwoud probeerden te passeren.
En waar ze nog een controle passeerden.
De soldaten die Jean-Pierre in het Lingala aansprak maanden hem aan om zeer voorzichtig te zijn, want de rebellen hebben op veertig kilometer van de controlepost lelijk huis te houden.
Maar Jean-Pierre stelde hen gerust.
Daarna liepen ze door een klein dorpje, volgden een weg die afweek van de hoofdweg.
De laatste hutjes, de laatste vrouwen die krom voorovergebogen werkten op het veld.
Daarna was er alleen nog regenwoud.
En stilte.
Alleen nog dierengeluiden waren er te horen.
Geen auto's, geen brommers, geen mensen, geen muziek, geen geclaxoneer.
De 'beschaving' was hier ver weg.
Hoe dieper ze in het regenwoud drongen hoe dichter de begroeiing werd.
Jean-Pierre moest zijn machete gebruiken.
Ook Karen had er één bij en Jean-Pierre stelde vast dat ze er heel bedreven mee was.
"Gij hebt dat wel meer gedaan." Zei Jean-Pierre.
"Yep." Zei Karen.
In het Amazonewoud.
Waar ik ooit twee maanden verbleef bij een indianenstam die zeer geïsoleerd leeft.
Ik was de eerste blanke vrouw die ze zagen.
Blanke mannen hadden ze al vaker gezien.
Maar hun gezichten toen ze ineens oog in oog stonden met een jonge blonde blanke vrouw.
Ze noemden me 'Ibaninka'.
Wat zoveel betekend als 'Goudhaartje'.
Ze mijmerde even weg bij deze herinneringen.
"Weet je Jean-Pierre.
Ik heb er vrede mee dat ik weldra zal sterven.
Elke dag wat meer.
Ik heb dingen gezien en meegemaakt waar veel van mijn leeftijdgenoten alleen maar van kunnen dromen.
Mooie momenten.
Maar ook diepe, bittere ellende.
Waar de meerderheid van de mensen in West-Europa geen enkel besef van hebben.
Ik ben vooral blij.
Dat ik met woord en daad mensen heb kunnen helpen.
Hoe klein het ook was."
Karen zette zich op een boomstronk.
Ze was zichtbaar vermoeid.
"Misschien dat we hier de tent maar opzetten." Zei Jean-Pierre.
"Het gaat wel hoor." Zei Karen.
"Kan nog best wel doorgaan tot voor zonsondergang."
"Maar nee." Zei Jean-Pierre toen hij zijn rugzak liet zakken.
"We hebben alle tijd.
Het is belangrijk dat we onze krachten sparen.
De tocht zal nog lang en zwaar zijn."
Hij haalde de tent uit en zette die meteen op.
Karen hielp hierbij.
Even later zaten ze beiden rond het kampvuur.
Waarop een geopend blikje met cassoulet stond te pruttelen.
"Heb ik altijd mee als ik voor langere tijd de 'brousse' intrek." zei Jean-Pierre.
Niets zo heerlijk dan cassoulet opgewarmd op het kampvuur.
En dan heerlijk lepelen.
Het blik cassoulet werd tussen hen in gezet en om beurten lepelden Karen en Jean-Pierre uit het blik.
Karen keek hem aan.
Hij zag haar helderblauwe ogen.
Die ondanks ze er dof uitzagen nog steeds vreugde uitstraalden.
Zin om te leven.
Zin in...
Ach.
Hij wist wel in wat.

De zon ging onder en het begon te schemeren.
Het blik cassoulet was leeg.
Jean-Pierre hield haar hand vast.
Ze zeiden geen woord.
Dan bewoog Karen haar hoofd.
Ze bracht haar mond naar die van Jean-Pierre.
"Kus me." smeekte ze.
Zijn lippen raakten de hare.
Hij omhelsde haar.
Ze ging om zijn schoot zitten.
En zoende Jean-Pierre met stevige halen.
Ze likte aan zijn oorlelletje terwijl hij door haar goudblonde haren woelde.
Ze trok zijn t-shirt omhoog en streelde zijn buik.
Terwijl Jean-Pierre haar hals teder zoende.
"Oooh wat is dat zalig, als je snor mijn huid prikt." Zei ze.
Jean-Pierre glimlachte.
"Hou je van mannen met een snor." Vroeg hij.
"Op dit moment Jean-Pierre.
Hou ik alleen nog maar van jou.
Jij bent de laatste man in mijn leven.
Daarom koester ik deze heerlijke momenten samen.
Ik dacht er eergisteren al in de douche al over.
Om je te verleiden.
Met je naar bed te gaan.
Toen ik je zag rukken wist ik wat ik doen moest.
Gewoon ervoor gaan.
Het is het laatste wat me vasthoud aan het leven Jean-Pierre.
Intimiteit.
Seks.
Liefde.
Het is liefde dat ik nu voor jou voel Jean-Pierre.
En ik weet.
Jij voor mij."
"Liefde die niet zal duren." Zei hij.
"Dat maakt het nog zo pijnlijk.
Je bent een dappere meid Karen.
Echt zo heel anders dan je vader.
Met hem heb ik vooral veel discussies gehad.
Die tot niets leidden.
Maar met jou.
Klikt het zo hard."
"Laat me even niet denken aan die ploert van een vader van me.." Zei Karen.
"Maar even heerlijk genieten van elkaar."
"Dan gaan we maar beter naar binnen." Reageerde Jean-Pierre. "Want ik voel druppels.
Er komt weer een fikse tropische regenbui aan."
Jean-Pierre en Karen kropen in de tent.
Karen trok meteen haar t-shirt uit en haar jeans.
Dan trok ze Jean-Pierre zijn broek naar beneden.
Begon hem oraal te bevredigen.
Heel traag.
Speels met haar tong over zijn eikel.
Terwijl ze zijn ballen zachtjes streelde.
Intussen was het beginnen regenen, het gedruppel ging over in monotoon geroffel.
Dan stopte ze zijn penis diep in haar mond.
En zoog met volle goesting.
Tot hij in haar mond klaarkwam.
Ze slikte zijn sperma ongegeneerd door.
Zoende daarna zijn buik, borstkas en zijn hals.
Haar bekken sensueel over zijn kruis.
Jean-Pierre streelde haar welgevormde kont.
Zijn handen over haar zachte billen.
Ze spreidde haar benen lichtjes.
Hij voelde haar schaamhaar over zijn eikel.
Welks hem opnieuw een erectie bezorgde.
Ze nam zijn penis en stopte die tussen haar benen.
Ze sloeg haar hoofd achterover en kreunde zijn naam.
"Jean-Pierre.
Oooh Jean-Pierre.
Liefste man van me.
Je laat me zo genieten.
Met die heerlijke 'genotsknots' van je."
Jean-Pierre drukte haar bezwete lichaam tegen het zijne.
Karen nestelde haar hoofd tegen zijn schouder.
Terwijl ze haar bekken krachtig op en neer bewoog om zo Jean-Pierre zijn heerlijke lid nog beter te kunnen voelen.
Ze begon zwaar te ademen en voelde dat ze een orgasme nabij was.
In een tent met een jonge meid van 25 lentes die er wel zin in had, en het geroffel van de regen en een donderslag.
Achter hem een halfvolle fles whisky.
Voor Jean-Pierre was dit echt wel de nacht van zijn leven.

"Draai je op lieverd." Smeekte ze.
"Laat me onderaan liggen en kruip op mij.
En neuk me keihard.
Toe JP.
Neuk me keihard lieverd."
Jean-Pierre bewoog zich en rolde zijn lichaam naar rechts.
Liet Karen plaatsnemen net op haar slaapzak en trok haar benen uit elkaar.
Dan drong hij opnieuw in haar binnen.
Ze glimlachte.
Haar ogen twinkelden en straalden.
Een blik vol verwachting.
Een verrukt kreetje toen ze zijn heerlijke lid opnieuw voelde.
"Oooh ja.
Jaaah!
Doe het Jean-Pierre.
Fuck me honey!"
Jean-Pierre begon ritmisch te stoten.
Karens ademhaling werd steeds zwaarder.
En ging over in gekreun.
Ze sloeg haar armen rond zijn rug en trok zijn lichaam dichter.
Ze rook zijn indringende zweetgeur.
Jean-Pierre stootte steeds harder.
En versnelde het ritme.
God wat voelde haar lichaam toch zo heerlijk aan.
Hij zoende haar hals en likte gretig aan haar oorlelletje.
Terwijl hij met zijn handen haar borsten masseerde en ze samen kneep.
"Ooooooh ja Godverdomme!" Schreeuwde Karen.
"Geef het me JP.
Geef alles wat je in je hebt.
Ooooooh!!! Oooooooooh!!!
Ooooooooh my fucking God!
OOOOOOH FUCK FUCK FUCK FUCK FUUUUUUCK!!!" Schreeuwde ze heel luid.
Buiten barstte het onweer nu echt goed los.
Bliksemschichten.
Felle donderslagen.
En een ware zondvloed die uit de hemel kwam gevallen.
Er kwam water binnensijpelen en Jean-Pierre voelde de druppels op zijn schouder.
Maar hij ging gewoon door.
Karen trok haar benen nog meer omhoog.
Ontbond haar duivels en gaf zich over aan de alles verterende passie die zich meester maakte van haar lichaam.
Ze kreunde en schreeuwde zodanig hard dat het onweer buiten niet meer te horen was.
Uiteindelijk kwam Jean-Pierre klaar.
Zijn warme zaad vloeide tussen haar benen.
Er leek geen einde aan te komen.
Hij stootte nog een paar keer en ontspande zich uiteindelijk.
Karen drukte hem dicht tegen zich aan.
"Haal hem er nog niet uit lieverd." Zei ze.
"Ik wil je nog even voelen.
Ik wil nog even voelen wat mij vasthoud aan het leven."
Karen staarde naar het tentzeil boven haar.
"Het leven." Fluisterde ze nogmaals.
Ze beet op haar lip.
Jean-Pierre woelde haar doorweekte haar.
Onder de slaapzak was er nu een hele waterplas.
Maar buiten was het vast nog erger.
Intussen was het al minder aan het regenen.
"Hier breng ik nu mijn laatste dagen door." Zei Karen.
"In een doorweekte tent midden in de jungle.
Waar ik de heftigste seks heb gehad ooit.
Nu mag het stoppen." Zei ze met een diepe zucht.
"Nee echt.
Ben er klaar voor.
Nu ja, nog niet helemaal.
Wil mijn vader nog zien.
Maar je snapt wel wat ik bedoel hé.
Dit was heftig JP.
Zo fucking heftig."
Ze begon weer te hoesten.
Gehoest dat diep en vooral pijnlijk klonk.
"Moet ik je wat morphine toedienen?" Vroeg Jean-Pierre.
Ze knikte van nee.
"Ik wil elk moment bewust meemaken nu.
Hoeveel pijn het ook doet.
Het is koud, nat en mijn lichaam verrekt van de pijn.
Maar ik leef, snap je."
Jean-Pierre zoende haar op de mond.
"Ja meisje." Fluisterde hij.
"Ik snap het.
Godverdomme wat ben jij toch een moedige meid."
Hij kuste haar, lang en intens.
Dan herhaalde hij het opnieuw.
"Wat ben jij toch een moedige meid."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten