Pagina's

woensdag 18 augustus 2021

Langs Grote Routepaden

 



Het was grijs en het regende. Mistige wolken bedekten de Ardense toppen en het vochtige weer zorgde ervoor dat de geur van rottend hout en rottende bladeren overheerste.
Het was nochtans zomer, of wat daarvoor moest doorgaan. Vorige week was het nog zonnig met temperaturen rond de 25 graden. Langs een slijkerig pad liepen twee jongens. Ze droegen elk een grote rugzak en waren gehuld in stevige regenjassen en waterdichte broeken. Goed voorbereid waren ze wel. Moet wel als je de GR5 wil afleggen. De wandelroute tussen Bergen Op Zoom en Nice. De hele route afleggen is niet weggelegd voor deze twee pas afgestudeerde jongens. Maar ze zijn toch wel van plan om het stuk doorheen de Ardennen en Luxemburg af te leggen tot in het Luxemburgse Schengen.
Het feit dat de onverharde wegen er drassig en glad bijlagen maakte het de tocht extra zwaar voor Thomas Beddegenoots en Jens Plovier. Beide jongens kenden elkaar al van in de lagere school en hadden geen geheimen voor elkaar. 
Thomas studeerde Handelswetenschappen en wil ooit een eigen bedrijf beginnen. Maar tegelijk is hij ook een levensgenieter en  met veel zin voor avontuur en een groot verlangen om de wereld te zien en mensen te ontmoeten. Thomas is een spraakwaterval en gezelligheidsdier en bovenal muziekliefhebber. Hij is een graag geziene gast in de studentencafés, vooral als er een optreden is. Het studentikoze vertier van cantussen, dopen en drinkgelagen liet hij daarentegen liever aan zich voorbijgaan. 
Dan nam hij liever deel aan debatavonden, lezingen en culturele evenementen. Of hij bracht de avond door in een gezellige bruine kroeg.
Jens daarentegen is veeleer sociaal geëngageerd en maakt zich zorgen over zaken als de klimaatverandering en de ongelijkheid in de wereld. Hij koos voor de richting journalistiek en wil graag werken als correspondent of reportagemaker in de derde wereld. Nog meer dan Thomas was hij een vaak geziene gast op debatavonden en manifestaties. Op politiek vlak is hij compromisloos links en veracht hij het rechtse 'elk voor zichzelf' denken. Jens is een boekenwurm en heeft een zeer uitgebreide woordenschat. Maar handig is hij niet wat duidelijk werd toen de tent moest opgezet worden de eerste avond.
"Als ge geen deftige tent kunt opzetten dan gaat ge in Afrika niet veel kunnen doen vrees ik." grapte Thomas.
"Ik weet het maat," zei Jens. Daarom dat ik ja zei tegen deze trip. Ik moet aan mijn survival skills werken, echt wel."
"Hey, ik ook ze.
Ik zou zo graag eens een hiking trip door de Rocky Mountais maken. Het noorderlicht zien. Moet zo fucking speciaal zijn gast. Echt."


Twee dagen geleden namen de jongens de trein richting Luik waar ze nog snel wat voorraad insloegen. Na een iets te korte nacht in een jeugdherberg -vanwege iets te lang blijven hangen in een gezellige bruine kroeg - begonnen de jongens aan hun tocht.
De sfeer zat er in en de jongens zaten vol goede moed. Dit ondanks de druilerige regen en de temperatuur die lager was dan we de afgelopen week gewend waren.
Een dag later leek het of Jens er wat door zat.
"Gaat het maat?" vroeg Thomas.
"Ca va," zei Jens. "Het lukt wel."
"Zijt eerlijk met uzelf gast. Schengen is nog ver weet ge wel."
"Ik weet het gast. Daarom juist. Ik wil de boel niet vertragen."
"Dat doet ge niet gast. Hey het is gene koers hé. Kom zet u efkes neer."
Jens zette zich neer op een rotsblok, Thomas legde zijn arm over zijn schouder.
"Kijk," zei hij.
"Kijk rond en geniet. Dees is toch machtig om zien, toch?"
Jens keek om zich heen. De jongens zaten op de flank van een heuvel en hadden een prachtig zicht op de mooie natuur in het dal waar zelfs een beekje klaterde. 
Het was stil. Op het verre geklater van het beekje en het ruisen van de regen op het bladerdak na.
De jongens keken elkaar aan. Thomas, de struise knaap met kort helblond haar, stralende blauwe ogen en speelse kuiltjes in zijn wangen en Jens met zijn donkerblond haar dat hij in dreadlocks had gedraaid, zijn ietwat dromerige blik en tengere gestalte.
Jeugdvrienden, boezemvrienden.
Die voor elkaar door een vuur gingen ondanks de verschillen die er waren. Thomas is de zoon van zelfstandige ondernemers. Zijn vader runt een goed draaiende computerwinkel en zijn moeder is schoonheidsspecialiste. Thomas leerde al vroeg dat het henna niet aan de bomen groeit. 
Jens is dan weer de zoon van een leraarskoppel. Vader geeft Nederlands in het Atheneum en moeder leert kindjes van het eerste studiejaar lezen en schrijven. Vooral moeder gaf haar sociaal engagement door aan haar jongste zoon. terwijl vader hem vooral aanmoedigde om veel te lezen.


Thomas en Jens staarden in stilte naar de prachtige omgeving en naar de traag voorbijglijdende wolken.
"Ik stel voor dat we ophouden voor vandaag en hier onze tent opzetten." zei Thomas.
"Hier?" vroeg Jens. "Dat is wildkamperen, kan je boete voor krijgen."
"So fucking what?" zei Thomas. "Ze kunnen mijn rug op met hun verrekte regeltjes. Zolang we alles achterlaten zoals we het aangetroffen hebben en voorzichtig zijn als we vuur maken kunnen ze ons echt niks maken hoor.
Allez kom, daar wat verderop is een ideale plek om onze tent neer te poten. Ver van het pad en uit het zicht en toch nog uitzicht hebben op het prachtige natuurschoon hier."
De tent werd opgezet, wat al stukken vlotter ging dan de avond ervoor en even later zaten de jongens een conservenblik cassoulet op te warmen in het kampvuur wat ze samen uitlepelden en doorspoelden met elk een blik Jupiler.
Terwijl het donker werd klaarde de hemel eindelijk op en kwam de volle maan zelfs piepen.
"Zalig toch, die stilte," zei Thomas terwijl hij tevreden achterover leunde. En zeggen dat de meeste van onze leeftijdsgenoten nu op elkaar gepakt zitten op een zweterige wei in Werchter."
"Ge zijt  daar toch ook naartoe geweest vorig jaar en 't jaar ervoor?" vroeg Jens.
"Pfff jaaa," mompelde Thomas.
"Weet ge, dat was op zich wel leuk ja. De sfeer. Samen met uw maten. Zot doen, tussendoor een fris pintje drinken, de muziek. Voor mij vooral de muziek. Backstage kunnen gaan dat was voor mij echt het van het.
Maar dat overmatig drinken, dat gebral en zo. Ik heb zo echt wel het gevoel van 'voor mij hoeft het echt niet. Daar heb ik gewoon een afkeer van.
Meer en meer geniet ik van de rust en stilte.
Klinkt raar uit mijn mond hé," zei Thomas die vroeger wel vaker zijn vriend aanporde om meer buiten te komen en onder de mensen te zijn. En hem aanmaande dat hij niet altijd 'zo serieus moest doen'.
"Gij voelt u ook veeleer thuis in bruine kroegen dan op fuiven en zo, toch?" zei Jens.
Ja, maar wat mij drijft  en waar ik voor leef dat is muziek.
Ik droom nog altijd van een eigen opnamestudio, echt wel.
Of een evenementenbureau. Festivals of evenementen op poten zetten en zo. Artiesten een duw in de rug geven, instaan voor de catering of het materiaal, dat soort zaken.
Met die grote namen in contact komen."
Thomas zweeg en staarde voor zich uit.
Maar nu even niet.
Nu wil ik efkes op mezelf zijn. Nadenken over mijn toekomst en wat ik ga doen om het geld dat ik nodig heb om mijn droom waar te maken bij elkaar te krijgen."
Thomas dacht even na.
"Ik voel er eigenlijk weinig voor om als fucking loonslaaf voor zo'n multinational te gaan werken.
Werkaanbiedingen zat voor iemand met een masterdiploma van handelsingenieur. Maar ik voel er weinig voor om een puppet on a string te zijn... Allez snapt ge?"
"Wat moeten mensen zonder universitair diploma dan zeggen?" vroeg Jens.
"Weet ge?  Terwijl wij hier zitten zijn er ergens mensen zich de pleuris aan het werken om ervoor te zorgen dat de pakskes die we bestellen morgen geleverd worden dat de supermarktrekken gevuld zijn. En en die mensen moeten het doen met een loon waar je amper je maandelijkse kosten van kan betalen."
Jens zweeg en keek omhoog.
Volgde met zijn ogen een vliegtuig dat zich een weg door de heldere sterrenhemel baande van west naar oost. Het geluid van het toestel doorbrak de nachtelijke stilte.
"Vrachtvliegtuig," mompelde hij.
"Volgestouwd met nutteloze rommel die het resultaat is van de tomeloze overproductie en overconsumptie."
"Nu efkes nie maatje," zei Thomas terwijl hij Jens een por gaf.
Jens zuchtte.
Valt zwaar hé, die dingen te moeten horen die ge eigenlijk liever niet hoort. Omdat ge maar al te goed weet dat het waar is." reageerde Jens zelfverzekerd.
"Mensen steken toch zo graag hun kop in het zand hé.
Alles wat hen uit hun comfort zone haalt brengt hen in de war. Het verstoort hen, het roept negatieve prikkels in hen op."
"Precies," zei Thomas. "Dat is wat ik nu efkes niet wil. Die negatieve prikkels.
Positive vibes only pal," zei hij terwijl hij Jens opnieuw een por gaf.


Het kampvuur doofde uit en de jongens besloten om de tent in te kruipen en in hun slaapzak te kruipen.
Het was stil nu.
Alleen het geluid van een verre krekel en de roep van een uil was hoorbaar.
En een zachte wind die door het bladerdak ruiste.
De jongens vielen als een blok in slaap.
Dan werd Thomas ineens gewekt door gerammel aan de tent. Hij hoorde een stem, een vrouwenstem.
"Allo! Y a t'il quelqu'un ici?" Klonk het. 
"Fuck, toch geen politie zeker?" foeterde Thomas.
"Nee, geen politie. Ik heb hulp nodig," klonk het ineens in het Nederlands.
Thomas ritste de tent open en keek  recht in de ogen van een jonge vrouw.
Een prachtige, beeldschone jonge vrouw. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten