Maandagmorgen.
Alain stapte het politiebureau binnen en liep rechtstreeks naar het koffie
automaat. “Koffie heet en straf,” zei hij terwijl hij het kartonnen bekertje
nam en naar zijn eigen bureau liep. Net toen hij plaatsnam op zijn bureau ging
de telefoon.
“Donck,” zei hij kortaf zoals altijd.
“Ja commissaris zegt u het maar.
Nu direct? Nu ja, als het dan echt moet.
Tot zo commissaris.”
Met een diepe zucht legde Alain de hoorn op de haak en liep hij naar boven naar
het bureau van commissaris Wim Van Marcke.
Alain betrad het bureau van de commissaris die hem meteen aanbood om op de
stoel tegenover hem aan zijn bureau te zitten.
“Bon, zeg het nekeer,” zei Alain korzelig. “Waarvoor hebt ge me geroepen.”
“Waarom wacht je niet op de briefing voor je een verdachte gaat opzoeken en
verhoren?” vroeg commissaris Van Marcke.
“Wat is het probleem, we hebben een verdachte en voor de onderzoeksrechter zijn
de bewijzen tegen die Frederick Vermeersch zwaar genoeg om hem voorlopig in de
cel te houden, al is het nu alleen nog afwachten of de raadkamer hem daarin
volgt natuurlijk.”
“Alain,” zei de commissaris.
“Wanneer ga je eindelijk eens snappen dat de tijd dat je als rechercheur
eigengereid en naar eigen goeddunken stappen kan ondernemen zonder de rest van
je team of je oversten daarin te kennen voorbij is.”
Alain zuchtte diep.
“Commissaris.
Ik doe wat van mij wordt verwacht. Ik toon initiatief en zorg ervoor dat in
dossiers zoals dat van de moord op Celine Verkeste vooruitgang wordt geboekt.
De eerste uren na een misdrijf zijn de cruciaalste, dat weet toch iedereen.”
“Juist daarom. Als uw eigengereide optreden ertoe lijdt dat de vader van
Frederick Vermeersch die tevens advocaat is het onderzoek laat stilleggen is
dat uw verantwoordelijkheid.
U kent toch de bijnaam van Karel Vermeersch?” vroeg Commissaris Van
Marcke.
Tuurlijk kende Alain zijn bijnaam: ‘Meester Procedurefout’.
“Och, is het dat?” reageerde Alain cynisch. “Doet ge in uw broek van die
pennenlikker die alleen maar zaken kan winnen door procedurefouten in te
roepen?”
“Alain, nog eens. De tijd van de eigengereide rechercheur die chevalier seul
speelt is voorbij. Nu meer dan ooit is samenwerken en overleggen voor je een
volgende stap zet van cruciaal belang.
Je maakt het PV op en geeft het door aan het parket, einde verhaal. We hebben
andere dingen te doen.”
“Zoals derderangs drugsdealers gaan oppakken in de stationsbuurt of cafés op
stelten zetten omdat er bij die razzia van vorige maand wat drugs gevonden
werden,” bromde Alain.
“Het wordt tijd dat het drugsprobleem eens ernstig wordt aangepakt
Hoofdinspecteur Alain Donck.
De laksheid die we er de afgelopen decennia op na hielden heeft lang genoeg
geduurd. Jullie gaan vandaag naar Café Dinky Toys voor een grondige inspectie.
Het Federaal Agentschap Voedselveiligheid, de sociale inspectie en de
FOD-Financiën zullen er ook zijn en dit alles op last van de burgemeester.”
“Die zich hier echt wel laat kennen als het knechtje van Marcel Leliaert,” zei
Alain.
“Doet dat er toe?” vroeg Commissaris Van Marcke.
“De veelvuldige klachten wegens overlast en vooral het feit dat wijlen de
minderjarige Celine Verkeste er geslachtsgemeenschap had met de veertien jaar
oudere zanger van The Spoiled Brats zijn echt wel reden genoeg om dat
café eens aan een zeer grondige controle te onderwerpen.”
“Commissaris! Ik ben rechercheur, mijn job is misdrijven oplossen.”
“Nee Alain,” zei de commissaris. “De job van de hedendaagse politieman is
misdrijven voorkomen!
Als café uitbaters laks zijn omtrent het doen naleven van de drugswetgeving,
geluidsoverlast en de bescherming van minderjarigen dan is het onze plicht om
in te grijpen. Helaas komt dit ingrijpen voor Celine Verkeste veel te laat!
Als we nu geen sterk signaal geven Alain. Neemt niemand ons nog au serieux.”
Alain zei niets meer en verliet het bureau van de commissaris. Maar niet zonder
de deur met een luide smak toe te smijten.
“Bon, gij zijt er graag bij zeker hé?” wierp Alain Bart toe
toen hij het bureau binnenstapte.
“Wat zei je chef?” vroeg Bart die opkeek vanop zijn computerscherm.
“Die controle in de Dinky Toys waar we bij aanwezig moeten zijn.”
“Tja, dat is ons werk hé chef,” antwoordde Bart.
“Nee Bart,” zei Alain. “Mensen couilloneren is niet ons werk.”
“Het wordt hoog tijd dat dat zuiphol eens aan een zeer deftige controle
onderworpen wordt. Ik ken zeker twee mensen die de hele nacht uit het slaap
werden gehouden door dat lawaai van dat marginale bandje dat er afgelopen
zaterdag optrad. Om nog maar te zwijgen van het nachtlawaai dat die
straalbezopen jongeren naderhand nog veroorzaakten, een hoop afval en troep
achterlatend op het Stationsplein.
Het wordt hoog tijd chef dat café uitbaters zoals die Willem Staels eens
duidelijk gemaakt wordt dat de wet ook voor hen geldt. En vooral dat wat ze
doen echt niet noodzakelijk is hoor. Integendeel, de mens heeft eigenlijk geen
enkele behoefte aan het vergif dat alcohol eigenlijk is. Daar zou jij als
geheelonthouder toch mee akkoord moeten zijn, of niet chef?”
Alain zei niets en trok zich opnieuw terug in zijn bureau. Dit wordt een
baaldag, dat wist hij nu al.
Dan ging weer de telefoon.
“Donck,” zei hij kortaf.
“Wat? Waar zeg je?
Ok, we komen eraan.”
Hij opende de deur van zijn bureau: “Kom jongens, werk aan de winkel. Lichaam
gevonden in het bos vlakbij Taverne De Bosrand. Ze zullen het daar in de
Dinky Toys zonder ons moeten stellen.”
Alain zag hoe Bart met tegenzin rechtstond en een lang gezicht trok. Hij zette
zich op de passagierszetel van de dienstwagen en keek strak voor zich uit.
“Gaat ge nog uw gordel aandoen of hoe zit het Holvoet?” vroeg Alain.
Bart klikte zijn gordel vast zonder Alain een blik te gunnen. Alain lachte
stiekem in zijn vuistje terwijl hij de auto startte en de blauwe zwaailichten
en sirene opzette.
In het bos een eind weg van het bospad had de brandweer een
tent opgezet, daar was wetsdokter Dirk Dejonghe bezig met een eerste
lijkschouwing op de jonge vrouw die daar door een boswachter dood werd
aangetroffen.
“Mijn God,” zei Hilde, die als eerste binnenkwam gevolgd door Alain. “Weer een
jong meisje.”
Dirk Dejonghe knikte instemmend. “En weer hetzelfde werkwijze. Vingers en tenen
afgeknipt, en duidelijk kootje per kootje, we vonden twee halve vingerkootjes
van twee verschillende vingers. Knieschijven verbrijzeld, ellenbogen en
schouders uit de kom gerukt, zo goed als alle botten gebroken, tanden
uitgetrokken en ogen uitgelepeld.”
“Wat een gruwel,” zei Hilde terwijl ze keek naar het zwaar toegetakelde lichaam
van een jonge vrouw die nauwelijks ouder dan 22 of 23 jaar kon zijn.
“Hebben we enig idee wie deze jonge vrouw was?” vroeg Alain.
“Er is nergens kleding gevonden,” zei Dokter Dejonghe. En het lijkt het lichaam
hierheen gebracht werd en hier werd achtergelaten, want er zijn nergens sporen
van een worsteling. Ze lag hier naakt met een zak over het hoofd. Tijdstip van
overlijden moet tussen twee en drie uur ’s nachts geweest zijn.
“Dan had de dader nog tijd genoeg om haar in dit verlaten bos te dumpen zonder
dat iemand in de gaten had,” zei Bart.
“Wat hij vast met de auto deed, dit bospad leidt tot de parking hier een eind
verderop.”
Alain knikte maar dan richtte hij zijn blik op iets anders. Hij bukte zich en
raapte iets op dat met plakband aan een boom was vastgemaakt. “Wel heb je
ooit,” bromde hij.
“Dezelfde afbeelding die we ook aantroffen in het tuinhuis waar Celine Verkeste
gevonden werd,” zei Hilde. “En weer zijn er enige zonden uit die lijst
onderstreept.”
“Er is zelfs iets bijgeschreven,” zei Alain. Hij probeerde het te lezen.
“Race mixer,” mompelde hij. “Kijk jij ook eens?” vroeg hij aan Hilde.
“Ja, dat staat er inderdaad,” zei ze. “Dus in de ogen van de dader was ze een
‘whore’, ‘adulteress’, ‘money hungry career pursuir’, ‘gossiper’, ‘immodest and
rebellious woman’, ‘tattoo getter’, en een ‘jewelry worshipper’. Dus een
hoer, overspelige, carrièrejaagster, roddelaarster, een onbescheiden en rebelse
vrouw en ze had in inderdaad een tatoeage. Of ze juwelen droeg valt niet uit te
maken.”
“Toch, wel,” zei Dr Dejonghe. “Ze droeg oorringen die met geweld werden
uitgetrokken.”
“Dus er is een sadist in de stad,” zei Alain. “En waarschijnlijk één van
het pseudo religieuze soort die het niet kan hebben dat vrouwen zich niet zo
gemakkelijk naar zijn grilletjes laten kneden.
Ken er nog zo eentje,” zei Alain terwijl hij Bart aankeek.
“Maar verdomme, ik denk dat ik dat meisje ken,” zei Patrick.
“Ze werkt in het weekend in Taverne De Bosrand, kom daar dikwijls als ik hier
met de kinderen in het bos ga wandelen,” zei Patrick. “Ze zijn zot van de
speeltuin naast de taverne, daar kunnen ze zich dan lekker uitleven.”
“Terwijl gij uzelf volgiet met alcohol,” reageerde Bart. “Met wat kaas en
salamiblokjes erbij zeker? Hé Patje,” zei Bart terwijl hij Patrick zijn buik
vastpakte.
Alain greep Bart vast en duwde hem de tent uit. Daar keek hij Bart streng aan.
“Luister goed vlegel, want ik waarschuw u maar één keer! Gij gaat stoppen met
op Patrick zijn kap te zitten.”
“Oh ja?” vroeg Bart uitdagend.
“Gij vindt dat blijkbaar niet erg dat ons Patje zich daar elke vrije zondag
laat vollopen met giftige alcohol en zijn lijf vol steekt met calorierijke
rotzooi zonder enige voedingswaarde.”
“Stoppen zeg ik!” herhaalde Alain.
“Chef, wij zijn flikken en wij worden geacht een team te vormen. En een team is
maar zo sterk als zijn zwakste schakel… “
“Goed,” zei Alain. “Dan ga ik naar de dienst intern toezicht en naar het Comité
P en daar eens meedelen dat rechercheur Bart Holvoet aanpapt met Mariska De
Vuyst, telg van een notoire familie van vechtersbazen en criminelen en
tevens lid van de Arische Jeugd Vlaanderen!”
“Wat weet jij daarvan?” vroeg Bart verbaasd.
“Meer dan genoeg Bartje betweter Holvoet, zei Alain.
Meer dan genoeg om uw carrière te kraken vriend. En ik ga eerlijk zijn.
Er is niet veel dat mij tegenhoudt om dat ook effectief te doen ook.”
“En wat houdt u dan wel tegen chef?” vroeg Bart die zijn rug rechtte en de
indruk probeerde te wekken dat hij niet onder de indruk was van de dreigementen
van zijn directe overste.
“Dat het niet in mijn aard ligt om iemands carrière te kraken, zelfs al is het
een eikel eerste klas,” zei Alain terwijl hij terug naar de tent liep.
Terug op het bureau werden meteen de gegevens opgezocht van
Eveline Nachtegaele en uit zo goed als alles bleek dat zij het meisje was dat
dood en gruwelijk verminkt in de bossen werd aangetroffen.
Meteen trokken Bart en Alain naar Taverne De Bosrand waar Geert Lamsschoots,
de oudste ober van het team een tafel vlak bij de bar aanwees en hen een kop
koffie aanbood.
“Eveline verdomme,” zei hij. “Ons zonneke in huis.
Zijde gulder zeker dat zij het is?” vroeg Geert terwijl hij zich ook neerzette.
“Voor 90% wel,” zei Alain. “Slachtofferhulp is nu de familie op de hoogte aan
het brengen.”
Geert zuchtte diep. “Niet te schatten gewoon,” zei hij.
“Had Eveline problemen met iemand? Vertelde ze iets over een ruzie met iemand
of zo?”
“Meneer,” zei Alain. “Met wie zou Eveline ruzie hebbe gehad? Die kwam gewoon
met iedereen overeen, en de klanten kwamen dikwijls speciaal voor eur.”
“Had ze misschien relationele problemen of zo?”
“Eveline was vrijgezel, al leek het of er wel iets moois bloeide tussen haar en
Dieudonné onze afwasser.”
“En wat is dat voor iemand die Dieudonné?” vroeg Alain.
“Hele sympathieke gast ze, komt uit Ivoorkust en hij is sinds kort hier aan de
slag. Hij werkte voordien in Restaurant De Botermand, dat restaurant dat
failliet is gegaan.”
“Dieudonné Kouyaté,” zei Bart. “Die hebben we nog ondervraagd in het
kader van het onderzoek naar die moorden die Daniel Bertheloot pleegde.
Dus die had een oogje op Eveline of wat?”
“Het was eerder omgekeerd,” zei Geert. “Sinds hij bij ons werkte was ze niet
meer uit de spoelkeuken weg te slaan. Elk vrij moment was ze daar, en maar
giechelen en maar dollen.
Ze zijn zondag samen vertrokken na de sluiting, nu ja na het gezamenlijk drink
en babbelmomentje op het terras na de sluiting. Hand in hand en het was vooral
Eveline die haar ogen niet van Dieudonné kon afhouden.”
“Dan moeten we die Dieudonné maar eens aan de tand voelen, nietwaar Chef?” zei
Bart.
Net op dat moment kwam Tine die er de bar deed de taverne binnen. Ze zag haar
collega Geert aan tafel met twee mensen waarvan ze van zeker één wist dat hij
bij de politie was. Bart natuurlijk die ze kende van de fitness, en ook de
anonieme dienstwagen die bij de taverne stond wekte haar achterdocht. Vooral
omdat ze verderop in het bos de vele politiewagens en die rode tent zag staan.
“Is er iets gebeurd?” vroeg Tine.
Geert excuseerde zich en nam Tine apart. “Nee!!!” klonk het luid door de
gelagzaal.
“Toch niet Eveline, komaan!
Toch niet Eveline!” zei Tine terwijl ze in huilen uitbarstte.
Dan wendde ze zich tot Bart en Alain.
“Diene pervert zit daarachter,” zei ze.
“Welke pervert?” vroeg Alain.
“Die haar van die vieze foto’s stuurde van zijne lul.
Soms met zijn eikel vol zaad, “Ik wou dat ik dit in je kutje kon spuiten,”
schreef hij er dan bij.
“Is het iemand die ze kent?” vroeg Bart.
“Ja, nee… Allez ja.
Ze had contact met een gast via Tinder,” zei Tine.
“Maar toen ze met hem afsprak trof ze een man aan die totaal niet voldeed aan
de beschrijvingen en foto’s die hij haar doorstuurde. Ze is gedegouteerd
weggelopen, maar hij bleef haar bestoken met privé berichtjes, mails, sms’jes.
Van het vettigste soort eerst.”
“Had hij toen ook al foto’s van zijn geslacht gedeeld?” vroeg Bart.
“Doet dat ertoe. Hij stuurde nep foto’s om haar te misleiden, en ineens stond
er een vent voor haar neus die zeker tien jaar ouder was dan zijzelf en zeker
tien kilo zwaarder dan hetgeen ze op de foto’s zag die ze doorstuurde. Hij
pakte haar vast en begon haar te betasten, maar ze kon zich losrukken en
wegraken uit zijn appartement.”
“Niet slim om naar iemands privé woning te trekken voor een eerste date,” zei
Bart.
“Nog nekeer!!! Doet dat ertoe?
Daar zijn jullie flikskes goed in hé, in victim blaming. En gij zeker.
Waar of nie? Spuiterke!”
Barts adem stokte, hij zei voor de rest van het verloop niets meer, Alain
stelde verder de vragen.
Wilde meer weten over wie die persoon was met wie Eveline Nachtegaele had
afgesproken. Tine gaf hem een vage omschrijving.
“Bon,” zei Alain terwijl hij samen met Bart de taverne uitliep. “GSM en
mailverkeer dan maar checken, spijtig dat haar gsm spoorlos is.”
“Sorry dat ik zo grof ben hé chef. Maar ik vind de moraal van die jonge meiden
van tegenwoordig echt wel beneden alle peil. Een wildvreemde opzoeken in zijn
eigen woonst om er seks mee te hebben. En dan zijn ze verwonderd…. “
“Dat praat een moord niet goed Bart. Meer nog, NIETS praat een moord
goed. Heb je dat goed gehoord Bart Holvoet. NIETS PRAAT EEN MOORD GOED!” zei
Alain terwijl de verontwaardiging in hem opborrelde, waarna hij de motor van
zijn dienstwagen startte. Zonder een woord te zeggen reed hij terug naar het
bureau.
Reacties
Een reactie posten