Pagina's

vrijdag 25 januari 2019

Familiekwesties 6



Sylvie Nuytens, de moeder van Jurgen Van Maele zat aan de keukentafel en trok nerveus aan haar sigaret.
Voor haar zaten Alain en Patrick.
Haar handen trilde terwijl ze haar sigaret in de asbak legde.
Haar ogen zaten diep in haar kassen.
"Jurgen." Stamelde ze haast onhoorbaar.
"Jongen toch.
Waar zit je."
"Ken je iemand die op die beelden te zien is?" Vroeg Alain terwijl hij de tablet wegstopte waarop hij zo even de beelden liet zien.
"Ja." Zei ze
"Die jongen die Ayse in de camionette sleurde.
Dat is de zoon van Gwijde Ryckewaert.
Hij heet Roeland.
Net zoals zijn grootvader.
Roeland Ryckewaert is al net zo'n fanatiekeling als zijn vader en grootvader.
Heeft ook al een serieus strafblad.
En dat voor een minderjarige hé.
Hij was het die vaak hier aan de deur stond.
Of op straat onze Jurgen benaderde.
Hij zat in Gent op school, want hij was al uit elke school hier in de streek buiten gevlogen.
Maar hij had wel zijn luitenantjes die bij Jurgen op school zaten.
Die hem constant lastig vielen of bedreigden.
Zie je inspecteur.
Jurgen moest niet weten van al dat nazi gedoe.
Net zoals ik.
Hij wilde gewoon lol maken, zich amuseren.
Profiteren van zijn jong leven na een week van hard studeren.
En tussendoor werken om een centje bij te verdienen.
Maar Tony gunde hem dat niet.
Hij gunde het zijn eigen zoon niet om gewoon even gelukkig te zijn.
Nee.
Tony wilde dat Jurgen net als hijzelf leefde voor dat stomme nazi gedoe.
Die onnozel 'strijd om het voortbestaan van het blanke ras'.
Ik heb het Tony al zo dikwijls gevraagd.
Besefte gij wel wat dat ge hier staat te lullen?
Ja.
Dan werd ie kwaad hé.
Begon ie te schelden.
Schreeuwde hij dat ik een hedonistisch loeder was.
En een slechte moeder voor zijn zoon.
Niet onze zoon hé.
ZIJN ZOON!"

Sylvie huilde.
Haar handen in haar doffe blonde haren.
Ze schudde met haar hoofd, haar grote dunne ronde oorbellen slingerden heen en weer.
"Tony woonde in onze straat.
Stekezot was ie van mij.
Maar ik moest van hem niet weten.
Want het was ne skinhead.
't Meeloperke van Gwijde Ryckewaert.
Als ge Gwijde zag lopen, dan zag je den Tony.
Die gelijk een hondje achter zijn gat liep.
Altijd met die belachelijke soldatepas.
Toen viseerden ze Joao Devilder.
Een jongen uit de buurt.
Nele de zus van Gwijde was verliefd op hem.
En hij op haar.
Ze waren stapelzot van mekander.
Gwijde en zijn broers wilden hem een lesje leren.
Want ze vonden dat hij 'met zijn zwarte poten van Nele moest blijven'.
Ze schakelden enkele gasten in die Joao moesten ontvoeren en naar de oude kazerne brengen.
Tony was erbij.
Hij reed.
Twee andere meeloperkes sleurden Joao in de auto en brachten hem naar de leegstaande kazerne waar zich nu een duur appartementencomplex bevindt.
Daar hebben ze hem dronken gevoerd en vanuit het tweede verdiep naar beneden geduwd.
Maar ze werden gepakt.
Tony ook.
Maar die kreeg maar een voorwaardelijke straf omdat hij de hele tijd in de auto bleef.
Gwijde moest wel brommen.
Hij kreeg 20 jaar.
Kwam na twaalf jaar al vrij.
Eens weg van de invloedssfeer van Gwijde en zijn criminele broertjes veranderde Tony.
Hij vond werk.
Kreeg een heel nieuwe vriendenkring.
Liet zijn haar groeien, kleedde zich heel anders.
Ineens mocht ik hem wel.
Meer nog.
Tony en ik werden een koppel.
Godverdomme, had ik toen geweten wat ik nu weet.
Maar soit.
We trouwden.
Er kwam een zoontje, Jurgen.
Tony was trots op zijn zoon.
Ging met hem voetballen, vissen, leerde hem gitaar spelen.
Na het werk ging Tony al eens een pint pakken.
Bleef dan meer dan eens plakken.
Ik ergerde me daaraan.
Had ik toen geweten dat er ergere dingen zijn die een man zijn gezin kan aandoen dan na het werk in 't café blijven plakken en met een stuk in zijn gilet thuiskomen.
Soit.
Op een keer.
Ik zat 's avonds TV te kijken, er vanuit gaande dat ik hem voor drie uur 's nachts niet meer hoefde te verwachten.
Ineens hoorde ik hem.
Hij lachte.
Hij had plezier.
En al voldoende pinten op.
Hij was niet alleen.
Hij kwam binnen.
In het gezelschap van Gwijde.
Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken.
Hij stelde zich aan mij voor.
"Gwijde dit is nu mijn vrouwke se.
Blond en blauwe ogen, wat wil een Arische man nog meer nietwaar?"
Gwijde bekeek me.
Hij bekeek met zoals een veekoper een rund of een paard bekeek.
Zo zij hij.
"Ge gaat die toch nog een paar keer zwanger maken, toch?
Ons ras verder zetten."
Man.
Ik dacht dat ik het kreeg.
Ik zei direct tegen Tony, "ge kunt kiezen. Dat nazigespuis buiten of ik buiten!"
Toe zei hij "ga naar uw kamer, ik heb hier nog het één en ander met Gwijde te bespreken."
Toen werd het me teveel.
Ben naar boven gegaan, smeet mezelf op bed.
En heb gehuild uren aan een stuk."

Van die dag inspecteur.
Veranderde het leven in een hel.
Niet alleen voor mij.
Maar nog meer voor Jurgen.
Tony nam onze jongen mee.
Naar allerhande bijeenkomsten.
Waar hij moest leren marcheren.
Leren vechten.
Samen met andere jongens, leeftijdsgenootjes.
Jurgen is een gevoelige jongen.
Die ruzie en conflict haat.
En die moeilijk om kan met gezag om het gezag.
Zijn hart kromp al ineen toen hij naar het zesde leerjaar moest.
Bij de strengste meester van de school.
En nog meer toen hij naar het secundair moest.
En hij daar de klastitularis van het eerste jaar zag lopen.
Autoritair met zijn handen in zijn zakken.
Daar had hij al slapeloze nachten van.
Wat moest er dan door zijn hoofd zijn gegaan.
Toen hij in zo'n kamp onder het gezag stond van een ronduit machtsgeile extreem rechtse fanatiekeling.
In de week zat hij op school.
Bij zijn klasgenootjes.
Daar voelde hij zich goed.
Maar toen het weekend naderde zag ik zijn gedrag veranderen.
At weinig.
Sliep amper.
Zat vaak op het WC.
Werd opstandig."

Sylvie huilde.
"Uiteindelijk ben ik weg gegaan van Tony.
Voor Jurgen.
Voor mezelf ook ja.
Want ik was zijn tirannieke gedrag meer dan zat.
En nee, geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht om me door hem te laten bezwangeren.
Hey, ik ben geen kweekfabriek hé zeg.
Jurgen bloeide open.
Ik stuurde hem naar de Chiro.
En naar workshops in het jeugdhuis.
Hij kon dankzij bemiddeling van een goede kennis van me, de Lou Selleslaghs aan de slag in een superette in de buurt.
Rekken aanvullen, voorraden bijhouden, dat soort dingen.
Hij verdiende zijn eigen geld.
Kon zijn eigen droom waarmaken.
Een eigen gitaar kopen.
Toen hij achttien was ging hij in het weekend werken in de Dinky Toys in de stationsbuurt.
Daar verdiende hij schoon geld.
Kwam hij onder de mensen.
Onder normale mensen.
In plaats van halve gare fanatiekelingen.
Jurgen had dromen Inspecteur
Plannen.
Hij studeerde ijverig.
Werkte hard.
Maar Tony bleef proberen om zijn zoon voor zich te winnen en in te lijven bij dat macabere groepje.
'Arische Jeugd Vlaanderen'.
Wat een mop.
Hij kreeg het gedaan dat Jurgen één weekend op de twee bij zijn vader moest verblijven.
Weer begon de hel.
Maar Jurgen begon te rebelleren.
Probeerde onder die afspraken uit te komen.
Maar dat moest hij bekopen hé.
Werd op straat voor de ogen van zijn vrienden uitgescholden en vernederd.
Wat Lou probeerde te verhinderen.
Wenend kwam Jurgen thuis.
Toen ging ik tegen die afspraak in.
En ik won.
Maar dacht je dat het daarmee voorbij was.
Nenee.
Ditmaal kwamen Gwijde en zijn criminele zoontje Roeland in actie.
Of tenminste, ze stuurden hun luitenantjes op Jurgen af.
Die hem bedreigden.
En zelfs meermaals in elkaar sloegen."

Minutenlang bleef Sylvie voor zich uit staren.
Jurgen ging studeren in Gent.
Ook daar was hij niet veilig.
Maar gelukkig maakte hij ook daar veel vrienden.
Die hem beschermden en voor hem opkwamen.
Nieuwe vrienden, nieuwe omgeving.
Maar toch bleef hij zijn vrienden hier in de stad trouw.
Zo is Jurgen.
Tot mijn grote vreugde.
Tot mijn grote vreugde is hij geen hersenloze meeloper zoals zijn vader.
Maar een jongen met een sterke persoonlijkheid die weet wat hij wil in het leven.
Een jongen met mooie waarden ook.
Paar weken terug kwam hij thuis.
Met een meisje.
Ayse.
Dochter van de uitbater van Pitta Mehmet, de drukbezochte pittabar bij het station.
Ik zag het geluk in Jurgen zijn ogen.
Toen hij haar aankeek.
De glimlach op haar lippen.
Ik voelde dat de band tussen hen sterk was.
Dat voelde ik gewoon.
Ik wist.
Die twee zijn niet te scheiden.
Ze studeerde net als Jurgen in Gent, en daar zagen ze elkaar vaak.
Ayse kwam hier regelmatig over de vloer.
En bleef dan ook eten.
Waarna we dan samen de afwas deden met zijn drieën.
En gezelschapsspelletjes speelden.
Ayse...
Meisje toch." zei Sylvie terwijl ze huilend het hoofd boog.
"Ze vertelde dat haar vader niet meteen opgezet was met hun relatie.
Omdat het in de Turkse gemeenschap niet kon dat je een relatie had met een ongelovige.
En zeker niet als meisje.
Haar vader was naar haar zeggen niet tegen de relatie.
Maar de praat van de mensen baarde hem grote zorgen.
Daarom zou ze voor een poosje naar Turkije gaan.
Dat deed Jurgen pijn ja.
Maar hij besefte dat dit het beste was.
Maar ja.
Blijkbaar was Ayse ook een rebel.
Een vechterke.
Ze had er blijkbaar geen idee van dat de tegenstand van de kant van Jurgens vader sterker was dan die van haar eigen familie en gemeenschap.
Op een keer kwam Jurgen thuis.
Helemaal onder het bloed.
Enkele skinheads - knechtjes van de familie Ryckewaert - stonden Jurgen op te wachten bij het station.
Sloegen hem in elkaar.
Noemden hem 'rassenverrader'.
'Turkenneuker'.
En meer van dat fraais.
Niet lang daarna.
Een steen door de ruit.
Op een dag stond Tony mij op te wachten toen ik van mijn werk kwam.
"Ge kunt ervoor zorgen dat uw zoon een eind maakt aan zijn relatie met die Turkse hoer."
Hoor je.
Toen was het ineens 'uw zoon'.
Niet 'mijn zoon'.
Want hij had in zijn ogen 'zijn ras verraden'.
En hij voegde eraan toe dat dit niet zonder gevolgen zou blijven.
Ik denk dat we nu weten wat hij daarmee bedoelde.
Dan werd het stil.
Sylvie boog gelaten het hoofd.
Tranen rolden over haar wangen.
"Sylvie." Zei Alain.
"Hebt ge een idee.
Bij wie uw zoon zou kunnen schuilen.
Vrienden.
Bij wie hij een onderkomen zou kunnen vinden.
Ge zei toch dat hij veel vrienden maakte in Gent.
En ook hier."
"Het spijt me.
Ik zou het echt niet kunnen zeggen.
Anders wist ik het u wel te vertellen.
Inspecteur.
Ik maak me zorgen.
Ik ben zo bang Inspecteur.
Ik ben zo bang dat... IK MIJN JONGEN VOORGOED KWIJT BEN!"

Een half uur later arriveerden Alain en Patrick op het bureau.
"Koffie!" Zei hij.
"Heet en straf!"
Hij nam een slok koffie en zuchtte diep.
"Godverdomme, godverdomme, godverdomme!
Het kruipt in mijn kleren dat het niet meer schoon is.
De zoveelste zaak waarbij jonge mensen betrokken zijn.
Slachtoffer zijn."
Dan kwam Sarah binnen.
Ze keek Alain in de ogen.
"Gaat het Alain." Zei ze.
Hij nam haar hand vast.
"Nee meiske." Zei Alain hoofdschuddend.
"Ik zeg het net.
Het kruipt in mijn kleren.
Ik denk altijd maar aan die jonge mensen.
Ayse.
Amper negentien jaar.
Gewoon neergeknald en als een hond gedumpt in die oude loods.
En Jurgen.
Waar zou hij toch zitten?
Ik ben op van de zenuwen Sarah.
Echt op van de zenuwen.
Ik heb sedert die receptie gisterenavond geen sigaret meer gerookt.
De nicotinekauwgom komt me de strot uit.
Die stomme nicotinepleisters lossen om de haverklap en helpen geen kloten!
En net nu de zoveelste zaak met een jong slachtoffer.
Twee misschien."
"Misschien moet ge er eens uit." Zei Sarah.
"Paar weken verlof nemen.
Eens tot uzelf komen.
Uw lichaam wat rust gunnen."
"En intussen heeft Bartje Holvoet het kot vrij om hier de boel naar zijn hand te zetten.
Zou hij wel willen, het streberke.
Nenenee... Over mijn lijk.
Hoor je me Sarah Van Beiren.
OVER MIJN LIJK!
En ja, dat mag je hem gerust zeggen.
Het heeft me verdomme bloed, zweet en tranen gekost om van deze dienst een goed draaiend recherche team te maken.
Met als resultaat dat het aantal opgeloste misdrijven in onze zone de hoogste is van de hele provincie.
En dan ga ik dat allemaal laten teniet doen door zo'n omhooggevallen kereltje dat denkt dat ie de waarheid in pacht heeft.
Ik dacht het niet!
Waar is ie trouwens? Ons betweterke."
"Bart is broodjes gaan halen.
Ook ééntje hebben, dan stuur ik wel een sms'je. Hij staat vast in de rij, het is superdruk nu."
"Nee merci." Zei Alain.
"Ik heb geen honger.
Die klote nicotinekauwgom geeft me toch maar een rare smaak in mijn mond.
Niets smaakt nog zoals het zou moeten smaken.
Zelfs mijn koffie niet.
A propos, iets van belang gehoord daar in de Dinky Toys?" Vroeg Alain ineens.
"Ja." Zei Sarah.
"Wou het er nog over hebben als iedereen er is.
Willem, de cafébaas en Lou Selleslaghs een vaste stamgast en tevens een goede vriend van me menen te weten bij wie Jurgen zich wel eens zou kunnen ophouden."
"Vertel het me nu maar." Zei Alain.
"Ze hadden het over ene Joost Verastenhoven.
Beetje een zonderling figuur die in een chalet ergens in de Ardennen woont, en..."
Alain keek op.
"Godverdomme." Zei hij.
"Hoorde ik dat goed?
JOOST VERASTENHOVEN?"
"Ja." Zei Sarah.
"Ken je die soms?"
"En of ik hem ken.
Godverdomme.
De Joost begot.
We zaten samen in het college.
En later in het leger.
In Soest.
Hij is even oud als ik.
We hadden veel gemeen.
Onze jeugd.
Hij was de zoon van een Vlaams SS'er.
Ik de kleinzoon van een notoir collaborateur.
Waar ik mijn hele leven om werd gepest.
Hij ook.
Hij werd verstoten door zijn eigen vader.
Ik werd in een pleeggezin geplaatst."
Alain keek voor zich uit.
"Gaat het?" Vroeg Sarah na een poosje.
"Euh ja... "Zei Alain.
"Mijn besluit staat vast.
MORGEN GA IK DIE JOOST VERASTENHOVEN OPZOEKEN!"






Geen opmerkingen:

Een reactie posten