Pagina's

zondag 12 april 2020

Bloggen in tijden van corona deel 19: Speciaal voor mijn vele lezers (2)





Het vervolg van mijn kortverhaal.

Beter dan waardering!

Jana lag in het ziekenhuis.

Verslagen staarde ze naar het plafond.
Verslagen door corona.
Ze werd aan en infuus gelegd, die zorgde ervoor dat de pijn die haar lichaam teisterde milder werd.
Maar ze bleef hoesten en ook de kortademigheid bleef.
En putte haar uit.
Iemand betrad de kamer waar ze lag.
Helemaal ingepakt een scherm voor het gezicht.
"Dag Jana, gaat het een beetje meisje?" hoorde ze een jong klinkende mannenstem zeggen.
De jongeman keek haar recht in de ogen.
Jana zag... Voelde.
Dat de jonge verpleger in het pak met haar meeleefde.
"Ik ben bang... " Stamelde Jana met haperende stem.
"Bang... Om te... Sterven."
"We zullen er alles aan doen om dat te voorkomen Jana," zei de jongeman.
Hij nam haar koorts, voelde haar pols en noteerde alles op het blad.
Dan keek hij haar opnieuw aan.
Nam haar handen vast, zijn blauwe plastieken handschoenen voelde koud aan.
Maar hij kneep stevig in haar hand terwijl hij haar bleef aankijken.
Hij keek recht in haar ziel.
"Je moet vechten Jana," zei hij.
"Er zijn mensen die u graag zien.
Rosita.
Inge, de hoofdverpleegster.
Je ouders.
En ik."
"Wie ben je?" vroeg Jana.
Hij nam haar hand met beide handen vast.
"Ssssjt...
Spaar je krachten Jana.
Je moet vooral rusten nu.
De dokter komt zo bij je."

Jana ging door een diep dal.
Ze lag in afzondering.
Ademen werd alsmaar lastiger, zodanig dat ze zelfs beademd moest worden.
Waarvoor ze eerst moet worden verdooft.
Dat maakte haar bang.
De jonge verpleger stond naast haar.
"Ik wil dit niet," prevelde ze zachtjes.
"Rustig maar." zei de verpleger.
"Als ik niet meer wakker wordt.
Zeg aan mijn ouders dat ik hen graag zag.
Ondanks alles.
En aan iedereen die ik... Liefhad."
De jonge verpleger keek Jana aan.
"Jij komt hierdoor Jana.
Dat beloof ik je... Muisje."
Toen het verdovende middel werd toegediend begon het Jana te dagen.
'Muisje'.
"Nee... Dat kan toch niet." dacht ze.
"Of toch."
Jana verzonk in een diepe slaap.
Met een glimlach op haar lippen.

De jonge verpleger ontdeed zich van zijn beschermende pak en waste grondig zijn handen.
"Jij hebt te doen met dat meisje hé," zei Dr Adriaensens het diensthoofd van de dienst Intensieve Zorgen.
"Ik hoop echt dat ze het haalt dokter," zei de jonge verpleger.
"Fuck, het zou echt oneerlijk zijn moest Jana op zo'n ellendige manier aan haar einde komen.
Na alles wat die heeft doorstaan."
Dr Adriaensens zweeg en keek de jonge verpleger Michiel Stalpaert met een diepe vaderlijke blik aan.
"Je kent haar?" vroeg hij.
Michiel knikte.
"Zat bij haar in klas," zei Michiel.
"Ik werd gepest.
Hoorde er niet bij.
Even had ik het gevoel dat ik niet gewenst was.
Alleen Jana zag naar me om.
Ik was stiekem verliefd op haar ja.
Durfde het haar nooit vertellen of zelfs maar kenbaar te maken.
Maar hoe vaak ik al over haar heb gefantaseerd.
Dan twee jaar terug, ik liep stage.
En wie werkte er daar op mijn stageplaats?
Jana.
Zij liep met me mee.
Maakte me wegwijs.
Maar dan was er die onverwachte overname.
Ik moest op zoek naar een andere stageplaats en Jana vloeide af.
Ik zag haar nooit meer weer.
Maar ik had intussen wel haar verhaal gehoord.
We hebben veel gebabbeld, Jana en ik.
Je voelde echt, die meid deed zoveel voor anderen.
Had een hart voor de bewoners.
Meer dan andere zorgkundigen.
Die profiteerden van haar.
Echt niet normaal.
Jana leek het niet te raken, ze werkte maar door.
Onvermoeibaar.
Ze was er voor 'haar bewoners'."

Dr Adriaensens hoorde het verhaal van Michiel.
"Ja jongen. De zorg is een harde stiel.
Weinig waardering.
Matige verloning.
Vaak ben je weinig meer dan meid voor alle werk.
Ik heb er altijd al een punt van gemaakt om iedereen die voor mij of op mijn dienst werkt te waarderen.
Van poetshulp tot assistent.
Dat zou gewoon de standaard redenering moeten zijn.
Ik zal ervoor zorgen dat je er zoveel mogelijk kan zijn voor Jana." zei Dr Adriaensens.
En de dokter hield woord.
En Jana... 
Die werd snel beter.
Beademing was na enkele dagen niet meer nodig.
Michiel kwam bij haar bed en nam haar temperatuur op.
En onderwierp haar aan een vluchtig onderzoek.
"Dag Michiel," zei Jana.
Ze glimlachte.
Haar ogen straalden.
Michiel zette zich op de rand van het bed.
"Dag Jana.
Voel je je al wat beter?"
Jana knikte.
"Dank je," zei ze.
"Dank je dat je er was.
Dat ik dankzij u niet eenzaam was."
Ze voelde hoe hij haar hand vastnam.
Draaide haar hoofd en lachte haar tanden bloot.

"Ik was bang Michiel," zei Jana.
"Ik was bang om te sterven.
Om eenzaam te sterven.
Zoals zoveel van de bewoners bij ons in het woonzorgcentrum.
Gescheiden van hun familie.
De enigen die bij hen komen lopen erbij zoals jij.
Helemaal ingepakt in beschermende kledij.
Alles steriel.
Zo steriel."
Jana slikte.
"Die mensen verdienden dat niet Michiel.
Om zo te sterven.
Eenzaam.
Door iedereen verlaten."
Michiel hapte naar adem.
"Zeg het dan," zei hij tegen zichzelf.
Maar hij kreeg de woorden niet over zijn lippen.
Hij wilde opstaan.
"Nee.
Ga nog niet weg Michiel," zei Jana.
"Ik heb je zo graag bij me."
"Noem me nog eens 'Muisje'.
Zoals toen ik verdoofd werd.
Weet je.
Het werd toen zo warm in mijn hart Michiel.
Zo warm."
Michiel keek Jana recht in de ogen.
"Muisje," zei hij zacht.
"Klein muisje."

Een week later.
Jana lag in een gewone kamer.
Op een andere afdeling.
Werd snel beter.
De dokter die haar behandelde had goed nieuws.
"Morgen mag je naar huis.
Maar je zal thuis nog verder moeten herstellen.
Werken zal er de komende twee weken nog niet inzitten.
Jana was opgelucht.
Maar ook bang.
Hoe moest het nu verder.
Ze woonde alleen.
Kon op niemand rekenen.
Haar ouders hadden al een zekere leeftijd en ze had liever niet dat ze haar zouden opzoeken.
Dan kwam Michiel de kamer in.
"Hey Jana." zei hij.
"Ik heb vrijaf gekregen voor morgen.
Dan breng ik je naar huis en help ik je waar ik maar kan."
Jana keek Michiel aan.
"Merci," zei ze.
Ze wenkte naar hem, gebaarde dat hij bij haar op bed moest zitten.
Nam zijn hand vast.
Voor het eerst zonder koude handschoenen.
"Bedankt om er voor je te zijn lieverd...
Ik hou van je."
"Ik ook van u Muisje," zei Michiel.
"Ge moogt me kussen ze," zei Jana.
"Het gevaar is nu toch geweken."
Michiel kreeg een kleur.
Aarzelde.
Maar dan drukte hij toch zijn lippen op die van Jana.
Die haar ogen sloot en haar armen rond zijn lichaam sloeg.
"Dit is zo mooi," zei ze met een lichte snik in haar stem.
"Zoveel BETER DAN WAARDERING!!"




Geen opmerkingen:

Een reactie posten