Pagina's

vrijdag 22 november 2019

Overdosis 3



Een vervallen pand.
Midden in de stad.
Ooit was het een pakhuis waar levensmiddelen werden opgeslagen.
Koffie, thee, suiker, rijst, bloem.
Nu stond het leeg.
Infeite al vele jaren.
Een stadskanker.
Geliefd doelwit voor vandalen, graffitispuiters en krakers.
Tot groot ergernis van de buren.
Die de overlast meer dan beu zijn.
Zich groepeerden in een buurtcomité en bij het stadsbestuur er keer op keer op aandrongen om nu eindelijk iets te doen aan deze situatie.
Maar eindelijk...
Eindelijk leek er een kentering te komen in de situatie.
Een bouwpromotor had het pand aangekocht.
Om de boel plat te gooien en er appartementsgebouwen neer te poten.
Een auto stopte voor het pand.
Twee mannen stapten uit.
Jonge mannen, strak in het maatpak.
De grootste van de twee droeg een dure zonnebril, haar netjes achterovergekamd, gel in het haar.
"Zo," zei hij. "Dit is dus het bewust pand."
"Yep," zei de andere man bevestigend.
"Voor een prikje kunnen kopen.
Het afhandelen van de procedure voor de bouwvergunning zal niet veel om het lijf hebben. De buurtbewoners zijn immers blij dat deze regelrechte stadskanker eindelijk wordt aangepakt."
"Kan ik wel inkomen ja," zei de grootste met een hoorbaar Nederlands accent.
"Sjongejonge wat een vieze boel zeg.
Graffiti, overal troep, geur van urine.
Moet niet 'raaie' welk tuig hier samentroept zo tussen licht en donker."
Ze liepen het pand in.
De grootste had een zaklamp bij.
"Hey kijk, er ligt hier nog iemand."
"Waar?" vroeg de andere die kleiner van stuk was en ietsje ouder.
"Daar! Tegen die muur.
Een junk, zijn spuit ligt nog naast hem.
Ik wed er mijn hoofd om dat die gozer helemaal van de wereld is."
De Nederlander liep er naartoe.
"Hey mafketel, wakker worden," zei hij terwijl hij met zijn voet op de jongen zijn arm duwde.
"Hallo teringjunk! Hoor je me niet of zo?
Wakker worden en opzouten.
Ga elders je roes uitslapen, rotjoch."
Weer gaf hij de jongen een stamp, ditmaal een stuk harder.
Het lichaam schoof opzij, dan zagen beide mannen zijn opengesperde ogen.
"Teringcolére," zuchtte de Nederlander.
"Die mafketel heeft zichzelf een fucking overdosis gespoten. Wat moeten we nou... ?"

De politie werd verwittigd en meteen kwamen de rechercheurs ter plaatse.
Stonden rond een wit laken waaronder een lichaam lag.
"Schrik niet," zei één van de inspecteurs van de interventieploeg die als eerste er plaatse was.
"Want het slachtoffer was niet de eerste de beste."
Het laken werd weggetrokken en de rechercheurs herkenden het slachtoffer vrijwel onmiddellijk.
Yoshi Dobbelaere.
Zoon van burgemeester Erwin Dobbelaere.
"Ja, dit moest er een keer van komen nietwaar?" reageerde Bart cynisch.
"Het verwende loserke heeft zichzelf een overdosis gespoten.
Alles in zijn compleet mislukte leven was de schuld van een ander.
Van zijn vader die alles voor hem deed, maar die van de ergst denkbare dingen werd beschuldigd.
En natuurlijk van de maatschappij.
Maar niets van al zijn problemen was zijn eigen schuld.
En het lag natuurlijk niet aan zijn karakter.
Of beter... het gebrek eraan."
"Bart, sorry hé.
Maar nu zijt ge aan het zeveren!!" zei Patrick.
"Maar echt aan het zeveren.
Yoshi had zeer zware psychische problemen, dat weet ge toch?"
"Patrick toch," reageerde Bart.
"Yoshi was een karakterloze junk.
Punt andere lijn!"
"Die jongen worstelde met zichzelf." Zei Patrick.
Had je eergisteren naar 'Diepe Gesprekken' geluisterd op Radio Express dan had je dat geweten."
"Ik heb het gehoord ja, en zijn stem meteen herkend.
Hij moest even zijn hart luchten in dat sentimentele radioprogramma nietwaar?
Heb meteen terug afgezet," voegde Bart eraan toe.
"Ik heb wel andere dingen te doen dan naar die onzin te luisteren op dat ondermaatse radiostation.
Dat mensen met zoiets hun tijd kunnen verliezen. Kijk hé, dat snap ik dus totaal niet.
Maar sporten? Aan hun conditie werken, een gezonde maaltijd klaarmaken met verse ingrediënten.
Geen tijd voor meneer.
Dit bewijst wat ik al jaren zeg.
Niet weten waar hun prioriteiten liggen."
"Bart, nu is het genoeg!" kwam Hilde tussenbeide.
"Concentreer je op je werk wil je?"
"Alsof dat belang heeft," zei Bart.
"Dood door overdosis, zaak gesloten, lichaam kan overgedragen worden aan de familie."
"Ik denk het niet," zei Hilde.
"Bereid je zelfs maar voor op lange dagen en nachten, want er zal er vast  aandrongen  worden op veel bijkomende onderzoeksdaden.
Om echt alles uit te sluiten.
Vergeet niet dat onze burgemeester zeer machtige vrienden, maar ook vijanden heeft.
En dat Yoshi omging met lui die zijn vader niet altijd even goed gezind waren."
"Die lui wil ik wel op de rooster leggen," zei Bart.
"Vooral dan die linkse anti-ondernemer en anti-welvaart kliek die Erwin Dobbelaere steeds op de hielen zaten.
Maar ik denk niet dat het veel zal uithalen.
Dit was een overdosis, moet je daar nu nog aan twijfelen?
Nee toch."
"Neem zijn gsm en doorzoek die," beval Hilde.
"Denk dat dat beter zal zijn dan de wijsneus uit te hangen, denk je ook niet Bart Holvoet?"
Bart zweeg en deed wat Hilde  hem opdroeg.

Intussen kwam wetsdokter Dirk Dejonghe erbij.
Die onderzocht meteen het lichaam.
"Hier is meer aan de hand," zei hij.
"Ik zal die spuit die bij het lichaam lag eens goed onderzoeken," zei hij terwijl hij een bloedstaal nam.
"Geen sporen van braaksel?" vroeg hij ineens? "Op de grond of zo?"
"Alleen op zijn sweater," zei Sarah. Maar niet op de grond lag er niets.
En elders in deze ruimte ook niet."
"Deze ruimte is niet het 'plaats delict'," zei Dirk meteen.
"Yoshi's lichaam werd hierheen gebracht.
Hierover is geen twijfel mogelijk.
En ik weet nu al dat ik met ongeduld zal wachten op de resultaten van de bloedstalen en van de sporen uit deze spuit."
"Denk je soms in een bepaalde richting?" vroeg Hilde.
"Ja," zei Dirk.
"Als ik die symptomen zie, zelfs op het eerste gezicht.
Dan denk ik niet aan een overdosis.
En al zeker geen overdosis heroïne.
Ik heb genoeg dode en levende junks onderzocht tijdens mij carrière.
Ik herken een heroïnejunk van kilometers afstand, dat kan ik je wel vertellen."
"Kom nu," zei Bart.
"Als dat geen heroïnejunk was, wat was het dan wel.
De spuit lag nog naast hem.
Alsof er nog meer twijfel moet zijn."
"Tsss... wijsneusje toch." sneerde Dirk.
"Die spuit zegt niets
Maar dan ook helemaal niets.
Wat er inzat dat wil ik weten.
Heroïne ja.
Onder andere."
"Dan was ie zo stom onnozel om zijn stuff bij een onbetrouwbare dealer te kopen.
Ik ken dat wel hoor.
Mengen hun stuff met allerhande rotzooi.
Junk sterft, einde verhaal!
Moeten ze verdomme toch zelf weten zeker!"
Dirk wendde zich tot Hilde.
"Ik vraag me echt en oprecht af wat dat kereltje bij de recherche doet Hilde?
Je kan toch niet zeggen dat ie ernstig met zijn vak bezig is hé."
"Bescherming van hogerhand," fluisterde Hilde.
"Maar ik weet dat hij beter goed op zijn tellen past.
Alleen...
HIJ WEET HET NOG NIET!
Maar lang zal dat niet meer duren."
Het sporenonderzoek verliep verder.
Sarah nam stalen en notities.
Alsook foto's.
In volle ernst zoals altijd.
"Sporen van opgewaaid stof," zei ze.
"Hij werd naar binnen gedragen en hier neergegooid alsof het een hond was.
En kijk!
Zie je dat bloed dat uit Yoshi's arm druipt," zei Sarah.
"Zo zwart.
Dat is echt niet normaal, zeker niet voor een overdosis."
Dr Dejonghe knikte instemmend en stak zijn duim omhoog.
"Zeer goed opgemerkt Sarah.
Toch iemand die nadenkt in dit team," zei Dirk Dejonghe terwijl hij gemoedelijk naar Sarah knikte.
Hij heeft haar altijd al gemogen.
"Laat die meid niet schieten," zei hij ooit tegen Alain Donck.
Want goeie forensische onderzoekers blijven zelden lang bij de recherche en dat is spijtig."
Na het onderzoek door Dirk Dejonghe werd het lichaam geborgen.
"Bon, we kunnen hier wel opkrassen," zei Hilde.
"We hebben nog werk zat op het bureau."

Bart en Sarah stonden bij de ingang van het politiebureau.
"Kom je nog Bart?" vroeg Sarah.
"We hebben nog veel te doen hoor."
Bart bleef staan.
Patrick liep de trap op met een blikje Cola in de hand.
Bart pakte het af.
"Gij zijt toch echt wel hardleers hé kameraad!" zei hij terwijl hij Patrick scherp  aankeek.
Hij liep naar buiten en goot het blik Cola leeg.
"Wanneer gaat ge nu eindelijk kappen met uw slechte gewoonten Patrick Muyshond?" vroeg Bart terwijl hij het blik met zijn vuist plooide tot bijna een balletje.
Hij keek Patrick met een strakke blik aan.
Grijnzend.
"Ik ga mezelf nog eens herhalen.
Tot in den treure toe als het moet.
Ge zijt flik.
Vergeet dat niet... "
"Godverdomse kloothommel!" riep Patrick.
"Ik heb het echt gehad met u hé gast!
Maar dan echt zwaar gehad met u!
ONNOZELE PALJAS!!!"
Hilde kwam tussenbeide.
"Bart Holvoet! Naar mijn bureau," beval ze.
"Nu onmiddellijk!"
Bart mikte het geplooide blikje in de vuilnisbak en volgde Hilde naar haar bureau.
Sarah keek Patrick met een warme blik aan.
"Hilde zal hem wel eens goed aanpakken," zei ze.
"Moet ik een kopje koffie voor u inschenken."
"Da's lief van je Sarah," zei Patrick die altijd al erg gesteld was op de zachtmoedige Sarah.
Hilde gooide de deur van haar kantoor dicht en ging achter haar bureau zitten.
"Kijk Bart, ik zal klaar en duidelijk zijn.
Nog één zo'n actie als daarstraks.
En ge moogt het hier direct afbollen.
Heb je me gehoord Bart.
AF-BOL-LEN!
Ik heb het meer dan gehad met jouw pedante, arrogante en vooral ronduit onvolwassen houding tegenover je collega's.
Alsook met die eeuwige betweterigheid van je.
Ge komt nog maar net van de politieschool en je doet alsof ge het al allemaal weet, allemaal kent en dat jij diegene bent die het hier eens allemaal gaat veranderen.
Terwijl dat je verdomme nog NIETS BEWEZEN HEBT!"
Hilde leunde met haar beide handen op haar bureau.
Keek Bart recht in de ogen.
"Jij zou verdomme heel dankbaar en nederig moeten zijn.
Dankbaar omdat je hier überhaupt als rechercheur moogt werken.
En vooral heel nederig voor de tweede kans die je gekregen hebt na alles wat je in het verleden hebt uitgespookt.
Het feit dat je hier in dit korps werd toegelaten maakt het voor mij duidelijk dat noch commissaris Van Marcke, noch de korpschef op de hoogte zijn van jouw toch wel heel onfrisse verleden.
Dat jouw beschermheer  wiens naam ik hier niet ga noemen niet alleen gebruik maakt van zijn macht en invloed.
Maar dat hij ook niet vies is van wat leugens, bedrog en manipulatie.
Maar dat verbaast mij al lang niet meer.
Ik zal jouw eens wat vertellen Bart Holvoet.
Alleen aan het feit dat hij niet protesteerde, niet in een vlaag van woede naar de commissaris zijn bureau liep weet ik.
Dat Alain Donck ook niet op de hoogte is.
Maar ik beste Bart.
Ik ben wel op de hoogte.
Ik ben zelfs zeer goed op de hoogte van jou onfrisse verleden en je duistere zeg maar gerust onmenselijke sympathieën!
En weet je.
Als Alain Donck hiervan op de hoogte is.
Als hij echt op de hoogte is van hetgeen jij allemaal hebt uitgestoken.
Mag je je spullen pakken de dag dat hij terug aan de slag gaat.
Dat jongen.
GEEF IK JE OP EEN BRIEFJE!
En ik ben echt op zoek naar een goede reden om het niet tegen Alain Donck te zeggen.
Want laat me eerlijk zijn Bart.
Ik moet je niet.
Al van dag één vond ik jou een pedante etter met een veel te grote bek voor zijn leeftijd.
Zelfs mijn eigen zoon die even oud is als jij kan nog altijd een draai rond zijn oren krijgen als hij dergelijke praat uitslaat zoals jij de hele dag doet.
Echt wel."
Bart verbleekte.
Het zweet stond in zijn schoenen.
"Ik geef je één kans Bart.
Eén kans om je te herpakken.
Niet dat ik erin geloof.
Want in mijn ogen ben jij een onopgevoede pedante etter.
Maar je kan nog altijd het tegendeel bewijzen.
Ik zou zeggen... DOE MAAR EEN POGING!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten