Pagina's

vrijdag 8 november 2019

Verdachte brouwsels 4



Sheila lag in het ziekenhuis.
Met een gebroken arm, verstuikte enkel, gekneusde ribben en een lichte hersenschudding.
Ze lag languit in bed met haar hoofd in het verband en arm in het gips.
"Hier liggen kik nu schone," zei ze terwijl ze op haar lip beet.
"Allez ja verdomme, hoe moet het nu verder?" Vroeg ze zich af.
De renovatie van mijn huis, het opstarten van mijn detectivebureau."
Lou zat naast haar op een stoel en streelde de rug van haar hand.
"Denk daar efkes niet aan meiske.
Het is belangrijk nu dat ge rust, ge hebt ne serieuze slag gehad weet ge wel.
Voor 't zelfde geld waart ge d'er misschien niet meer."
Dan draaide hij zijn hoofd weg, sidderde over heel zijn lichaam.
"Godverdomme," zei hij.
"Ghoat het moatje?" vroeg Sheila.
"Ja, 't gaan wel." zei hij.
"Ik mag er gewoon niet aan denken.
Nog eens iemand te verliezen die ik... "
Sheila nam zijn hand vast.
"Hey.
Moatje.
Da ghoa nie gebeuren wi.
Echt nie."
"Kunt ge nu wel zeggen." zei Lou.
"Maar ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken toen Raymond me belde.
Ik voelde weer datzelfde akelige gevoel als toen twintig jaar geleden." zei hij.
"Lustert ekeje," zei Sheila.
"Geloof me.
Dat gaat niet gebeuren.
Dat weet ik nu heel zeker.
Ja ik heb ze genepen toen ik op die camionette afstevende.
Ik dacht aan alles wat gebeuren kon.
Ik dacht echt dat ik onder die bestelwagen ging belanden, die echt wel snel reed.
Maar toen, hoe het kwam weet ik nog altijd niet.
Slaagde ik erin bij te sturen.
Vlamde tegen de zijkant van dat roestige vehikel.
De volle impact op mijn arm.
Ik krijste de hele straat bij elkaar van de pijn.
Maar verdomme... Ik was er nog.
Toen wist ik het zeker.
Wat ze zeiden dat was waar?"
"Wie zei dat, wat was er waar?" vroeg Lou.


Sheila keek hem aan.
Zocht naar haar woorden.
Ik heb u dat nog nooit verteld.
Heb het tegen niemand verteld.
Omdat ik zelf altijd dacht dat dat flauwe kul was.
Zever in paksjes voe de 'sensoasjeboeksjes' en pulpprogramma's op de televiezje."
Maar toen ik vorig jaar werd neergeschoten door Rozette Pelckmans
Waarbij ik op het nippertje aan de dood ontsnapte.
Toen heb ik... "
Sheila twijfelde even.
Keek Lou aan.
"Ik heb een bijna dood ervaring gehad Lou," zei ze.
"Echt waar.
Ik zag mezelf boven mijn lichaam zweven.
Juste lik dat ze dat in die 'dwoaze trutteprogramma's' verteln."
Dan zag ik een wit licht.
Ik dacht eerst dit is een droom, dit kan niet.
Straks wordt ik gewoon wakker en vraag ik me af waar ik ben.
En blijkt dat allemaal maar een kwaaie droom te zijn.
Mo neije ghodverdomme.
Dat was geweune echt.
Ik zweefde gewoon.
En werd dingen gewaar die gewoon onaards waren.
Een onbeschrijfelijk gevoel van liefde.
Van pure onvoorwaardelijke liefde die sterker werd wijl ik dichter bij dat licht kwam.
Ik besefte toen van, mijn taak op aarde zit erop.
't Is gepasseerd.
Voorbij.
Maar toen zag ik de mensen die mij zo nauw aan het hart lagen en die mij ontvallen zijn.
Ik zag mijn grootouders.
Waar ik nog voor zorgde toen ze bedlegerig waren.
Ik zag Graziella, het meisje dat ik voor mijn ogen zag sterven.
Ik zag mijn beste vriendinnetje, die nu al bijna dertig jaar geleden spoorloos verdween.
Kathy Gheyselbrecht.
Kathy sprak me aan.
Ze... "
Sheila huilde, dit was even echt moeilijk voor haar.
Lou streelde haar lange blonde haar, en zijn linkerhand legde hij op haar linkerhand.
"Ze zei dat mijn tijd nog niet gekomen was.
Dat mensen mij nog nodig hadden.
Dat mijn taak nog niet volbracht was."

Dan zweeg Sheila.
"Ik ben gewoon verder gegaan met mijn leven.
Ik dacht er nog wel aan, maar niet meer zo heel intens.
Ben gaan denken dat dit alles toch een droom moet geweest zijn.
Maar nu.
Ben ik mij ineens heel bewust van dit alles.
Mijn tijd zit er inderdaad nog niet op Lou.
Dat weet ik nu wel zeker.
En ik weet heel zeker dat gij één van die mensen zijt die mij nodig heeft.
Gij trekt u op aan mij.
En ik voel me zo hard aangetrokken tot u.
Dat was al toen ik nog samen was met Pieter Slembrouck.
Ben mij met de dag harder gaan afvragen waarom ik nog mijn tijd steek in die kerel?
Daarom ging ik mij bezinnen, trok ik er op uit met de motor.
Ik wist dat ik moest nadenken over wat ik met mijn leven van plan was.
Nu weet ik dat.
Lou...
Gij zijt me nog niet kwijt maatje!" zei Sheila terwijl ze haar goeie arm rond zijn hals sloeg.
Ze keek Lou aan.
Tuitte subtiel haar lippen.
Lou drukte zijn lippen tegen de hare.
Er volgde een kus.
Een tedere doch hartstochtelijke kus.
"Moatje," fluisterde Sheila zacht.


Twee dagen later.
Sheila stapte door de gang.
Moeizaam, maar het lukte toch.
De verstuiking van haar enkel bleek beter mee te vallen dan gedacht.
Na twee dagen rust had de dokter haar aanbevolen om af en toe eens op de gang te wandelen.
"Maar je mag je enkel niet overbelasten," drukte hij haar op het hart. "Als je pijn hebt gewoon stoppen en wachten tot het over gaat."
Traag liep Sheila door de gang.
Eindelijk kon ze eens het bed uit.
Ze was het liggen in bed al hartsgrondig beu.
Gelukkig kreeg ze wel veel bezoek.
Cathy Weylandts haar beste vriendin kwam langs.
Willem de uitbater van de Dinky Toys samen met enkele vaste stamgasten, en ook heel wat leden van de kickbox club waar ze training gaf en zelf al eens graag in de ring stond. Want hoe druk ze het ook had, de woensdagmiddag en vrijdagavond hield ze vrij, zonder pardon.
Om zich eens goed uit te leven, en dan naderhand wat na te praten in de kantine of wanneer deze gesloten was, in de Dinky Toys.
John De Beuckelaer kwam ook langs.
"Gij hebt veeel chance gehad." zei hij.
John stond erop om klacht in te dienen, maar Sheila weigerde.
"Ik had graag meer bewijzen in handen gehad, en ik kom wanneer ik kan gewoon terug.
Desnoods met mijn arm in de gips."
"Gij zijt ook een doorbijterke precies hé," zei Sheila.
"Mag je zeker van zijn," reageerde ze.
"Als ik ergens mijn tanden in zet dan ga ik door tot het bittere einde."

Sheila nam de lift en liep dan op haar gemak naar de uitgang.
Om even een luchtje te scheppen.
Ze zat op een bank met zicht op de ingang, naast haar een kartonnen bekertje met koffie uit het automaat.
Aanschouwde het komen en gaan van de mensen.
Genoot van de zon.
De zon op haar gezicht.
Kleine wolken die voorbij dreven.
De vogels die fluiten.
Het geruis van de drukke rijbaan verderop.
Een lijnbus die de oprit van de kliniek opdraaide en stopte bij het bushokje vlakbij de ingang
Mensen die uitstapten en naar de kliniek liepen.
Eén enkeling met een boeket bloemen in de hand, die je nochtans in het winkeltje bij de ingang kan kopen.
Een ander met een enveloppe, waarschijnlijk een verwijsbrief van zijn huisarts.
Nog een ander op krukken met zijn been in het gips.
Zeker een uur lang zat Sheila buiten op het bankje.
Vergat ze even haar zorgen.
Dan stond ze recht, ging ze terug naar binnen nadat ze het lege koffiebekertje in de vuilbak had gedeponeerd.
Ze nam de lift naar boven, daarna liep ze door de gang.
Langs de verpleegsterspost.
Ze ving een gesprek op.
Hoorde ze daar niet de naam De Beuckelaer?
Ze hield halt.
Deed alsof ze gewoon even uitrustte en haalde haar smartphone boven om zo niet op te vallen.
"Ik ga dat brouwertje laten betalen dat hij schijt. Zoniet dan zal het niet bij klachten omdat het bier niet te drinken is blijven," hoort ze één van de verpleegsters zeggen.
Sheila wist al meteen wie het was.
Het was Elsie Delacre, de kleine verpleegster met het blonde krulhaar die niet al te hoog in Sheila's aanzien stond. Sheila vond dat ze haar manier van werken teveel aan 'bandwerk' deed denken.
Onderkoeld en routineus.
Met een 'valse' glimlach op haar gezicht, oppervlakkige ingestudeerde praatjes.
Maar zonder enige empathie, noch zin voor detail.
"Doeje 't nie geiren misschiens? Trutje." dacht Sheila bij meermaals toen ze haar bezig zag.
Nee dan had ze liever Pilar.
Pilar Valasquez is een ravissante Spaanse met lang golvend zwart haar, diepbruine ogen en vooral haar stralende en innemende glimlach. Maar eigenlijk vooral met de ernst die ze bij haar werk aan de dag legde won ze direct Sheila's sympathie.
Maar de onderliggende reden was vooral omdat Sheila met haar eens een mondje Spaans kon praten. Sheila heeft een zwak voor alles wat Spaans is. Spanje haar geliefkoosde land, en dat heeft vooral te maken met hetgeen ze er beleefde toen ze als jong meisje met haar Harley door het land trok.
Pilar vertelde over hoe ze op zoek naar werk een uitzendkantoor binnenstapte waar ze het voorstel kreeg om in ons land als verpleegster te werken.
Anderhalf jaar werkt ze nu al in ons land, nadat ze eerst een stoomcursus Nederlands volgde vlak na haar aankomst.
Ze is een geboren verpleegster, zorgzaam, empathisch, luisterend oor.
Doet haar werk met veel beroepsernst. Sheila zag haar bezig met haar kamergenote, een jonge vrouw die meerdere zware breuken opliep na een zwaar motorongeval. En had meteen een goed gevoel bij haar.

Sheila luisterde verder.
Ze hoorde hoe Elsie tegen haar collega die blijkbaar Anke heette dat ze op een feestje in Café 't Lantaarntje,' - een café waar Sheila nooit eerder van hoorde - in een volle gelagzaal seks had met Jerry De Beuckelaer.
"Het begon met wat 'dirty-dansen', uitdagen, hij deed zijn hemd uit en ik mijn blouse.
Dan zat ik half geknield voor hem, mijn handen rond zijn gulp en die venten maar roepen 'broek naar beneden, broek naar beneden!" 
Ik deed het.
Ik trok zijn broek en slip naar beneden hij had een joekel van een 'boner'.
Al die venten 'pijpen, pijpen, pijpen'!!"
"En hebde gij hem gepijpt?" vroeg Anke.
"Het zal wel zijn," zei Elsie.
"Tja, wat wilt ge?
Ik was zat, en eigenlijk ook behoorlijk geil.
Ik heb zijn pik afgezogen en hem tussen mijn tetten geplet.
Dan pakte hij mij vast, tilde mij op en legde hij mij op de biljart.
Hij trok mijn rok en slip uit, spreidde mijn benen en neukte mij terwijl heel het café erop stond te zien.
Zonder condoom."
"Waauw heftig ja!" zei Anke.
"Ondertussen was Armand stiekem aan het filmen.
Ik heb hem dat filmpke getoond en ermee gedreigd om dat op het internet te zetten en naar zijn vrouw te sturen.
Ik heb haar profiel op Facebook gevonden, en het is maar een kleintje om dat even naar haar door te sturen.
Maar hij dreigde met klacht in te dienen voor afpersing en stapte zelfs naar een advocaat en diende een klacht in tegen mij.
Maar hij zal rap op zijn stappen terugkomen, daar zorgt Armand wel voor, die ik ook goed bij zijn kloten heb."
Sheila keek op, ze zag een man komen.
Het was Jurgen Deroovere de hoofdverpleger van de dienst heelkunde.
"Jurgen is er," zei Anke. Waarna Elsie wijselijk zweeg.
"Goedemiddag Sheila, je herstel verloopt spoedig zie ik?" zei hij. Na een kort gesprek liep hij de verplegingspost in, "Goedemiddag dames," zei hij opgewekt.
Sheila ging terug naar haar kamer.
Ze had genoeg gehoord.
"Ek wisten wel," dacht ze bij zichzelf.
Dat die Elsie niet te vertrouwen es,
"Meinschenkennis, j'eit dadde of j'eit dadde nie!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten