Pagina's

donderdag 7 november 2019

Verdachte brouwsels.



Negen uur 's morgens.
Sheila zat aan de keukentafel van haar appartement.
Rondom haar kartonnen dozen.
Waarin het meeste van het keukengerei was opgeborgen.
Klaar voor de grote verhuis.
De grote verhuis naar haar nieuwe huis dat ze een paar maanden geleden had gekocht.
En welks nu zo gerenoveerd werd.
Daar waar het ruwe werk in het begin vlot verliep, dankzij het inschakelen van de firma Verplancke en zonen.
Begonnen de problemen pas bij de afwerking.
Voor het leggen leggen van de leidingen in de keuken en badkamer moest men een nieuwe loodgieter zoeken omdat de loodgieter die voordien werd gecontacteerd niets meer van zich liet horen.
Tot twee maal toe.
En bij het leggen van de elektriciteit maakte de elektricien er een echt zootje van.
Met kortsluitingen tot gevolg.
Daarom probeerde ze hem te bereiken om dit euvel zo snel mogelijk op te lossen.
Want het huurcontract van haar appartement liep op zijn laatste benen.
Ze schonk zichzelf een verse mok koffie in en zocht in het 'telefoonboek' van haar smartphone.
Haar handen trilden van de zenuwen.
Van woede eigenlijk.
Terwijl ze wachtte tot er werd opgenomen en het op haar zenuwen kreeg van het aanhouden van de beltoon nam ze een flinke slok koffie.
"Ghow pakt op, fucking zeveroare!" foeterde ze.
De beltoon werd onderbroken... Voicemail!
"Ghodverdomsche nieweirt!" brulde ze. Ze moest zich inhouden om haar gsm niet tegen de tafel te keilen zoals ze vroeger wel eens met haar Nokia 3310 durfde te doen.
Ze besefte net op tijd dat de hedendaagse smartphones niet meer zo 'kloek' waren als haar oude vertrouwde Nokia mobieltje welks zeker tien jaar meeging.
Ze wilde opnieuw proberen, maar dan ging haar gsm ineens af, Sheila schrok zich een hoedje.
Het was Lou, zijn naam verscheen op het scherm.
"Hey schietje," zei ze. "Hoe es dat me joen?"
Haar humeur werd al iets beter.
Zelfs maar even denken aan 'haar lieve Lou'ke' maakte dat het warm werd in haar hartje.
"Sheila," hoorde ze hem zeggen. "Ik heb goed nieuws.
Joost 'de vochtman' heeft net gebeld. Hij wil vanmiddag eens langskomen om het vochtprobleem in de kamers boven eens met eigen ogen te zien, past dat voor u?"
"'t Zal wel zien da 't past voe mien. Hoe rapper dat dat opgelost es hoe liever ja," reageerde Sheila meteen.
Goed dan, ik kom dan ook langs. Ben nu wat met bureauwerk bezig, straks nog even een vergadering en daarna neem ik gewoon een half dagje vrij. Heb toch nog overuren staan.
"Allez toch iets dat gaat opgelost geraken, maakt mijn dag toch een beetje goed ja."
"Ge klinkt zo gespannen lieverd," vroeg Lou met enige bezorgdheid.
"Het zit me tot hier moatje," zei Sheila. "Probeer hier al de hele tijd die klote elektricien te bereiken, maar het enige wat ik te pakken krijg is die smerige voicemail."
"Bel naar zijn vaste lijn." zei Lou.
"'k Heb het nummer niet," reageerde Sheila.
"Neem pen en papier ik geef het even door."
"Nie nodig," zei Sheila. "Ik steek dat direct in mijn hoofd, dat weet je."
Sheila heeft een zeer scherp geheugen, hoeft maar één keer een adres of telefoonnummer te horen en het zit al direct in haar hoofd.

Meteen als Lou het nummer had doorgegeven belde Sheila naar de vaste lijn van elektricien Quinten Maerschalck.
Na enkele keren bellen werd er opgenomen: "BVBA Quinten Maerschalck elektriciteitswerken wat kan ik voor u doen?" hoorde ze een vrouwelijke stem zeggen op een ietwat zeurderig toontje.
"Ja goeiendag, u spreekt hier met Sheila Verdoolaeghe, ik zou graag meneer Quinten Maerschalck eens spreken is hij aanwezig?"
"Nee, die is er voor het moment niet mevrouw, u kan hem wel bereiken op zijn gsm nummer."
"Nee dat kan ik niet!" zei Sheila. "Ik heb hem al driemaal gebeld en hij neemt niet op. En dat vind ik gewoon super onbeschoft mevrouw, mag je hem wel eens zeggen ja!"
"Oh dan zal hij het vast te druk hebben, moet ik zeggen dat u gebeld hebt en dat hij dan later terugbelt?"
"Nee mevrouw, ik wil dat u NU iets om te schrijven neemt en een blanco vel papier,"
"Oh u wilt een boodschap doorgeven."
Sheila beet op haar tanden: "Beleefd bluuvn meisje, beleefd bluuvn," maande ze zichzelf aan.
"Ik heb hier een stuk papier, geef uw boodschap maar door."
"Een blanco stuk papier mevrouw, liefst van groot formaat ja!"
"Ja dat heb ik." hoorde Sheila de vrouw aan de andere kant van de lijn zeggen. Het was duidelijk te horen dat de dame er niet gerust in was.
"Goed ik wil dat je het volgende woord voor woord opschrijft! Gaat dat lukken?" Zei Sheila kortaf.
"Ja mevrouw," klonk het.
"Goed, schrijf op, aanhef: "Aan Quinten Maerschalck.
Zou u alstublieft met spoed contact opnemen met mij Sheila Verdoolaeghe. Teneinde tot een oplossing te komen voor de ronduit gevaarlijke situatie die u hebt gecreëerd met het aanleggen van de elektriciteitsleidingen die gebeurden op een al even ronduit amateuristische wijze.
Zo niet zie ik mijzelf verplicht om drastische stappen te ondernemen! Ik ben niet bereid om uw laksheid in deze nog langer te pikken."
Sheila wachte even, hoorde het gekras van een stylo of pen op papier.
"Staat het erop of moet ik het nog eens herhalen!"
"Het staat erop mevrouw?" zei de dame aan de andere kant van de lijn.
"Goed, lees voor."
"Mevrouw ik zal de boodschap wel doorge... "
"Lees voor!!" herhaalde Sheila nu een stuk luider.
Met bibberende stem las de vrouw de geschreven tekst voor.
"Ik wil dat u van zodra Quinten thuiskomt dit onder zijn neus duwt. En zeg er maar gerust bij dat het mij in deze menens is.
Gaat dat lukken... ? Trutje." Dat laatste woord sprak Sheila iets stiller uit, hoewel het haar weinig kon schelen of de dame aan de andere kant van de lijn het hoorde of niet.
Dan gooide ze de telefoon dicht.
"Voila se, doar weten z'ook da Sheila Verdoolaeghe nie met eur voeten lot speeln!" zei Sheila terwijl ze haar mok koffie leegdronk en die dan opnieuw vulde.
Ze keek naar buiten, het was een stralende dag.
De lucht was blauw, de zon scheen.
Beneden was het de alledaagse bedrijvigheid zoals ze die elke dag zag wanneer ze 's morgens haar kopje koffie dronk.
"Da ghoan ''k wel missen sé," dacht ze bij zichzelf.
Ze keek op haar horloge, het was iets voor tien uur.
"Misschiens ekeje e wandeliengsje doen, kwestie van me zenuwn e betje te kalmeren.
Kun toch me nietend verder doen nu!" dacht ze bij zichzelf terwijl ze haar jeans aantrok.
Even later liep ze door de straten.
Ze voelde de warme zonnestralen en een fris briesje deed haar vlasblonde haren opwaaien.
Ze liep langs een boetiek en zag een leuk topje.
"Hmmm misschiens etwadde voe van de zomer," dacht ze bij zichzelf.
Maar liep dan weer gewoon verder, eigenlijk droeg ze nog het liefst van al gewoon de t-shirts van haar favoriete rock en metal groepen. Waar ze een flinke knoop inlegde als het 'te warm' werd. Zoals ze deed in haar tienerjaren, omdat ze dan wist dat de jongens naar haar omkeken. Wat ze zich maar al te graag liet welgevallen.

Ze liep het stationsplein op en passeerde haar favoriete kroeg de Dinky Toys.
Willem de waard van het café was bezig de parasols uit te zetten op het terras.
"Wie we hier hebben se," zei hij toen hij Sheila zag. Hij liep naar haar toe en gaf haar drie flinke zoenen.
"Ge hebt het schoon weer meegebracht zie ik. Goed zo, nu alleen wat volk op het terras en we zijn er."
"Ewel, kgoan me al eens op het terras zetten se, dan zal het volk gauw toestromen," zei Sheila terwijl ze zich neerzetten.
"Wat ga je drinken?" vroeg Willem?
"E fris pientje dat zoe me smaken se!" zei Sheila.
Willem zette een vers getapte pint op tafel waarna Sheila meteen een flinke slok nam.
"Aaaagh dat smakt," zei ze luidop nadat ze een flinke slok had genomen.
Ze observeerde de drukte op het stationsplein.
Een trein die het station binnenreed, een lijnbus die vertrok, auto's die op de éénrichtingsweg het plein opreden, fietsers, voetgangers.
Dan ging haar telefoon af, Sheila nam op.
"Hallo mevrouw Verdoolaeghe, u spreekt hier met Quinten Maerschalck," klonk het.
"Aha, 't es joen da 'k moeten hein!" zei Sheila kortaf.
"Ik zou willen dat je zo spoedig mogelijk alle leidingen terug ontkoppeld, want de situatie in mijn huis is door toedoen van uw amateuristisch geknoei LEVENSGEVAARLIJK!!"
"Mevrouw, ik heb begrepen dat er problemen zijn met de leidingen, ik stel voor dat ik vanmiddag even langskom om de situatie zelf te bekijken en zien wat we eraan kunnen doen!"
"Wat gij eraan gaat doen is gewoon alles terug opbreken en uw leidingen, zekeringskasten en HEEL JOENE SANTEBOETIEK WERE MEEPAKKEN!!!
Dat ga je doen meneer Maerschalck!"
Dat kan ik doen, maar dan ga ik wel de werkuren in rekening brengen mevrouw!"
"Pardon?" reageerde Sheila verbolgen.
"Gij gaat niks in rekening brengen ja.
Gij moet niet denken dat ik ook maar één cent ga betalen aan een amateuristische prutser verstoken van elke vorm van professionaliteit, vakkennis en - dat vind ik nog het ergste van al - ARBEIDSETHOS!!!!
En als ge ook maar denkt om met mijn voeten te gaan rammelen dan zult u rap een dagvaarding in de bus krijgen, dat kan ik je nu al vertellen!
Tot deze middag meneer Maerschalck!!!"
Sheila legde haar telefoon op tafel en wenkte naar Willem die de tafels aan het poetsen was.
"Nog een pintje alstublieft," vroeg ze;
"Of nee, wacht.
Doe mij iets straffer, dat nieuwe bier dat je daar hebt zo'n 'Dark Sherrif'!"
"OK, komt eraan," zei Willem. Hij liep naar binnen en even later kwam hij naar buiten met een mooi kelkvormig glas en een bierflesje.
Sierlijk goot hij het donkere gerstenat in een glas. "Alstublieft", zei hij.
"Laat het u smaken."
Sheila zette het bier aan haar lippen.
Proefde zachte karameltoetsen en de volle smaak van licht geroosterd gerstemout.
Dan keek ze omhoog, naar de helderblauwe lucht. Genoot van de warme zonnestralen op haar gezicht.
Willem bleef ijverig verder poetsen, maar kon het niet laten om af en toe een blik te werpen naar Sheila in haar t-shirt en blauwe jeans.
Haar borsten die fel vooruit staken.
Het bandje van haar BH dat even te zien was over haar schouder.
Hij mocht haar wel, die pittige West-Vlaamse met haar voorkeur voor stevige rock&roll, stampende blues, goed bier en sterke whisky.
Willem Claeys is een verstokte vrijgezel, hij leeft eigenlijk helemaal voor zijn kroeg.
En voor zijn verzameling oude juke-boxen die staan opgesteld in een bijgebouw achter het café.
Alleen de echte vaste klanten weten ervan en hebben ze al eens mogen zien.
Het oudste exemplaar staat nog altijd gewoon in het café. Het werd er geplaatst toen Willems vader Achiel Claeys het café begon begin jaren vijftig.
Al gauw werd het een pleisterplaats voor de jeugd in de stad.
Ook de miliciens uit de twee grote kazernes die er in die tijd nog waren vonden al snel de weg naar die ene kroeg op het stationsplein waar rock&roll gespeeld werd en waar gedanst kon worden tot in de vroege uurtjes.
En waar af en toe lokale bands en zelfs heuse dansorkesten kwamen spelen in de danszaal waar nu de juke-boxen staan.
Generaties jongeren kwamen hier dansen, drinken, vrienden ontmoeten, een lief opdoen en vooral veel plezier maken.
De bands die hier kwamen optreden waren niet van de minste.
The Pebbles, The Wallace Collection, TC-Matic, De Kreuners, Nacht Und Nebel, ze stonden hier allemaal op de planken.
Maar Willem denkt nog het meest van al met weemoed terug aan die keren toen de groep Grace&Beauty hier haar eerste optreden gaf, en nadien nog twee maal op het podium stond.
"Toen zat het café gewoon stampvol.
En iedereen ging met een glimlach naar huis."
De muur tussen de toog en het toilet hing vol met foto's uit die periode.
Met in het midden een foto van de zangeres van Grace&Beauty, Gracienne De Wilde
Met haar rode Fender-Stratocaster.
's Avonds voor hij afsloot staat hij daar dan even naar te kijken.
Denkt hij met weemoed terug aan die tijd.
Aan Gracienne, die pittige meid die hij zo graag mocht.
Omdat ze erin slaagde om het café vol te krijgen.
Wanneer ze kwam draaien, en haar eigenzinnige muziekcollectie combineerde met die van haar soulmate Lou. Of gewoon wanneer ze in de gelagzaal zat omgeven door haar vele vrienden aan wie ze zich zo hard kon optrekken.
Tot die vreselijke dag dat ze tragisch aan haar einde kwam op amper negentien jarige leeftijd.
Toen hij Sheila voor het eerst zag, vond hij dat ze hem zo hard aan Gracienne deed denken.
Hij had het er over met Lou Selleslaghs, met wie Gracienne samen was vlak voor ze stierf.
"Ja," zei Lou toen. "Ze heeft hetzelfde temperament, de zelfde passie voor muziek en eveneens een luisterend oor."
Willem had een oogje op Sheila, liet zijn blik wel vaker even afdwalen als ze aan de toog hing.
Maar hij zag hoe haar interesse zich richtte op Lou, en hij gunde het zijn goede vriend en tevens zijn beste klant wel.
Ach, hij was te zeer gehecht aan het vrijgezellenleven.
"Ik ben getrouwd met de Dinky Toys," zegt hij altijd. En dat is eigenlijk ook zo.


Een zwarte Dodge Ram vertraagde, hij draaide eerst naar links in de richting van de rijbaan om dan achterwaarts in de net vrijgekomen parkeerplaats vlak bij het terras in te rijden.
"Ha kijk es aan," zei Willem. "Er gaat er hier iemand heel blij zijn dat zijn bier in de smaak valt."
Sheila wist wel wat Willem bedoelde.
De grote rijzige man met baard en grote witte Stetson was de bedenker van het bier 'Dark Sherrif' en zijn blonde evenknie 'Blonde Deputy'.
John De Beuckelaer was jarenlang de zaakvoerder van  Drankencentrale De Beuckelaer, de drankencentrale die al sinds jaar en dag het bier leverde in de Dinky Toys.
Hij stapte meteen op Sheila af.
"En?" vroeg hij. "Wat vindt ge van ons bier?"
Sheila stak haar duim omhoog.
"Heel lekker," antwoordde ze.
"Zowat het beste speciaalbier dat ik ooit geproefd heb."
"Meen je dat?" vroeg John.
"Ja, echt waar," zei Sheila.
"Als dit geen hoge toppen gaat scheren, dan weet ik het ook niet meer."
Dan liep Willem op hem af, Willem en John gaven elkaar een warme handdruk.
"En hoe gaan de zaken?" vroeg John.
"Ik mag zeker niet klagen," zei Willem. "Afgelopen zaterdag nog een optreden gehad, de zaak zat stampende vol en we hebben goed verkocht. Zeker vijf vaten Jupiler geleegd op één avond, alsook twee vaten Hoegaarden, twee vaten Leffe en één vat La Chouffe.
Heb vanmorgen nog naar uw zoon gebeld om te vragen of er niet wat vroeger geleverd kan worden."
"Oh ja da's juist, die komt vanmiddag nog langs.
Maar goed, waarvoor ik eigenlijk kom," zei John. "Hoe zit het met de verkoop van onze eigen speciaal bieren, hebt ge soms klachten gehad ervan?"
"Nee, helemaal niet.
Iedereen is dolenthousiast, zelfs onze Sheila hier is er weg van, zoals ge ziet." zei hij terwijl hij haar aankeek.
"Echt niemand die iets aan te merken had? Die iets zei over een vreemde geur of dat er geen schuim op het glas stond."
"Nee," zei Willem opnieuw.
"Doe er nog eens zo eentje," zei Sheila terwijl ze even haar lege glas optilde.
"Komt eraan," zei Willem.
"Zet die maar op mijn rekening," zei John.
"Nu ik eraan denk Sheila," zei hij terwijl hij tegenover haar ging zitten.
"Sta me toe om u te feliciteren met de aankoop van het prachtige huis van wijlen Madame Gracienne," zei hij.
"En dit uit het diepst van mijn hart.
Ben er zonet nog langs gereden en verdomme.
Ge hebt er echt iets schoons van gemaakt hé.
En proper afgewerkt."
"Ja van buiten ja, van buiten is het proper.
Maar het leggen van de elektriciteitsleidingen is een ramp.
Die Quinten Maerschalck kan maar beter zien dat hij vanmiddag nog zijn kop laat zien, of ik ga serieus uit mijn krammen schieten," zei Sheila.
"Want qua professionaliteit is zijn manier van doen echt wel beneden alle peil."
John maakte een wegwerpgebaar.
"Quinten Maerschalck!" zei hij.
"Dat is ne prutser!
Weet ge wie ge moet inhuren voor het aanleggen en in orde brengen van elektrische leidingen.
Thomas Van Bosvoorde.
Da's een neef van mijne schoonzoon.
Die jongen heeft in mijn eigen café en in mijn privé woning er boven alle leidingen vernieuwd, pas op dat was nodig want de oude leidingen waren al bijna vijftig jaar oud.
En die jongen heeft dat heel goed gedaan.
Dat gastje heeft twee rechterhanden, en er zit iets in dat kopke, echt wel.
Wacht hier heb ik zijn kaartje."
"Van harte bedankt" zei Sheila terwijl ze het kaartje in haar handtas stopte.

"Zeg," zei John. "Gij gaat dus op uw eigen beginnen als detective heb ik gehoord."
"Klopt," zei Sheila.
Dan boog hij zich voorover en hief zijn hand op terwijl hij naar haar wees.
"Gij zoudt mij moeten helpen," zei hij.
"Ik luister," zei Sheila.
"Ge hebt het misschien just al gehoord.
Ik... allez wij zitten in de miserie.
Er zijn de laatste tijd veel te veel klachten over mijn eigen gebrouwen bier.
Allez ja het feit is.
In het ene café zijn zowat alle flessen die we geleverd hebben gewoon slecht.
Als ge dat open doet stinkt dat gelijk de pest.
En er zit geen schuim op het bier.
Niks.
En bij anderen is alles dan weer tiptop in orde, zoals hier."
"Vermoed u kwaad opzet?" vroeg Sheila.
"Sabotage?"
John keek haar met grote ogen aan.
"Vermoeden?
Ik ben er bijna zeker van.
Sedert enige jaren runt Jerry de drankencentrale.
Hij kwam op het idee om een eigen artisanaal bier te brouwen.
Pas op, hij kent daar wel iets van hé. Hij heeft als jonge gast nog gaan werken in een brouwerij. Daar heeft hij de knepen van het vak geleerd. Maar ik wilde dat hij hier in de zaak kwam werken, want ik wordt ook al een dagsken ouwer hé, weet ge?
Allez ja, na een bezoek aan een kleine brouwerij in de Ardennen een paar jaar terug heeft hij de microbe opnieuw te pakken gekregen.
"Pa," zo zij hij. "Daar zit toekomst in. Mensen zijn op zoek naar artisanaal gebrouwen bieren, liefst met een verhaal.
Daar moeten we een graantje van meepikken."
Ik vond dat wel een goed idee.
We  hebben plaats zat, ooit was wat nu onze drankencentrale is een echte brouwerij moet ge weten.
Tot die smerige Duitsers in 'den eersten oorlog' al onze brouwketels in beslag namen.
Sindsdien zijn we vooral bezig geweest met de distributie van vooral pilsbieren van de grote brouwerijen en van limonades, water en sterke drank.
In plaats van de brouwerij is er later onze eigen cinema en danszaal gekomen.
Maar sedert een jaar of twee is dat dus opnieuw een brouwerij.
Met een eigen bottelsysteem dat ons een serieuze smak geld heeft gekost.
Daarmee... Als we door die sabotage teveel reclamaties krijgen .
En reputatieschade lijden.
Dan zou dat wel eens onze doodsteek kunnen zijn.
En dan?"
John hield zijn glas bier vast en keek voor zich uit.
"Hebt u enig vermoeden wie er achter zou kunnen zitten?" vroeg Sheila.
"'t Zal nog niet zijn," antwoordde John.
"Kijk, onzen Jerry is ne krak in het brouwen van bier, en hij runt onze brouwerij en drankencentrale uitstekend.
Maar... " John nam een stevige slok bier en zocht naar zijn woorden.
"Hij is veel te naïef," zei hij dan.
"Hij zou veel kieskeuriger moeten zijn inzake 't volk dat hij aanwerft.
Dat heb ik hem al zo dikwijls gezegd.
Zelfs nen hond met een hoed aan zou hij aannemen.
Allez, d'er lopen er nu twee rond. Den ene heeft zo'n stuk ijzer in zijn oor, zo'n pie... allez hoe noemt da nu weer? Ach soit doet er niet toe.
En den andere heeft zo'n langszij afgeschoren kapsel en die ziet er uit, nie meer of dieje zit aan de drugs.
Veel met dienen stomme telefoon bezig, hele dagen kletsen en lanterfanten.
Maar werken, da's iets anders zulle.
Nu proberen ze hem zo ver te krijgen dat hij ze buiten smijt.
Wat dan weer nen bom geld gaat kosten aan ontslagpremies.
Godverdomme als 't nie geiren doen dat ze dan op een ander gaan solliciteren hé! Maar nee.
Vliegen ze buiten kunnen ze gaan doppen hé.
Op onze kap leven!"
"Kijk meneer De Beuckelaer," zei Sheila.
"Er is natuurlijk een hemelsbreed verschil tussen proberen om een ontslag op staande voet te forceren door 'den aap uit te hangen', en sabotage.
Welks een strafbaar vergrijp is.
Integriteit staat bij mij hoog in het vaandel meneer De Beuckelaer. U kunt van mij niet verlangen dat ik een verslag a la téte du cliënt ga schrijven enkel en alleen omdat u van enkele nietsnutten af wilt die u zoals u terecht zei, veel geld kosten."
"Nee Sheila.
Dat wil ik niet.
Ik wil dat de verantwoordelijke voor die sabotage gepakt wordt, vervolgd wordt en opdraait voor de schade.
Wie het ook is.
De toekomst van onze zaak staat op het spel Sheila," zei John De Beuckelaer.
Sheila keek op haar horloge.
"Kijk meneer De Beuckelaer.
Ik moet helaas dit gesprek afbreken, ik heb over een kwartier een belangrijke afspraak.
Maar ik wil vanavond nog bij u langskomen om alles in detail te bespreken, is dat goed?"
"Heel goed," zei John.
"Kom vanavond rond een uur of zeven eens langs in ons café, dan sta ik gewoonlijk achter de toog."
"Da's goed, ik zal er zijn." zei Sheila terwijl ze recht stond en John De Beuckelaer een stevige handdruk gaf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten