Pagina's

donderdag 5 maart 2020

Over loverboys en viespeuken 3



Enkele dagen later.
Sheila reed met haar fiets door de straten.
Het was een mooie zomerdag.
Ze genoot van de wind die door haar haren waaide.
De zon op haar gelaat.
Plannen in haar hoofd.
De drukte in de straten.
De overvolle terrasjes op het stationsplein.
"Straks e pintje in de Dinky Toys," dacht zij bij zichzelf.
"Mor eerst commisjes doen!"
Die plannen in haar hoofd, weet je wel?
Ze wilde het feit dat ze eindelijk geïnstalleerd was in haar nieuwe woning bezegelen met een feest.
Een housewarming party.
En daarvoor moesten natuurlijk de nodige voorbereidingen getroffen worden.
Boodschappen en zo..
Ach ja.
Sheila was bij dat ze na een hele dag achter haar bureau zich bezig te houden met boekhouding, administratie en facturatie eens haar neus buiten kon steken.
Met opzet maakte ze een ommetje langs de stationsbuurt al fietsend naar de supermarkt.
Daar aangekomen sloot ze haar fiets af, nam een winkelwagentje en liep naar binnen.
Ze proefde een glaasje wijn dat haar als proevertje werd aangeboden en legde terstond een paar flessen in haar wagentje.
"E lekker wientje dat ghoat er olsang in," dacht ze bij zichzelf terwijl ze naar de vleesafdeling liep waar ze het vlees bekeek.
Entrecotes, brochettes, lamsboutjes.
"Niet slecht, mor 'k ghoan toch me vlees ghoan halen bie nen echten beenhouwer.
OK, 't kost wa meer, mor e verhuus vier je ook niet olle dagen hé zeg!"
Dan werd haar aandacht getrokken door een vijftal jongelui.
Luidruchtig liepen ze door de gangen, hun gedrag was echt storend.
Zeg maar gerust asociaal.
Ze liepen als wilden door het gangpad, aan het andere eind ervan liep een oude man.
Met onzekere stap.
Traag duwde hij zijn wagentje vooruit, één van de jongens duwde ertegen.
"Verdomme zie toch wat ge doet snotjong!" riep hij.
De jongen gaf een schop tegen het wagentje.
"Wat is 't ouwe," Snauwde hij. "Ge gaat toch niet lastig doen zeker?"
Hij schopte er nogmaals tegen en keek de oude man intimiderend aan.
"Waarom kruipte gij niet in uw graf pépé?" riep de andere.
De oude man voelde zich geïntimideerd en keek schichtig om zich heen. De jongelui omsingelden hem.
"Nu hebt ge zoveel praat niet meer hé opa." grinnikte de langste van het stel.
Ze genoten er zichtbaar van om de oude man te intimideren en te treiteren.
"Moet ge uw roste centjes niet tellen ouwe? Of ga je dat doen aan de kassa?
Want meneer heeft alle tijd een ander moet ook alle tijd hebben.
Is toch just hé?... Opa!"
"Laat me met rust... " stamelde de ouderling terwijl hij achteruit deinsde.
"Zeik niet in uw broek hé pépé!" lachten de jongens.
Dan werd het Sheila te veel.
Ze liet haar kar staan en trok twee jongens bij de haren en duwde ze van zich af.
Dan nam ze de langste die zich dominant over de oude man boog vast en draaide zijn arm over. Hij schreeuwde het uit van de pijn.
"Wat scheelt er prulleventje?" sneerde Sheila.
"Doe joen armtje zeer?
Ochere toch!"
Ze gaf er nog een hardere draai aan.
"'k Kun'n hem breken ook wi, wetjedadde?"
De andere jongens stonden perplex en wisten zich geen houding te geven.
"Ewel, wat scheilt er bende MIETJES!
Moeje ghiender julder maatje nie helpen? 
Of weglopen?
Lik dat olle lafoards doen aze geconfronteerd worden met één die sterker es of ghiender!
Hé!!!!"
Ze duwde de jongen wiens arm ze over draaide van zich af, hij kwam tegen het rekken terecht en een bokaal met witte bonen viel op zijn hoofd. De andere jongens deinsden achteruit.
"Nu ghoa julder ekeje ghoed na mien luustern.
Je gho julder nu olle vuuve julder chips en cola ghoan betalen aan de kassa.
En maken dat julder weg ziet.
En soertoe...
Je ghoa julder dat doen IN VOLSTREKTE STILTE!!!
Zodonig dat de volwassen meinschen rustig ulder boodschappen kunnen doen lik dat ze dat 't liefste doen.
Namelijk nie gestoord deure e bende ONVOLWASSEN SUKKELOARS!!!
Eje ghiender dat begrepen??"

De jongens dropen af.
Schichtig achterom kijkend.
Met de staart tussen hun benen.
Dan wendde Sheila zich tot de geïntimideerde ouderling.
"Gaat het meneer," vroeg ze ditmaal in het AN.
"Bedankt mevrouw," zei de man terwijl hij haar met een dankbare blik aankeek.
Zijn handen trilden.
"Zet u even," zei ze.
"Ik ga aan iemand van het personeel een glas water vragen."
Sheila hielp hem om neer te zitten op een klein trapladdertje.
Even later kwam ze terug met een kop dampende warme koffie die ze van de filiaalhouder kreeg.
"U bent veel te goed mevrouw," zei de man terwijl hij met trillende handen zijn kop koffie leegdronk.
"Zeg maar gerust Sheila, hoor.
U beeft als een rietje.
Je hebt vast een stevige schrik gepakt
Ik laat u zo niet naar huis gaan meneer," zei Sheila. "Woont u ver?"
"Nee," zei de oude man.
"In 't appartementsgebouw aan de overkant van de straat.
Maar ik red me wel hoor, echt wel.
"Meneer," zei Sheila. "Ik sta erop.
Laat me op zijn minst u begeleiden tot aan uw voordeur.
Ik kan een geschrokken oude man als u niet laten sukkelen.
Zo ben ik niet 'opgebracht', snap je?"
De man keek Sheila aan.
"Lang geleden dat ik uw prachtige dialect nog hoorde," zei hij.
"Nee echt.
Mensen kijken erop neer.
Maar West-Vlaams is een prachtig dialect.
Vooral dan het dialect van de kust, waar ik tot een jaar of tien geleden een eigen villa had.
Die ik heb moeten verkopen omdat het onderhoud ervan te zwaar werd voor een oude man als ik.
Daarom ben ik teruggekeerd naar mijn geboortestad, ziet u.
Maar nogmaals.
U bent een goed mens mevrouw.
Sta me toe dat ik mijzelf voorstel.
Mijn naam is Fonck.
Edilbert Fonck!"
"Nee!" riep Sheila uit.
"Professor Edilbert Fonck?"
"Professor Emeritus," verbeterde hij.
"Het is een geweldige eer om u te ontmoeten Professor Fonck," zei Sheila met eerbied.
"Het is misschien toeval, maar ik was enkele dagen geleden aan het uitpakken. Ik ben pas verhuisd en er waren nog enkele dozen niet uitgepakt.
Dozen met boeken.
Boeken uit mijn jeugd die ik ooit verslond.
Die ik las en herlas.
Tot ze roemloos in een doos verdwenen na de vele verhuizen.
En één van die boeken was 'Raadsels Der Ouderen'.
Ooit op de kop getikt op een rommelmarkt.
En eerlijk Professor.
Het is en blijft een zeer intrigerend boek."
Edilbert glimlachte.
"Dank je mevrouw.
Ik ben blij dat mijn werk.
Mijn levenswerk.
Nog mensen aanspreekt.
Echt waar."
"Het spreekt mij zeker aan.
Ik las over de controverse.
Ik las de meningen van lui die u verketterden als zijnde een oplichter en een 'charlatan'.
En kon dat echt niet rijmen met wat dit boek voor mij en mijn wereldbeeld betekende."
"De mensen zijn nog niet klaar voor deze kennis," zei de oude man terwijl hij recht kwam.
Maar dat komt nog.
Nu al is de belangstelling voor de vergeten kennis der ouderen heel groot.
Er wordt heel wat informatie over gedeeld op het internet.
Helaas ook veel foute informatie.
Veronderstellingen.
En ook... complottheorieën.
Die echt wel nergens op slaan.
En de mensen op het verkeerde been brengen.
De enige reden waarom men ze blijft verspreiden."
Sheila begeleidde Edilbert tot bij de hoofdingang van het statige appartementsgebouw waar hij woonde.
Ondertussen praatte hij verder over zijn werk, met de gepaste trots en blijdschap omdat iemand nog belangstelling had ervoor.
"Zin in een kopje koffie mevrouw... "
"Zin heb ik wel," zei Sheila
"Maar helaas heb ik nog het één en ander te doen professor, en ik heb diepvrieswaren in mijn winkelwagentje liggen.
"Dat begrijp ik volkomen," zei Edilbert.
"Als u zin hebt om op visite te komen, laat iets weten," zei Edilbert. "Hier is mijn kaartje."
Sheila stak het in haar handtas en nam uitgebreid afscheid. Daarna liep ze terug naar de supermarkt waar haar fiets en haar boodschappen nog stonden.
Toen ze binnenkwam werd ze aangeklampt door de filiaalhouder.
"Kan ik u even spreken mevrouw?" vroeg hij.
Onder vier ogen op mijn kantoor?"
"Dat kan," zei Sheila.
"U bent Sheila Verdoolaeghe neem ik aan?" zei hij terwijl hij de deur van zijn kantoor achter zich sloot. "En u bent privédetective."
"Ja dat ben ik, kan ik iets voor u doen?"
"Luister mevrouw Verdoolaeghe.
Ik heb al  veel over u horen praten, met veel lof zelfs.
Dat maakt ik er al over heb nagedacht om u te contacteren.
Maar zag ik hoe u dat stel tot de orde riep met een kordaatheid waarvan ik echt wel onder de indruk was.
En nu twijfel ik niet meer."
De man keek Sheila aan.
"U moet me helpen mevrouw," zei hij.
"Ik ben ten einde raad.
Ten einde raad mevrouw!!!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten